• juli 7, 2017
  • 139 views
Er komt één keurmerk voor NOM

Stroomversnelling en Stichting Excellent Conceptueel Bouwen (SECB) willen komen tot één borgingssysteem. Nu bestaat de NOM Keur van Stroomversnelling en het Predicaat Excellent Concept met NOM-label. Beide borgen de prestatie van een concept, in het bijzonder op nul-op-de-meter. Eén keurmerk moet meer duidelijkheid geven en zekerheid over NOM- en andere prestaties.

Sinds 2014 toetst de Stichting Excellent Conceptueel Bouwen aanbieders van concepten jaarlijks of zij hun concepten en beloften waarmaken. Bij voldoende resultaat krijgen ze het Predicaat Excellent Concept. Sinds 2016 is het Predicaat uitgebreid met een NOM-label. Alleen wie het predicaat Excellent heeft kan ook het NOM-label ontvangen. De Stichting wil haar NOM-toets meer diepgang geven en zoekt die expertise bij Stroomversnelling.

NOM Keur voor nul-op-de-meterproposities
Het NOM Keur is een initiatief van Stroomversnelling. Het werd in februari 2016 gelanceerd en garandeert kwaliteit in nul-op-de-meterrenovaties. Het keurt naast de energieprestaties, ook op onder andere woongenot en binnenklimaat. Het NOM Keur bestaat uit drie delen; een toets van de propositie, op de toepassing ervan en tijdens de levensduur. Pas wanneer alle drie de onderdelen goed zijn, ontvangt de bouwer een NOM Keur. Stroomversnelling wil haar toets van de renovatieconcepten meer diepgang geven en uitbreiden naar nieuwbouw. Ze zoekt die expertise bij het SECB.

Belangrijke stap
Door gebruik te maken van elkaars expertise en door ieders aanpak op elkaar af te stemmen wordt de herkenbaarheid groter, gaat de kwaliteit omhoog en kunnen de kosten omlaag. Pieter Huijbregts, secretaris SECB zegt hierover: “Dit is een belangrijke stap naar voortdurende verbetering van het aanbod van concepten en van NOM.” Leen van Dijke, voorzitter Stroomversnelling voegt daar aan toe: “Leden van Stroomversnelling drongen eertijds sterk aan op realisatie van de NOM Keur, zodat er eenduidigheid in de markt zou ontstaan over wat nul-op-de-meter nu precies is en bouwers zich kwalitatief zouden kunnen onderscheiden. Deze stap draagt daar aan bij. Eenduidigheid over NOM en één Keurmerk.”

Samen één loket
Vanaf 1 oktober 2017 hoeven aanbieders niet meer bij twee aparte organisaties aan te kloppen. Achter één loket wordt de concepttoets door SECB gedaan en de NOM-toets door de Stroomversnelling. Apart het Predicaat Excellent Concept of het NOM Keur krijgen blijft mogelijk. Wie beide toetsen wenst, bespaart significant op de kosten. Als blijkt dat deze samenwerking een succes is, wordt een volgende stap in de integratie gemaakt.

 

  • maart 15, 2017
  • 127 views
Nieuw Europees keurmerk voor HVAC-R producten

Eurovent Certita Certification (ECC), de Europese certificatie-instelling voor binnenklimaat, ventilatie, luchtkwaliteit, proceskoeling en koude, heeft op de vakbeurs ISH de lancering van een nieuw keurmerk aangekondigd: ‘NEx Nature of Excellence’. Het keurmerk zal een kwalificatie worden voor hoogwaardig geproduceerde producten bestemd voor verwarming, ventilatie, airconditioning en koeling (HVAC-R). Gelet zal vooral worden op criteria zoals energieprestatie, duurzaamheid en recyclevermogen. Het certificaat kan uitsluitend worden toegekend aan productseries die al een Eurovent Certified Performance erkenning hebben gekregen en gefabriceerd zijn door fabrikanten met een ISO 9001 en ISO 14001 erkenning.

Eurovent certificeert al ruim 20 jaar HVAC-R producten. Inmiddels is 67% van deze in Europa verkochte producten door dit certificeringsinstituut gecertificeerd. Het ‘Certified Performance’ certificaat garandeert dat producten een onafhankelijke controle hebben ondergaan. De nieuwe ‘NEx Nature of Excellence’ zal gaan gelden voor HVAC-R producten die 10 tot 15% van de markt vertegenwoordigen. Fabrikanten kunnen zich met deze certificering extra onderscheiden.

[related_post themes=”text”]

  • augustus 16, 2016
  • 133 views
Gevaarlijk als bouwsector eigen kwaliteit en veiligheid controleert

bouwkwaliteitUit een proef van de gemeente Den Haag blijkt dat er gevaarlijke situaties ontstaan als de bouwsector zelf de kwaliteit en veiligheid in de bouw gaat controleren, zoals minister Blok (wonen) wil. Dit meldt Dagblad Trouw. Blok wil de verantwoordelijkheid weghalen bij de gemeenten en neerleggen bij de sector zelf. Medio april stuurde hij hiertoe het voorstel voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen naar de Tweede Kamer. De proef startte eind 2014 en loopt nog steeds door.

De bouwsector in Den Haag huurt momenteel zelf onderzoeksbureaus in om de kwaliteit en de veiligheid te controleren. Maar hun toetsingsrapporten blijken oppervlakkiger te zijn dan de gemeente gewend was. Ook kreeg Den Haag vaak geen opleverdossiers aangeleverd, terwijl dat wel de afspraak was. Daardoor heeft de gemeente nu te maken met bewoonde woningen ‘zonder dat bekend is in hoeverre bewoning van de panden verantwoord is’, aldus het rapport. ‘Het risico bestaat dat nietsvermoedende bewoners, zonder het te weten, ondeugdelijke woningen hebben betrokken.’

[related_post themes=”text”]

  • augustus 9, 2016
  • 147 views
Vraag om verplichte erkenningsregeling wordt breed gedragen

Uit recent onderzoek blijkt dat een ruime meerderheid van de installateurs voorstander is van een verplichte en mogelijk zelfs strengere erkenningsregeling. Uneto-VNI en andere branchepartijen sluiten zich hier bij aan. Ook het onafhankelijk nationaal kwaliteitsregister van de (duurzame) bouw- en installatietechniek, QBISnl, maakt zich inmiddels sterk voor erkende of gecertificeerde installatiebedrijven. QBISnl heeft tot taak consumenten bewust te maken van het belang van kwaliteit en vakbekwame installatiebedrijven vindbaar te maken. Het kabinet moet overigens nog een beslissing nemen over zo’n verplichte erkenningsregeling.

Vooral als het gaat over gasinstallaties moet een strengere erkenningsregeling bedrijven uitsluiten die hun zaken niet op orde hebben. Zo ontstaan volgens de Onderzoeksraad voor de Veiligheid koolmonoxide ongelukken met name door de onhandigheid van klussers en bedrijven die het niet zo nauw nemen met de voorschriften. Met name is het opvallend dat er steeds meer ongelukken gebeuren met relatief jonge cv-ketels.

[related_post themes=”text”]

  • december 21, 2015
  • 187 views
Overheid start handhaving aircokeuring

Als eigenaar of gebruiker van een airconditioningsysteem ben je sinds 1 december 2013 verplicht om één keer in de vijf jaar een aircokeuring uit te laten voeren. Dit geldt voor alle systemen met een koelvermogen van meer dan 12 kW (op gebouwniveau). De overheid is dit najaar gestart met handhaving hierop. De aircokeuring is een verplichting uit de EPBD wetgeving die per 1 december 2013 van kracht is. Airconditioningsystemen moeten gekeurd worden door een EPBD deskundige. De aircokeuring is in het leven geroepen om meer energiebesparing te realiseren bij airconditioningsystemen in het kader van de ‘2020’ doelstellingen. Er is een instroomschema voor bestaande airconditioningsystemen. Systemen ouder dan 2003 moeten al gekeurd zijn volgens dit schema. Alle systemen die voor 30 november 2008 in gebruik zijn genomen moeten per 1 januari aanstaande gekeurd worden. Het onderdeel van het airconditioningsysteem dat als eerste in gebruik is genomen is bepalend voor het keuringsmoment. De overheid heeft dit najaar de eerste bedrijven aangeschreven om te bekijken of zij aan de verplichting hebben voldaan. Op de website van de NVKL, brancheorganisatie koudetechniek & klimaatbeheersing, zijn alle ins & outs te vinden over de aircokeuring, www.nvkl.nl/aircokeuring. Hier is ook een video over de EPBD aircokeuring te vinden. De NVKL heeft een app ontwikkeld waarmee gecertificeerde NVKL-leden EPBD-keuringen kunnen uitvoeren. Een register van EPBD deskundigen is te vinden op www.nvkl.nl/leden

  • november 23, 2015
  • 137 views
Onderzoeksraad voor Veiligheid onderstreept noodzaak vakmanschap

Het rapport ‘Koolmonoxide, onderschat en onbegrepen gevaar’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid is kritisch over de installatiesector. Met de kritiek gaan diverse organisaties binnen de installatiesector aan de slag. Het rapport onderstreept het grote belang van vakmanschap. Het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV), gepubliceerd op 18 november 2015, stelt dat 46% van de (bijna-) ongevallen wordt veroorzaakt door cv-installaties en niet alleen door verouderde geisers of gebrek aan onderhoud, zoals vaak wordt verondersteld. De helft van de cv-installaties die problemen veroorzaken is minder dan tien jaar oud en daarvan heeft twee derde een onderhoudscontract. Waarom geven gasinstallaties zoveel ongevallen? Het rapport beschrijft een aantal vaak voorkomende factoren, waaronder: foutieve montage onjuiste uitmonding rookgasafvoer lekken in de rookgasafvoer winddruk en ventilatie foutieve instellingen in de cv-ketel. Vaak is sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Ook wordt in veel gevallen bij onderhoud alleen naar de cv-ketel gekeken terwijl het totale systeem aandacht verlangt. Behalve naar installatiefouten kijkt het rapport ook naar fabrikanten. Zij behoren toestellen te maken die storingsbestendig en ‘failsafe’ zijn. Daarbij moeten de fabriekshandleidingen duidelijker worden, aldus de OvV. De invloed van de consument wordt eveneens genoemd in het rapport. Twee derde van de installateurs ervaart een spanningsveld tussen veiligheid enerzijds en dienstverlening anderzijds. Consumenten zoeken naar de goedkoopste aanbieder wat ten koste gaat van kwaliteit. Niet alle consumenten hebben er bijvoorbeeld begrip voor als bij ketelvervanging ook de rookgasafvoer moet worden geïnspecteerd en zo nodig vervangen. Met de kritiek van het OvV gaan diverse organisaties binnen de installatiesector aan de slag, waaronder brancheorganisatie Uneto-VNI en Kwaliteit voor Installaties Nederland (KvINL) . Alle kennis die nodig is voor veilige installatie en voor het onderhoud is beschikbaar in wet- en regelgeving. Die kennis moet in de regel vertaald worden naar praktijkgerichte documenten, de taak van ISSO, kennisinstituut voor de installatiesector. OvV stelt in haar rapport dat het ISSO-kleintje…

  • november 20, 2015
  • 133 views
“Onbekwaamheid leidt tot koolmonoxide-misstanden”

Het zal u niet ontgaan zijn, er hebben zich nare ongevallen met koolmonoxide voorgedaan. De cv-ketel is in opspraak. Of eigenlijk: de installateur. De verschillende kwaliteitslabels zoals keurmerken, erkenningen en certificeringen bieden te weinig garantie voor daadwerkelijk professionele aanleg en veilig onderhoud, zegt de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Inmiddels hebben verschillende installateurs gereageerd op onze facebookpagina. “Ik ben als installateur benieuwd waar nu precies de problemen liggen”, zegt Eddy Weber, “Volgens mij ligt het niet direct aan de ‘nieuwe’ ketel. In een voorbeeld op de radio werd één geval besproken. Hiervan heeft de rookgasaansluiting op de ketel losgelaten. Het ligt dus niet aan de ketel zelf, maar de aansluitingen op/aan de ketel en aan de onbekwaamheid van degene die het heeft gemonteerd. In mijn omgeving zie ik veel misstanden bij installaties die zijn aangebracht door klusbedrijven, kleine aannemers, enz. De overheid pleit nu voor ‘aanvullende’ maatregelen, maar was het niet de overheid die heeft toegestaan dat een groenteboer nu een ketel kan en mag installeren? Ook denk ik dat de crisis hier een bijdrage aan heeft geleverd. Bij een markt onder spanning moet alles goedkoper, sneller en wordt er minder aan scholing gedaan, waardoor bij veel mensen/bedrijven de kwaliteit toch achteruit gaat.” “Vandaag het hele rapport gelezen”, laat Bert Bos Sr. ons weten. “Een en ander wordt door de media helaas weer niet correct naar buiten gebracht. Het rapport is erg zorgvuldig samengesteld en wat voor mij telt, is dat de aanbeveling aan de minister luidt: ‘Terug naar een gefundeerde erkenningsregeling, net als het vroeger was, en gelijk aan de andere Europese landen.” Komt u in de dagelijkse praktijk ook misstanden tegen, slecht uitgevoerd werk, lekkende ketels of niet aangesloten rookgasafvoeren? Laat het ons weten via onze sociale mediakanalen: @installatienet.nl, Facebook of via mail. En laat uw mening horen!

  • november 19, 2015
  • 135 views
Koolmonoxidegevaar onderschat

Uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar koolmonoxideongevallen blijkt dat 46% van de ongevallen gebeurt met een cv-installatie; het merendeel modern en goed onderhouden. Dit wijkt af van het beeld dat vooral oude geisers of slecht onderhouden toestellen te veel koolmonoxide zouden produceren. Verder constateert de Onderzoeksraad in het op 18 november gepubliceerde rapport dat periodiek onderhoud aan installaties geen afdoende bescherming vormt tegen koolmonoxideongevallen. De verschillende kwaliteitslabels zoals keurmerken, erkenningen en certificeringen bieden te weinig garantie voor daadwerkelijk professionele aanleg en veilig onderhoud. Ook koolmonoxidemelders vervullen hun waarschuwende functie niet vlekkeloos. Tot nu toe wordt aangenomen dat jaarlijks ten minste vijf à tien dodelijke slachtoffers vallen door blootstelling aan een verhoogde concentratie koolmonoxide en enkele honderden gewonden. Naar inschatting van de Raad is de omvang van het probleem met koolmonoxide drie tot vijf keer zo groot. De symptomen van koolmonoxidevergiftiging worden echter vaak niet herkend zodat een juiste diagnose uitblijft. Komt u in de dagelijkse praktijk ook misstanden tegen, slecht uitgevoerd werk, lekkende ketels of niet aangesloten rookgasafvoeren? Laat het ons weten via onze sociale mediakanalen: @installatienet.nl, Facebook of via mail. En laat uw mening horen!  

  • september 18, 2015
  • 132 views
‘Register monteur doorvoeringen’ geopend

In juni liet de Stichting Register Montage Expert Brandveiligheid voor het eerst van zich horen. Na vele oriënterende en afstemmende gesprekken opent de stichting nu haar eerste register, dat voor monteurs van brandwerende doorvoeringen. De stichting is opgericht om met registers bij te dragen aan een betere kwaliteit van montage van met name bouwkundige brandpreventie. Uit de periode na introductie blijkt dat het initiatief voldoet aan een behoefte van zowel aanbieders als afnemers. De stichting is tot een curriculum voor opleidingen en gewenste toelatingscriteria voor deelname aan het register gekomen. Voorafgaand hieraan zijn er gesprekken gevoerd met fabrikanten, installatiebedrijven, monteurs, opleidingsorganisaties, (semi) overheden, gebouwconsumenten en brandveiligheidsadviseurs en – inspecteurs. Deze gesprekken hebben ertoe geleid dat de toelatingseisen voor het register nu zijn vastgesteld. Een belangrijk onderdeel daarvan is de opleiding. Een aantal opleiders voldoen inmiddels aan de eisen. Een actuele lijst is opvraagbaar bij de stichting. De opleiding die een monteur gevolgd moet hebben om zich aan te sluiten bij het MEB register valt uiteen in een theoretisch- en praktisch deel. In het theoretische deel is nu sprake van generieke en specifieke onderwerpen. Bij generieke (algemene) onderwerpen moet u denken aan onderwerpen als wetgeving, normering, het kunnen lezen van bouwtekeningen, de verschillende soorten afdichtingen en de wijze waarop dat moet gebeuren, hoe om te gaan met verschillende isolatietypen, het kunnen maken van een logboek etc. Het specifieke deel van de theoretische opleiding is productgebonden theorie. Het werken met product X is immers anders dan het werken met product Y. Hoe dik moet een coating of verf bijvoorbeeld zijn, wat is de afwerklengte, mag een manchet groter zijn dan de leidingdiameter en is deze u/u of u/c getest? Allemaal product specifieke kennis dus. Dit gaat ook op voor het praktijkdeel. Ook deze is product gebonden en dit deel van de opleiding zal dus gegeven moeten worden door een producent al of…

  • juni 12, 2015
  • 134 views
Register vakbekwame monteurs brandwerende producten

Monteurs, eindgebruikers, installatiebedrijven, en producenten worden regelmatig geconfronteerd met ondeugdelijke toepassing van materialen en systemen. Hierdoor ontstaat een schijnveiligheid waarvan de opdrachtgever in letterlijk en figuurlijke zin de rekening gepresenteerd krijgt. Brandveiligheid is alleen dán effectief als met kennis van zaken wordt gewerkt en betrokkenen verantwoording nemen voor wat ze doen. Monteurs met vakkennis zijn tot nu toe onherkenbaar. Producenten investeren veel in de ontwikkeling van producten, maar als deze onjuist worden gemonteerd zijn ze waardeloos. Installatiebedrijven met deelnemende monteurs en deskundige zelfstandige monteurs kunnen zich onderscheiden van partijen die ondeugdelijke afdichtingen monteren. Om aan deze ongewenste situatie aan einde te maken, is Stichting Register Montage Expert Brandveiligheid (MEB-register) opgericht. MEB-register wil zich inzetten voor een brandveiliger Nederland. Het doel is de kwaliteit en deskundigheid van montage van brandwerende producten te bevorderen en beschermen. Om zich te kunnen registreren, moeten monteurs aan de criteria van de stichting voldoen. Ze zullen onder meer aan moeten kunnen tonen dat ze een goede praktische en theoretische opleiding hebben gehad en dat ze één jaar minimaal 50% werkzaam zijn in dit vakgebied. Daarnaast moeten ze bereid zijn werk te laten zien aan onafhankelijke controleurs. Geregistreerden die voldoen aan de criteria zijn daarna gekwalificeerd monteur en herkenbaar als MEB-geregistreerd. Zij mogen dan de titel ‘MEB’ dan achter hun naam voeren. Deelnemers zijn monteurs die zelfstandig of in loondienst werken. De stichting zal speciaal voor de deelnemers activiteiten organiseren, zoals opfrisavonden bijscholingen, begeleiding en bijeenkomsten. In de door de stichting goedgekeurde opleidingen, die zowel door producenten als onafhankelijke opleidingsinstituten gegeven kunnen worden, zullen praktijk en theorie aan bod moeten komen met onderwerpen als regelgeving, normering, en het kunnen lezen van testrapporten en bouwtekeningen. Zo hebben en houden deelnemers vakkundigheid op het gebied van de brandveiligheid, vergroten ze de kwaliteit van hun kennis en vaardigheden en houden dit in stand. Daarnaast onderzoekt de stichting de kwaliteit van…