Green Deals jagen groei en vergroening economie aan
Minister Kamp (EZ) heeft de Tweede Kamer laten weten dat de Green Deal-aanpak van het kabinet een succes is. “Green Deals jagen economische groei aan, leiden tot energiebesparing en tot een toename van het gebruik van hernieuwbare energie en dragen bij aan een schoner milieu. Dankzij meer dan tweehonderd Green Deals, zijn duizenden woningen en bedrijven energiezuiniger zijn gemaakt, is vervoer schoner geworden en hebben tienduizenden Nederlanders hernieuwbare energie vanuit restwarmtenetten of duurzaam opgewekte elektriciteit gekregen.” Volgens de minister brengt de Green Deal-aanpak innovatieve bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden bij elkaar. “De afspraken helpen partijen om obstakels voor duurzame plannen weg te nemen en deze initiatieven uit te voeren. Zo helpen de Green Deals bij de doelstellingen uit het Energieakkoord voor energiebesparing en vermindering van CO2- uitstoot. Ook dragen ze bij aan economische groei doordat innovatie sneller tot stand komt en producten sneller in de markt kunnen worden gezet.”
Green Deals zijn afspraken tussen de Rijksoverheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden. Deze werkwijze brengt de creativiteit, kennis en kunde van bedrijven, Rijksoverheid, medeoverheden en andere organisaties bijeen. Hierdoor krijgen innovatieve plannen vanuit de samenleving de ruimte en worden knelpunten in wet- en regelgeving weggenomen. De plannen worden gemaakt op het gebied van energie, mobiliteit, biodiversiteit, water, grondstoffen, klimaat, voedsel, bouw en biobased economy. Voorbeelden zijn nieuwe energiebesparingstechnieken, efficiënt watergebruik, duurzaam vervoer, alternatieve bouwmaterialen of bestendige productiesystemen in de landbouw.
Door Green Deals worden in onder meer Dordrecht, Nijmegen, Purmerend en Rotterdam restwarmtenetten gerealiseerd. Deze netten leveren energie voor het verwarmen van woningen of bedrijven en zorgen voor warm kraanwater.

In Purmerend produceert een biowarmtecentrale jaarlijks 936.000 gigajoule (GJ) duurzame warmte en warm kraanwater door het verbranden van houtsnippers uit regulier onderhoud van bossen en landschap. Dit komt neer op 80 procent van de warmtebehoefte van Purmerend waar zestigduizend inwoners en duizend bedrijven zijn gevestigd. In Nijmegen zijn door een Green Deal inmiddels vierduizend woningen rechtstreeks aangesloten op een restwarmtenet. De komende jaren volgen nog eens tienduizend huizen.
Op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving zijn ook verschillende Green Deals gesloten. In de provincie Overijssel zijn bijvoorbeeld 8.700 woningen verduurzaamd, zodat het energieverbruik door de huishoudens sinds 2010 met ruim drie petajoule (PJ) is verminderd. Ook zijn twintig Utrechtse schoolgebouwen energiezuiniger gemaakt, waardoor zij jaarlijks 72.500 m3 gas per jaar besparen.
De volledige evaluatie is te vinden in de Kamerbrief ‘Aanbieden beleidsevaluatie Green Deals’. De evaluatie bestaat uit vier delen die zijn uitgevoerd door de Kwink Groep, het Planbureau voor de Leefomgeving, de Green Deal Board zelf en de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Informatie over alle Green Deals staat op www.greendeals.nl.
De Green Deal aanpak heeft inmiddels navolging gekregen in de zorg (Health Deals), bij de versterking van de economische positie van steden (City Deals) en bij het ontwikkelen van winkelgebieden (Retail Deals). Vanuit Europa is er volop interesse voor deze aanpak waarbij de Rijksoverheid duurzame initiatieven faciliteert en partijen actief bij elkaar brengt.
[related_post themes=”text”]
Nederlandse bedrijven investeerden € 1 miljard meer in energie en milieu
Nederlandse bedrijven investeerden bijna € 5 miljard in energiezuinige maatregelen en milieuvriendelijke technieken. Dit blijkt uit de jaarverslagen over 2015 van de fiscale regelingen Milieu investeringsaftrek\Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (MIA\Vamil) en de Energie-investeringsaftrek (EIA). De investeringen zijn een miljard meer dan het voorgaande jaar. Bedrijven die van MIA\Vamil gebruik maakten, investeerden ruim € 3 miljard in groene technieken zoals circulaire en biobased economy, bouw, mobiliteit en voedselproductie. Alliander was één van die bedrijven. Dit netwerkbedrijf realiseerde in 2015 nieuwe huisvesting in Duiven. Circulair bouwen, Het Nieuwe Werken en energieneutraliteit waren belangrijke uitgangspunten bij het ontwerp.
Bij de EIA kwamen 14.234 aanvragen binnen. Er werd hiermee voor € 1.368 miljoen aan energiezuinige investeringen gedaan. De gerealiseerde maatregelen zorgen voor een energiebesparing van 722 miljoen m3 aan aardgas. Dit komt overeen met een CO2-reductie van circa 1.280 kiloton per jaar. Dit staat gelijk aan de uitstoot van circa 450.000 huishoudens.
In 2015 investeerden veel bedrijven in duurzame LED-verlichtingssystemen.
Met ingang van 2016 is het aftrekpercentage voor de EIA substantieel verhoogd van 41,5% naar 58%, waardoor investeringen in energiebesparing nog verder zullen worden bevorderd.
MIA\Vamil en EIA is er voor innovatieve investeringen die zich zonder het fiscale voordeel niet snel terug verdienen. Met de regelingen willen respectievelijk het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Economische Zaken in samenwerking met het ministerie van Financiën een impuls geven aan milieu-innovatie, energiebesparing en duurzame economische groei.
(Bron: RVO.nl)
[related_post themes=”text”]
Effect BENG-eisen op grondgebonden woningen onderzocht
Nieman Raadgevende Ingenieurs en DGMR Bouw hebben in opdracht van het Lente-akkoord het effect onderzocht van de voorlopige BENG-eisen op zeer energiezuinige grondgebonden woningen. In dit onderzoek is voor de bepalingsmethode uitgegaan van de NEN 7120. De uitkomsten zijn gerelateerd aan de voorlopige BENG-eisen. Voor het onderzoek hebben de deelnemers van de themagroep BENG twaalf gerealiseerde of in ontwikkeling zijnde praktijkprojecten aangedragen. Het eindrapport Onderzoek handvatten voor zeer energiezuinige nieuwbouw – BENG is inmiddels beschikbaar. De belangrijkste conclusies per BENG-indicator worden hierna genoemd.
BENG 1. Energiebehoefte
- Het ontwerp, oriëntatie, thermische schil en type ventilatiesysteem is bepalend voor de uitkomst van de energiebehoefte. Uit de vergelijking van de woningtypen komt naar voren dat de hoekwoning met één bouwlaag en de vrijstaande woning in basis ongunstiger zijn dan de meerlaagse hoek- en tussenwoning met zadeldak. Dit kan worden verklaard door de ongunstige verhouding verliesoppervlak/gebruiksoppervlak.
- Naast geometrie is de oriëntatie van het gebouw en het glasoppervlak per oriëntatie van belang. Momenteel is dat nog een aspect dat niet zwaar meeweegt bij het uitwerken van projecten. Het zongericht ontwerpen is belangrijk om de energiebehoefte in de zomer- en winterperiode te optimaliseren.
- Bij woningen met een ongunstige verhouding verliesoppervlak/gebruiksoppervlak zijn er weinig effectieve maatregelen meer beschikbaar voor het verder verlagen van de energiebehoefte.
- Het uitgebreid berekenen van de lineaire warmteverliezen wordt voor alle woningtypen aangeraden om te voldoen aan BENG-eis 1, voor zover dit nog niet standaard is.
- Het toepassen van ventilatiesysteem C (ventilatieroosters) en ventilatiesysteem D (gebalanceerd) is beide mogelijk, maar stelt randvoorwaarden aan overige parameters zoals de thermische schil. Als het ontwerp, oriëntatie en de thermische schil zijn afgestemd op het verminderen van de energiebehoefte is natuurlijke toevoer en mechanische afvoer met vraagsturing bij de reguliere hoek- en tussenwoning mogelijk. Bij de vrijstaande woningen en woningen met een bijzondere doorsnede ligt de toepassing van gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning voor de hand om aan de eis van BENG indicator 1 te kunnen voldoen.
BENG 2. Primaire fossiele energiegebruik
Het primaire fossiele energiegebruik heeft een belangrijke relatie met de aangehouden bouwkundige en installatietechnische uitgangspunten zoals nu in de EPC-berekening ook al zijn opgenomen. Uit de twaalf onderzochte projecten komt het volgende naar voren:
- Het realiseren van het primaire fossiele energiegebruik < 25 kWh/m2 kan zowel met een gas- als elektraconcept en externe warmtelevering.
- In vrijwel alle praktijkprojecten worden PV-panelen toegepast om per saldo een primair fossiel energiegebruik onder de 25 kWh/m2 te realiseren. Concepten zonder PV-panelen zijn te realiseren door toepassing van biomassa of een concept met de thermische schil op niveau Passief Bouwen, een bodem warmtepomp en zonneboiler.
BENG 3. Aandeel hernieuwbare energie
Het aandeel hernieuwbare energie wordt in belangrijke mate bepaald door de toepassing van een warmtepomp, het gebruik van biomassa, biogeen deel van externe warmtelevering en de bijdrage van PV-panelen.
Extra aandacht nodig voor thermisch comfort, regelbaarheid en binnenklimaat
Bij de overgang van een EPC-eis naar bijna energieneutrale gebouwen is het van belang om rekening te houden met het thermisch comfort, de regelbaarheid voor bewoners en binnenluchtkwaliteit.
Thermisch comfort
Uit de berekeningen van het thermisch comfort in de zomerperiode komt naar voren dat het toepassen van zonwering of spuiventilatie een aanzienlijke bijdrage levert aan het verminderen van het risico op temperatuuroverschrijding. Knelpunt daarbij is dat de effectiviteit van veel van deze maatregelen (met name zonwering en spuiventilatie, maar ook actieve koeling) sterk afhankelijk zijn van het gebruik van de bewoners. Bewonersvoorlichting op dit vlak is daarvoor noodzakelijk.
Regelbaarheid
Met het verder verhogen van de isolatiewaarden en verbeteren van de luchtdichtheid neemt de regelbaarheid verder af. Het kunnen regelen van de ingestelde temperatuur per ruimte en een ventilatiedebiet dat per ruimte afhankelijk is van aanwezigheid (of vochtproductie) kan niet langer gezien worden als ‘luxe’ maar veel meer als basiskwaliteit. Het is dus gewenst om in de uitwerking van de BENG-concepten in concrete projecten meer dan voorheen rekening te houden met de een voor bewoners praktische regelmogelijkheid van temperatuur en ventilatiehoeveelheid per ruimte.
Binnenluchtkwaliteit
Voor een goede binnenluchtkwaliteit in combinatie met voldoende energiezuinigheid is een effectief ventilatiesysteem een randvoorwaarde. Systemen met een mechanische component per ruimte zijn daarbij in het voordeel; of dat toe- of afvoer betreft is van ondergeschikt belang. De effectiviteit van de ventilatie neemt verder toe als er op ruimteniveau kan worden geregeld; hetzij op basis van sensorsturing, hetzij door bediening.
Aanbevelingen
De BENG-indicatoren vergen een andere wijze van het ontwikkelen van energieconcepten en het ontwerpen van een woning. Momenteel wordt de EPC gefit op het ontwerp door het toepassen van technieken. Met name om BENG-eis 1, de energiebehoefte te behalen, is het wenselijk dat eerst het ontwerp geoptimaliseerd wordt op de energiebehoefte. Daarna dient gekeken te worden wat de uitkomst is voor BENG-eis 2 en 3 en kunnen efficiënte technieken worden gekozen. Dit is een andere benadering dan de huidige bouwpraktijk gewend is.
(Bron: Lente-akkoord.nl)
[related_post themes=”text”]
Meeste Nederlanders onbekend met plannen om te stoppen met aardgasverwarming
Weinig Nederlanders weten van de plannen van de Nederlandse overheid om het gebruik van aardgas te stoppen. Toch is bijna de helft van de Nederlanders het hier wel mee eens, tegenover 36 procent die tegen is. Ruim een derde ziet in deze warmtetransitie het meest op tegen de kosten. Dat blijkt uit onderzoek van Stichting HIER klimaatbureau onder 3.177 respondenten. In het Energierapport van het ministerie van Economische Zaken staat dat de verwarming van woningen en gebouwen in Nederland in 2050 geen CO2-uitstoot meer mag veroorzaken. Dit betekent dat zowel Nederlandse huishoudens als kantoren moeten stoppen met aardgasgebruik. Een uitdaging aangezien op dit moment 95 procent van de woningen in Nederland verwarming en warm water op aardgas heeft. Slechts 14 procent van de Nederlanders is op de hoogte van dit voornemen en maar liefst 86 procent weet dit niet.
Sible Schöne, directeur van het HIER klimaatbureau: “De warmtetransitie is een belangrijk onderwerp in de energiedialoog die nu plaatsvindt op initiatief van het ministerie van Economische Zaken, maar het is duidelijk dat het niet echt leeft bij de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking. De grootste opgave ligt straks dan ook in het meekrijgen van bewoners. Een landelijk kader, aantrekkelijke proposities, op het gebied van geld, comfort en woningverbetering, en goede communicatie over de gevolgen voor individuele huishoudens zijn heel belangrijk. Lokale energie-initiatieven en wijkgebonden bewonersorganisaties kunnen een waardevolle rol spelen om voldoende draagvlak te realiseren.”
Bijna de helft van de respondenten is het er mee eens dat Nederland moet stoppen met het gebruik van aardgas. De belangrijkste redenen die zij aangeven zijn het klimaatprobleem (53%) en het feit dat het gas opraakt (21%). De aardbevingen in Groningen en de afhankelijkheid van Rusland worden in mindere mate genoemd. Ruim een derde van de respondenten is het er niet mee eens. Van de tegenstanders vindt de grootste groep (42%) het ‘weer zo’n linkse hype’. Andere tegenargumenten zijn dat we aardgas nodig hebben, dat de bijdrage van Nederland te klein is en de kosten. 12 procent heeft er geen mening over.
Er is een aantal alternatieven voor verwarming met een cv-ketel op gas. Voorbeelden zijn warmtenetten, elektrische warmtepompen of warmte-koude-opslag. De meeste huizen zijn niet geschikt om meteen op zo’n alternatief over te gaan. Vaak moet het huis bijvoorbeeld eerst beter geïsoleerd worden, voordat een nieuwe installatie geplaatst kan worden. Ruim een derde (37%) van de Nederlanders ziet het meest op tegen de kosten die deze transitie met zich mee zou brengen. Op twee staat niet meer koken op gas (11%). Meer dan een vijfde ziet echter helemaal nergens tegenop.
[related_post themes=”text”]
Shell gaat haar restwarmte aan 16.000 Rotterdamse huishoudens leveren
Shell, Warmtebedrijf Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam gaan restwarmte, die vrijkomt bij de raffinaderij van Shell Pernis, leveren aan de regio Rotterdam. Het project – dat de basis is voor de eerste zogeheten 1-op-1 afspraak tussen het rijk en bedrijfsleven in het kader van het Energieakkoord – moet voldoende energie leveren om in de warmtebehoefte van 16.000 huishoudens te kunnen voorzien. Met het project is een totale investering van ongeveer €16 miljoen gemoeid, waarvan het Havenbedrijf Rotterdam ongeveer € 8 miljoen voor rekening neemt. Shell investeert in de installaties die het mogelijk maken de restwarmte uit de raffinaderij gecontroleerd af te voeren. Havenbedrijf Rotterdam investeert in de warmteleiding die zorgt voor het transport van Shell Pernis naar het bestaande warmtenet. Het Warmtebedrijf Rotterdam investeert in de aansluiting op het bestaande warmtenet, het beheer, operatie en onderhoud van het warmtenet en zorgt voor de distributie van de warmte aan haar klanten.
Dit project is op jaarbasis goed voor een energiebesparing van 0,6 petajoule wat overeenkomt met een gemiddeld vermogen van zo’n 20 megawatt (MW) dat door Shell aan het warmtenet zal worden geleverd. Dit is voldoende om in de warmtebehoefte van ongeveer 16.000 huishoudens te voorzien. Op jaarbasis kan dit de CO2-uitstoot door huishoudens tot met zo’n 35.000 ton reduceren.
Verbetering van de energie-efficiëntie is belangrijk voor Pernis en Shell Moerdijk, de productielocaties van Shell in Nederland. Het besluit om samen met andere partijen restwarmte te gaan leveren, vormt een volgende stap in het verbeteren van de efficiëntie.
‘Shell Pernis behoort nu al tot de meest energie-efficiënte raffinaderijen ter wereld’, zegt Jos van Winsen, general manager Shell Pernis. ‘Dit project moet ertoe leiden dat de netto uitstoot van CO2 van de regio Rotterdam verder zal afnemen.’
Allard Castelein, CEO Havenbedrijf Rotterdam: ‘Na AVR is Shell het tweede bedrijf dat warmte gaat leveren aan afnemers buiten de haven. Dit is een belangrijke stap in het realiseren van een groot warmtenetwerk met diverse bronnen in de haven en met afnemers in heel Zuid-Holland. Bij de industrie in de Rotterdamse haven komt veel warmte vrij die binnen de haven niet benut kan worden. Ons streven is zo veel mogelijk van die warmte via zo’n netwerk nuttig te gebruiken. Zowel fossiele als hernieuwbare warmte. Daarmee houdt zo’n netwerk ook op lange termijn zijn waarde.’
Het project is de eerste bedrijfsspecifieke afspraak tussen het bedrijfsleven en het rijk, die een bijdrage moet leveren aan het realiseren van de energiebesparingsdoelstellingen uit het Energieakkoord. In het Energieakkoord zijn afspraken gemaakt over energiebesparing, schone technologie en klimaatbeleid. Zo is er onder andere afgesproken dat de energie-intensieve industrie in 2020 voor 9 petajoule aan energiebesparing nastreeft.
Minister Henk Kamp van Economische Zaken:”‘Ik waardeer de voortrekkersrol die Shell, Warmtebedrijf Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam nemen bij het invullen van de ambities van het Energieakkoord. Zij zijn de eerste bedrijven in de energie-intensieve industrie die maatregelen nemen om te komen tot de in het energieakkoord afgesproken 9 petajoule energiebesparing. Ik verwacht dat in de komende maanden meer bedrijven in de energie-intensieve sector dergelijke energiebesparende afspraken zullen maken. Een win-win situatie: bedrijven dragen immers niet alleen bij aan het realiseren van de besparingsdoelen, maar verbeteren ook hun concurrentiepositie door lagere energiekosten.”
[related_post themes=”text”]
‘Hoe gaan we de doelen van het Energieakkoord halen?’
Op 16 juni organiseren FedEC, Energy Valley, VVM in samenwerking met de Topsector Energie het Nationaal Energie Congres 2016 in Utrecht. De vraag die centraal zal staan is: Wat is de stand van zaken rondom het Energieakkoord en hoe komen we op koers? Het congres wil duidelijk maken waar de kansen liggen. De Trias Energetica zal hierbij leidend zijn: eerst energie besparen, daarna duurzaam opwekken en dan pas efficiënt fossiele energie inzetten. Een bezoek aan dit congres actualiseert uw energiekennis en vergroot uw netwerk, aldus de organisatie.
De kosten voor dit congres bedragen EUR 100,- (excl. BTW). Leden van VVM, Energy Valley en FedEC betalen EUR 90,- excl. BTW. Aanmelden kan via de website van FedEC.
Het programma is hier te vinden.
In september 2013 ondertekende meer dan veertig organisaties het Energieakkoord voor duurzame groei. Een akkoord voor verduurzaming van onze samenleving en economie. Zij spraken af zich de komende jaren in te zetten voor: een besparing van het energieverbruik met gemiddeld 1,5 procent per jaar, – 100 Peta joule energiebesparing per 2020, een toename van het aandeel hernieuwbare energieopwekking naar 14 procent in 2020 en 16 procent in 2023, ten minste 15.000 voltijdbanen extra. De Nationale Energieverkenning (NEV) van 2015 laat zien dat de 100 Peta joule energiebesparing per 2020 nog niet wordt gehaald. Wat is er voor nodig om deze doelstelling van het Energieakkoord wél te behalen?
[related_post themes=”text”]
Lenen voor energiebesparende maatregelen aan woningen
Het Nationaal Energiebespaarfonds is een campagne gestart om de Energiebespaarlening meer onder de aandacht te brengen van particuliere woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s). Het aantal leningen uit het Nationaal Energiebespaarfonds heeft sinds de start van het fonds al een flinke groei doorgemaakt. Voorbeelden van energiebesparende maatregelen aan woningen die worden gefinancierd zijn zonnepanelen, isolatie, hoogrendementsglas, hr-ketels en warmtepompen. Met de campagne ‘Het Nationaal Energiebespaarfonds maakt het mogelijk’ wil het fonds woningeigenaren en VvE’s erop attenderen dat het financieel haalbaar is om de eigen woning of appartementencomplex te verduurzamen.
Bij zonnepanelen geldt de voorwaarde dat er nog een extra maatregel nodig is. Maximaal 75% van het leenbedrag mag worden besteed aan zonnepanelen. De leningen worden tegen een lage rente verstrekt en zijn boetevrij aflosbaar. Dankzij een extra bijdrage van het kabinet van € 10 miljoen is eind januari de rente van de Energiebespaarlening verder verlaagd en wordt deze campagne financieel mogelijk gemaakt.
De overheid heeft als doelstelling om Nederland duurzamer te maken. Daarom heeft zij het Nationaal Energiebespaarfonds in 2014 opgericht. Het fonds is gevuld door de Rijksoverheid, Rabobank en ASN Bank. Het Nationaal Energiebespaarfonds kent een totaalbudget van € 300 miljoen voor heel Nederland.
De campagne ‘Het Nationaal Energiebespaarfonds maakt het mogelijk’ wordt gevoerd op radiozenders, via landelijke dag- en vakbladen en online. Op de website www.energiebespaarlening.nl vinden woningeigenaren en VvE’s uitgebreide informatie over de maatregelen die met de Energiebespaarlening gefinancierd kunnen worden. Hier zijn ook de voorwaarden te vinden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor financiering uit het fonds.
[related_post themes=”text”]
Branche pleit voor efficiëntere aanpak energiebesparing door overheid
Ondernemersvereniging FME en de aangesloten branches VFK, NVKL, VLA, DWHA en FEDET vinden dat veel kansen en mogelijkheden tot energiebesparing die in diverse wetten vast liggen onvoldoende worden benut. Ministeries en uitvoeringsorganisaties werken inefficiënt en langs elkaar. De afgesproken EU doelstellingen voor energiebesparing worden zo niet gerealiseerd. Voor de uitvoering van deze afspraken zijn drie ministeries actief: Infrastructuur & Milieu voor de Wet Milieubeheer, Binnenlandse Zaken voor de Regeling Energieprestaties Gebouwen en Economische Zaken voor subsidieverstrekking zoals Energie investeringsaftrek. Door slimmer samen te werken kan een aanzienlijke verbetering worden gerealiseerd. De brancheorganisaties pleiten daarom voor een vernieuwende aanpak; het verbeteren van de handhaving van het keuringsregime via een door de Rijkoverheid ondersteunde database. In zo’n database kan eenvoudig zichtbaar gemaakt worden waar inspecties zijn gedaan, waar ze nog uitgevoerd moeten worden en welke adviezen om energiegebruik te beperken er zijn.
In het Energieakkoord zijn afspraken gemaakt voor een toekomstbestendig energie- en klimaatbeleid. Binnen de kaders van het Energieakkoord en de internationale afspraken zet de technologische industrie in op versnelde toegepaste energiebesparing zowel in de industrie als de gebouwde omgeving. Duurzame energiemaatregelen zoals zon -en windenergie alleen zijn niet voldoende. Energiebesparing is een goede manier voor CO2-reductie en het realiseren van de klimaatdoeleinden. Op 1 juni debatteert de Tweede Kamer over energiebesparing in de gebouwde omgeving. In een gezamenlijke brief aan de leden van de Kamercommissie Wonen en Rijksdienst doen de organisatie vijf voorstellen waarmee energiebesparing bevorderd kan worden:
- Een verbetering van de handhaving van het keuringsregime;
- Een korting op corporatieheffing als woningcorporaties aantoonbaar energierenovatie realiseren;
- Renovaties aan gebouwen met aardbeving schade meteen op het zogenaamde BENG (bijna energie neutraal gebouw)-niveau te brengen;
- Betere handhaving van de eisen aan schoolgebouwen;
- Een concreet stappenplan ter bevordering van de toepassing van beschikbare energiebesparende technieken.
[related_post themes=”text”]
Energie Prestatie Keuring zet bedrijven aan tot energiebesparing
De Energie Prestatie Keuring (EPK) werkt goed om bedrijven aan te zetten tot energiebesparing. Dat zegt VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer op basis van pilots met de EPK in negen sectoren. Het rapport daarover is gisteren overhandigd aan Ed Nijpels, voorzitter van de borgingscommissie Energieakkoord. De EPK wordt nu landelijk uitgezet. Met de EPK kunnen middelgrote bedrijven aantonen in hoeverre zij voldoen aan de wettelijke energiebesparingsverplichting. Daartoe zijn voor een groot aantal branches erkende maatregelenlijsten opgesteld. De verspreiding en toepassing van de EPK maakt deel uit van het Energieakkoord. Energiebesparing bij de 200.000 middelgrote bedrijven kan 36 petajoule opleveren, op het totaal van 100 PJ van het Energieakkoord.
Volgens Hans de Boer laten de ervaringen met de EPK zien dat de partijen van het Energieakkoord “met elkaar tot een enthousiaste samenwerking kunnen komen die aansluit bij de praktijk van ondernemers”. VNO-NCW en MKB-Nederland zullen het gebruik van de EPK breed stimuleren bij de achterban. Voor de landelijke uitrol zal een digitale tool beschikbaar komen waarmee bedrijven een energiemeting kunnen doen en een besparingsplan kunnen opstellen.
[related_post themes=”text”]
‘Klant betaalt het liefst cash voor duurzame maatregelen’
Energie coöperatie ZummerePower presenteerde recentelijk de resultaten van een onderzoek naar energiebesparing. Een conclusie was op z’n zachtst gezegd opmerkelijk. Uit de interviews met respondenten kwam naar voren dat de grote meerderheid het liefst maatregelen wil financieren door contant te betalen. Voor lenen was slechts een kleine groep te porren. De ervaren verkoper en adviseur Gerard Kolkman van installatiebedrijf WKZ zet grote vraagtekens bij deze uitkomst. “Ik draai nu al 30 jaar mee en heb nog nooit een klant meegemaakt die cash wilde afrekenen.”
ZummerePower voerde het onderzoek uit om te achterhalen welke motieven mensen hebben om wel of niet bezig te zijn met energiebesparing. Financiële voordelen en zorg om het milieu kwamen als belangrijkste redenen uit de bus. Verder maakte het onderzoek duidelijk dat het energielabel weinig bekendheid geniet en de kennis erover beperkt is. Ook weet niet iedereen wat de belangrijkste veroorzakers zijn van gas- en elektriciteitsgebruik. Maar de meest opvallende conclusie was zonder meer de voorkeur van de respondenten om cash af te rekenen voor duurzame maatregelen.
Verbaasd
Installateur WKZ telt 35 werknemers die opereren vanuit vestigingen in Amsterdam en Apeldoorn. Het bedrijf timmert al jaren aan de weg als ‘duurzame installateur’ en met succes. Zo vinden PV-panelen, warmtepompen en waterbesparende douchekoppen gretig aftrek. Als verkoper en adviseur komt Gerard Kolkman regelmatig bij klanten over de vloer. Hij heeft nog nooit meegemaakt dat klanten contant willen afrekenen voor duurzame maatregelen. “En ik draai al 30 jaar mee. Klanten kunnen wel heel enthousiast reageren na het eerste gesprek en vragen of ze bijvoorbeeld direct een waterbesparende douchekop mogen afnemen. De facturering volgt dan later.”
Laconiek
De realiteit ziet er dus beduidend anders uit dan het onderzoek van ZummerePower ons wil laten geloven, volgens Kolkman. “Kijk, Kamp heeft niet voor niets 70 miljoen in een subsidiepot gestopt en banken moeten kansen ruiken, als ze klanten proberen te lokken met lage rentes voor duurzaamheidsinvesteringen. Er is een markt om te lenen en mensen maken daar volop gebruik van.” Kolkman kan dan ook weinig waarde hechten aan het onderzoek. Hij is er laconiek over. “Ach, al die onderzoeken; de ene keer is pindakaas gevaarlijk voor je, de volgende week mag je het weer eten. Wij zetten als bedrijf gewoon onze eigen koers uit, dat pakt veel beter uit.”
