• februari 13, 2020
  • 166 views
Praktijkboek voor begroeide gevels en daken

ISSO brengt het nieuwe praktijkboek Multifunctionele groene daken en gevels uit. Het boek biedt praktische informatie en tools aan professionals die begroeide gevels en daken voor gebruik, waterberging en energieopwekking willen realiseren. Als er is gekozen voor een groen dak en/of gevel biedt het ondersteuning bij het ontwerp, de realisatie, onderhoud en eventueel de sloop.

Het praktijkboek behandelt de integratie van meerdere technieken om tot een oplossing te komen, waarin meerdere functies (gebruik, waterberging en energieopwekking) en vormen van gebruikerswaarde centraal staan.
Meerdere invalshoeken
Het nieuwe praktijkboek kent meerdere invalshoeken. Enerzijds voor verschillende doelgroepen uit verschillende segmenten van de markt. En anderzijds per functie van een groen dak of gevel.
Daarnaast kan het ook gebruikt worden in onderwijs en bijscholing. Het Praktijkboek Multifunctionele groene daken en gevels is verkrijgbaar via de ISSO-KennisBank.

  • november 29, 2019
  • 152 views
Voorkomen van oververhitte woningen door thermisch comfort te voorspellen

Hitteproblemen in woningen komen in de zomerperiode steeds vaker voor. Bestaande richtlijnen bieden onvoldoende houvast bij het ontwerpen en toetsen op thermisch (zomer)comfort. Er is nu een methode ontwikkeld om dit comfort in woningen te voorspellen en op basis daarvan een juist ontwerp te maken. De methode werkt op vertrekniveau en geldt dus niet alleen voor woonkamers maar ook voor de slaapkamers. Aanbieders van NOM-renovaties en nieuwbouwwoningen zullen de methode gaan toepassen.

De klimaatverandering leidt tot warmere zomers en mildere winters. Grote glaspartijen maken dat die warmte makkelijk de woning binnendringt en door goede isolatie langer binnen blijft. In de winter komt dat goed uit, in de zomer leidt het vaak tot problemen. Het wordt dan ook steeds belangrijker om in het ontwerp van energiezuinige woningen en installaties het thermisch zomercomfort mee te nemen en oververhitting te voorkomen.

NOM Keur
De kennispaper Thermisch Comfort beschrijft de manier waarop te voorspellen valt hoe bewoners het thermisch comfort zullen ervaren tijdens de zomerperiode. Het is in feite een aanvulling op ISSO-publicatie 74 die al een dergelijke bepalingsmethode biedt voor de utiliteit. In plaats van achteraf, komt men nu vooraf al te weten wat het ervaren comfort zal zijn en valt daarop te sturen. De methode is met name relevant voor partijen die met NOM Keur werken en aan specifieke kwaliteitseisen moeten voldoen op het gebied van comfort, naast die van nul-op-de-meter. Zij konden tot nu toe niet terugvallen op een breed geaccepteerde bepalingsmethode van het thermisch zomercomfort. De methode is ontwikkeld door en voor ISSO, Stroomversnelling, Peutz, Nieman en Vabi.

Drie klassen
De methode berekent over de periode van de laatste maandag in april tot de laatste zondag in september hoeveel uren de temperatuur in elke verblijfsruimte hoger zal zijn dan de als comfortabel ervaren binnentemperatuur. Deze bepaling houdt ook rekening met de buitentemperatuur en de interne warmtelast, het ventilatiesysteem en spuigedrag. De verwachte overschrijding van deze grenswaarde wordt berekend op basis van een standaard klimaatjaar, namelijk 2018:T1, zoals beschreven in NEN 5060. Er zijn drie categorieën die een verblijfsruimte kan behalen: Acceptabel, Goed en Zeer Goed.

Uitgelicht: ‘Acceptabel' is in feite niet-acceptabel
Om de classificatie ‘goed’ te halen, zal het bij goed geïsoleerde woningen met één of meer zonbelaste gevels, zonder natuurlijke beschaduwing, bijna altijd nodig zijn om zonwerende voorzieningen te treffen, zoals zonwering of zonwerende beglazing, overstekken of diepere negges. Voor de beoordeling ‘zeer goed’ is vrijwel altijd actieve koeling vereist. Toepassing van de nieuwe BENG-eisen zal in veel gevallen leiden tot een woning die volgens de beoordelingsmethode slechts een klasse ‘acceptabel’ rechtvaardigt. Is de uitkomst ‘acceptabel’, dan zal de woning in de zomerperiode regelmatig onaangenaam warm worden. Het advies luidt dan ook om tenminste ‘goed’ na te streven.

Dit is een voorpublicatie van een van de artikelen uit het praktijkblad Installateurszaken (IZ). Download de app via Googleplay (zoek op installateurszaken). In de Applestore zal de app binnenkort beschikbaar komen.

  • september 16, 2019
  • 128 views
Inspectie op verzoek van Radar: duurzame installatie voldoet niet aan eisen

ISSO is door het programma Radar gevraagd een inspectie uit te voeren aan een energiecentrale in een woning, bestaande uit onder meer een warmtepomp en een cv-ketel. De eigenaar van de woning ervaart verschillende klachten. Zo wordt de woning onvoldoende warm en het besproken rendement niet gehaald.

Jos de Leeuw en Jan Aerts, technisch specialisten bij ISSO, keken op verzoek van het programma of de installaties volgens geldende standaarden en regelgeving  zijn ontworpen en aangelegd. Deze inspectie is vanavond om 20.30 uur te zien in de uitzending op NPO 1. In dit praktijkgeval blijkt de relevante kennis en regelgeving niet juist toegepast. Een belangrijke reden waardoor het wel vaker misgaat, aldus ISSO.
De resultaten van de inspectie zijn als volgt:
-              De woning is gerenoveerd met een hoog duurzaamheidsniveau (goede isolatie) en handhaving van de bestaande beglazing.
-              In de kelder is een energiecentrale opgesteld die bestaat uit een cv-ketel, warmtepomp en zonnecollectorvaten voor de verwarming en warmtapwater. Dit is een complexe installatie, waarbij een doordacht (hydraulisch) ontwerp cruciaal is voor de goede werking van de installatie. Er zijn geen ontwerpgegevens, tekening van de installatie en een omschrijving van de werking van de installatie aanwezig. De installatie voldoet niet aan de ISSO richtlijnen (ISSO-publicaties 44, 69 en handboek zonne-energie).
-              De lagetemperatuurradiatoren zijn te klein voor de kamers (niet berekend conform ISSO-publicatie 66).
-              Temperatuurregelingen ontbreken grotendeels (niet conform ISSO-publicatie 69).
-              De cv-ketel - onder andere de rookgasafvoer - is niet conform de regelgeving aangesloten, en is lastig bereikbaar (niet conform ISSO Kleintje Gas).
-              Vanuit de kelder zijn alle leidingen in een grote bundel aangebracht. Bij de waterleidingen bestaat hierdoor kans op doorwarming met een risico op legionellavorming (niet conform ISSO-publicatie 30).
-              Verwarmingsleidingen zijn te klein gedimensioneerd voor een systeem met lagetemperatuurverwarming (LTV) (niet conform ISSO-publicatie 18).
-              De buitenunit van de lucht/water warmtepomp staat op het balkon naast de ouderslaapkamer en produceert teveel geluid.

Duurzaam vakmanschap noodzakelijk
De conclusie van ISSO is dat veel installaties in deze woning niet voldoen aan de eisen die aan een goed ontwerp mogen worden gesteld. ‘In de praktijk gaat het helaas vaker mis doordat kennis en regelgeving niet (juist) worden toegepast. Daarvoor kunnen we verschillende redenen aanwijzen, zoals gebrek aan tijd en geld. Om te kunnen voldoen aan de ontwikkelingen zoals de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen, de nieuwe eisen Bouwbesluit en de energietransitie is het van belang om de juiste kennis te kunnen toepassen. De verantwoording hiervoor ligt bij de opdrachtnemer. ISSO zoekt zoveel mogelijk de samenwerking met partners om de nieuwe en juiste kennis te ontwikkelen en verspreiden. Voor de juiste toepassing van deze kennis is vakmanschap noodzakelijk.’

  • september 3, 2019
  • 122 views
Alles over gasverbranding in drie nieuwe ‘ISSO-kleintjes’

Ontwikkelingen als de nieuwe certificeringsregeling voor gasverbrandingsinstallaties, de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen, aangepaste richtlijnen voor rookgasafvoer komen op de professional af. Ontwerpers, installateurs en monteurs van gasverbrandingsinstallaties hebben met tal van nieuwe eisen en ontwikkelingen te maken. ISSO reikt de professional benodigde kennis aan in de vorm van drie nieuwe documenten: Kleintje Gas - ontwerp, Kleintje Gas - montage en onderhoud, en Kleintje CV-service.

Kleintje Gas - ontwerp richt zich primair op de installateur die gasleidingsystemen ontwerpt en/of gasverbrandingsinstallaties ontwerpt waarbij het niet alleen om het gasnet gaat, maar ook om aspecten als luchttoevoer, rookgasafvoer, condensaatafvoer en het uitmondingsbied. Kleintje Gas - montage en onderhoud richt zich primair op de installateur die de installaties aanlegt (niet ontwerpt), in bedrijf neemt en/of het benodigde onderhoud uitvoert. De publicatie richt zich zowel op nieuwe installaties als vervanging, wijziging of uitbreiding van bestaande installaties. Deze publicatie behandelt ook het voorkomen van en de omgang met koolmonoxide (CO) . Kleintje CV-Service richt zich primair op bestaande installaties en veiligheid. Deze publicatie geeft verder een toelichting op de belangrijkste gastechnische begrippen, indeling in toestelklassen, keurmerken en koolmonoxide.

BRL 6000-25 belangrijk onderdeel
De documenten voor monteurs en installateurs bevatten een update van alle regels, normen en verantwoordelijkheden bij het aanpassen, inbedrijf nemen en onderhoud van gasinstallaties. De kennis sluit aan bij de verplichte certificeringsregeling voor iedereen die aan gasverbrandingsinstallaties voor ruimteverwarming en/of warmtapwaterbereiding werkt. Vanaf januari 2021 mogen alleen gecertificeerde bedrijven met vakbekwame monteurs nog werkzaamheden verrichten aan cv-ketels, direct gestookte boilers, geisers en gashaarden. De kennis is afgestemd op de BRL 6000-25. Deze beoordelingsrichtlijn komt binnenkort beschikbaar en beschrijft waar installateurs aan moeten voldoen om voor de certificeringsregeling voor gastoestellen in aanmerking te komen.

Bewijs van goed werk
De Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen komt in de genoemde kennisdocumenten ruimschoots aan bod. Het aantoonbaar leveren van kwaliteit brengt verantwoordelijkheden en risico’s met zich mee. De installateur blijft volgens de wet tien jaar verantwoordelijk voor de opgeleverde installatie. Goed werk afleveren is cruciaal, en dat zal je moeten bewijzen. Elke installateur krijgt te maken met toetsing van plannen en ontwerpen voorafgaand aan, tijdens en na oplevering. Heel belangrijk in het proces is het opleverrapport.

De kennisproducten zijn beschikbaar via kennisbank.isso.nl  

  • april 3, 2019
  • 128 views
Praktijkrichtlijn ‘Telling Legionella in water’ gepubliceerd

NEN heeft de Nederlandse praktijkrichtlijn ‘NPR 6278 - Water - Toelichting bij de telling van Legionella volgens NEN-EN-ISO 11731’ gepubliceerd. Deze richtlijn beschrijft naast de telling, ook het nader identificeren van Legionella verdachte kolonies op grond van hun verschijningsvorm.

De richtlijn, NPR 6278:2019, behandelt een aantal onderwerpen ter toelichting op de beschreven methoden in de norm NEN‐EN‐ISO 11731:2017 voor de telling van Legionella in water. Deze ISO-norm heeft een Nederlands voorwoord, waarin de aanpassingen die gelden voor de Nederlandse situatie worden weergegeven. Deze aanpassingen zijn van toepassing op het onderdeel ‘monstername’. Sinds 1 januari 2019 verwijst de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het nemen en analyseren van monsters ook naar NEN-EN-ISO 11731.

Uitkomsten Legionella-workshop: de basis voor NPR 6278
Ter voorbereiding van het opstellen van deze NPR vond de workshop ‘Legionella: van NEN 6265 naar NEN-EN-ISO 11731’ plaats. Een deel van deze dag stond in het teken om van de deelnemers te horen voor welke onderwerpen uit NEN EN ISO 11731 meer toelichting nodig was. De workshop vormde de basis voor het opstellen van NPR 6278 door de normsubcommissie ‘Microbiologische parameters’, onder leiding van drie projectleiders (Bureau de Wit-Eurofins, Kiwa Inspection & Testing en Vitens).

Legionella in water
Onderzoek naar de aanwezigheid van Legionella in water wordt uitgevoerd omdat het, vooral bij personen met een verminderde weerstand, longontsteking of Ponticac-koorts (legionellose) kan veroorzaken. Dit komt door zogenaamde aerosolvorming van water besmet met Legionella. Daarnaast vormt drinkwater met Legionella een verhoogd risico voor mensen die zich regelmatig verslikken.

  • februari 4, 2019
  • 127 views
ISSO lanceert database met wet- en regelgeving voor gebouwen

Gebouweigenaren, beheerders en technisch dienstverleners kunnen sinds deze week gebruik maken van een database met informatie over wet- en regelgeving voor het beheer en de exploitatie van gebouwen. De database is een initiatief van de gebouwbeheerders van de Rabobank en de TU Delft en door ISSO ontwikkeld. De eerste versie bevat voorschriften voor de meest voorkomende bouw- en installatiedelen in kantoorgebouwen en datacenters.

Veel facilitair managers en beheerders met verantwoordelijkheid voor een gebouw hebben geen overzicht en ook geen zekerheid of zij aan alle regels en wetten voldoen. Vaak leggen zij deze vraag door naar hun adviseur of technisch dienstverlener: geef mij de garantie dat jij ervoor zorgt dat mijn gebouwbeheer compliant is. Hiermee proberen ze ook invulling te geven aan de zorgplicht die ze als werkgever en huisvester wettelijk gezien hebben. Op initiatief van de gebouwbeheerders van de Rabobank en de TU Delft is ISSO een werkgroep gestart die een antwoord op dit vraagstuk heeft geformuleerd. Samen voerden zij een uitgebreide inventarisatie uit die tot de Database Compliance in Gebouwbeheer leidde.

Antwoorden per bouw- en installatiedeel
In de database vindt de gebruiker per bouw- en installatiedeel het antwoord op de drie meest relevante vragen, met directe verwijzingen naar de geldende wet- en regelgeving. Een gebruiker kan op deze manier snel, met hulp van een zoekterm en filters, op verschillende kenmerken de database doorzoeken. De eerste versie van de database, die nu beschikbaar is, bevat de voorschriften voor de meest voorkomende bouw- en installatiedelen in kantoorgebouwen en datacenters.

Luisteren naar de gebruikers
De werkgroep, die deze database realiseerde, wil hem in de komende periode verbeteren en verder uitbreiden. Dit zal gebeuren op basis van de wensen en vragen van gebruikers. Daarom is feedback van gebruikers zeer welkom. “Er is altijd sprake van interpretatie van regelgeving en normering. Ook kunnen gebruikers over de toepassing van bepaalde regelgeving een andere mening hebben. Die inzichten van gebruikers willen we graag verwerken om de database te verbeteren”, zegt van Rob Bergen, directeur van ISSO.

Vertegenwoordigers in werkgroep
De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van Rabobank, TU Delft, Deerns Raadgevende Ingenieurs, Royal Haskoning DHV, Life Cycle Vision en Innax. Omdat deze marktpartijen een database wensen waarin geen ‘gekleurde’ visie de opzet bepaalt, vroegen zij ISSO om als onafhankelijke marktpartij deze database op te zetten. ISSO kan als kennisinstituut de database op een neutrale wijze valideren en het beheer van de database op zich nemen.

Vervolgtraject
“Uiteindelijk streven wij naar een breed gedragen en volledige database die de hele markt kan gebruiken. Het samenstellen is in een aantal rondes gebeurd, omdat al snel bleek dat niet één, twee of drie mensen alle kennis paraat hebben. Je hebt meerdere specialisten van uiteenlopende disciplines nodig, om het overzicht compleet te maken”, zegt Nico Prenen van TU Delft.

In software of apps verwerken
ISSO stelt de database via haar KennisBank aan de gebruiker beschikbaar. Zo kunnen bijvoorbeeld softwaremakers, adviseurs of andere marktpartijen de kennis via een licentie in hun eigen tools of apps verwerken. ISSO zorgt dan voor het up-to-date houden van het overzicht. “Deze database bevat nu praktisch alle regelgeving die van toepassing is op kantoorgebouwen en datacenters. We willen dit graag op basis van de behoeftes van gebruikers verder uitbouwen voor bijvoorbeeld zorginstellingen of hotels”, besluit Van Bergen. “Het doel is dat wij het de marktpartijen zo makkelijk mogelijk maken om zogeheten compliance te realiseren.”

De Database Compliance in Gebouwbeheer is beschikbaar via www.kennisbank.isso.nl

  • december 14, 2018
  • 141 views
Gebouweigenaren calculeren risico op Legionella in

Het bekende onderzoeksprogramma Zembla dook afgelopen woensdag in de wereld van de Legionella. Tijdens de uitzending kwam duidelijk naar voren dat er nog talloze misstanden zijn op het gebied van legionellapreventie. Installatienet sprak na afloop met Eric van der Blom, vakspecialist Sanitaire Technieken van Uneto-VNI. “Gebouweigenaren denken nog te vaak: ‘waar kom ik mee weg?’”

Blom: “Ik vond het een hele gedegen uitzending, die goed in beeld bracht waar de schoen wringt. Een terugkerend thema was dat gebouweigenaren worstelen met het nemen van verantwoordelijkheid om voldoende preventieve maatregelen te nemen of met het naar buiten treden met informatie over besmettingen.”

‘Waar kom ik mee weg?’
“Het lijkt er helaas vaak op dat het veel bedrijven nauwelijks interesseert, dat ze alleen maar denken ‘waar kom ik mee weg?’ Dat merk ik zelf ook, bijvoorbeeld in de toeristische sector. Er worden gecalculeerde risico’s genomen, waarbij niet of te weinig aan medewerkers, klanten of bezoekers wordt gedacht. ‘Legionellapreventie is omslachtig en kost veel tijd en geld. De kans dat het fout gaat en dat we ons voor een rechtbank moeten verantwoorden en een hoge straf opgelegd krijgen, is toch miniem’. Ik kan me daar erg kwaad over maken.”

Doe het voor de volle 100%
“En als je geld steekt in legionellapreventie, dan moet je het als gebouweigenaar voor de volle 100% doen, niet voor 40 of 80%.” De expert Sanitaire Technieken hoort nog regelmatig vanuit het veld dat adviesbureaus voor bodemprijzen een beheersplan (moeten) samenstellen of installateurs niet de mogelijkheid krijgen om een optimale installatie te realiseren, met alle risico’s vandien.

Tunnelvisie
Van der Blom ergerde zich tijdens de uitzending van Zembla ook aan de houding van de betrokken minister. “Door de minister werd geschrokken gereageerd op de bevindingen van Zembla, maar dit soort misstanden zijn al veel langer bekend. Kom op zeg. Daarnaast vind ik dat er sprake is van een tunnelvisie. Men is erg bezig met waterleidingen, maar kijk bijvoorbeeld eens naar de besmettingen via koeltorens. Het is een schande dat er nog steeds geen landelijk goed functionerend registratiesysteem is voor koeltorens waarin alle koeltorens in zijn opgenomen. Ongelofelijk zelfs.”

Niet goed ingelicht
De vakspecialist Sanitaire Technieken is daarnaast teleurgesteld in de GGD. “Ze waren niet goed ingevoerd in de risico’s op besmetting bij afvalwaterzuiveringsinstallaties, bleek wel tijdens de uitzending. Dan loop je achter qua kennis, want ook dat is al langer bekend.”

Anderen aan zet
“De installatiebranche heeft het thema legionellapreventie al lang opgepakt, ik vind dat nu de andere betrokken partijen aan zet zijn. Er moet eerst eens gedegen onderzoek worden verricht onder auspiciën van het RIVM, om vast te stellen welke bronnen van besmetting er zijn. Vervolgens is het de taak van de overheid om een coherent beleid uit te stippelen en de naleving te borgen.”

Niet alleen legionellapreventie
Uiteindelijk, zo zegt Van der Blom, draait het niet alleen om legionellapreventie. “Heel Nederland is gebaat bij schone en optimaal werkende waterinstallaties, want op die manier waarborg je niet alleen de gezondheid, maar ook het (gebruikers)comfort en bespaar je energie.”

  • september 20, 2018
  • 121 views
ISSO brengt richtlijn uit die het ontwerp van gebouwbeheer transparant maakt

Een effectief gebouwbeheersysteem (GBS) zorgt voor een integrale besturing en bediening van alle technische installaties, zoals de centrale verwarming, de luchtverversing en luchtbehandeling, maar bijvoorbeeld ook de zonwering en de verlichting. Wanneer het ontwerp van een GBS niet bij aanvang al is opgezet voor al deze functies brengt dat later onnodige kosten met zich mee. ISSO brengt hiervoor publicatie 115 uit, waarmee de gebouwbeheerder een richtlijn heeft voor het in kaart brengen van de ontwerpeisen voor een GBS.

De publicatie geeft meer structuur bij het opstellen van deze ontwerpeisen en daarmee meer inzicht in de totstandkoming van deze systemen. Tot op heden waren er nog geen ontwerpspecificaties bekend die vanuit het perspectief van de gebouwbeheerder of -eigenaar naar een gebouwbeheersysteem kijken.

Instrument
Projectcoördinator Arjan Schrauwen van ISSO werkte mee aan de totstandkoming van de ISSO-publicatie. “Het is voor gebouwbeheerders soms lastig om te verwoorden wat zij met het systeem willen”, aldus Schrauwen. “Met de ISSO-publicatie 115 helpen we de beheerders een om de ontwerpeisen voor een gebouwbeheersysteem op transparante wijze te formuleren. Hierdoor is het voor ontwerpers, adviseurs en installateurs ook direct duidelijk wat er van hen wordt verwacht.”

Inhoud
De ISSO-publicatie 115 beschrijft het doel van een gebouwbeheersysteem, het facilitaire proces, welke vier soorten gebruikers (persona’s) een gebouwbeheersysteem in de meeste situaties heeft en een eisenpakket voor gebouwautomatisering en -beheer. Daarnaast komen in de publicatie ook een quickscan voor de bepaling van het algemene uitrustingsniveau en de specifieke uitwerking op uitrustingsniveau aan bod. De ISSO-publicatie bevat verder een begrippenlijst en een lijst met relevante afkortingen zodat iedereen dezelfde ‘taal’ spreekt.

Waaraan moet een GBS voldoen?
Schrauwen ziet de ISSO-publicatie 115 vooral als een ‘voorzet’ voor gebouwbeheerders zodra zij aan het ontwerp van gebouwbeheersystemen willen werken. “De publicatie bevat bijvoorbeeld tabellen waarin beheerders kunnen aangeven hoeveel nadruk er ligt op de verschillende onderdelen van het gebouwbeheersysteem. Moet een specifiek onderdeel tot in de puntjes worden uitgewerkt, of is voldoende als het alleen in de basis is afgewerkt? Uiteraard kunnen gebouwbeheerders zelf hun eigen invulling geven aan deze tabellen en werkwijze.”

Periodieke update
Schrauwen: “De ISSO-publicatie 115 werkt met de standaarden en de technieken die er nu zijn, maar standaarden kunnen veranderen en technieken verouderen op den duur. Daarom brengen we periodiek een digitale update uit van deze én andere ISSO-publicaties. We werken de publicatie dan bij naar de realiteit van nu. Hiermee voorkomen we dat de publicatie door de actualiteit wordt achterhaald.”

ISSO-publicatie 115 is beschikbaar via kennisbank.isso.nl

  • maart 14, 2018
  • 144 views
Legionellascan voor collectieve leidingwaterinstallaties

Vanmiddag introduceert kennisinstituut ISSO de LegionellaScan. De lancering vindt plaats op de stand van Envaqua tijdens de beurs Aqua Nederland in Gorinchem. Met de LegionellaScan kunnen eigenaren en beheerders van collectieve leidingwaterinstallaties in gebouwen stap voor stap ontdekken of zij de juiste maatregelen treffen en of zij aan de voor hen geldende, wettelijke regelgeving voldoen.

“Voor gebouweigenaren en -beheerders is het nog altijd erg lastig om exact te weten welke wetgeving van toepassing is en welke regels zij moeten naleven. Met de LegionellaScan hebben wij een hulpmiddel ontwikkeld dat stap voor stap duidelijk maakt aan welke regels, en op welke wijze, je moet voldoen”, vertelt Irene van Veelen, projectcoördinator en sanitair specialist bij ISSO. De LegionellaScan is tot stand gekomen in een gezamenlijk project van ISSO, Imiq Advies en Holland Water. De digitale tool is mede ontwikkeld naar aanleiding van een breed opgezet onderzoek dat ISSO vorig jaar onder gebouweigenaren en beheerders heeft uitgevoerd. Daarin gaf driekwart van de respondenten aan op een bepaald moment een legionellabesmetting in de installaties te hebben gehad.

Geen onwil
“Het is geen onwil bij eigenaren en beheerders, maar de reden dat er nog zoveel fout gaat in de uitvoering van Legionellapreventie, heeft gedeeltelijk te maken met het gebrek aan duidelijkheid. Het is lastig om exact te weten waaraan je moet voldoen. Adviseurs zouden de eigenaren daarbij moeten helpen, maar ook zij doorzien vaak niet de volledige reikwijdte van de regelgeving. Met de LegionellaScan krijgen eigenaren dat inzicht, maar het kan ook adviseurs helpen om hun klanten een objectief overzicht te geven van de verplichtingen en maatregelen die noodzakelijk zijn”, vertelt Irene van Veelen.

Stapsgewijze aanpak
De LegionellaScan is, na eenmalige registratie via MijnISSO, gratis beschikbaar in de ISSO-KennisBank via kennisbank.isso.nl. De scan bestaat uit een digitale, stapsgewijze aanpak waarbij de gebruiker, vraag voor vraag, meegenomen wordt door de regels en benodigde maatregelen. De scan start met de vraag onder welke categorie de locatie van de gebruiker valt. Dit bepaalt of er sprake is van een zogenoemde ‘prioritaire locatie’ en welke voorschriften van toepassing zijn. Vervolgens volgt een vraag of er al een risicoanalyse van de leidingwaterinstallatie is gemaakt door een BRL6010-gecertificeerd adviesbureau. Daarna gaat de scan verder met inhoudelijke vragen over de installatie en de aanpassingen die er zijn gedaan. Of juist niet zijn gedaan. Onder elke vraag biedt de scan een korte, inhoudelijke toelichting die het beantwoorden van de vraag eenvoudiger maakt, met een verwijzing naar de wetgeving. Het resultaat van de scan geeft uiteindelijk aan welke vorm van beheer wel of niet mogelijk en noodzakelijk is.

Collectieve waterleidingsystemen
“Met de LegionellaScan focussen we nu op eigenaren en beheerders van collectieve waterleidingsystemen. Dan gaat het over ziekenhuizen, zorginstellingen, asielzoekerscentra en gevangenissen, zwembaden met sauna’s, hotels, bed & breakfast, kampeerterreinen, wegrestaurants met douches en jachthavens. Vanzelfsprekend kunnen ook andere eigenaren, die vermoeden dat zij iets aan legionellapreventie moeten doen, de scan uitvoeren”, vertelt Irene van Veelen. “De scan is niet bedoeld voor bedrijven met een koeltoren. Het is niet uitgesloten dat we daarvoor in de toekomst ook een dergelijke scan maken, maar deze uitvoering is daarvoor niet geschikt.”

Anoniem invullen
Als de scan volledig is doorlopen, kunnen de gebruikers van de tool een rapport afdrukken. Dit geeft hen een goede indicatie van de status van hun systeem in relatie tot de bescherming tegen legionella. “Mensen kunnen de scan volledig anoniem invullen, ondanks de registratie”, benadrukt Irene van Veelen. “Voor ons is het van belang dat we weten met welke type eindgebruiker we te maken hebben, en daarnaast hoe en hoe vaak de scan wordt ingevuld. Die informatie kunnen we dan weer gebruiken om de scan te verbeteren en om gerichte informatiecampagnes op te zetten om specifieke doelgroepen beter te informeren. Dat is namelijk een van de actiepunten die we, naar aanleiding van ons onderzoek vorig jaar, hoog op de agenda hebben gezet. De gegevens die ISSO opslaat, zijn echter niet herleidbaar naar de individuele eindgebruiker. Dat zou de bereidheid om de scan te gebruiken enorm verminderen vanwege de gevoeligheid van de informatie.”

 

  • december 22, 2017
  • 140 views
Communicatie ook belangrijk bij ontwerp energiecentrale met WKO

Jaarlijks komen er vele WKO-systemen bij in ons land. Dat betekent dat steeds meer installatiebedrijven met deze werkzaamheden te maken krijgen. Naast kennis van het ontwerpen van de bovengrondse installatie moet de installateur ook kunnen communiceren met de andere betrokken partijen. Om die reden besteedt ISSO in haar nieuwe publicatie 39 niet alleen aandacht aan het ontwerp van de energiecentrale voor een WKO maar ook aan de communicatie tussen de verschillende fases en de betrokken partijen.

“In de eerste uitgaven van de ISSO-publicaties hebben we zeker wel aandacht besteed aan communicatie”, vertelt Jan Aerts, projectcoördinator bij ISSO. “Maar voortschrijdend inzicht maakt dat we nu bij de herziening van ISSO-publicatie 39 (‘Energiecentrale met warmte en koude opslag (WKO)’) nog meer aandacht en tijd hebben besteed aan die communicatie. De introductie van communicatietabellen in deze nieuwe Publicatie 39 is dan ook de belangrijkste wijziging.” Daarnaast beschrijft de publicatie vanzelfsprekend ook de huidige stand van zaken voor de ontwerpprocedures en de benodigde activiteiten voor realisatie, onderhoud en beheer.

Perfecte afstemming is noodzakelijk
Via een WKO-systeem kunnen we energie in de bodem opslaan en benutten. Op die manier zorgt deze techniek ervoor dat we gebouwen en processen duurzaam kunnen verwarmen en/of koelen. Maar voor een goed werkend WKO-systeem is er een perfecte afstemming nodig tussen het ondergrondse systeem, de energiecentrale die de warmte en koude opwekt, én de installatie in het gebouw die de afgifte verzorgt. “In de praktijk zijn voor al deze onderdelen vaak verschillende partijen – zowel adviseurs, ontwerpers, als installateurs – verantwoordelijk. Als er na oplevering problemen ontstaan, blijkt in veel gevallen het gebrek aan afstemming en onderlinge samenwerking de oorzaak”, zegt Jan Aerts. De communicatietabellen geven richtlijnen en handvatten om die afstemming en communicatie tussen de partijen effectief en gestructureerd te laten verlopen.

Consequent in alle publicaties
De communicatietabellen zijn niet alleen toegevoegd aan de vernieuwde ISSO-publicaties 39 maar ook aan de recent verschenen ISSO-publicatie 72 (Ontwerp van individuele en kleine elektrische warmtepompsystemen) en ISSO-publicatie 73 (Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaars). Daarnaast zijn de communicatietabellen ook toegevoegd aan de documenten die de boorbedrijven moeten naleven bij hun certificering. Deze bedrijven certificeren zich via BRL SIKB 11.000 en baseren zich daarbij op Protocol 11.001.

Vaker onderlinge afstemming
“Wij verwachten dat die communicatietabellen echte verbeteringen zullen laten zien door een frequentere 1 op 1 afstemming tussen de ontwerpers van het bodemsysteem, de energiecentrale en het gebouwgebonden systeem. Ze krijgen allemaal met dezelfde protocollen te maken. Het gaat maar om één ding: de bovengrondse en ondergrondse installatie moet als één geheel functioneren. Dat kan alleen als we de verschillende partijen dwingen om bepaalde communicatiestrategieën met elkaar na te leven. En dat is precies wat die communicatietabellen voorschrijven”, zegt Aerts.