• januari 26, 2021
  • 52 views
Nederlander ziet zichzelf niet snel in de techniek werken

Hoewel Nederlanders de kansen kennen van het technische vakgebied, laten ze werken in de technische branche liever aan een ander over. Zo geeft 49 procent aan dat een baan in de techniek niet bij hem/haar past, tegenover slechts 30 procent die zichzelf wel in de techniek ziet werken. Dit blijkt uit onderzoek onder ruim 1500 Nederlanders, uitgevoerd in opdracht van Techniekopleiding.nl. Dat techniek een cruciaal vakgebied is, ziet Nederland overduidelijk in. 85 procent geeft aan dat zonder technici het Nederlandse bedrijfsleven niet zou draaien.

Er zijn verschillende oorzaken waardoor men zichzelf niet in de techniek ziet werken. Zo heeft 20 procent de indruk dat een baan in de techniek lichamelijk te zwaar voor hen is en denkt 16 procent dat technici weinig verdienen. Ook heerst het beeld dat je voor technische beroepen handig moet zijn, wat mensen kan weerhouden om de stap naar de techniek te zetten. Uit het onderzoek blijkt dat ruim vier op de tien Nederlanders graag handig genoeg zou willen zijn voor een technisch beroep, tegenover 22 procent die deze behoefte niet heeft.

Gebrek aan nieuwe aanwas
John Huizing, directeur van Techniekopleiding.nl: “Het is opvallend dat veel Nederlanders zichzelf niet in de techniek zien werken, ondanks dat zij wel inzien dat het een mooi en kansrijk vakgebied is. Bovendien zet techniek de motor van de Nederlandse economie in een hogere versnelling. We kampen al jaren met een tekort aan technici; wat te verklaren is door een gebrek aan nieuwe aanwas. Er is enorm veel vraag naar veel en goed opgeleide technische vakmensen. Hiervoor is het enthousiasmeren van starters, zij-instromers en technici essentieel. Het is van belang dat mensen inzien hoeveel verschillende kanten je op kunt binnen de techniek. Ik durf mijn hand er voor in het vuur te steken dat er voor 9 op de 10 mensen een passende baan in de techniek te vinden is. Wij hebben met ons platform Techniekopleiding.nl een plek gecreëerd waar mensen met allerlei beroepsachtergronden gericht advies over loopbaanperspectief snel en overzichtelijk gepresenteerd krijgen.”

Positief beeld van techniek
Nederlanders hebben positieve associaties met techniek. De meest voorkomende associaties zijn ‘IT’ (32%), ‘uitdagend’ (31%) en op een gedeelde derde plaats staan ‘essentieel’ en ‘creatief’ (29%). Opvallend is dat vrouwen vaker de associatie ‘moeilijk’ hebben dan mannen, respectievelijk 26 en 11 procent. Mannen associëren techniek juist veel vaker met ‘interessant’ (31%) en ‘afwisselend’ (29%), tegenover slechts 17 en 18 procent van de vrouwen.

[pt_view id="cdf86e3wyj"]

  • mei 11, 2020
  • 55 views
Opleidingsbedrijf wil nieuwe leerling monteurs werven voor na coronacrisis

Opleidingsbedrijf IW Nederland zet extra in op de werving van studenten voor installatietechniek en elektrotechniek. “De vraag naar leerlingen zal komende maanden mogelijk afnemen maar de vraag naar vakbekwame installatie- en elektromonteurs neemt na de crisis alleen maar toe”, stelt Ronald Olij, voorzitter van IW Nederland en directeur van IW Noord-Holland. “We zetten daarom alles op alles om veel nieuwe leerling-monteurs te werven en - bij tijdelijk afnemende vraag – kunnen er duobanen worden gecreëerd met twee leerling-monteurs op één plek bij een bedrijf.

Het opleidingsbedrijf werkt momenteel aan plannen om intensief nieuwe studenten te werven voor Beroeps Begeleidende Leerwegtrajecten (BBL) in de installatiebranche. Dit gebeurt middels online instrumenten om jongeren kennis te laten maken met het technisch vakonderwijs. Ook zijn er plannen in de maak om open dagen te organiseren waarin jongeren, op gepaste afstand, toch kennis kunnen maken met het techniekonderwijs en de vakdocenten. “We kunnen door de coronamaatregelen weliswaar minder in groepen doen, maar dat maakt de kennismaking misschien wel persoonlijker en meer tastbaar. We zoeken het ook meer in beleving en zelf dingen doen.”

Baangarantie
IW Nederland zet ook alle zeilen bij om ervoor te zorgen dat zittende BBL’ers door de coronacrisis niet gehinderd worden hun opleiding af te ronden. “Ook willen we dat ze hun baangarantie behouden. Na elke crisis is er namelijk weer grote vraag naar installatie- en elektromonteurs.” Het bedrijf leidt jongeren op in Beroeps Begeleidende Leerwegtrajecten. De MBO-studenten gaan een dag in de week naar school, krijgen een dag in de week praktijkopleiding  en werken drie dagen bij een leerbedrijf.
Door de coronamaatregelen van de overheid hebben veel leerbedrijven moeite om de BBL’ers aan het werk te houden. IW Nederland constateert niettemin dat de leerbedrijven de MBO-ers, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften van het RIVM, zoveel mogelijk blijven inzetten.

Investeringen
Leerbedrijven investeren veel in de studenten. De vraag naar vakbekwaam personeel in de installatiebranche is groot. In de meeste gevallen komen de jongeren, na hun studie, dan ook bij het leerbedrijf in dienst. “We zien niet graag dat een leerbedrijf de investeringen in een student in rook op ziet gaan doordat die door de coronacrisis thuis komt te zitten en zijn studie niet afrondt. Dat is slecht voor de werkgever, de student en de installatiebranche. Voortijdige uitstroom moet daarom beslist voorkomen worden.”
Het opleidingsbedrijf zoekt daarom met alle stakeholders ook naar manieren om de jongeren optimaal aan het werk te houden. “Dat gebeurt onder meer door ons goed voor te bereiden op de 'anderhalve-meter-economie' waarin we nu terecht gaan komen. We kijken, samen met de ROC’s, leerbedrijven en andere stakeholders hoe we straks veilig de draad weer kunnen oppakken. We maken plannen en protocollen om snel en veilig weer aan de slag te gaan.”

Nieuwe kansen
Dat de installatiebranche ook na de crisis weer ernstig verlegen zit om gekwalificeerd personeel staat volgens Olij vast. Hij wijst in dit verband onder meer op het grote tekort aan betaalbare woningen dat nog weggewerkt moet worden. “En voor de bestaande woningvoorraad geldt bovendien dat ze de komende jaren snel verduurzaamd gaat worden.”
Ook zal de post-corona economie nieuwe kansen bieden voor bestaande technologie en innovaties, verwacht Olij. “Denk bijvoorbeeld aan geavanceerde klimaattechnologie die het binnenklimaat in gebouwen schoon en veilig houdt. Zo gauw de coronacrisis voorbij is, zal de vraag naar gekwalificeerde installatiemonteurs weer razendsnel toenemen, is onze stellige overtuiging. Daar zijn we nu op aan het voorsorteren.”

  • januari 31, 2020
  • 52 views
Functie van installateur is zeer kansrijk maar ook populair?

Randstad Groep Nederland heeft een lijst met de 27 kansrijkste functies voor 2020 samengesteld. Zoals te verwachten scoort ‘monteur installatietechniek’ hoog in de bouwsector. De functie vormt samen met ‘monteur zonnepanelen’ en ‘elektromonteur’ de top 3. Leuk zo’n lijstje, maar zal de installatiebranche nu eindelijk aan populariteit winnen bij jongeren en zij-instromers? We vroegen het Lisje Schellen, teammanager CIVIL Installatie- en elektrotechniek bij Gilde Opleidingen.

Zien jullie al een kentering optreden in de beeldvorming over de branche, oftewel wordt het vak populairder en is dat ook merkbaar in de aanwas van nieuwe leerlingen bij vakopleidingen?

“Op dit moment is het nog te vroeg om hier iets over te zeggen, helaas. De eerste studenten hebben zich nu aangemeld voor komend studiejaar, maar de meeste studenten schrijven zich in het voorjaar in. Op basis van de huidige aanmeldingen kunnen we geen trend concluderen.”

Welke nieuwe initiatieven gaan jullie dit jaar ontplooien (al dan niet in samenwerking met andere stakeholders) om jongeren en zij-instromers te werven voor de vakopleidingen?

“Wij hebben onze Installatie-opleidingen geherstructureerd in nauw overleg en samenspraak met de grote en kleine installatiebedrijven uit de regio. Vanaf 2020-2021 bieden wij een 3-jarige opleiding aan waarbij de eerste 2 jaar een brede basis vormt, in het 3e jaar kiest de leerling voor een uitstroomrichting. De 3 uitstroomrichtingen zijn de eerste monteur werktuigkundige installaties, de servicemonteur koude-en klimaatsystemen en de servicemonteur woning.
Voor zij-instromers wordt bekeken op welk punt ze in de opleiding kunnen instromen. Daarnaast bieden we een flexibele instroom aan, waarbij er per periode met de opleiding gestart kan worden.
Ook zullen wij in september 2020 een AD-traject aanbieden in samenwerking met Fontys Hogescholen en Hogeschool Zuyd.
Naast de reguliere diplomatrajecten investeren we binnen het CIVIL, samen met IWZO, in het aanbieden van cursorisch onderwijs, bijvoorbeeld de CO-certificering, F-gassen, etc. Met behulp van deelcertificaten zou het in de toekomst daarnaast mogelijk moeten zijn om een diplomatraject af te ronden.”

Heeft de stikstofcrisis nog een dempend effect op de vraag naar nieuw personeel; wat horen jullie daarover?

“Binnen de installatiebranche hoor ik hier (nog) niet veel over. De vraag naar personeel overstijgt nog altijd het aanbod. In andere branches, zoals de Infra, zien wij wel een kleine terugloop in de personeelsvraag.”

Wanneer zal de installateur niet meer op dergelijke lijstjes vermeld staan?

“Ik ben ervan overtuigd dat wanneer de branche een verbeterd imago heeft met aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden, de installateur niet meer op dergelijke lijstjes voorkomt. Daarnaast is het van belang om jongeren in een vroeg stadium in aanraking te laten komen met het vak en de charmes ervan te laten zien (het is immers niet alleen pijpen buigen…). Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor het VO. Wij zien in de regio dat veel VO-scholen binnen de vakrichting PIE weinig aandacht besteden aan het installatievak. Dikwijls zijn docenten geschoold in de elektrotechniek, waardoor deze richting meer aandacht krijgt. Dit zien wij ook terug in onze instroom vanuit het VO.”

 

  • december 13, 2019
  • 58 views
Tekort aan handjes?… Hou daar eens over op!

Een tekort aan handjes. Hoe vaak hebben we dit al niet gehoord? Alsof we het hebben over een blikje mais. Je gaat naar de supermarkt, kijkt om je heen, loopt het goede gangpad in, koopt een blik met handjes, trekt deze open en het probleem is opgelost. Laatst was ik aanwezig tijdens een paneldiscussie en kwam dit opnieuw ter sprake. Eén van de panelleden reageerde als door een wesp gestoken.

In een tijd waar de discussie aangegaan wordt over blauwe en roze speelgoed, onderscheid tussen jongens en meisjes speelgoed kan niet meer, maken we nog wel onderscheid tussen ‘handjes’ en overige werknemers. Vaak wordt het woord zelfs uitgesproken alsof het een beetje vies is om met je handen te werken.

Vakmensen
Of je nu timmerman, loodgieter, installateur, stratenmaker, advocaat of boekhouder bent, al deze mensen hebben een vak geleerd. Vakmensen dus. Mensen die hun vak verstaan, elke dag weer hun best doen om hun vak op de juiste manier uit te voeren. Mensen die veel met hun handen werken maak je in de meeste gevallen niet gelukkig door ze achter een computer te zetten, cijfers te laten bekijken, wetboeken uit hun hoofd te leren, nee deze mensen genieten ervan wanneer ze terugkijken op het vakwerk dat ze hebben opgeleverd. En voor dat werk mogen we best wat meer waardering hebben.

Voldoening
Het is dus niet zo gemakkelijk als het klinkt en je kan niet zomaar ‘een blik met handjes opentrekken’. In heel veel gevallen zit hier jaren aan ervaring bij die ervoor zorgt dat zij hun vakwerk kunnen afleveren. Pas wanneer je weet hoeveel tijd het iemand gekost heeft om te komen waar hij of zij nu is, zal je het werk gaan waarderen wat hij of zij oplevert.
En dat gaat ook doorwerken naar volgende generaties. Want het wordt ook leuker om te kiezen voor een opleiding waar jij het vak leert waar je echt voldoening uit haalt en waar positief naar wordt gekeken.

Trots
Zelf haal ik ook de meeste voldoening uit een goed inhoudelijk gesprek, het meekijken bij een project en praten met de vakmensen die dat project gerealiseerd hebben of een bezoek aan een fabriek waar je al deze vakmensen trots ziet zijn op het door hen geleverde werk. Wellicht dat die interesse komt omdat ik zelf ook de opleiding elektrotechniek gevolgd heb, hier stonden de praktijklessen centraal, de opleiding stond destijds vooral in het teken van het leveren van vakwerk. Uiteindelijk ben ik na mijn studie bij ABB terecht gekomen, hierdoor heb ik de mogelijkheid om dagelijks in contact te zijn met al deze gepassioneerde vakmensen! Oude liefde roest niet.
Geen ‘blikken met handjes’ meer maar vakmensen dus… we hebben ze nog hard nodig om dagelijks te kunnen leveren wat nodig is in de huidige energietransitie.

Kees Jan ’t Mannetje, ABB Business Development specialist

Duurzaamheid en bewustwording worden steeds belangrijker. De energietransitie is in volle gang. Kees Jan ’t Mannetje werkt sinds 2004 bij ABB. In zijn rol als Business Development volgt hij de ontwikkelingen op het gebied van energietransitie op de voet. Zijn expertise: digitalisering in combinatie met sociale innovatie waarbij zijn interesse ligt bij nieuwe technologieën.
In de praktijk betekent dit dat hij werkt aan nieuwe businessmodellen en -concepten rondom Smart Energy Management. Daarnaast was hij betrokken bij het ontwikkelen van de energieprestatie monitoringnorm en een proeftuin voor het opzetten van een lokale energiemarkt waarbij techniek, digitalisering en sociale innovatie samenkomen.
Als spreker weet hij de mensen te inspireren over onderwerpen als het nieuwe energielandschap, de rol van digitalisering hierin en welke impact sociale innovatie heeft. Meer weten over ABB en de energietransitie, kijk dan hier.

  • juli 24, 2019
  • 62 views
Technische branche ergert zich aan onbekwame sollicitanten

Technische organisaties vinden onbekwame mensen die op vacatures afkomen hun grootste ergernis in de branche. Ook ergeren ze zich aan het imago dat de technische sector heeft en de onderlinge concurrentie bij het werven van personeel. Aan het imago dat de technische sector heeft moet gewerkt worden, vindt een groot deel van de respondenten. Als dat meer in de smaak valt bij jongeren kan dit een oplossing zijn voor het personeelstekort

Dit alles blijkt uit de ROVC TechBarometer, een onderzoek uitgevoerd door ROVC, partner in trainingen en opleidingen voor technisch Nederland. Ruim 1200 respondenten uit de technische branche geven in het rapport antwoord op vragen over markt-, HR- en opleidingstrends binnen de techniek.

Grootste kennistekort
De onbekwaamheid van nieuwe sollicitanten zorgt voor een tekort aan kennis binnen de technische branche. Dit is niet in alle technische takken even duidelijk merkbaar. Vooral in de industriële automatisering zien veel bedrijven (24%) een gebrek aan kennis. Ook in de industriële elektrotechniek (20%) en in de installatietechniek (18%) is het kennisniveau lang niet bij alle bedrijven optimaal. De vakgebieden gebouwautomatisering (1%) en veiligheid, gezondheid & milieu (2%) lijken hier voorlopig geen last van te hebben.

“Kwaliteit ontbreekt”
John Huizing, directeur bij ROVC: “Niet alleen is er een kwantitatief tekort, maar het wordt ook steeds duidelijker dat kwaliteit ontbreekt. Hierin zien we dat er in de praktijk vaak andere vaardigheden worden verwacht, dan die in opleidingen aan bod komen. Het streven moet dus zijn om het onderwijs en de praktijk meer op elkaar aan te laten sluiten. Daarnaast kan het raadzaam zijn om werknemers bij te scholen. Zo blijven ze op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en blijft de kennis in organisaties up-to-date.”

  • juni 11, 2019
  • 54 views
Een op de vijf arbeidskrachten in de bouw afkomstig uit buitenland

Buitenlandse arbeidskrachten spelen een steeds grotere rol op de bouwplaats. In de periode 2015-2017 is het aantal buitenlandse arbeidskrachten met ongeveer 20% gestegen naar een niveau van ruim 40.000. Daarmee is naar schatting ruim een op de vijf arbeidskrachten op de bouwplaats inmiddels een buitenlandse arbeidskracht. 40% van de groei van de arbeidscapaciteit kwam in de periode 2015-2017 bovendien van buitenlandse arbeidskrachten. Indien dit groeitempo aanhoudt zullen er ongeveer 53.000 buitenlandse arbeidskrachten actief zijn in 2020.

Deze krachtige groei verhoogt de complexiteit op de bouwplaats en vergt extra inspanning van de bouwsector rond communicatie en veiligheid. Dit concludeert het EIB in de zojuist verschenen studie ‘Buitenlandse arbeidskrachten in de bouw’. Dit is de eerste keer dat het Economisch Instituut voor de Bouw een totaaloverzicht heeft gemaakt van buitenlandse arbeidskrachten in de bouw.

Met name polen en Bulgaren
Waar er in 2015 naar schatting 34.000 buitenlandse arbeidskrachten werkzaam waren op de bouwplaats, bedroeg het aantal in 2017 naar schatting 41.000. Dit betreft een stijging van ruim 20% in twee jaar tijd. Hiermee zorgden buitenlandse arbeidskrachten voor 40% van de uitbreiding in de arbeidscapaciteit in deze jaren. Het gaat hierbij om werknemers, zzp´ers, gedetacheerden en uitzendkrachten. Belangrijk hierbij was met name de stijging van het aantal Poolse en Bulgaarse werknemers en zzp´ers. Het (veruit) belangrijkste motief voor bedrijven om buitenlandse arbeidskrachten in te schakelen ligt bij het verkrijgen van extra arbeidscapaciteit.

Aantal buitenlandse arbeidskrachten kan groeien tot 53.000 in 2020
Buitenlandse arbeidskrachten hebben een belangrijke rol hebben gespeeld bij de sterke groei van de arbeidscapaciteit in de afgelopen jaren. Indien de groei de komende jaren in hetzelfde tempo doorzet, dan zal het aantal buitenlandse arbeidskrachten doorgroeien naar 53.000 in 2020. Hiermee zullen dan een op de vier arbeidskrachten op de bouwplaats in dat jaar dan een buitenlandse arbeidskracht zijn. De verwachting is dat vanaf 2020 de bouwarbeidsmarkt in een wat rustiger vaarwater komt, waardoor de groei van het aantal buitenlandse arbeidskrachten in latere jaren wat kan afvlakken.

Communicatie belangrijkste aandachtspunt bij buitenlandse arbeidskrachten
Uit het onderzoek komt naar voren dat communicatie en veiligheid de belangrijkste aandachtspunten zijn als het gaat om het werken met buitenlandse arbeidskrachten. Hierbij kan gesteld worden dat problemen rond veiligheid ook vaak met communicatie te maken hebben en dat op het moment dat de communicatie verbeterd wordt, veiligheid ook zal verbeteren. Problemen rond vakkennis van buitenlandse arbeidskrachten doen zich volgens betrokkenen minder sterk voor. Met de sterke stijging van het aantal buitenlandse arbeidskrachten ligt er voor de communicatie een belangrijke opgave bij zowel de bedrijven als de paritaire organisaties.

  • juni 3, 2019
  • 64 views
Onderwijs sluit niet goed aan op technisch bedrijfsleven

Slechte aansluiting van het onderwijs op het bedrijfsleven is de belangrijkste oorzaak voor het tekort aan technici. Hierdoor past het profiel van potentiële werknemers niet bij de uitstaande vacatures. Dit vindt de technische sector zelf, zo blijkt uit recent onderzoek. Andere oorzaken zijn de vergrijzing en het imago van de branche. 

Het tekort aan goede technici is op allerlei niveaus merkbaar. Het grootste gemis aan technici wordt ervaren op mbo-4 niveau (46%). Maar ook op mbo-3- (23%) en hbo-niveau (21%) is er onvoldoende technisch opgeleid personeel. Technische organisaties zijn het hardst op zoek naar mediors met twee tot vijf jaar ervaring. Op dit niveau verwacht bijna de helft (47%) van de technische organisaties een tekort in de komende 5 jaar.

John Huizing, directeur bij ROVC, training- en opleidingsinstituut dat het onderzoek liet uitvoeren: “Dat er te weinig technisch geschoolde medewerkers in Nederland zijn, zorgt ervoor dat bedrijven naar andere opties gaan kijken. Het aandeel buitenlandse technici in Nederlandse bedrijven is bijvoorbeeld nog nooit zo hoog geweest. Een creatieve oplossing, maar het kan ook wat dichter bij huis gezocht worden. Technische bedrijven kunnen werknemers aannemen die op het eerste oog misschien niet aan de gestelde eisen voldoen. Dit omdat ze een andere opleiding hebben genoten of omdat het kennisniveau niet geheel bij de praktijk aansluit. Deze werknemers kunnen bijgeschoold of opgeleid worden. De technische branche krijgt er hierdoor werknemers bij en lost zo het tekort zelf op. Een win-win situatie.”

Aan het onderzoek deden ruim 1200 respondenten uit de technische branche mee. Ze geven in het rapport antwoord op vragen over markt-, HR- en opleidingstrends binnen de techniek. De ROVC TechBarometer is gratis aan te vragen via de volgende link: www.rovc.nl/techbarometer.

  • april 17, 2019
  • 49 views
Grootscheepse werving vakkrachten voor verduurzaming woonwijken

Meer dan twintig landelijke partijen uit bedrijfsleven, overheid, onderwijs en vakbonden gaan samenwerken om te zorgen dat er genoeg vakkrachten zijn voor de verduurzaming van woonwijken. Deze samenwerking moet ook leiden tot technologische vernieuwing, een steeds slimmere aanpak en duurzaam werk. Hiervoor tekenen zij woensdag 17 april de intentieverklaring ‘Mensen maken de transitie’.

Nu al hebben bedrijven grote moeite om het werk gedaan te krijgen. De samenwerking is nodig om veel meer mensen aan te trekken, met goed werk en vooruitzicht op een mooie loopbaan. Tegelijk moet schaars personeel slim worden ingezet, waarbij projectpartijen leren van ervaringen in andere wijken. Die slimme inzet kan door de verduurzaming van woonwijken meer geïndustrialiseerd aan te pakken. Technologische en sociale innovatie zijn beide nodig om de uitdaging van de verduurzaming aan te kunnen.

Tempo omhoog
Het kabinet streeft ernaar jaarlijks 50 duizend woningen te verduurzamen. Dat tempo moet omhoog naar 200 duizend per jaar om in 2050 alle woningen duurzaam te hebben. Nu al dreigt krapte op de arbeidsmarkt deze ambitie in de weg te zitten.

Mariëtte Hamer voorzitter SER: “Arbeidsmarkt en scholing bepalen het tempo van de verduurzaming. Met deze samenwerking houden we de vaart erin. Het biedt volop kansen voor een duurzame toekomst, betaalbare transitie en een innovatieve economie waar iedereen in meedoet.”

Ontwikkelen, samenwerken, mobiliteit
De samenwerking richt zich op een aantal punten. Werkgeverspartijen willen nieuwe vakkrachten aantrekken, onder meer via baan- en werkgaranties voor mbo-studenten, stageplekken, onderwijs op maat en het betrekken van mensen met een afstand naar werk. Partijen kijken bovendien samen hoe ze het werk in wijken goed kunnen organiseren en wat dat betekent voor innovatie, werkprocessen en vaardigheden van mensen.

Ervaringen delen
De partijen gaan zorgen dat niet elke wijk die verduurzaamt het wiel opnieuw uitvindt. Zij gaan ervaringen delen op technologisch, organisatorisch en sociaal vlak. Onderwijs en onderzoek worden nauw betrokken en krijgen een actieve rol bij praktische projecten in de wijken. Dit moet leiden tot de zogenoemde lerende wijkgerichte aanpak.

Pilots van start
Een kernteam van zeven ondertekenende partijen (Techniek Nederland, Bouwend Nederland, Netbeheer Nederland, MBO Raad, Vereniging Hogescholen, 4TU, FNV) gaat in de vier pilotgebieden concreet aan de slag. Het kan snel verder groeien in samenwerking met de lopende 27 gemeentelijke proeftuinen voor verduurzaming van wijken. Ook woningbouwverenigingen kunnen een belangrijke rol spelen. De andere ondertekenaars sporen hun leden aan bij te dragen in de wijken en denken mee over kansen en belemmeringen.

De volgende partijen ondertekenen de intentieverklaring:
Techniek Nederland, Bouwend Nederland, Netbeheer Nederland, FME, Werkgeversvereniging WENB, Koninklijk Instituut Van Ingenieurs, Aannemersfederatie Nederland, FNV, FNV Bouwen en wonen, CNV, VNO-NCW, Sociaal Economische Raad, MBO Raad, SBB, Vereniging Hogescholen, 4TU, NRTO, Topsector Energie, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, UWV, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

  • april 1, 2019
  • 55 views
Essent zoekt 1.500 monteurs voor verduurzamen woningen en gebouwen

De servicebedrijven van Essent zien een sterke groei in de vraag naar zonnepanelen, isolatie en warmtepompen. Om aan die vraag te voldoen, hebben zij in de aankomende drie jaar zeker 1.500 vakmensen nodig. De invulling van het klimaatakkoord zal leiden tot een nog grotere vraag naar verduurzamingsmaatregelen. Om haar servicebedrijven aan voldoende personeel te helpen, start Essent een wervingscampagne voor monteurs.

De servicepartnerbedrijven van Essent merken dat hun klanten steeds vaker kiezen voor zonnepanelen, aanvullende isolerende maatregelen of warmtepompen. De groei wordt bevestigd door onderzoeksbureau GFK. Zij becijferde dat in 2018 140.000 huishoudens kozen voor zonnepanelen, bijna 600.000 huishoudens (aanvullende) isolerende maatregelen hadden genomen en 66.000 huishoudens kozen voor een warmte pomp. Honderdduizenden huishoudens zeggen te overwegen een van bovengenoemde producten aan te schaffen.

Sander Leenders, algemeen directeur servicepartnerbedrijven bij Essent: "Door het Klimaatakkoord neemt de nu al grote vraag naar het verduurzamen van woningen en gebouwen zeker toe. Dat is een fantastische ontwikkeling, maar alleen al onze servicebedrijven hebben 1.500 vakmensen in de aankomende drie jaar nodig. Zonder vakmensen gaat Nederland de doelstelling van 49% CO2 reductie in 2030 niet halen."
Essent wil aan het behalen van die klimaatdoelstellingen bijdragen door haar klanten te helpen hun CO2 uitstoot per 2025 met 20% terug te brengen. En daar heeft zij vakmensen voor nodig.

Eigen campagne
Om over voldoende, goed opgeleide vakmensen te beschikken, leiden de servicepartners van Essent zelf monteurs op en zoeken zij continu de aansluiting bij opleidingen. Maar ook zij-instromers en werkzoekenden zijn meer dan welkom. Om die broodnodige krachten te interesseren, starten Essent en haar servicebedrijven een campagne.

Vrouwen welkom
Leender: "Het zijn de monteurs die handen en voeten geven aan het verduurzamen van Nederland. Via deze weg roepen we de politiek, opleidingen en fabrikanten van energie-gerelateerde producten en diensten op om mee te blijven denken over een structurele oplossing voor de sector en de toekomst van dit mooie vak in Nederland."
Essent denkt aan het slimmer inrichten van opleidingstrajecten, het combineren van productontwikkeling in combinatie met training en het aantrekkelijker maken van het vakgebied. Ook voor vrouwen. Op dit moment is het aandeel vrouwen in het monteursvak slechts drie procent. Essent ziet dat aandeel graag toenemen als structurele oplossing voor deze uitdaging die de energietransitie met zich meebrengt.

 

  • februari 22, 2019
  • 5082 views
Personeelstekort: “Alleen extra handjes is niet de oplossing”

De installatiebranche heeft behoefte aan duizenden nieuwe mensen, maar waar vind je ze? Volgens Adrie van Duijne, medeoprichter van de Barbapapafabriek moeten we ook op zoek naar andere manieren om het capaciteitstekort in de sector aan te pakken. Wat kan een installateur in de praktijk met zijn tips?

Menigeen zal hem nog kennen als voorzitter van stichting KIEN. Adrie van Duijne heeft een lange staat van dienst in de installatiebranche. Na zijn pensionering is hij niet achter de geraniums gaan zitten, maar heeft hij een nieuwe uitdaging opgepakt. Het resultaat begint langzaam maar zeker vorm te krijgen: de Barbapapafabriek. Een nieuwe benadering om het schreeuwend gebrek aan vakkrachten op te helpen lossen.

Vijver
Zijn extra handjes wel de oplossing voor het arbeidsvraagstuk in de sector, vroeg Van Duijne zich af. En, moet je daarvoor wel altijd in dezelfde vijver vissen? In een boeiend artikel dat in de maart-editie van IZ zal verschijnen, doet hij nog meer methoden van de hand om het capaciteitsprobleem in de branche aan te pakken.

Loon en droom
Allereerst is het natuurlijk belangrijk dat je onafhankelijk van de doelgroep die je op het oog hebt een fatsoenlijk loon en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden biedt als werkgever. “Maar”, zegt Van Duijne, “daar komt nog iets bij, als je jongeren wilt bereiken. De jeugd van nu kijkt naar ‘de droom’ van de onderneming en of ze zich daarmee kan vereenzelvigen. Heeft u een droom? En zo ja; staat die op de website?”

Revitaliseren
Van Duijne adviseert bovendien om ook eens naar andere groepen te kijken. Recruiters maken die slag al. “Zo worden 50+’ers gerevitaliseerd om nog een groot aantal jaren actief dienst te blijven doen in de sector. Daarnaast maakt de sector schoorvoetend gebruik van de mogelijkheden van statushouders en probeert men vrouwen te interesseren voor ons mooie vak. En groepen medewerkers die door maatschappelijke veranderingen overbodig zijn geworden, kunnen een omscholing krijgen. Denk bijvoorbeeld aan gevangenbewaarders. Maar dit is niet voldoende.”

Efficiencyslag
Er valt ook nog een fikse efficiëntie slag te maken in menig bedrijf, zegt Van Duijne. “Kijken we bijvoorbeeld naar de werkzaamheden van een opgeleide monteur, dan blijkt uit onderzoek dat hij nog maar 15% van de beschikbare tijd bezig is met werk waarvoor hij is opgeleid. De andere tijd spendeert hij noodgedwongen aan ‘niet technisch installatie werk’. Door heel nauwkeurig dit soort processen te analyseren en vervolgens de leerpunten in kaart te brengen kunnen we al iets doen aan het probleem van capaciteitstekort.”

Prefab
Van Duijne: “Een andere benadering is bijvoorbeeld de inzet van prefab. Door de diverse installatieconcepten goed in te passen in je installatieproces kun je veel besparen op de montagetijd.” De voormalige voorzitter van KIEN reikt een aantal methoden aan om het capaciteitsprobleem aan te pakken en ontwikkelt daarnaast nog in de Barbapapafabriek een nieuwe benadering, maar meer daarover in de maart-editie van IZ.

Groeiende installateur
Wat heeft de installateur aan de tips van Van Duijne? Installatienet sprak met Wilfred de Regt, een ervaren installateur, die zich de laatste jaren heeft gespecialiseerd in het reinigen en inregelen van vloerverwarmingssystemen. Zijn bedrijf Rekon Installatie Techniek heeft een stormachtige groei doorgemaakt. “Binnen vijf jaar is mijn business verviervoudigd. We zijn nu met 4 man, maar ik zou zo werk hebben voor 2 extra krachten.”

Sollicitanten
Sinds een half jaar is hij op zoek naar die ervaren en leerling monteur. Een hels karwei blijkt wel uit de woorden van De Regt. “Ik heb welbeschouwd nog maar twee sollicitanten over de vloer gehad, maar die voldeden niet aan mijn eisen. Op dit moment lopen er 2 BBL-leerlingen rond, binnenkort worden er dat 3. Die weten niets, ze zijn nog onder de 18. Je moet ze helemaal opleiden en je hoopt dan maar dat de juiste leerling na afloop van zijn traject wil blijven.”

Belang motivatie
Loon en secundair arbeidsvoorwaarden geven niet de doorslag, zegt De Regt, evenals Van Duijne. “Ik betaal volgens mij fatsoenlijk en ze kunnen ieder jaar nog een bonus verdienen. Maar daarmee ga je het niet redden. Ik heb gemerkt dat de juiste motivatie de doorslag geeft. Ze moeten het werk leuk vinden en zinvol. Daar let ik ook erg op tijdens de sollicitatie.” Ook wat dat betreft zit hij op één lijn met Van Duijne.

Taalproblemen en krachtoefeningen
Waar hij zich maar gedeeltelijk in kan vinden, is het aanboren van andere bronnen om aan personeel te vinden. “Met buitenlanders zit je al snel met een taalprobleem, bij 50-plussers is het maar de vraag hoe lang ze nog inzetbaar zijn en of zich dat wel verhoudt tot de tijd en moeite die je erin steekt om ze op te leiden. Wat vrouwen betreft: ik zou de komst van meer dames in onze sector toejuichen, maar ja, laat ze eens een pijpje 28 buigen, dat is niet voor iedere vrouw weggelegd.” Ook over het belang van prefabben verschilt hij van mening met Van Duijne. “Dat is nauwelijks te doen in mijn branche. We leveren allemaal maatwerk in voornamelijk bestaande situaties. Hoe moet je dan meer gaan prefabben?”

Digitaliseren
Die efficiencyslag daarentegen kan hij zich wel in vinden. “Er valt inderdaad veel te winnen door efficiënter te werken. Wij laten bijvoorbeeld klanten foto’s opsturen van de verdeler etc. en maken aan de hand daarvan een werkinschatting. Dat scheelt al behoorlijk wat tijd als je geen huisbezoeken meer hoeft af te leggen. Maar ja, verder valt er niets meer te winnen. Uiteindelijk moeten de monteurs het echte werk doen, het blijft handarbeid.”

Roeien met de riemen…
Hoe hij de toekomst ziet? “Ik ben het met Van Duijne eens dat je mensen aan je moet zien te binden. Ik doe dat door ze vrijheid en kansen te geven, dat vinden ze prettig. Als ik over de hele linie kijk, vrees ik dat het capaciteitsprobleem niet oplosbaar is. Ik denk dat we altijd met een gebrek aan mensen zullen zitten. Ik kan me ook niet anders herinneren trouwens. Uiteindelijk blijft het zwaar werk en vereist het een bepaalde motivatie en mentaliteit om in deze branche te stappen. Kortom, je moet dus maar zien te roeien met de riemen die je hebt.”