• maart 10, 2017
  • 134 views
Decentrale overheden willen gezamenlijk 28 miljard inzetten voor energietransitie

Om de overgang naar een energieneutraal en klimaatbestendig Nederland te versnellen, slaan provincies, gemeenten en waterschappen de handen ineen. Zij presenteren een gezamenlijke investeringsagenda ‘Naar een duurzaam Nederland’. De decentrale overheden willen hun jaarlijkse investeringen van 28 miljard inzetten voor deze opgaven. Ze vragen het nieuwe kabinet mee te investeren in nationale programma’s en knelpunten in wet- en regelgeving weg te nemen. Het is voor het eerst dat de decentrale overheden een gezamenlijk aanbod voor de kabinetsformatie doen.

“De overgang naar een energieneutraal en klimaatbestendig Nederland met een circulaire economie, brengt ingrijpende veranderingen met zich mee. Oude huizenblokken moeten geïsoleerd worden en woonwijken aangesloten op zonne-energie en windenergie. Ook het landschap verandert door de inpassing van zonnepanelen en windmolens”, aldus Jan van Zanen, voorzitter van de VNG. “De toename van de hoeveelheid regen en de temperatuurstijging vragen om meer ruimte voor waterberging en waterafvoer en om meer stedelijk groen. Dit vraagt een gigantische inspanning van burgers, organisaties, bedrijven en de overheid. Het gaat alleen lukken als we de handen ineen slaan,” zegt Hans Oosters, voorzitter van de Unie van Waterschappen.

Gemeenten, provincies en waterschappen investeren jaarlijks 28 miljard in wegen, openbaar vervoer, water, natuur en de bouw van huizen, sportaccommodaties en scholen. Vanaf 2018 gaan de decentrale overheden bij de besteding van dit geld investeren in energieneutrale, klimaatbestendige en circulaire oplossingen en toepassingen. Bijvoorbeeld door bij concessieverlening voor openbaar vervoer in te zetten op emissieloze bussen, afspraken te maken met marktpartijen en woningbouwcorporaties over aardgasvrije wijken, het aanleggen van energieleverende wegdekken en subsidie beschikbaar te stellen aan inwoners voor groene daken of beplanting in plaats van tegels. Ook willen ze eigen terreinen beschikbaar stellen voor het opwekken van hernieuwbare energie en grondstoffen terugwinnen uit afval en afvalwater. Het eigen vastgoed en maatschappelijk vastgoed als scholen en sportaccommodaties is voor 2040 energieneutraal.

De decentrale overheden dringen er bij het Rijk op aan een aantal knelpunten in wet- en regelgeving weg te nemen die een transitie naar duurzaamheid in de weg zitten. Zoals het toestaan dat waterschappen meer duurzame energie opwekken dan alleen voor eigen gebruik en het aanscherpen van het Europese emissiehandelssysteem, waardoor CO2-uitstoot duurder wordt; een stimulans voor duurzame energie.

De decentrale overheden vragen het nieuwe kabinet om de samenwerking aan te gaan en een Nationaal programma Energietransitie op te stellen. Ank Bijleveld-Schouten, voorzitter Interprovinciaal Overleg namens de 12 provincies: “De betrokkenheid van het Rijk is belangrijk. Het is voor het eerst dat de drie decentrale overheden op deze schaal de handen ineen slaan. Daar hoort het Rijk ook bij. Het gaat om een langdurige samenwerking, waarbij we het Rijk vragen mee te financieren, daar waar nodige belemmerende regels aan te passen en een langjarige continuïteit te garanderen.” De drie medeoverheden leggen hun aanbod na de verkiezingen neer bij de formateur. “Er is vastgelegd dat tijdens de formatie ook de medeoverheden worden gehoord door de formateur. Dan willen we zorgen dat dit aanbod op een goede manier landt in het nieuwe regeerakkoord,” aldus Bijleveld namens de drie decentrale overheden.

[related_post themes=”text”]

 

  • maart 10, 2017
  • 135 views
Streven naar duurzaamheid is mooi, nu nog rendabel zien te realiseren

Het wordt steeds meer duurzaamheid dat de klok slaat. Lees de nieuwsberichten op Installatienet van de afgelopen week er maar op na. ‘Grote technisch dienstverleners binnen Uneto-VNI nemen voortouw bij energietransitie’. ‘Minister Kamp ondertekent Green Deal aardgasvrije wijken’. En ga zo maar door. Maar vooral het bericht ‘Hoge mate van isolatie én warmtepomp niet rendabel in bestaande bouw’ trok veel aandacht en leverde ook diverse reacties op. Logisch, want zeggen dat je voornemens bent om iets te gaan doen, is niet zo moeilijk. De praktijk blijkt vaak weerbarstiger. Want hoe gaat de installatiebranche dit allemaal (rendabel) realiseren?

Eerst nog even kort terugblikken. Het blijkt dus nog niet rendabel voor huiseigenaren (bestaande bouw) om te investeren in zowel een hoge mate van isolatie als een warmtepomp. De hoge kosten van vergaande isolatiemaatregelen en een relatief lage efficiëntie van de warmtepompen zijn hieraan debet, zo bleek uit onderzoek waarop Saskia Thies afstudeerde aan de Universiteit Utrecht. ‘Een warmtepomp is niet altijd duurzamer dan een cv-ketel. Vergaand isoleren blijft nodig.’

De onderzoekster keek naar zowel de lucht-warmtepomp, grond-warmtepomp als hybride warmtepomp. Alleen de hybride warmtepomp blijkt direct bij te kunnen dragen aan de flexibiliteit van het elektriciteitsnet. Een dergelijke warmtepomp kan switchen tussen fossiele brandstof (bijvoorbeeld aardgas) en elektriciteit om warmte te produceren. Bij piekvraag kan bijvoorbeeld de hr-cv-ketel worden ingeschakeld. Is er voldoende elektriciteit beschikbaar dan neemt de warmtepomp het over. De warmtepomp kan dus draaien als het buiten niet te koud is en is daardoor veel efficiënter.

“Logisch,” reageerde Bert Bos sr. Van Bos service en installatie uit Diemen, “in de meeste van dit soort situaties moet je ook bijna altijd gaan werken met hybride systemen; het omslagpunt van WP naar gas ligt dan meestal om en nabij het vriespunt.”

Michael Beelen, eigenaar en directeur van loodgietersbedrijf Beelen, meldde kort en krachtig dat je “een oud huis gebouwd in 1930 echt niet kan verwarmen met 35 graden en oude radiatoren.”

Rody Hitzerd, servicemonteur bij v.d. Heijden klimaattechniek, ziet dat er bij het installeren van een warmtepomp vooral nog veel te veel fouten worden gemaakt. “Alles moet goed doordacht zijn: wel of geen naregelingen, wel of geen buffertank, bypass etc. Er komt zo bizar veel bij kijken om een warmtepomp goed te laten draaien. En een warmtepomp op een oude cv installeren is nog niet echt efficiënt gezien het feit dat de warmtepomp op hogere temperaturen meer gebruikt. De nieuwere warmtepompen doen dit al beter door te moduleren met de pompen. Ik ben ook niet weg van alle elektrische rommel die er in zit i.v.m. kosten bij defect raken etc.”

Riccardo Ruggiero, eigenaar van het gelijknamige installatie- en montagebedrijf, stelt tot zijn spijt vast dat “de investeringskosten om de woning te isoleren, van balansventilatie te voorzien en een laagtemperatuursysteem te installeren zeker nog niet opwegen tegen de besparingskosten. Dit geldt in ieder geval voor particuliere installaties. Bij grootschalige renovatie ligt het misschien anders. Ook het geluidsniveau van buitenunits en de uitblaasmogelijkheden ervan zijn een knelpunt. Ik zie met enige regelmaat buitenunits die hun lucht niet goed kwijt kunnen. Bij de Enviline Monoblock (Nefit, red) is de vrije uitblaas voor 6m zijkanten 2m en de luchtinlaat 40cm vanaf de muur. Bij welke rijtjeswoning haal je dat? Er zijn zat installaties die niet goed zijn geïnstalleerd en dat komt het imago van de warmtepomp niet ten goede.”

‘De installateur gaat als energieregisseur optreden’, meldde branchevereniging Uneto-VNI onlangs. ‘Hij zorgt voor duurzame energieoplossingen, installeert slimme energiemanagementsystemen, kortom staat aan de wieg van gebouwen die zo min mogelijk energie gebruiken. Een aantal grote installateurs hebben zich deze werkwijze al eigen gemaakt. Ook middelgrote en kleinere installateurs kunnen hierin een rol van betekenis spelen of doen dat al.’

Een mooie uitdaging voor het vakgebied, maar nogmaals: zeggen dat je voornemens bent om iets te gaan doen, is niet zo moeilijk. De praktijk blijkt vaak weerbarstiger. Voor menig installateur en installatie-adviseur is er een hoop werk aan de winkel.

[related_post themes=”text”]

  • maart 9, 2017
  • 130 views
Ennatuurlijk ondersteunt nationale Green Deal aardgasvrije wijken

Ennatuurlijk ondersteunt de Green Deal die minister Kamp samen met 30 gemeenten, 5 netbeheerders en de 12 provinciën heeft getekend. De overeenkomst stelt deze gemeenten in staat om woningen op een andere manier te laten verwarmen dan met aardgas. Met de ondertekening is een eerste concrete stap gezet in de uitwerking van de Energieagenda waarin het kabinet de route schetst naar een CO2-arme samenleving in 2050. De partijen die de Green Deal ondertekenen worden daarbij ondersteund door maatschappelijke organisaties en bedrijven. Ennatuurlijk is als partner betrokken bij de deal.

Om de energietransitie te realiseren zal onder andere het grootste deel van de huishoudens in Nederland op een andere manier het huis gaan verwarmen en gaan koken zonder daarbij aardgas te gebruiken. Om dit mogelijk te maken moeten er goede en betaalbare alternatieven geboden worden. Maar ook doorontwikkeling van de technologie en innovaties met betrekking tot duurzame warmtebronnen zijn noodzakelijk. Herman Exalto, Commercieel Directeur van Ennatuurlijk: “Hierin ligt een belangrijke taak voor alle partijen die vandaag de overeenkomst hebben getekend.”      

Ennatuurlijk koppelt lokale producenten en ontvangers van duurzame energie aan elkaar. Het bedrijf levert op deze manier warmte en koude aan circa 70.000 consumenten en ruim 1200 zakelijke klanten verspreid over heel Nederland, met de grootste concentratie in Breda, Tilburg, Enschede, Helmond en Eindhoven.

[related_post themes=”text”]

  • maart 8, 2017
  • 126 views
Minister Kamp ondertekent Green Deal aardgasvrije wijken

Vandaag heeft minister Kamp van Economische Zaken samen met 30 gemeenten, 12 provinciën en 5 netbeheerders een Green Deal ondertekend die gemeenten in staat stelt om woningen op een andere manier te laten verwarmen dan met aardgas. Met de Green Deal die mede ondertekend is door minister Plasterk en staatsecretaris Dijksma, wordt een eerste concrete stap gezet in de uitwerking van de Energieagenda waarin het kabinet bij de presentatie in december vorig jaar, de route schetst naar een CO2-arme samenleving in 2050.  De partijen die de Green Deal ondertekenen worden daarbij ondersteund door maatschappelijke organisaties en bedrijven die als partner zijn aangesloten bij de deal.

Minister Kamp: “Het energiegebruik in de gebouwde omgeving beslaat ruim 30% van het totale energiegebruik in Nederland. Het gaat hier om woningen, gebouwen en tuinbouwkassen. De CO2-uitstoot die hiermee gepaard gaat, moet zoveel mogelijk worden beperkt. Om onze welvaart voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentievermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen. De vandaag ondertekende Green Deal levert hieraan een bijdrage.”

De energietransitie grijpt in tot achter de voordeur van de zeven miljoen huishoudens die Nederland telt. Het grootste deel van de burgers zal op een andere manier het huis gaan verwarmen en gaan koken, zonder daarbij aardgas te gebruiken. Hiervoor moet een goed en betaalbaar alternatief geboden worden. Alle gemeenten die betrokken zijn bij de Green Deal, hebben inmiddels initiatieven voorbereid om bestaande wijken, in overleg met de bewoners, aardgasvrij te maken. Zo heeft de gemeente Amsterdam het voornemen voor 1 januari 2018 10.000 bestaande woningen aan te wijzen die zullen worden omgezet naar aardgasvrij.

In het Klimaatakkoord van Parijs is in 2015 afgesproken de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder twee graden Celsius, met het streven deze tot anderhalve graad te beperken. In de Energieagenda vertaalt het kabinet deze internationale ambities naar concrete maatregelen waarmee Nederland in de komende decennia de energietransitie kan realiseren. Zo moeten nieuw te bouwen gebouwen vanaf 2021 (bijna) energieneutraal zijn en de resterende warmtevraag moet zoveel mogelijk zonder aardgas worden ingevuld. Een grotere opgave ligt er voor de warmtevoorziening in de bestaande bouw. De technologie om andere duurzame warmtebronnen voor verwarming te gebruiken is weliswaar beschikbaar, maar nog niet op grote schaal toegepast in bestaande wijken waar nu door aardgas wordt verwarmd. Doorontwikkeling van de technologie, financiële oplossingen en nieuwe samenwerkingsvormen zijn daarvoor noodzakelijk.

[related_post themes=”text”]

  • maart 8, 2017
  • 214 views
Rode energielabels beïnvloeden verkoopopbrengst koopwoningen meer dan groene

Ongunstige G-labels verlagen de verkoopopbrengst van koopwoningen met gemiddeld 18.000 euro. Woningen voorzien van gunstige A- en B-labels werden in 2016 verkocht tegen een premie van bijna 6.500 euro. Een premie gelijk aan ongeveer de helft van de toekomstige energiebesparing. Dit blijkt uit een grootschalige transactiestudie uitgevoerd door onderzoekers van TIAS Business School.

Bijna 58.000 woningen die in de tweede helft van 2016 werden verkocht met energielabel werden onderzocht. Ruim 32% van deze woningen werd verkocht met een gunstig en groen A- of B-label, terwijl 15% werd verkocht met rode F- en G-labels. Het onderscheid in de thermische kwaliteit van deze woningen wordt dankzij het energielabel vooraf bij de koper bekend gemaakt. “Die thermische kwaliteit is een belangrijke factor bij toekomstige gasverbruik. De doorsnee maandelijkse gasrekening van een gemiddelde D-label woning bedraagt ongeveer 110 euro, terwijl dit kan variëren tussen 35 en 175 euro afhankelijk van de isolatiekwaliteit van het pand. Dit was altijd al zo. Maar het energielabel helpt om deze variatie op voorhand bekend te maken”, zegt prof.dr. Dirk Brounen, de onderzoeksleider in dit project.

In deze labelimpact analyse bestudeerden de onderzoekers de invloed van het energielabel op zowel de verkoopsnelheid als op de verkoopopbrengst. Door gebruik te maken van het fijnmazige cijfermateriaal van makelaarsvereniging NVM, kon daarbij rekening gehouden worden met pand specifieke kenmerken zoals bijv. leeftijd, staat van onderhoud en woningtype. Een gunstig A-label versnelt de verkoop met gemiddeld 40 dagen. Opvallend is dat de invloed van ongunstige G-labels sterker is. De verkoop van een G-label woning vergt ruim 60 dagen langer dan gemiddeld.

Eenzelfde verschil is ook te zien wanneer de verkoopprijs onder de loep wordt genomen. Ook hier is de invloed van ongunstige labels sterker dan die van de A- en B-labels. Een ongunstig G-label gaat gepaard met een gemiddelde prijskorting van ruim 18.000 euro, terwijl een gunstig A-label niet meer dan 5.000 euro extra oplevert. “Die groene premie staat ongeveer gelijk aan de helft van wat je mag verwachten wanneer de lagere gasrekening wordt gebruikt als basis. Ongeveer de helft van het geraamde voordeel in de maandlast wordt vooruit betaald in de hogere verkoopprijs. Het lijkt erop dat kopers heftiger reageren op de waarschuwingen van de rode labels, dan dat zij zich laten verleiden door het goede nieuws van de groene premies”, aldus Dirk Brounen   

Over het onderzoek: De onderzoekers volgen de effecten van het energielabel op de koopwoningmarkt op kwartaalbasis en beschikken hiervoor over de transactiecijfers van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) en de energielabel informatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De prijseffecten worden bestudeerd op basis van een gevalideerd onderzoekmodel zoals beschreven in On the economics of energy labels in the housing market van Brounen en Kok en gepubliceerd in de Journal of Environmental Economics and Management 2011.

[Bron: www.tias.edu]

[related_post themes=”text”]

  • maart 8, 2017
  • 135 views
Zes Nederlandse projecten winnen internationale prijs voor duurzame gebouwen

Zes Nederlandse projecten zijn gisteravond in de prijzen gevallen tijdens de uitreiking van de internationale Breeam Awards in het Marriot in London. Gebouwen van Bol.com, TU Eindhoven, Geelen Counterflow, Energy Academy Europe, Royal Agio Cigars en Heuvel Eindhoven wonnen ieder deze internationale prijs voor duurzame gebouwen. Het is voor het tweede jaar op rij dat de Nederlandse inzendingen succesvol zijn op dit podium. In 2016 wonnen drie projecten uit ons land.

De Nederlandse winnaars zijn door een jury gekozen uit meer dan veertig genomineerde projecten van over de hele wereld. De projecten blinken uit in duurzaamheidsprestatie en innovatie en zijn gecertificeerd met het wereldwijd gebruikte Breeam. Annemarie van Doorn, directeur van Dutch Green Building Council, de organisatie die voor Nederland het Breeam-NL keurmerk beheert: “Wederom laat Nederland zien internationaal een van de koplopers te zijn op het gebied van duurzaam bouwen. Een compliment voor de ondernemersgeest en innovatiekracht van alle betrokkenen.”

De Breeam Awards worden uitgereikt in verschillende categorieën. Zo won de renovatie van het hoofdgebouw van de TU Eindhoven de award in de categorie onderwijsgebouwen. Met een score van 93,9% is dit het meest duurzame ontwerp in deze gebouwcategorie.

Het meest duurzame kantoorgebouw ter wereld volgens Breeam, dat van Geelen Counterflow in Haelen, won de award in de categorie kantoorgebouwen. Geelen Counterflow heeft een Breeam-NL Outstanding oplevercertificaat met een score van 99,94%.

Ook viel Nederland in de prijzen in de categorie industriële gebouwen. De award voor deze categorie ging naar Bol.com. Het bedrijf ontwikkelt een groot distributiecentrum in Waalwijk waar aandacht is voor de gezondheid en het welzijn van de mensen die er gaan werken. Ook worden vijf windturbines gekoppeld aan het project. De jury waardeert met name de opschaalbaarheid van het project, en noemt het een voorbeeld voor andere nieuw te bouwen distributiecentra.

Gebouwen met meerdere functies dongen mee naar een Breeam Award in de categorie mixed use. Hier wonnen twee Nederlandse projecten. De ene was de Energy Academy Europe in Groningen. Met een ‘zonneschoorsteen’, aandacht voor ecologie en een ‘zero carbon’ constructie een bijzondere winnaar. De tweede was het gebouw van Royal Aigo Sigars in Duizel. Het gebouw uit 1911 is grootschalig gerenoveerd. De jury prees vooral het hergebruik van materiaal in het project.

In de categorie bestaande winkelcentra won Heuvel in Eindhoven, het grootste winkelcentrum in het Nederlandse portfolio van CBRE Global Investors. Door continu te verduurzamen en te verbeteren,

Het publiek dat tijdens de awarduitreiking in London aanwezig was, mocht bepalen welk project de publiekprijs ‘Your Breeam’ in de wacht zou slepen. Dat werd een Spaans project: Euipo Building.

[related_post themes=”text”]

  • maart 8, 2017
  • 129 views
Grote technische dienstverleners binnen Uneto-VNI nemen voortouw bij energietransitie

De grote technische dienstverleners binnen Uneto-VNI hebben afgesproken het voortouw te nemen bij de versnelling van de energietransitie in de gebouwde omgeving (utiliteit, woningbouw). Dat doen zij door het potentieel voor energiebesparing bij klanten (profit- en non-profitsector) vast te stellen en op basis daarvan concrete maatregelen uit te voeren. Daarbij werken de grote technisch dienstverleners nauw samen met energiebedrijven, netwerkbedrijven en andere stakeholders. Uneto-VNI-directeur Erik van Engelen presenteerde gisteren tijdens de SER-conferentie ‘Energieakkoord in versnelling’ de plannen van de installatiebranche om de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving terug te dringen.

De grote technisch dienstverleners die aangesloten zijn bij Uneto-VNI overhandigden tijdens de SER-conferentie in Den Haag het Manifest Energietransitie aan Ed Nijpels, voorzitter van het Energieakkoord. In het manifest kondigen zij aan een energiebesparingsadvies te zullen geven aan iedere klant en met energiemanagementsystemen extra energie te gaan besparen.

De ondertekenende technisch dienstverleners hebben het volgende afgesproken:

-Ze gaan het energiegebruik analyseren bij klanten met een beheer- en onderhoudscontract en doen op basis daarvan een energiebesparingsaanbod. Uitgangspunt is dat klanten minimaal (blijven) voldoen aan de Wet Milieubeheer en andere verplichtingen, zoals de Europese Energie-Efficiency Richtlijn en de Meerjarenafspraak energie-efficiency;

-Ze voeren energiescans en energiemonitoring uit bij klanten. De verwachting is dat de overheid dit ondersteunt door energiemonitoring toe te voegen aan de Erkende Maatregelenlijst en de wet Milieubeheer actief handhaaft;

-Ze publiceren de gerealiseerde energiebesparing bij klanten in het jaar- of duurzaamheidsverslag;

-Ze werken bij het realiseren van de energiebesparingsdoelstelling nauw samen met betrokken stakeholders, waaronder de energiesector en andere partners in de energieketen. Doel van de samenwerking is (1) kennisdeling, (2) massa creëren, (3) innovatie stimuleren en (4) integraliteit waarborgen. De ondertekenaars zien samenwerking met andere partijen, met ondersteuning van Uneto-VNI, als noodzakelijk om de intensiveringsdoelstelling uit het Energieakkoord te kunnen realiseren.

Installateurs zijn als energieregisseur steeds vaker bepalend bij het verduurzamen van woningen en utiliteitsgebouwen, zo betoogt Uneto-VNI. De gebouwde omgeving is nu nog verantwoordelijk voor circa 40 procent van de CO2-uitstoot, maar als het aan de vereniging ligt, gaat dat percentage terug naar 0. Dat kan onder meer door op grote schaal duurzame energie op te wekken en energiemanagementsystemen toe te passen.

Installateurs en technisch dienstverleners die als energieregisseur optreden, staan in die plannen centraal. Zij adviseren klanten over de mogelijkheden om energie te besparen, brengen energiemanagementsystemen aan én zorgen ervoor dat de installaties ook op de langere termijn optimaal blijven presteren. Dankzij die aanpak én met de toepassing van ICT en geavanceerde technieken verwacht Uneto-VNI dat een CO2-neutrale gebouwde omgeving in 2030 al mogelijk is.

Uneto-VNI wil verduurzaming van het woningbezit met bijvoorbeeld zonnepanelen of warmtepompen eenvoudiger maken. Daarom introduceert de brancheorganisatie samen met Bouwend Nederland en OnderhoudNL nog dit voorjaar het profiel Duurzame Aanbieder. Deze aanbieders adviseren woningbezitters over de mogelijkheden om hun huis energieneutraal te maken met behulp van installatietechnische en bouwkundige maatregelen en voeren de werkzaamheden ook uit. De  werkgelegenheid in de installatiebranche gaat de komende jaren fors groeien als gevolg van de omslag naar een duurzame energievoorziening. Uneto-VNI maakt daarom meer werk van het versterken van green skills bij technische vakmensen in de sector.

In de utiliteitsbouw verwacht Uneto-VNI dat toepassing van intelligente energiemanagement-systemen een enorme efficiencysprong gaat opleveren. Omdat de bekendheid met deze systemen nog beperkt is, ontwikkelt Uneto-VNI samen met onder anderen FME, ICT-Nederland en de overheid een speciaal programma met vier pijlers: voorlichting, aanbodtransparantie, opleidingen en monitoring.

In alle utiliteitsgebouwen is winst te behalen, maar met name in kantoren, bedrijfshallen en in de horeca is het relatief eenvoudig, aldus de branchevereniging. Het optimaliseren of vervangen van bestaande installaties kan veel gas en elektriciteit besparen. Het gasverbruik kan zo met een derde worden teruggebracht en het elektriciteitsverbruik zelfs met 60 procent.

Uneto-VNI vindt dat de overheid met een aantal gerichte maatregelen de energietransitie zou moeten versnellen. De brancheorganisatie pleit onder andere voor belastingvoordeel bij vergroening, verplichte toepassing van energiemanagementsystemen via de Wet milieubeheer en continuering van de salderingsregeling voor zonnepanelen inclusief energieopslag.

[related_post themes=”text”]

  • maart 7, 2017
  • 143 views
Gassector wil hybride warmtepompen in woonhuizen grootschalig gaan uitrollen

De gassector, verenigd in de Nederlandse gasassociatie KVGN, lanceert vandaag een reeks voorstellen en maatregelen om de Nederlandse energievoorziening in 2050 CO2-neutraal te maken, meldt het Financieel Dagblad. KVGN-voorzitter Han Fennema zegt hierover in een gesprek met het FD: “We willen gas daar inzetten waar er geen duurzame alternatieven zijn. En dan het liefst in de vorm van groen gas.” De gassector wil onder andere hybride warmtepompen om huizen te verwarmen grootschalig gaan uitrollen. “Met de combinatie hybride warmtepomp en groen gas kan al in 2023 een miljoen woningen CO2-neutraal gemaakt worden”, aldus Fennema.

De gasbranche is al gestart met een aantal pilotprojecten en is in gesprek met de installatiebranche om installateurs te informeren, zodat ze consumenten beter kunnen adviseren bij de vervanging van hun cv-ketel. Fennema acht het sowieso verstandig, zo zegt hij tegen FD, om alle nieuwbouwwoningen heel goed te isoleren en dan ook meteen gasloos te bouwen. “Een groot deel van de bestaande bouw kan worden voorzien van volledig elektrische warmtepompen, maar voor een deel van de huishoudens is een hybride warmtepomp de economisch meest rendabele duurzame oplossing.”

Gisteren meldden we al op Installatienet dat het nog niet rendabel is voor huiseigenaren (bestaande bouw) om te investeren in zowel een hoge mate van isolatie als een warmtepomp. De hoge kosten van vergaande isolatiemaatregelen en een relatief lage efficiëntie van de warmtepompen zijn hieraan debet. Dit blijkt uit onderzoek waarop Saskia Thies afstudeerde aan de Universiteit Utrecht. Het rendement van een warmtepomp is onder andere afhankelijk van de buitentemperaturen, waardoor dit over het jaar varieert. Dit maakt dat een warmtepomp niet altijd duurzamer is dan een cv-ketel. Ook vergaand isoleren blijft daarom vereist.

[related_post themes=”text”]

  • maart 1, 2017
  • 129 views
Vier grote steden willen in 15 jaar 1 miljoen ‘groene’ woningen realiseren

De burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag hebben het kabinet een investeringsplan voor de Randstad voorgelegd ter waarde van 35 miljard euro. Over een periode van 15 jaar moeten 1 miljoen ‘groene’ woningen zijn gerealiseerd en zal de bereikbaarheid van de stedelijke regio enorm moeten zijn verbeterd. Het is de bedoeling dat overheden de miljarden steken in innovatieve projecten zoals het (ver)bouwen van nieuwe duurzame huizen in de Randstad, rekening houdend met het enorme ruimtegebrek. Energieprojecten, zoals de aanleg van duurzame warmtebronnen in het Westland, maken onderdeel uit van de plannen.

Topambtenaren werken de visie van de vier grote steden verder uit. Over een exacte verdeling van de investeringen is nog niets bekend.

Premier Rutte heeft al laten weten het interessante en ambitieuze plannen te vinden, maar meldt dat een volgend kabinet zich erover zal moeten buigen.”

[related_post themes=”text”]

  • februari 27, 2017
  • 133 views
“Energielabels geven de werkelijke energiezuinigheid van een woning slecht weer”

De overheid moet het huidige beleid met energielabels herzien, anders zijn de energiebesparingsdoelstellingen onhaalbaar, vindt de Rekenkamer Metropool Amsterdam. “De uitgangspunten deugen gewoon niet. De energielabels geven de werkelijke energiezuinigheid van een woning slecht weer,” aldus Jan de Ridder, directeur van deze rekenkamer, op de website van Fluxenergie. Hij reageert daarmee op de uitkomsten van een onderzoek van zijn rekenkamer en een onderzoek van het Radio 1-programma Reporter Radio. Uit deze onderzoeken blijkt dat energielabels de werkelijke mate van energiezuinigheid van een woning slecht weergeven.

De Rekenkamer Metropool Amsterdam deed in 2014 en 2016 onderzoek naar de energielabelstappen, die woningcorporaties bij sociale huurwoningen in de hoofdstad realiseerden. Reporter Radio heeft dit onderzoek geëxtrapoleerd naar vijf renovatieprojecten. Het gasverbruik nam daar van 2014 tot 2016 weliswaar af, variërend van bijna 19 tot 25 procent, maar de  besparing had volgens de theorie veel meer moeten zijn, meer dan 80 procent in sommige gevallen.

Deze uitkomsten komen overeen met het onderzoek van de Rekenkamer in Amsterdam. Daar bleek een energielabelstap van G naar A slechts 30 procent minder gasverbruik op te leveren, in plaats van de 81 procent theoretische besparing.

Uit het onderzoek blijkt verder dat bewonersgedrag een cruciale factor speelt als het gaat om het energiegebruik in een woning, maar het is geen onderdeel van de theorie en het rekenmodel dat ten grondslag ligt aan energielabels. Ook wordt er niet gerekend met het werkelijke energiegebruik, dat aan het eind van het jaar op de meter staat, maar met wat volgens de theorie het energiegebruik bij een bepaald label is, zo meldt de website van Enegrieflux. Daarnaast wordt het energiegebruik van woningen met een laag label, G, F en E, stelselmatig te hoog ingeschat. Hierdoor is de daadwerkelijke besparing veel lager dan die theoretisch zou moeten zijn.

Voor 2020 moeten 2,2 miljoen sociale huurwoningen minstens energielabel B hebben. Dit is onderdeel van de nationale, en daarmee ook de internationale klimaatdoelstellingen, van het Energieakkoord en het Klimaatakkoord. Voor het renoveren van die sociale huurwoningen is ook 395 miljoen euro STEP-subsidie (Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector) uitgetrokken door de Rijksoverheid.

[related_post themes=”text”]