Kantoren vanaf 2030 verplicht energiezuinig
Minister Blok heeft vandaag in de Tweede Kamer aangegeven dat alle kantoren vanaf 2023 energiezuinig dienen te zijn. Ze moeten dan allemaal te voldoen aan de eisen voor energielabel C. Om dit doel te bereiken moeten kantooreigenaren volgens Blok eenmalig 860 miljoen euro investeren. De maatregelen betalen zich gemiddeld in drie tot zesenhalf jaar terug, verwacht de bewindsman. Het moet een besparing van 8 petajoule opleveren. Er geldt een uitzondering voor heel kleine kantoren en monumentale panden.
[related_post themes=”text”]
Groot zonnepark bij Lelystad in voorbereiding
BAM Bouw, Techniek bv en businesspark Lelystad Airport bv hebben een overeenkomst getekend voor de ontwikkeling en realisatie van een groot zonnepark in Lelystad. Het project draagt de werknaam Solarcity Lelystad en is gesitueerd tussen de A6 en het vliegveld Lelystad. Het beoogde zonnepark omvat circa 115.000 panelen op een oppervlakte van minimaal 50 ha, met een geïnstalleerd vermogen van ten minste 30 MW. De jaarlijkse duurzame energieproductie bedraagt circa 31 GWh. Dit komt overeen met het gebruik van ongeveer 9.000 huishoudens.
Het plan past binnen het huidige bestemmingsplan Lelystad Larserknoop. Momenteel wordt de aanvraag voor de omgevingsvergunning voorbereid. Naar verwachting zal BAM eind 2017 met de bouw van het zonnepark van start gaan. De eerste levering van duurzame energie wordt medio 2018 verwacht.
Naast het zonnepark in Lelystad onderzoeken businesspark Lelystad Airport en BAM de mogelijkheden om de samenwerking te intensiveren en tevens op andere locaties energieprojecten te realiseren.
[related_post themes=”text”]
‘All electric NOM-woning draagt niet bij aan reduceren CO2-uitstoot’
De laatste tijd vindt er steeds meer discussie plaats over de vraag in hoeverre de NOM-woningen echt bijdragen aan het reduceren van de CO2-uitstoot en of het niet gewenst is dat ook andere innovaties een kans krijgen in de zoektocht naar CO2-reductie en verduurzaming. Illustratie hiervan is het voornemen van Minister Blok om ook NOM-concepten op gas toe te laten tot de EPV en de Kamervragen die daar weer over gesteld zijn door Albert de Vries. Ketelfabrikant Remeha mist in de maatschappelijke discussie een groot gebrek aan kennis en inzicht in de energietechniek en hoe de technieken zich in een echt huis eigenlijk gedragen. Hierdoor wordt de belangrijkste energiedoelstelling CO2-reductie niet behaald, volgens de fabrikant, die de feiten en de techniek op een rijtje zet.
Het NOM all electric concept
Het NOM (Nul-op-de-Meter) concept is een benadering waarbij men in de woning evenveel elektriciteit probeert op te wekken als er op jaarbasis wordt gebruikt, dus netto 0 op de meter. De verwarming wordt in deze concepten met een warmtepomp gedaan omdat alleen elektriciteit gesaldeerd kan worden. Dit wordt over een heel jaar bekeken en het totaal moet dan 0 zijn. Bij deze benadering mag er wel aan het elektriciteitsnet worden geleverd als er teveel elektriciteit is, of gekocht als er te weinig is; het elektriciteitsnet wordt als een soort buffer gebruikt. Impliciet wordt er dus ook vanuit gegaan dat de CO2-belasting van elektriciteit altijd hetzelfde is. Deze benadering is veel te simpel en leidt tot een (forse) CO2-uitstoot.
De NOM-woning misbruikt het net als buffer
Uit berekeningen blijkt dat bij de NOM-woning van de hoeveelheid opgewekte elektriciteit van de PV- panelen slechts 20% naar de warmtepomp gaat. De rest wordt dus naar het elektriciteitsnet gestuurd en later weer van het net gehaald. Dit heeft consequenties voor het net en de opwek van elektriciteit.
Het elektriciteitsnet is namelijk geen buffer. Alle energie die via het netwerk wordt getransporteerd moet continu gemanaged en in balans gehouden worden, een taak die vrijwel onzichtbaar is maar cruciaal voor het functioneren. De netwerkbeheerders hebben hierin een zeer belangrijke rol. Dat houdt ook in dat er, wanneer de vraag naar elektriciteit toeneemt extra geproduceerd moet worden, meestal door de kolencentrale met bijbehorende uitstoot. Het net is dus geen buffer.
De NOM-woning zorgt niet voor een serieuze CO2-reductie
De gegevens van de CO2-intensiteit voor geproduceerde elektriciteit in Nederland blijken zeer lastig te verkrijgen. Een zoektocht over onze oostgrens is echter verassend eenvoudig, de cijfers zijn gewoon publiekelijk te vinden op internet. Laten we deze cijfers eens bekijken ervan uitgaande dat onze oosterburen het vast niet slechter doen dan Nederland. Intussen houd ik mij aanbevolen indien iemand de cijfers van Nederland ter beschikking wil stellen.
In deze grafiek wordt het aantal kilogrammen per kWh weergegeven dat wordt uitgestoten bij de productie van elektriciteit. Dat is dus inclusief alle duurzame opwekkers. Op de as linksonder staan de uren van de dag, op de andere horizontale as de maanden van het jaar en de verticale as geeft de kilogrammen weer. Het is eenvoudig te zien dat de elektriciteit midden op de dag in de zomer het schoonst is en in de winter, en vroeg en laat op de dag, het smerigste.
Dat houdt dus ook in de elektriciteit die we overdag naar het electriciteitnet sturen omdat we thuis teveel hebben een andere ‘CO2’-aarde heeft dan de elektriciteit die we ’s avonds of ’s winters inkopen om de warmtepomp aan te drijven.
De echte prestaties van de warmtepomp onder praktijkcondities in combinatie met de CO2-uitstoot die gepaard gaan met het opwekken van de elektriciteit laten zien dat een NOM-woning helemaal geen CO2 bespaart.
Eerste conclusie:
Wanneer we naar het gebruik van het electriciteitnet als buffer en de CO2-intensiteit kijken kan de conclusie niet anders zijn dan dat het salderen van energie niet toegestaan mag worden, dus ook niet binnen het NOM all electric concept, de CO2-belasting is namelijk niet gelijk en het electriciteitnet is geen buffer. Er is bovendien, anders dan door de besparing door isolatie, geen sprake van CO2-reductie door het NOM concept ondanks dat ‘Nul-op-de-meter’ dat impliciet suggereert.
De netbelasting van een NOM-woning is hoger dan een traditioneel huis
De netbelasting van de NOM-woning op all electric is helaas niet lager maar veel hoger dan een traditioneel huis. In onderstaande grafiek is goed te zien wat een NOM-woning op all electric betekent voor de belasting van het net. Gedurende vele uren en dagen in de winter ligt de belasting rond de 2kW. In de zomer gebeurd het omgekeerde, gedurende vele uren en dagen ligt de export boven de 2kW. Er is eigenlijk zelden een moment in het jaar dat het netjes in balans is. Hierbij is het van belang om te weten dat de capaciteit van het laagspanningsnet is uitgelegd op 1kW per woning.
Een eenvoudige conclusie is dus dat dit niet past willen we dit grootschalig gaan toepassen in Nederland. Momenteel worden de kosten van netaanpassing en de hieraan gerelateerde miliebelasting voor de NOM-projecten buiten de businesscase gehouden terwijl die kosten wel gemaakt moeten worden.
Hoe dan wel? De NOM-woning op gasvormige brandstof
Willen we een woning naar een uitstoot van 0 brengen dan is eigenlijk wel duidelijk dat we die woning elektrisch gezien niet op jaarbasis maar continu naar 0 moeten brengen. We hebben dus techniek nodig die naast de PV-panelen ook stroom opwekt wanneer we dat echt nodig hebben. Een dergelijk concept wordt inmiddels al getest. Bij dit concept wordt er een installatie bestaande uit een micro-wkk (een HR ketel die stroom maakt) gecombineerd met PV-panelen en een kleine accu.
De grafiek laat zien wat er nu met de belasting van het net gebeurt zelfs als er nog geen accu wordt toegepast:
Wanneer we een woning continu op 0 kunnen zetten wat elektriciteit betreft vragen we dus geen extra capaciteit van het net maar maken we capaciteit vrij. Hierdoor ontstaat ruimte op het netwerk voor een verdere introductie van elektrisch vervoer, want ook daar loopt men tegen het capaciteitsprobleem aan. Het mes snijdt dan aan meerdere kanten.
NOM-woning op (schoon) gas
Met toepassing van een accu kan de belasting van het net voor 80% worden teruggebracht. Geen belasting van het net betekend ook geen CO2-productie. Door de micro-wkk op groen of schoon gas te stoken wordt ook aan de gas kant elke uitstoot vermeden en ontstaat er een concept dat daadwerkelijk de volledige uitstoot kan voorkomen. Kortom hiermee kan wél CO2 nul worden behaald.
Kosten NOM-woning op gas aanzienlijk goedkoper dan NOM-woning op all electric
Uiteindelijk zullen de kosten van de hele energietransitie gedragen moeten worden door de bevolking. Het is daarom uiterst relevant dat we zowel de maatschappelijke kosten als de kosten per woning zo laag mogelijk houden. Ook vanuit die optiek is het verschil tussen NOM-woning op all electric en een NOM-woning op gas groot. Op dit moment zijn, zelfs zonder de extra kosten van netverzwaring, de investeringskosten van een NOM-woning op all electric aanzienlijk hoger dan een NOM-woning op schoon gas. De kosten van een NOM-woning op all electric zijn namelijk ongeveer 3 keer zo hoog!
Schone energie
Belangrijk in de hele discussie is uiteraard de vraag hoe schoon energie is en hoe dat in de toekomst is. Elektriciteit is slechts een vorm van energie, datzelfde geldt voor gas, de echte vraag is waar komt onze energie vandaan en hoe is dat in de toekomst, en wat is dan de CO2-belasting. Willen we echt naar een uitstoot van 0 dan zullen we weg moeten van alle fossiele bronnen en dus volledig overschakelen naar bronnen waarbij netto geen CO2 meer wordt uitgestoten. De vraag die dan overblijft is hoe brengen we de energie van de plaats van opwek naar de afnemer en hoe gaan we om met het verschil tussen vraag en aanbod. Eenvoudige conclusie is dat we een transportsysteem nodig hebben en een vorm van opslag. De technieken die ons openstaan voor opslag van energie laten zien dat we elektriciteit goed kunnen opslaan voor de korte termijn in kleine hoeveelheden en dat we energie goed in een gasvorm (‘power to gas’ en biogas) kunnen opslaan voor lange termijn en in grote hoeveelheden. We hebben het geluk dat we voor beide een goede infrastructuur hebben.
Wanneer we CO2 tot doel maken en niet perse ‘all electric’ tot doel verheffen dan kunnen we dus de huidige gas- en elektriciteitsinfrastructuur gebruiken om ons doel te bereiken. Een eerste evaluatie laat zien dat we binnen de capaciteit van de huidige infrastructuur de gehele gebouwde omgeving naar een uitstoot van 0 kunnen brengen, netverzwaring en bijkomende kosten is dus helemaal niet nodig. Voorwaarde is wel dat we gaan sturen op verlaging van de CO2-uitstoot. De uitdaging naar de gas- en elektriciteitsindustrie moet dus zijn om beide vormen van energie schoon te maken. De technologie om dat te doen is al beschikbaar.
Samenvattend
Het voornemen om schoon gas toe te laten gaat zorgen voor de nieuwe innovaties die hard nodig zijn. Met de all electric aanpak wordt niet de beoogde CO2-doelstelling behaald.
De NOM-aanpak op all electric zorgt voor een onacceptabel grote netverzwaring zonder relevante besparing op de uitstoot.
De NOM-woning op schoon gas zorgt juist wel voor reductie, verlaagt de belasting van het net en maakt capaciteit vrij voor zaken als elektrisch vervoer.
Vanuit die optiek is het dan ook volstrekt onbegrijpelijk dat vanuit partijen die claimen de CO2-reductie na te jagen bezwaar wordt gemaakt tegen schoon gas én uitsluitend de all electric aanpak ondersteunen. Juist alle technieken, energiedragers en infrastructuur samen zijn nodig om onze doelstelling voor CO2 nul in 2050 te behalen en de particuliere en maatschappelijke kosten zo laag mogelijk te houden.
Toelichting
Grafiek: belasting op electriciteitsnet
De grafiek geeft de belasting op het elektriciteitsnet veroorzaakt door een woning. Hieronder een eenvoudiger weergave van wat er gebeurt:
Op elke dag is er een bepaald aanbod van elektriciteit en vraag naar elektriciteit. Tevens is er een vraag naar verwarming. Wanneer de vraag naar warmte groot is, is het aanbod van duurzame energie laag. Dat is om te rekenen naar een netbelasting van de woning. Wanneer er voor elke dag van het jaar een grafiek wordt gemaakt en die worden achter elkaar gezet ontstaat de 3D grafiek zoals gebruikt in het artikel.
Auteur van dit artikel is: ing M.J. Bijkerk, Manager Innovative technologies, Remeha B.V.
Zie ook een eerder verschenen artikel in InstallateursZaken oktober
Lees hier de reactie van Jan Willem vd Groep op dit artikel
Lees hier de reactie van Remeha
[related_post themes=”text”]
Vlaamse regering draait decreet terug om Vlaanderen op aardgas aan te sluiten
Wie in Vlaanderen zijn een woning wil laten aansluiten op het aardgasnet, zal fors meer moeten gaan betalen dan het huidige aansluitingstarief van 250 euro. De afgelopen jaren hadden twee grote energiebedrijven juist tientallen miljoenen geïnvesteerd om in bijna heel Vlaanderen gasnetten aan te leggen. Een energiedecreet uit 2009 verplichte de beheerders dit. Maar de Vlaamse regering zal dit decreet nu opheffen. De energiebedrijven hadden hier zelf op aangedrongen omdat het veel geld kost om de resterende woningen aan te sluiten die zich veelal in afgelegen gebieden bevinden. Een andere reden is dat de interesse voor aardgas als verwarmingsbron zal afnemen vanwege de strengere regelgeving over de energieprestatie van woningen.
De Vlaamse regering vindt het niet meer gewenst om nieuwe woonwijken nog aan het gasnet te koppelen. Aardgas is niet langer de eerste keuze omdat het als fossiele brandstof hoe dan ook bijdraagt tot de klimaatopwarming. Dat gaat echter niet meteen resulteren in een terugval van het aantal nieuwe gasaansluitingen, zo verwacht een van de energiebedrijven. Aansluiten op gas blijft zeer aantrekkelijk bij renovatie van bestaande woningen die makkelijk aangesloten kunnen worden op het bestaande gasnet. De jongste jaren groeide het aantal gasaansluitingen met 35.000 per jaar.
[related_post themes=”text”]
“Zonnepanelen presteren beter op het platteland dan in steden”
Volgens Wilfried van Sark van de Universiteit Utrecht presteren zonnepanelen in een stedelijke omgeving gemiddeld slechter dan in een landelijke omgeving. Van Sark is één van de initiators van de actie ‘Tel de Zon’. Met deze actie vraagt de stichting Monitoring Zonnestroom in samenwerking met de Universiteit Utrecht zoveel mogelijk bezitters van zonnepanelen om gedurende één week bij te houden hoeveel zonnestroom er die week werd opgewekt. Deze actie loopt inmiddels drie jaar en laat zien dat de prestatieverhoudingen van de zonnepanelen goed te zijn. De spreiding van de prestaties is echter groot: er zijn systemen met een hele hoge en met een lage opbrengst.
Voor de lagere opbrengsten is volgens Van Sark veelal één, logische, oorzaak aan te wijzen: schaduw. Bomen, schoorstenen en dakkappellen zijn veel voorkomende objecten die schaduw veroorzaken en daarmee de opbrengsten van pv-systemen verlagen. Daarbij ziet de onderzoeker een trend dat systemen in de urbane omgeving – waar logischerwijs meer objecten zijn die schaduw veroorzaken – gemiddeld gezien een lagere energieopbrengst hebben dan systemen in meer landelijke omgeving.
Een positieve ontwikkeling is daarbij volgens Van Sark de toenemende prestaties van zonnepanelen door continue innovatie bij fabrikanten van zonnepanelen én omvormers. “De prestaties van zonnepanelensystemen blijven stijgen door onder meer een verbeterd rendement van zonnepanelen bij een lage lichtintensiteit en een hoger rendement van omvormers. Kritische succesfactoren voor pv-systemen zijn lastig te benoemen, maar logischerwijs is goed installeren natuurlijk essentieel. Bovendien is het zaak om de opbrengst van zonnepanelen goed te monitoren zodat eventuele problemen snel kunnen worden opgelost.”
[related_post themes=”text”]
Water biedt grote kansen voor koelen en verwarmen van woningen en gebouwen
Een aanzienlijk deel van de totale hoeveelheid die nodig is om woningen en gebouwen in Nederland te verwarmen of te koelen kan worden gerealiseerd door gebruik te maken van onze wateren. Die kansen moeten optimaal worden benut, vindt de Energiecoalitie die Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen zijn aangegaan op de deze week gehouden Nationale Klimaattop. Ons watersysteem is een enorme potentiële energiebron, naast wind en zon, zo wijst onderzoek uit.
Met de Energiecoalitie willen Rijkswaterstaat en de waterschappen de realisatie van hun klimaat- en energie ambities versnellen. Daarnaast willen zij de potentie van het waterbeheer binnen de duurzame energietransitie in Nederland meer zichtbaar maken. Een voorbeeld is de energiepotentie van warmte- en koude-onttrekking uit oppervlaktewater. Die potentie is enorm, zo blijkt uit onderzoek van de Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat dat op de Klimaattop is gepresenteerd. Er is gekeken naar de warmte en koude die watergangen, (diepe) plassen en poldergemalen kunnen leveren. Grofweg kan vanuit het watersysteem in 54% van de nationale koudevraag (bijvoorbeeld koeling van gebouwen) worden voorzien, namelijk 3,8 van 7 Petajoule. En in 12% van de warmtevraag (bijvoorbeeld verwarming van gebouwen), namelijk 42 van 350 Petajoule. Dat is een aanzienlijk deel van de totale hoeveelheid die nodig is om woningen en gebouwen in Nederland te verwarmen of te koelen. En veel meer dan de waterbeheerders zelf nodig hebben voor hun doelstelling voor energieneutraliteit voor wat betreft het warmteverbruik.
De potentie is met behulp van adviesbureau IF Technology op een digitale kaart van Nederland zichtbaar gemaakt. Het merendeel van de energiepotentie komt uit regionale wateren die waterschappen beheren. Om deze potentie daadwerkelijk te benutten zou deze nieuwe energiebron moeten worden gekoppeld aan de provinciale en gemeentelijke warmteplannen.
Energie winnen uit oppervlaktewater kan naast warmte en koude onttrekkingen ook door het gebruik van waterkracht en zoet-zout verschillen (zoals de ‘blue energy’ centrale op de Afsluitdijk). Daarnaast wordt gedacht aan het ter beschikking stellen van terreinen en oppervlaktewater aan derden voor duurzame energieopwekking, zoals drijvende zonnepanelen. Dit moet dan wel op een verantwoorde wijze in het waterbeheer worden ingepast. De Energiecoalitie zal innovatieve (pilot)projecten stimuleren. En met andere overheden, bedrijven en stakeholders verkennen hoe de energiepotentie van water volwaardig naast wind en zon gepositioneerd kan worden als derde grote energiebron in Nederland.
[related_post themes=”text”]
NEN nodigt partijen uit om samen te werken aan de energietransitie
Nederland is bezig met de overgang naar een CO2-arme energievoorziening door inzet van energiebesparing en duurzame energiebronnen. De energietransitie vraagt volgens NEN om een normalisatieagenda met als doel een substantiële bijdrage te leveren aan de beperking van het CO2-uitstoot (Klimaatakkoord Parijs) en om de Nederlandse kennis en expertise verder in de markt te zetten. Samen met Nederlandse bedrijven wil NEN hierover in gesprek om via (internationale) normalisatie deze doelen te realiseren.
De snelheid van de energietransitie, met inbegrip van de samenstelling van de toekomstige energiemix en de integratie met andere systemen, laat zich moeilijk voorspellen. Hierop zijn diverse politieke, economische, sociale en technologische factoren van invloed. De ‘sense of urgency’ om de energietransitie te realiseren is hoog met het oog op klimaatverandering en energieleveringszekerheid. In dit licht zijn diverse trends waar te nemen, waaruit blijkt dat nieuwe afspraken nodig zijn die via normalisatie tot stand kunnen komen. Deze trends heeft NEN beschreven in haar whitepaper ‘Samenwerken aan de energietransitie’.
Normalisatie is een instrument voor een veilige, betrouwbare en betaalbare energievoorziening en via normalisatie worden al de nodige stappen gezet om de energietransitie te realiseren, zo betoogt NEN. ‘Deze ontwikkelingen behoren dan ook onverminderd te worden voortgezet. Waar voorheen normen veelal verticaal werden ontwikkeld (bijvoorbeeld per brandstof), vraagt de energietransitie ook om horizontale en diagonale normen om verschillende systemen met elkaar te verbinden en uitwisseling te borgen (bijvoorbeeld omzetting van overtollige windenergie in gas, ook wel ‘power-to-gas’ genoemd).’
De normalisatieagenda wordt in de komende maanden met industrie, overheid, kennisinstellingen, NGO’s en andere belanghebbende partijen besproken en uitgewerkt. NEN nodigt partijen uit het gesprek aan te gaan. Kijk op nen.nl/energie voor meer informatie en om de whitepaper ‘Samenwerken aan de energietransitie’ te downloaden.
[related_post themes=”text”]
Manifest ‘Aan de slag met wonen zonder aardgas’ aangeboden aan Rutte en Dijksma tijdens Klimaattop
Tijdens de Nationale Klimaattop vandaag ondertekenden bijna honderd partijen, waaronder gemeenten, provincies, Energie-Nederland, Enexis, Liander, Stedin, Programmabureau Warmte Koude Zuid-Holland, Natuur & Milieu en het HIER klimaatbureau het manifest ‘Aan de slag met wonen zonder aardgas’. Daarmee geven zij aan concreet te beginnen met de transitie naar een aardgasvrije gebouwde omgeving. Het manifest is na ondertekening aangeboden aan minister-president Mark Rutte en staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Sharon Dijksma. Dijksma: “Het initiatief van bijna honderd gemeenten, provincies en andere organisaties om te werken aan gasvrije huishoudens is mooi en tegelijk noodzakelijk. Nederland moet af van zijn verslaving aan fossiele energie. Er is veel winst te behalen in CO2-reductie in woningen. Mensen in een groot aantal gemeenten kunnen er straks voor kiezen om energieneutraal te gaan wonen. Dat levert een flinke milieuwinst op en tegelijk ook een lagere energierekening.”
Een van de grootste consequenties van het klimaatakkoord van Parijs voor Nederland, is dat we gaan stoppen met het gebruik van aardgas in de gebouwde omgeving. Dat betekent dat ruim zeven miljoen huishoudens overgaan op andere manieren van verwarming, koken en het verwarmen van tapwater. Gemeenten, provincies, energiebedrijven, netbeheerders, milieuorganisaties en lokale energie-initiatieven grijpen deze verandering aan om gezamenlijk de verduurzaming van Nederland te versnellen. De partijen kunnen samen vanaf 2030 een CO2-reductie van ruim 5 megaton per jaar realiseren.
De transitie naar een aardgasvrije gebouwde omgeving leidt voor veel bewoners tot grote veranderingen. Het is dan ook van essentieel belang hen tijdig te informeren en te betrekken bij de verduurzaming van hun woning en buurt. Op dit moment is 86 procent van de Nederlanders nog niet op de hoogte van de noodzaak om te stoppen met het gebruik van aardgas voor de verwarming van woningen. Via de website www.hierverwarmt.nl worden bewoners geïnformeerd over de plannen in hun omgeving.
Met een wijkgerichte aanpak worden bewoners in de bestaande bouw betrokken bij de keuze voor alternatieven en wordt uiteindelijk de meest passende warmtevoorziening gekozen. In alle gevallen is besparing door middel van isolatie noodzakelijk. De partijen streven ernaar om er zo snel mogelijk voor te zorgen dat nieuwbouwwijken niet meer op aardgas aangesloten worden.
Door bundeling van krachten kunnen kostenreducties plaatsvinden zodat alternatieven voor aardgas steeds goedkoper worden. Daarom ontplooien de gemeenten, provincies, netbeheerders en energiecoöperaties activiteiten voor de overgang naar een aardgasvrije leefomgeving in samenwerking met woningcorporaties, bouwbedrijven en overige bewonersorganisaties. Omdat de aardgastransitie vele nieuwe vragen oproept, organiseren zij ook samen met deze partijen en andere overheden een professionele kennisontwikkeling en -deling, zowel op landelijk als lokaal niveau.
De regionale netwerkbedrijven ondersteunen gemeenten bij de transitie door onder andere relevante informatie over de gasnetten en de elektriciteitsnetten ter beschikking te stellen. Zo werken zij samen aan de meest optimale oplossingen voor een duurzame, veilige en betrouwbare energie-infrastructuur tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.
Lokale energie-initiatieven spelen een aanjagersrol bij de transitie door samen met gemeenten plannen te ontwikkelen en bewonersorganisaties te betrekken en begeleiden in dit proces. HIER opgewekt, het kennisplatform van lokale energie-initiatieven, ondersteunt de lokale energie-initiatieven op dit terrein.
Het manifest is een initiatief van Programmabureau Warmte Koude Zuid-Holland en het HIER Klimaatbureau.
Maya van de Steenhoven, namens Programmabureau Warmte Koude Zuid-Holland: “Als we serieus zijn over de ambities die we hebben afgesproken in Parijs, moeten we veel meer gaan doen dan nu. Er is snel actie nodig om grote investeringen in nieuwe gasnetten te voorkomen. Het feit dat zoveel partijen vandaag uitspreken hier daadwerkelijk mee aan de slag te gaan, is een historische eerste stap voor het gasverslaafde Nederland. In Zuid-Holland zijn de eerste stappen al in voorbereiding.”
Sible Schöne namens het HIER klimaatbureau: “In de jaren zestig heeft ook een vergelijkbare grootschalige transitie van kolen naar gas plaatsgevonden. Aardgas heeft de Nederlandse huishoudens veel gebracht, maar nu is het tijd voor een schoner en duurzamer alternatief. De transitie naar wonen zonder aardgas is een groot en langdurig proces. Juist daarom is het belangrijk dat we het nu in gang zetten.”
[related_post themes=”text”]
Bewustwordingscampagne Zeer Energiezuinige Nieuwbouw van start
Deze week gaat de bewustwordingscampagne ‘Ik woon zen’ officieel van start. ‘Ik woon zen’ is ontwikkeld om mensen aan het denken te zetten. Met een video, online campagne en website worden de voordelen van Zeer Energiezuinige Nieuwbouw (ZEN) onder de aandacht gebracht bij de consument. Zeer Energiezuinige Nieuwbouw is het vervolgprogramma van de partijen in het Lente-akkoord (Aedes, Bouwend Nederland, Neprom, NVB en de minister van BZK). Met ZEN wil meneen positieve kanteling in de woningmarkt stimuleren, waardoor energie niet langer een kostenpost is maar een waardevermeerdering. Over vijf jaar moet alle nieuwbouw (bijna) energieneutraal of zelfs energieleverend zijn. Niet alleen voor de bewoners en samenleving, maar ook voor de bouwer, de corporatie, de belegger en de projectontwikkelaar.
De focus van ZEN ligt op energiereductie, een term die de consument nog weinig zegt. Maar met de bewustwordingscampagne is energiereductie inzichtelijk gemaakt en vertaald naar concrete voordelen. Energiezuinig wonen maakt een fundamenteel verschil in het wooncomfort, de portemonnee en het milieu, aldus de initiatiefnemers. Bij comfort, gezond binnenklimaat, energielasten verlaging en waardevermeerdering heeft de consument wel een beeld.
[related_post themes=”text”]
Minister al begonnen met evalueren salderingsregeling
Minister Henk Kamp van Economische Zaken is begonnen met de evaluatie van de salderingsregeling, meldt de Vereniging Eigen Huis op haar website. Kamp zou de regeling in 2017 evalueren, maar is daar nu al mee begonnen. Hij verwacht de evaluatie dit jaar nog af te ronden. Kamp maakt na de evaluatie bekend of de salderingsregeling voor huishoudens met zonnepanelen vanaf 2020 verandert. Mocht de regeling wijzigen, dan volgt volgens hem ‘een nette overgangsregeling’. De vereniging wil dat de minister snel duidelijkheid geeft.
Wie met zonnepanelen meer stroom opwekt dan verbruikt, kan stroom terug leveren aan het energienetwerk. Het verschil tussen de hoeveelheid opgewekte en verbruikte stroom wordt op de energierekening verrekend. Dit wordt salderen genoemd. Door deze regeling is zelf energie opwekken financieel aantrekkelijk.
[related_post themes=”text”]


