Aardbevingsbestendige en gasloze klimaatinstallaties voor Groningse scholen
Twee scholen in Groningen zijn voorzien van aardbevingsbestendige en gasloze klimaatinstallaties . Het zijn de eerste scholen in de provincie waar de schade als gevolg van door gaswinning ontstane aardbevingen is hersteld. In totaal zullen zo’n 70 scholen bouwkundig worden versterkt of herbouwd. Vóór 2021 moeten ze aardbevingsbestendig en toekomstbestendig zijn.
De klimaatinstallaties zijn aangebracht door Klimaatgroep Holland. “Opdrachtgever Centrum Veilig Wonen eist dat wij aan hogere eisen voldoen dan het Bouwbesluit”, zegt directeur Harry Vaatstra. “Dat betekent dat wij de installaties, met name zwaardere componenten, niet star maar flexibel monteren. Zo voorkomen wij dat ze bij trilling scheuren of breken.” Daarnaast moesten medewerkers een speciale cursus volgen om een veilige werkwijze te garanderen.
Toekomstbestendig en gasloos
Het klimaatbeheerssysteem dat Klimaatgroep Holland in de scholen toepast, voldoet aan de eisen van toekomstbestendigheid en duurzaamheid. Dit systeem heeft het bedrijf eerder als ScholenºConcept specifiek voor scholen ontworpen, wordt zelf geproduceerd en door installateurs toegepast in zowel bestaande gebouwen als nieuwbouw. De integrale oplossing voorziet in ventilatie, verwarming en koeling van elk klaslokaal afzonderlijk door continue meting van onder andere temperatuur en CO2. De vraaggestuurde klimaatbeheersing beperkt het energiegebruik tot een minimum. Daarbij maakt een lucht-warmtepomp de scholen gasloos en, in combinatie met andere maatregelen, energieneutraal. Deze warmtepomp gebruikt enkel hernieuwbare energie.
Om ook in de toekomst een gezond en energiezuinig binnenklimaat te garanderen, zal Klimaatgroep Holland de systemen van beide scholen op afstand monitoren. Dit om de werking te optimaliseren en de exploitatiekosten beheersbaar te houden.
Tot duurzaam kantoor omgebouwde gymzaal moet als voorbeeld dienen
In eenoude gymzaal in Bodegraven is sinds het begin van dit jaar een duurzaamkantoor gevestigd. Het gebouw uit 1955 is volledig verbouwd tot een moderne werkplek die voldoet aan verregaande duurzaamheidseisen. Bovendien is zoveel mogelijk van het oude materiaal hergebruikt. Adviesbureau Merosch wil haar nieuwe huisvesting laten zien hoe de bouwsector duurzaam om kan gaan met bestaande materialen.
De gymzaal zelf is helemaal intact gebleven, op wat binnenmuren van de kleedruimten na. De gymvloer ligt er nog in en het klimrek is behouden. Toch is er ook veel veranderd. Er zijn diverse duurzaamheidsmaatregelen doorgevoerd om tot een circulair, gasloos, energieleverend en gezond gebouw te komen. Zo zijn materialen uit het gebouw weer hergebruikt en verwerkt, zoals houten balken uit het plafond voor een vloer en cv-leidingen in een trapleuning. Hierdoor hoefde zo min mogelijk materiaal te worden weggegooid – het principe van circulair bouwen. Daarbij is het gebouw niet meer aangesloten op het gasnet, maar heeft het een warmtepomp en komen er in april 2018 zonnepanelen op het dak. Er is ook een elektrische laadpaal die door de hele buurt gebruikt mag worden.
Living Lab
Merosch vindt het belangrijk dat de bouwsector stappen vooruit maakt in het verduurzamen van onze huizen en werkplekken. Daarvoor is het essentieel dat iedereen kan beschikken over kennis die in duurzaamheidsprojecten wordt opgedaan. “Om die reden delen we alle kennis rondom de circulaire renovatie van onze huisvesting”, vertelt directeur Ronald Schilt. “Hiermee hopen we dat ons kantoor gaat dienen als een Living Lab waarin we nieuwe technieken en methoden testen én toepassen. Deze kennis delen met de markt – ook met concurrenten – zien wij als essentieel voor het sneller verduurzamen van de gebouwde omgeving.”
Open Dag
Op 14 april 2018 van 10.00 tot 16.00 uur vindt er een open dag plaats waar iedereen welkom is om het pand te bewonderen en meer te leren over de duurzame innovaties die zijn toegepast. Om 11:00 uur vindt de symbolische opening van het pand plaats door Kees Oskam, wethouder Duurzaamheid van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.
Rotterdamse Heijplaat gaat voor energieneutraal
In samenwerking met gemeente Rotterdam realiseert projectontwikkelaar en bouwer Van Omme & De Groot in het Rotterdamse Heijplaat een nul-op-de-meter wijk. Er wordt alles aan gedaan om de wijk energieneutraal te maken en gas in de woningen is uitgesloten. Duurzame warmtepompen vangen in de zomermaanden de warmte op en herbergen dit op 160 meter diepte. In de koudere periodes van het jaar kunnen de bewoners gebruik maken van deze opgeslagen warmte. Daarnaast zorgen de daken van de woonhuizen middels zonnepanelen voor voldoende energie om onder andere huishoudelijke apparaten aan het werk te zetten.
Gemeente Rotterdam heeft een aantal jaren geleden samen met partners de ambitie gesteld om Heijplaat in 2020 geheel energie-neutraal te maken. Willem Bastein van Klimaatgarant ondersteunt daarbij: “Wij voorzien de woningen van installaties zoals zonnepanelen en een warmtepomp met warmte- en koudeopslag in de bodem. De warmte van de zomer wordt tot een diepte van 160 meter opgeslagen en verwarmt de woning in de winter.” Naast deze warmtepomp wordt ook de restwarmte uit douchewater gebruikt om koud water mee op te warmen. Dit alles maakt dat de woningen in Het Verborgen Geheim alvast energie-neutraal en zijn gasleidingen nodig zijn.
Woning- en utiliteitsbouw besparen steeds meer op energie
Uit een jaarlijkse onderzoek van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) blijkt dat in de woning- en utiliteitsbouw steeds meer energie wordt bespaard. In 2016 zijn in 825.000 huishoudens één of meer energiebesparende maatregelen getroffen. Woningeigenaren bespaarden vooral energie door te investeren in een zuinigere ketel of in HR-glas. Ook de populariteit van spouwmuurisolatie en warmtepompen groeit sinds 2013. Het aantal geregistreerde energielabels van woningen steeg in 2016 naar 3,2 miljoen. Ongeveer 60% van de woningen heeft een energielabel C of beter.
De gebouwde omgeving is een grote eindverbruiker van energie in Nederland. De huishoudens en de dienstensector zijn samen verantwoordelijk voor 37% van het finale energieverbruik. Dit energiegebruik is ten opzichte van 2010 met ruim 11% gedaald naar 662 PJ in 2016.
Besparingsmogelijkheden
Uit de gegevens van het Kadaster blijkt dat 3 miljoen woningen in 2016 nog geen groen energielabel hadden (C of beter). Daar ligt dan ook het grootste potentieel voor verbetering. Er is vooral nog veel besparing mogelijk in de schil van woningen. In bijna een kwart van de woningen is nog enkel glas aanwezig. In 70% van de woningen kan gewoon dubbel glas vervangen worden door HR++ glas, dat dubbel zo goed isoleert. Ook hebben miljoenen woningen baat bij extra dak-, vloer- en spouwmuurisolatie.
Zonne-energie in utiliteitsbouw
De Monitor geeft ook zicht in de energiebesparing bij utiliteitsgebouwen. In 2016 zijn bij gemiddeld 15% daarvan energiebesparende maatregelen getroffen. Zorg- en onderwijsgebouwen zijn hierin de koplopers. Gebouweigenaren wisten over het algemeen vooral energie te besparen door te investeren in nieuwe installaties.
Ook in de utiliteitsbouw liggen nog veel kansen voor energiebesparing en opwekking. Zo blijkt dat slechts 9% van de onderzochte gebouwen zonnepanelen gebruikt. Dat zou betekenen dat er op 91% van de daken nog ruimte is om zonne-energie op te wekken.
Monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving
RVO.nl laat jaarlijks een onderzoek uitvoeren naar energiebesparing in de gebouwde omgeving. Dit gebeurt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Het resulteert dit jaar in de Monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving 2016, gemaakt in samenwerking met ECN.
Lidl distributiecentra in Nederland maken kans op titel ‘duurzaamste gebouw ter wereld
Op 6 maart worden in Londen de jaarlijkse Breeam Awards. Meer dan 40 projecten in zowel de commerciële als publieke sector strijden om de titel ‘duurzaamste gebouw ter wereld.’ Breeam is net als LEED een maatstaf voor de duurzaamheid van een gebouw. Zowel tijdens de conceptfase, de daadwerkelijke bouw als de uiteindelijke gebruiksfase wordt de duurzaamheid gemeten.
De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de duurzaamheid gedurende de totale levensduur van een gebouw. Duurzaam verwarmen en koelen van gebouwen speelt een cruciale rol in het geheel. In de utiliteitbouw wordt daarom steeds vaker gekozen voor duurzame energiebronnen, zoals bodemwarmte of energie uit de buitenlucht.
Onder de genomineerden bevinden zich dit jaar twee distributiecentra van Lidl in respectievelijk Waddinxveen en Oosterhout. Het Lidl distributiecentrum Waddinxveen is genomineerd in de categorie ‘post constructie’. Lidl Waddinxveen is sinds 2017 operationeel en stond gelijk al bekend als duurzaamste distributiecentrum van Nederland. Lidl Oosterhout gaat nog een stapje verder. Het ultra-duurzame distributiecentrum is momenteel in aanbouw langs de A15 bij Oosterhout en is genomineerd in de categorie ‘concept stage’. In beide distributiecentra zijn de producten van alpha innotec en Uponor van Nathan toegepast voor het duurzaam verwarmen en koelen van de gebouwen.
“De wereld is op hol geslagen”
“Het is een commercieel verhaal. Fabrikanten presenteren hoge temperatuur warmtepompen nu als de ultieme innovatieve duurzame oplossing voor de bestaande bouw, maar die systemen bestonden al 15 jaar geleden. Bovendien vergeten ze erbij te zeggen dat je ook je huis moet isoleren. Gebeurt dat niet, dan ben je zo 10 x duurder uit dan met een standaard cv-ketel.” Adviseur Erik Bek verzorgde het voorwoord bij de uitgave van de nieuwe IZNeutraal, die gisteren op uw (digitale) deurmat viel. Zijn pleidooi om minder de kantjes ervan af te lopen en alleen te voldoen aan de minimale EPC-voorwaarden, heeft een gretig gehoor gevonden. Dat geldt ook voor zijn oproep aan installateurs om meer tijd en geld te steken in bijscholing. “Broodnodig, want ze lopen qua kennis mijlenver achter op adviseurs.”
1700 views
Bek is in het dagelijks leven eigenaar van IDEA Nederland en E&B engineering en bouwbegeleiding. Zijn voorwoord in de nieuwe uitgave van IZNeutraal heeft een dag na verschijning al ruim 1700 views opgeleverd op LinkedIn, 225 op Facebook en is al meerdere keren gedeeld op Twitter. “Daarnaast plaatsen collega’s uit de branche ook sympathieke reacties onder het bericht. Zo schreef iemand dat we inderdaad slecht leren van onze fouten en er in de uitvoering en de adviesverlening nog fikse verbeterslagen zijn te maken.”
Achterstand
Bek hoopt met zijn bijdrage aan IZNeutraal een ander publiek te bereiken dan de vakprofessionals waarmee hij gewoonlijk om de tafel zit. “Installateurs lopen mijlenver achter qua kennis. Ik hoop met mijn voorwoord hun kennisniveau wat op te krikken.” Hij vervolgt: “De wereld is helemaal op hol geslagen. In de nieuwbouw worden nog gewoon cv-ketels geplaatst en mechanische ventilatiesystemen. Dat betekent een niet duurzame oplossing en op een dag als vandaag lucht die binnenkomt met een temperatuur van enkele graden onder nul. ‘Maar ja’, wordt er dan gezegd: ‘we voldoen toch aan de EPC-norm’?”
Blunder
En ook in de renovatiesector wordt er op los geblunderd, volgens Bek. “Klanten willen een duurzame oplossing en krijgen dan een hoge temperatuur warmtepomp aanbevolen. Inderdaad zo’n oplossing heeft als voordeel dat je de bestaande warmteafgiftesystemen, zoals radiatoren, intact kan laten. Maar een hoge temperatuur warmtepomp plaatsen heeft alleen zin als je ook je huis laat isoleren. Anders krijgt de klant een torenhoge energierekening. En dat wordt ‘toevallig’ nog wel eens vergeten om erbij te vermelden. Ik denk uit commerciële overwegingen of nog erger gewoon door een gebrek aan kennis bij de installateur. Basiskennis, want de Trias Energetica is zo langzamerhand wel gesneden koek toch? Je kan niet blindelings het advies van de fabrikant maar opvolgen, je hebt je eigen kennis en kunde nodig om zijn ideeën aan te kunnen toetsen.”
Ook benieuwd naar de nieuwe IZNeutraal? Surf snel naar: www.izneutraal.nl
Nieuw Doorns lyceum combineert duurzame technieken met passieve duurzaamheid
In het nieuwe Revius Lyceum in Doorn zijn veel duurzame technieken toegepast. Daarnaast is er sprake van passieve duurzaamheid. De gebouwen zijn compact uitgevoerd met een beperkte geveloppervlakte. Het energieverlies door de gevel is hierdoor minimaal. Alle duurzame maatregelen bij elkaar hebben geleid tot een gemiddelde GPR-score van 8.3.
Het nieuwe schoolgebouw is gelegen in het grondwaterbeschermingsgebied van de waterwinning Doorn. Bodemenergiesystemen mogen hier niet worden toegepast. Gekozen is daarom voor een luchtwarmtepomp op het dak, de energie uit de buitenlucht omzet in warmte voor binnen. Dit maakte een gasaansluiting overbodig. Met de warmtepomp kan eenvoudig het klimaat per lokaal worden aangepast. En is het in het ene deel van de school warm (zuidkant) dan kan hier warmte worden onttrokken voor het verwarmen van de koudere deel (noordkant).
Waterafvoer
Vanwege de landelijke omgeving waarin de school staat is er gekozen om een wadi (Water Afvoer Drainage Infiltratie) met een onderliggend grindpakket te maken voor het schoolgebouw. De wadi functioneert in combinatie met de voor het schoolgebouw gelegen vijver. Zowel het dak- als verhard oppervlak komen hierop uit. Dit is duurzaam en vergt een relatief lage investering. Het regenwater wordt zichtbaar naar de wadi afgevoerd en daar ook zichtbaar geïnfiltreerd. De bergingsfunctie zorgt voor piekafvlakking, de bodempassage zorgt voor de filtering van het aangeboden water en een eventuele drain onder de bodem van de wadi zorgt voor de regulering van de grondwaterstand.
Zonnepanelen
Op het gebouwencomplex zijn in totaal 462 PV-panelen geplaatst. Dit heeft onder ander geleid tot een EPC van 0,66. Dit is meer dan 30% lager dan de gestelde eis.
Verlichting
De verlichting bestaat uit dynamische led-verlichting. Ze gaan gemiddeld vijf tot tien keer langer mee dan de T5- en PL-verlichting. Minimaal 100.000 uur bij gebruik van daglichtsturing. Verder heeft deze verlichting een serene, niet flikkerende uitstraling. Het licht wordt automatisch uitgeschakeld bij de afwezigheid van mensen, maar moet handmatig aangeschakeld worden. Dit om de bewustwording van de gebruikers te vergroten.
BIM
Bij het ontwerp voor het Revius Lyceum is er door alle adviseurs (architect, constructeur en installatieadviseur) samen gewerkt in BIM. Deze methodiek heeft de partijen in staat gesteld om een complex en divers gebouw gestroomlijnd, en met veel input van opdrachtgevers en gebruikers, te realiseren.
Minder waterverbruik dankzij gamen
Zeven procent minder watergebruik tijdens piektijden. Dat is het resultaat van een pilot waarbij jonge gamers ‘spelenderwijs’ hun ouders bewust maken van hun watergebruik. Sensus, actief in onder andere slimme meters, en drinkwaterbedrijf Vitens werkten samen in deze proef. Ze bundelden de kracht van gaming met slimme metertechnologie.
De klant-trial draaide om de speciaal gebouwde game The Water Battle. Het werkte als volgt: jonge gamers redden een stad van overstroming door het verzamelen van tips en het bijhouden van het waterverbruik van hun gezin. Deze kinderen praten vervolgens thuis en op school over hun watergevechten, met als doel het bewustzijn van watergebruik bij hun ouders te verhogen.
Met behulp van watermeters die tot op één liter per uur nauwkeurig meten, verzamelde Vitens betrouwbare gegevens en zette die over naar de game-server. Tijdens de drie maanden lange trial, verminderden klanten niet alleen hun waterverbruik met zeven procent, maar realiseerde het waterbedrijf bovendien een reductie van 21 procent in energiegebruik voor watertoevoer tijdens piekuren.
“Na een succesvolle proef met de meters, die iedere vijftien minuten werden uitgelezen met een 100 procent succes-rate, waren we ervan overtuigd dat dit de juiste technologie is voor het betrouwbaar en versleuteld versturen van data naar de interne systemen van Vitens”, zegt Vitens’ Business Development Manager, Rik Thijssen. “83 procent van de deelnemers gaf aan dat meer inzicht te hebben in de eigen waterconsumptie en het bewustzijn om de consumptie tijdens piekuren te verminderen nam toe van 40 naar 90 procent van de deelnemers.”
Consument wil gasloze woning
Gasloos is de nieuwe standaard. Dit zegt 93% van de respondenten in een onderzoek naar duurzame woonwensen onder woonconsumenten van gebieds- en vastgoedontwikkelaar AM. De meeste consumenten geven zelfs aan nog veel verder te willen gaan. Nul op de Meter woningen (NOM) hebben de voorkeur. Overigens mag duurzaamheid niet ten koste gaan van wooncomfort, zo blijkt uit het onderzoek.
Het onderzoek bestaat uit een enquête onder het klantenpanel van gebieds- en vastgoedontwikkelaar AM en diepte-interviews onder kopers van Nul op de Meter woningen in Delft. De grote meerderheid van de ondervraagden (93%) geeft aan een woning zonder gas te prefereren. 90% wil zonnepanelen, 70% een warmtepomp en maar liefst 46% wil nog veel verder gaan naar een Nul op de Meter woning. Daarmee is gasloos in de nieuwbouw – als het aan de woonconsument ligt – geen ambitie.
Energie prioriteit
De respondenten geven aan met name energetische maatregelen te relateren aan duurzaam wonen. De belangstelling bij bewoners is lager voor duurzame bouwmaterialen en waterbesparing. Een waterbesparende douche en geluid van installaties zijn namelijk ‘comfortbedreigende’ onderdelen. Duurzame woningen zijn dus in trek, tenzij dit ten koste gaat van het wooncomfort.
Aanbevelingen aan de markt
De consumenten hebben een grote behoefte aan inzicht in duurzaamheid van woningen in brede zin. De focus ligt bij veel projecten nu op de energieprestatie. Een bredere uiteenzetting van duurzaamheidsprestaties geeft de consument meer inzicht in de daadwerkelijke milieu-impact van de woning. De tweede aanbeveling ligt op comfort: in veel facetten biedt een energie neutrale woning meer comfort. Zo wordt koken op inductie en het binnenklimaat als positief ervaren. Een app wordt door veel consumenten genoemd als handige tool om inzicht te krijgen in het energiegebruik en om informatie makkelijk op te zoeken.
Collectief bronnensysteem moet Arnhemse wijk van warmte- en koude voorzien
Zes partijen hebben een intentieverklaring ondertekend voor een haalbaarheidsonderzoek van een duurzame warmte- en koude voorziening in de wijk Vredenburg in Arnhem. Het gaat om een nieuw concept: een op afstand geplaatst collectief bronnensysteem voor meerdere bestaande gebouwen met aanvullende warmtewinning uit oppervlaktewater. Daarmee is het mogelijk om duurzame warmte- en koude te leveren op plekken waar een boringvrije zone is.
Het Rijksvastgoedbedrijf en Rijsterborgh Vastgoed zijn de eerste afnemers. ENGIE, Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling (DGO), Waterschap Rivierenland en IF Technology voeren het haalbaarheidsonderzoek uit en zijn investeerder en/of exploitant voor de ontwikkeling en het beheer van het bodemenergiesysteem en de warmtewinning uit gemaal Vredenburg.
Bestaande bouw
Het project is gericht op het leveren van duurzame warmte-en koude (WKO) aan de afnemers Rijksvastgoedbedrijf (eigenaar van het kantoorpand Belastingdienst) en Rijsterborgh Vastgoed (eigenaar van het kantoorpand Rijnpoort) aan de Groningensingel in de wijk Vredenburg. In deze wijk kunnen voor panden geen WKO-systemen worden aangelegd omdat de wijk is gelegen in de boringvrije zone van het lokale grondwaterwinbedrijf, dat het grondwater ter plaatse onttrekt ten behoeve van de productie van drinkwater. Met behulp van een zogenaamd Smart polder gemaal en een collectief WKO-systeem dat net buiten de boringvrije zone wordt geplaatst kan dit collectief systeem optimaal worden ingezet voor de energievoorziening van alle aangesloten panden en kan verdere verduurzaming van het gebied gewaarborgd worden.
Van het gas af
Partijen willen zoveel mogelijk het gebruik van fossiel aardgas vervangen door de inzet van volledig duurzame warmte- en koude. Ze delen de ambitie om een concrete bijdrage te willen leveren aan de energietransitie in Nederland door in de wijk Vredenburg te Arnhem hernieuwbare bronnen te ontwikkelen om daarmee duurzame energie te leveren. ENGIE is beoogd leverancier van warmte- en koude aan de afnemers en is mede investeerder in de nodige bodemenergiesystemen. Bovendien bedenkt en levert ze alle nodige technische dienstverlening. Waterschap Rivierenland is de beoogde investeerder in de renovatie van gemaal Vredenburg en beoogd producent van warmte uit oppervlaktewater als regeneratievoorziening van het bodemenergiesysteem. Alliander DGO is de beoogd investeerder van het infrasysteem (warmte- en koude transport en de daarvoor benodigde infrastructuur en installaties) en IF Technology is de bedenker van het toegepaste Smart polder concept en kennispartner/adviseur. Ook de gemeente Arnhem en provincie Gelderland steunen dit initiatief. Zij waren als samenwerkingspartners aanwezig bij de ondertekening.
Haalbaarheidsonderzoek
ENGIE, Alliander DGO, Waterschap Rivierenland en IF Technology voeren het haalbaarheidsonderzoek uit. In het najaar van 2018 zijn de resultaten van het onderzoek bekend en kan een besluit worden genomen door de betrokken partijen. De omvang van de kosten wordt in beeld gebracht als onderdeel van het haalbaarheidsonderzoek. Uitgangspunt is dat het voor de afnemers niet duurder wordt dan in de situatie met voortzetting van de bestaande systemen.
Uitbreiding naar andere panden in de wijk
Met oppervlaktewater als regeneratievoorziening, het benodigde transportsysteem en warmtepompen voor het leveren van warmte- en koude aan de beoogde afnemers is er de mogelijkheid deze levering uit te breiden naar andere gebouwen in de wijk Vredenburg en omgeving. De gemeente Arnhem, de provincie Gelderland, wooncorporaties en zorginstellingen zijn of worden reeds actief bij dit initiatief betrokken. Op termijn kunnen ook andere afnemers aangesloten worden.