• maart 25, 2016
  • 128 views
Building Holland 2016: “Meer meet- en regeltechniek maar nul innovatie”

bh16Voor productinnovaties moest je niet naar de Building Holland komen. Ook niet als je haast had; de beursvloer was in de woorden van een bezoeker: “een doolhof”. En jammer genoeg speelde de organisator wederom geen open kaart over de bezoekers- en exposantenaantallen. Het lijkt een trend te zijn geworden. Waar vroeger beurzenorganisatoren dagverslagen aanleverden, compleet met grafieken, beperken ze zich tegenwoordig liever tot uitgebreide lofredes aan eigen adres, met hier en daar wat meer gedetailleerde informatie.Toch leverde de beurs nog een zekere oogst op. Langdurige trends werden treffend inzichtelijk gemaakt en de kwaliteit van de bezoekers was hoog, volgens exposanten.

Berichtgeving
De officiële terugblik op de Building Holland editie van 2015 gaf al te denken. Geen cijfers over bezoekersaantallen en exposanten. Ook de berichtgeving in de media was opmerkelijk; Cobouw, het dagblad van de bouwwereld wijdde vorige jaar geen enkel artikel aan de beurs. Zelf hadden we als redactie van Installatienet.nl voor het laatst in 2010 Building Holland bezocht. Destijds leek de beurs vooral te zijn toegespitst op de bouwkundige disciplines in de bouwkolom. Dit jaar besloten we, mede getriggerd door het programma en de veelvuldige aanwezigheid van de installatiebranche, om maar weer eens een kijkje te gaan nemen.

Integraal bouwen
De beurs maakte vooral lange termijnontwikkelingen inzichtelijk. Zo schuiven Bouwkunde en Installatietechniek naar elkaar toe. Waar anno 2010 Building Holland vooral exposanten trok die bouwkundige producten en oplossingen toonden, was er deze editie een zeer gemengd gezelschap aanwezig. Van ketelfabrikanten, ventilatiespecialisten, warmtepompleveranciers, gb-deskundigen en installatieadviseurs tot ontwikkelaars van woonconcepten, raam- en kozijnfabrikanten en brancheverenigingen. En waar in 2010 nog voortdurend gehamerd werd op het belang van integrale samenwerking, liet deze beurs zien dat de marktpartijen inmiddels elkaar weten te vinden en gezamenlijk concepten ontwikkelen of op z’n minst aan elkaar snuffelen.

Hobbels
Het flankerend programma van lezingen en de Conceptareas onderstreepte deze langdurige ontwikkelingen. Het thema van de Beurs was: ‘Rebuilding the Future’. In de Conceptareas: ‘Gezonde gebouwen’, ‘Renovatie en Transformatie’, ‘Smart Buildings’, ‘Duurzame Woningbouw’, ‘Zorgvastgoed’ en ‘Duurzame scholen’, lieten marktpartijen uit uiteenlopende disciplines gezamenlijk zien welke oplossingen ze hebben om hun doelen te realiseren. Dat de samenwerking in de praktijk niet altijd van het leien dakje gaat, bleek wel tijdens de lezingen. Zo zijn er nog fikse hobbels te nemen in de ontwerpfase, als bijvoorbeeld architecten en installateurs in een BIM informatie moeten uitwisselen, omdat softwarepakketten niet goed op elkaar aansluiten.

Meer meet- en regeltechniek
Een andere belangrijke trend is het groeiend belang van meet- en regeltechniek in gebouwen. Zo waren op de beursvloer onder andere BlR-Controls, Woonconnect en One Smart Control aanwezig. Verduurzamen van gebouwen beperkt zich niet tot de installatie van bijvoorbeeld een warmtepomp, de aanleg van een LTV-vloerverwarming en een dak volleggen met zonnepanelen, ook door systeemintegratie en verdere finetuning aan de hand van monitoringsdata kunnen fikse slagen worden gemaakt.

Totaalconcepten
Daarbij verschuift de rol van de leverancier/fabrikant, signaleert Erwin Bonis van Alklima. Het bedrijf ontwikkelt niet alleen meer producten en oplossingen, maar ook (eventueel gezamenlijk met anderen) totaalconcepten voor de gehele levensduur van een gebouw.

“Nul, komma nul innovatie”
Hoewel de beurs treffend de algemene trends goed wist te benoemen en in beeld te brengen, viel de oogst op productniveau tegen. In de woorden van een teleurgestelde bezoeker: “nul, komma nul innovatie”. Een (duurzame) grafiet-zeezout batterij voor de opslag van zonne-energie klinkt interessant, totdat je je realiseert dat Aquion al een paar jaar dit product op de markt brengt. Een stand van een Tech company als Cisco wekt misschien bevreemding op, maar branchegenoten Apple en Google ontwikkelen ook al een tijdje producten voor de installatiesector (zoals de slimme meter). En het ‘Smart Tiny House’ van ‘Mil Home’ kon weliswaar rekenen op een voortdurende aanloop; de installatietechniek met infaroodverwarming, WTW en balansventilatie is inmiddels gesneden koek. Het zijn dus vooral de productcombinaties die innovatief zijn, met name als er technische oplossingen worden toegepast met een Internet of Things achtig karakter. De ontwikkeling richting ‘slimme steden’ zal doorzetten, zoveel maakt een beurs als Building Holland wel duidelijk.

“Bezoekers komen met vlagen”
Het compenseerde enigszins de onduidelijkheid die op andere vlakken te bespeuren viel. Zoals wederom op het gebied van bezoekers- en exposantenaantallen. Na het nodige getel kwamen wij uit op circa 200 standhouders. Dat is 100 minder dan in 2010, wellicht brengt de beurs liever deze lange termijn ontwikkeling niet in beeld en is ze daarom zo weinig scheutig met het verstrekken van cijfers? Wat betreft de bezoekers; na twee dagen signaleerde Dennis Weenink, technisch adviseur van Klimaatgroep Holland, “dat ze met vlagen komen. Er zijn rustige momenten en je moet bijvoorbeeld meer moeite doen om mensen naar je stand te lokken dan tijdens een VSK. Ik zou het persoonlijk een pré vinden als de organisatie iedere dag cijfers zou verschaffen over het aantal en het soort bezoekers, dan kan ik ook eventueel makkelijker mijn benadering tijdens de beurs bijsturen.” Toch wilde Weenink niet klagen. “Ik kom hier met meer beslissers in aanraking dan tijdens een VSK.”

Onoverzichtelijk
De technisch adviseur was ook te spreken over de thematische insteek van de beurs, de uitwerking daarentegen vond hij minder geslaagd. “De Conceptareas zijn wat onoverzichtelijk. Ze maken niet duidelijk wat je bijvoorbeeld allemaal nodig hebt om een duurzame school te realiseren.” Ook de overzichtelijkheid van de beursvloer liet wat te wensen over, bleek wel uit zijn woorden. “Het zijn kleine stands, je moet echt zoeken om de stand te vinden waar je moet zijn.” Maar, dat zijn ongemakken waarmee te leven valt, want volgend jaar staat hij er zeker weer. De reden spreekt voor zich: “Er komen hier wel veel bezoekers die interessant zijn.”

  • februari 19, 2016
  • 145 views
Goodbye CV!

ketelVolgens Liander-directeur Daan Schut verdwijnt de Cv-ketel op termijn uit huis. Verschillende media berichtten dat gisteren naar aanleiding van uitspraken van de topman. Uiterlijk 2040 moet in ons land 6000 kilometer aan verouderde en breukgevoelige gasleidingen zijn vervangen. De grootste netbeheerder twijfelt ernstig aan het nut om daar nog geld in te steken. Mede vanuit duurzaamheidsoverwegingen. Volgens Schut is het einde van het gastijdperk in zicht. Woningen kunnen volgens de Liander-directeur in de toekomst worden verwarmd via regionale warmtenetten die op restwarmte van afvalcentrales en bedrijven draaien, warmtepompen, warmte- en koudeopslag en aardwarmte.

Soortgelijk toekomstscenario
Fabrikant Vaillant signaleert bij de consument een groeiende interesse voor duurzame technologie. Hoewel de producent van Cv-ketels, warmtepompen en andere installatietechnische oplossingen geen uitspraken wil doen over de termijn van de uitfasering van het gasnet, voorziet ze bij monde van woordvoerder Wendy van Duijnhoven wel een soortgelijk toekomstscenario als Liander. “De warmtepomp mag zich verheugen op een stijgende populariteit onder consumenten. Wij spelen daar ook op in met ons duurzame assortiment.” Vaillant adviseert installateurs om in te spelen op deze groeimarkt door gerichte trainingen te gaan volgen op het gebied van warmtepompen.

Einde broodwinning?
Hoewel zijn broodwinning op termijn verloren dreigt te gaan, ziet Marcel de Graaf de toekomst met vertrouwen tegemoet. Samen met een compagnon uit de installatiewereld zette hij 2,5 jaar geleden HR Recycling op dat zich heeft gespecialiseerd in de duurzame demontage van Cv-ketels. Waar mogelijk worden onderdelen gereviseerd voor een tweede leven, wat overblijft wordt grotendeels gerecycled.

Nog 20-30 jaar aan het gas
“Ik kan me wel vinden in de overwegingen van Liander. Heeft het wel zin om nog door te gaan met fossiele brandstoffen? Daar moeten we goed over nadenken.” De toekomst is voor installatieconcepten met warmtepompen, bijvoorbeeld in combinatie met pv-panelen denkt De Graaf. Hij ziet Nederland nog zeker 20-30 jaar aan het gas zitten, “maar met steeds minder mensen”.

Andere markten
In die tussentijd zal zijn bedrijf stevig doorgroeien, denkt de mede-eigenaar van HR Recycling. “De wetgeving stuurt in toenemende mate aan op verantwoord verwerken van afgedankte Cv-ketels. Daarnaast vraagt de klant steeds meer om duurzaam hergebruik van onderdelen” Op termijn hoopt De Graaf 15 tot 20 man in dienst te kunnen hebben. Over het ‘post Cv-tijdperk’ maakt hij zich geen zorgen. “Dan ga ik me wel storten op duurzaam hergebruik van andere (installatie)technische producten en onderdelen, zoals omvormers en warmtepompen.”

  • december 14, 2015
  • 183 views
Kostenbesparing gaat voor consument boven milieu

Besparing op energiekosten is volgens Nederlanders dé belangrijkste reden om voor duurzaam (ver)bouwen te kiezen. Ze vinden dit een stuk belangrijker dan het milieu of een beter leefklimaat in huis. Een kwart van de Nederlanders is bereid om meer te betalen voor duurzame oplossingen, zolang ze de investering kunnen terugverdienen op den duur. Dit blijkt uit de Klusmonitor, uitgevoerd door SAMR onder ruim duizend Nederlanders, in opdracht van Werkspot.nl, de website die vakman en klus bij elkaar brengt. Een derde van de Nederlanders wil zijn huis graag duurzamer maken. Dit geldt met name voor bewoners uit Groningen en Drenthe. Groningers kiezen hierbij het meeste voor de opties dubbel glas en led-verlichting, terwijl Drenthenaren eerder kiezen voor zonnepanelen en het isoleren van hun huis. Ongeveer een vijfde van de Nederlanders geeft aan dat zijn huis momenteel al duurzaam is. Vooral de woning van 55-plussers is duurzaam. In Utrecht, Flevoland en Friesland wonen relatief veel mensen met een duurzame woning. Van alle provincies heeft Zuid-Holland het minst behoefte aan duurzame oplossingen. In de leeftijdscategorie 35 tot 54 jaar vindt men besparing op energiekosten zeer belangrijk. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen. Door de initiële hoge kosten kiest bijna een kwart van de Nederlanders niet voor duurzame oplossingen. Een kwart van de Nederlanders is wel bereid om voor duurzaamheid te kiezen als er sprake is van een terugverdientijd. Voor meer informatie: https://www.werkspot.nl/media/323/duurzaamheid-onder-nederlanders

  • november 2, 2015
  • 136 views
Installateur wenst ondersteuning bij offerte duurzaam project

Maar liefst vier op de vijf installateurs verwacht ondersteuning van een leverancier bij het maken van een offerte voor een duurzaam project. Dit percentage is onder W-installateurs net iets hoger dan onder E-installateurs. Dit blijkt uit de Marketing Score Card Trends & Ontwikkelingen Installatie van BouwKennis. Het rapport laat zien dat er grote kansen liggen voor leveranciers in de ontzorging rondom duurzame oplossingen. Het percentage installateurs dat ondersteuning van een leverancier verwacht bij het maken van een offerte voor een duurzaam project is fors. Onder W-installateurs is dit maar liefst 87% en bij de E-installateurs ligt dit aandeel slechts een fractie lager (85%). Deze hoge percentages laten zien dat het maken van een goede offerte voor een duurzaam project specifieke kennis vereist en dat hulp gewenst is. Het feit dat de behoefte aan ondersteuning bij algemene offertes in algemene zin veel lager ligt (W-installateur: 59% (zeer) interessant, E-installateur: 57% (zeer) interessant, onderstreept deze conclusie. Een gebrek aan kennis over de daadwerkelijke terugverdientijd speelt de keuze voor een duurzame oplossing in de praktijk nogal eens parten. Het goed voorrekenen van de terugverdientijd van een duurzame oplossing kan tegenwicht bieden aan dit probleem. Niet voor niets ziet een overgrote meerderheid van de installateurs meerwaarde in het voorrekenen van de terugverdientijd van duurzame oplossingen richting klanten. Dit percentage ligt onder E-installateurs (87%) iets hoger dan onder W-installateurs (81%). Ook hierin ligt een belangrijke rol weggelegd voor leveranciers. Zij kunnen installateurs helpen met het voorrekenen van de terugverdientijd door de benodigde specificaties van producten en door voorbeeldprojecten aan te leveren. Voor meer informatie: www.bouwkennis.nl

  • oktober 28, 2015
  • 128 views
Nieuwe branchevereniging voor duurzame energie wil energietransitie versnellen

Tien brancheverenigingen en 18 bedrijven lanceren een nieuwe overkoepelende organisatie voor duurzame energie. De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) vertegenwoordigt circa 1.000 bedrijven en energiecoöperaties en heeft als doelstelling om voor 2050 een volledig hernieuwbare energievoorziening te realiseren. De NVDE zal fungeren als platform voor samenwerking binnen de duurzame energieketen en als gesprekspartner voor overheid en politiek. Voorzitter van de nieuwe vereniging is Teun Bokhoven. Oud-SER voorzitter en oud-Rabobank CEO Herman Wijffels leidt de adviesraad. De NVDE bundelt grote en kleine brancheorganisaties en individuele bedrijven die op allerlei verschillende plaatsen in de keten actief zijn op het gebied van duurzame energie. De bundeling van krachten weerspiegelt het besef dat er samenwerking nodig is om de transitie naar een duurzame energievoorziening succesvol en tijdig te realiseren en om de toekomstige energievoorziening als een duurzaam systeem stabiel te laten functioneren. De grote thema’s, zoals het flexibel maken van het energiesysteem voor variabel energie aanbod en vraag en de grote omschakeling van aardgas naar andere vormen van verwarming vragen om een brede samenwerking in de energieketen. De deelnemende brancheorganisaties blijven bestaan met hun eigen leden en brengen een deel en soms zelfs de volledige organisatie onder bij de NVDE. Dit vanuit de filosofie dat door bundeling er veel meer bereikt kan worden dan wanneer iedere brancheorganisatie voor zichzelf werkt. In een viertal beleidscommissies en in werkgroepen wordt de gezamenlijke koers door de leden ontwikkeld. Brancheorganisaties en de bedrijven die direct lid zijn van de NVDE bepalen zo samen de koers van de vereniging. De NVDE is gevestigd in Utrecht een heeft een bijkantoor in Den Haag. Teun Bokhoven: “De transitie naar een op hernieuwbare bronnen gebaseerd energiesysteem verloopt dynamisch. Deze transitie is spannend, en ook een uitdaging. Een uitdaging die vereist dat marktpartijen, nieuwe technologieën en regelgeving goed op elkaar zijn aangesloten. Een goed georganiseerde duurzame energiesector is daarvoor onontbeerlijk. De kracht van…

  • oktober 20, 2015
  • 120 views
Inspiratiedag ‘Nieuwe Vrienden Ontdekken’ met André Kuipers

Na een nieuwe serie succesvolle voorstellingen ‘Nieuwe Vrienden’ is er op 3 november wederom de inspiratiedag ‘Nieuwe Vrienden Ontdekken’. Het is het vervolg op de voorstelling en speciaal voor ondernemers en leidinggevenden die een start willen maken met de toekomst van morgen. De dag wordt geopend door André Kuipers, astronaut en innovator. OTIB wil met Nieuwe Vrienden Ontdekken ondernemers aan het denken zetten over de veranderingen in de branche, maar ook over hun eigen rol. Installatiebedrijven hebben te maken met een veranderend werkveld. Hun rol verandert en zij zijn steeds meer een onderdeel van het bouwteam. Dat vraagt om andere functies, rollen en kennis. Maar ook de steeds vernieuwende (duurzame) technieken, de grotere rol van ICT, de vergrijzing, de veranderende klantvraag komen op hun pad. Het is duidelijk dat ondernemers in de installatiebranche niet stil kunnen blijven staan. Om werkgevers en werknemers uit de technische installatiebranche dit veranderde werkveld te laten zien en ervaren, ontwikkelde OTIB de muziektheatervoorstelling Nieuwe Vrienden. Deze wordt opgevolgd met een dag vol inspiratie opnieuw in het Theater: Nieuwe Vrienden Ontdekken. Nieuwe Vrienden Ontdekken borduurt voort op de ervaringen die na de voorstelling worden gedeeld. Joep Hendriks, OTIB-projectleider Nieuwe Vrienden: “Elke voorstelling eindigt altijd met tafelgesprekken; werkgevers en werknemers reageren met elkaar op de voorstelling. Wat we horen is bijzonder. Herkenning, bewondering, onmacht, wens tot veranderen, etc. Wij gaan verder met die ervaringen tijdens Nieuwe Vrienden Ontdekken.” Bij Nieuwe Vrienden Ontdekken wordt door OTIB teruggegrepen op de theatervoorstelling; in licht en geluid, maar ook hoofdrolspeler Bram van Diest vertelt hoe het voor hem verder ging daar waar de voorstelling eindigt. André Kuipers gaat in op het belang van nieuwe vrienden om je doelen te bereiken. Hij gaat actief in gesprek met de deelnemers. Tijdens een bijzondere workshop stellen deelnemers zelf het programma samen en verkennen met elkaar de oplossingen, de denkrichtingen en meer. Ook worden de…

  • oktober 15, 2015
  • 135 views
Duurzame energiesector blij met kabinetsplannen

De duurzame energiesector is blij met de kabinetsplannen om extra in te zetten op het binnen bereik brengen van de doelen voor duurzame energie in 2020. De Nationale Energie Verkenning 2015 (NEV2015) constateert dat op basis van het huidige beleid de duurzame energiedoelstelling voor 2020 met meer dan 2% achterblijft op wat is afgesproken in het Energieakkoord, namelijk 11,9% in plaats van 14%. De rol van de provincies wordt echter belangrijker. De maatregelen die het kabinet aankondigt via het verhogen van het SDE+ budget, de verruiming voor de zogenaamde Postcoderoosregeling en de nieuwe stimuleringsregeling voor kleinschalige duurzame warmte opties zoals zonneboilers, warmtepompen en bio-ketels, komen tegemoet aan de wensen die de Duurzame Energie Koepel al eerder heeft geuit. Deze maatregelen dragen positief bij aan de duurzame energie doelen en versterking van de werkgelegenheid in deze sector. De NEV 2015 spreekt echter ook zijn zorg uit dat de doelstelling voor wind op land van 6000MW niet wordt gehaald. Het Rijk en de provincies hebben extra inspanningen aangekondigd. Gelet op het krappe tijdspad tot 2020 is een strakke provinciale planning en uitwerking van aanvragen gekoppeld aan beschikbare SDE+ budgetten essentieel. Ook voor andere duurzame energieopties wordt de provinciale en regionale inspanning steeds belangrijker om de doelen te bereiken. De Duurzame Energie Koepel vindt het van groot belang voor de realisatie van alle hernieuwbare energieprojecten dat er bij de beoordeling van vergunningen door lokale en provinciale overheden voor duurzame energieprojecten een realistische, soepele voortvarende aanpak wordt gekozen. Ook op lokaal niveau zal, net als het kabinet nu aankondigt te doen, de inzet moeten worden geïntensiveerd. De komende zes weken worden benut om binnen de borgingscommissie van het Energieakkoord te komen tot een sluitende set maatregelen om de aangekondigde intensivering op al deze onderdelen concreet te maken. Voor meer informatie: www.dekoepel.org

  • september 29, 2015
  • 124 views
Reactie Duurzame Energie Koepel op RLI advies

Het RLI advies Rijk zonder CO2: naar een duurzame energievoorziening in 2050 levert een aantal interessante doorkijken naar de toekomst en laat tegelijkertijd op een aantal essentiële onderwerpen steken vallen. Vooral de eenzijdige focus op CO2, zonder een duidelijke doelstelling voor hernieuwbare energie, is een keuze die de energietransitie onvoldoende sturing geeft. De duurzame-energiesector is positief over de oproep voor een Klimaatwet die over de looptijd van regeringen heen sturing gaat geven aan het proces om de energievoorziening tegen het midden van deze eeuw energieneutraal te maken. Beter dan een voorgestelde ‘klimaatcommissaris’ zou een apart ministerie voor Energie en Klimaat zijn. Ook oordeelt de duurzame energiesector positief over de voorstellen om snel met flexibilisering van het energiesysteem te beginnen, de oproep de fiscaliteit en energiebelasting sterker te richten op het principe dat de vervuiler betaalt en de onderkenning dat een impuls aan innovatie en implementatie noodzakelijk is, bovenop het krachtig doorzetten van het Energieakkoord. Wat de duurzame-energiesector totaal onbegrijpelijk vindt is  dat er in het RLI advies een eenzijdige keuze wordt gemaakt voor een CO2-only beleid. Dat kan alleen werken als ook de integrale kosten van CO2 in de prijs van fossiele bronnen is verwerkt. Dat is nu en in de nabije toekomst totaal niet het geval en daarom wijst de duurzame energie sector deze route af tenzij deze in combinatie wordt gebracht met concrete tussendoelen voor hernieuwbare energie en energiebesparing vanaf 2025. Verder worden de grote veranderingen in de Nederlandse warmtevoorziening onvoldoende geadresseerd. Op dat onderwerp zijn grote verschuivingen te verwachten en zal het Energierapport richting willen geven. Het advies mist een mate van concreetheid waarmee de komende jaren substantiële voortgang kan worden geboekt. Kortom, dit advies levert wat bouwstenen, maar we verwachten van het Energierapport een beduidend concretere richting voor de komende jaren, met duidelijke keuzes voor de energietransitie, inclusief tussendoelen en bijbehorende maatregelen voor hernieuwbare energie en…

  • september 4, 2015
  • 128 views
Zaanstad verplicht zichzelf tot energiezuinige investeringen

Het college van B&W van Zaanstad heeft op 1 september een belangrijke stap gezet naar een verdere verduurzaming van de eigen bedrijfsvoering. Vanaf nu is het verplicht om duurzame gemeentelijke investeringen te doen als deze zichzelf terugverdienen binnen maximaal vijftien jaar. Een eerste voorbeeld hiervan is het aanleggen van 2.700 zonnepanelen op gemeentelijk vastgoed. De gemeente Zaanstad verkent op dit moment de mogelijkheden hiervoor. Zaanstad heeft zich een belangrijk doel gesteld op het gebied van duurzaamheid. In de praktijk komt het echter nog vaak voor dat energiezuinige én voordelige investeringen niet van de grond komen, als gevolg van bestaande investeringsregels en verrekenafspraken. Denk hierbij aan eigen opgelegde investeringsplafonds of financiële voordelen die een andere partij toekomen dan degene die investeert. In het geval van het aanbrengen van een energiezuinige ketel bij een zwembad, waar het beheer bij het zwembad zelf is ondergebracht, zou de gemeente wel een extra investering doen, maar plukt het zwembad de vruchten van de lagere energiekosten. Dat compliceert de besluitvorming over dergelijke investeringen. Zaanstad lost dit dilemma met dit besluit op en wil hiermee een versnelde verduurzaming van de eigen organisatie realiseren. Zij wil hiervoor investeringen verplichten die zich binnen maximaal vijftien jaar terugverdienen. De raad moet dit collegevoorstel nog goedkeuren. Zaanstad is zover bekend één van de weinige gemeenten die een dergelijke stap zet en in de praktijk gaat uitvoeren. Wethouder ‘Duurzaamheid’ Dick Emmer: “De gemeente Zaanstad heeft de ambitie om in 2020 klimaatneutraal te zijn. Deze doelstelling wordt alleen gehaald als de gemeente zelf het goede voorbeeld geeft en investeert in duurzaamheidsmaatregelen. Onze ervaringen zijn ongetwijfeld ook interessant voor andere organisaties en bedrijven.” Een eerste project waar Zaanstad deze nieuwe werkwijze gaat toepassen, is het plaatsen van zonnepanelen op de daken van alle gemeentelijke gebouwen. De gemeente onderzoekt de komende maanden waar het haalbaar is om zonnepanelen aan te brengen, zonder dat dit leidt…

  • augustus 26, 2015
  • 137 views
Samen aan de slag voor toekomstig vakmanschap

Succesvolle verduurzaming van de gebouwde omgeving vraagt om excellent vakmanschap. Daarom ontwikkelt het consortium BuildUpSkillsNL lesmateriaal dat inspeelt op deze ontwikkelingen en de vakmensen van nu voorbereidt op morgen. De resultaten worden gedeeld op 17 september 2015 in Harderwijk tijdens een nationale werkconferentie. Met onder andere Maxime Verhagen (Bouwend Nederland) en Titia Siertsema (Uneto-VNI) bouwen technische vakmensen, docenten en ondernemers aan het vakmanschap van morgen. Grootschalige verduurzaming van gebouwen en realisatie van duurzame nieuwbouw zijn nodig om Nederland klaar te maken voor de toekomst. Dit biedt volop kansen. Maar verduurzaming vraagt wel om excellent vakmanschap en scherpe keuzes. Het consortium BuildUpSkills waarvan OTIB penvoerder is, ondersteunt vakmensen hierbij met lesmateriaal, trainingen en een jaarlijkse werkconferentie. De resultaten van de afgelopen jaren en de handvatten voor de toekomst staan centraal tijdens de Werkconferentie 2015. De werkconferentie is van toegevoegde waarde voor ondernemers, bedrijfsadviseurs, HR-medewerkers en professionals uit het onderwijs. De werkconferentie 2015 start met afwisselende presentaties over het vakmanschap van de toekomst en de ontwikkelingen in de gebouwde omgeving. Onder andere Maxime Verhagen, Titia Siertsema en Teun Bokhoven (Topsector Energie en voorzitter de Duurzame Energie Koepel) geven hun antwoord op vragen als ‘Hoe ziet de vakman van 2025 eruit? Wat zijn de gevolgen van verduurzaming voor de bouwproductie? En hoe werkt dit door in de arbeidsvraag?’ In de middag gaan de aanwezigen zelf aan de slag in interactieve workshops. Deze gaan over (bij)scholing, samenwerking in en tussen regio’s en omgaan met actuele en toekomstige marktkansen. De werkconferentie vindt plaats op donderdag 17 september 2015 bij het Bouw & Infra Park te Harderwijk. De dag vangt aan vanaf 10:00. Voor meer informatie: http://buildupskills.otib.nl/werkconferenties/werkconferentie_2015/