• augustus 31, 2018
  • 133 views
Snelle groei installatiebranche alleen met voldoende gekwalificeerd personeel bij te houden

“Voor de technische installatiebranche is het meer dan ooit van belang dat er voldoende gekwalificeerde medewerkers beschikbaar zijn en blijven.” Dit zegt OTIB-directeur Sven Asijee bij het verschijnen van het rapport ‘Trends en ontwikkelingen in de technische installatiebranche 2018’, dat het opleidings- en ontwikkelingsfonds door onderzoeksbureau KBA Nijmegen liet opstellen. “Ook moeten medewerkers zich blijven ontwikkelen zodat de bedrijven in de branche voorop lopen bij nieuwe ontwikkelingen en zo aantrekkelijk blijven voor klanten en medewerkers.”

De technische installatiebranche groeit hard. Het rapport stelt vast dat de groei van de branche in het afgelopen jaar zowel op het gebied van technologisch ontwikkelingen als op het gebied van de groei van het werk en van het aantal medewerkers in een stroomversnelling is gekomen. Om aan de toenemende vraag naar installatiewerk te kunnen voldoen, staat de branche hierdoor voor de uitdaging voldoende vakmensen te vinden en te houden. Met het verspreiden van het trendrapport wil OTIB de bij het opleidings- en ontwikkelingsfonds aangesloten bedrijven stimuleren om slim op de ontwikkelingen en trends in de branche in te spelen.

Branchegroei
Uit het rapport blijkt dat de werkgelegenheid in 2017 harder dan ooit in deze eeuw is gegroeid. Het rapport verwacht bovendien dat de werkgelegenheid in 2022 vrijwel terug zal zijn op het niveau van vóór de economische crisis. Deze groei wordt onder meer veroorzaakt doordat de technische installatiebranche een belangrijke speler is in de energietransitie, de circulaire economie en de digitalisering. Tegelijkertijd zorgt de aantrekkende Nederlandse economie voor extra werk.

Focus op de toekomst
Het rapport geeft ook aan dat de branche zich nadrukkelijk focust op de toekomst. Bedrijven zijn bezig met kansrijke ontwikkelingen en innovaties en met het onderscheiden van technologische innovaties van hypes. Deze toekomstgerichte werkwijze is volgens het rapport ook dé manier om aantrekkelijk te blijven voor (nieuwe) vakmensen. Tegelijkertijd kunnen goed gekwalificeerde vakmensen onderscheiden welke technische- en bedrijfsinnovaties toekomst hebben.

Ontwikkeling van het vakmanschap
Om de kansen voor de branche zo volledig mogelijk te kunnen benutten, is scholing van de branche van levensbelang. Het gaat hierbij niet alleen om het aantrekken van goed opgeleid vaktalent, maar ook om (een leven lang) leren op het werk. Om succesvol te blijven heeft de branche volgens het trendrapport op korte termijn andere kennis, vaardigheden en manieren van werken nodig. Dit betreft zowel de (bij)scholing van technische als communicatieve kennis en vaardigheden. Het rapport ziet voor iedereen in de branche de opdracht weggelegd om te investeren in scholing, zodat het vakmanschap zich toekomstbestendig blijft ontwikkelen.

  • augustus 27, 2018
  • 152 views
Verwachte daling subsidie praktijkleren slecht voor toekomst technische sector

De maximale subsidie voor mbo-praktijkleerplaatsen gaat voor het komende schooljaar waarschijnlijk opnieuw met zo’n 5% omlaag. Dat heeft PNO Consultants berekend op basis van cijfers uit de recente evaluatie van de Subsidieregeling praktijkleren en cijfers van het CBS over de instroom in mbo-BBL-opleidingen. Het zou voor het tweede opeenvolgende jaar zijn dat de maximale subsidie praktijkleren daalt. Met de daling komt het aantal arbeidsplaatsen voor jongeren in gevaar. Dat is een risico voor de toekomst van de technische sector, die juist rekent op de instroom van jonge arbeidskrachten.

De Subsidieregeling Praktijkleren is een financiële prikkel voor bedrijven en organisaties om onder meer jonge mbo-leerlingen een leerwerkplaats te bieden. De hoogte van de subsidie wordt steeds achteraf berekend: het beschikbare budget wordt per schooljaar verdeeld over het aantal goedgekeurde aanvragen. Uit de evaluatie van de regeling blijkt het aantal aanvragen elk jaar toe te nemen: van iets meer dan 81.000 aanvragen in 2014 tot naar verwachting meer dan 100.000 aanvragen in 2018. Dit komt vooral omdat het aantal mbo-BBL-leerlingen sinds de crisis weer in de lift zit. Met ruim 108.000 leerlingen zit het aantal mbo-BBL-leerlingen echter nog niet op het pre-crisis-niveau van bijna 130.000. Sterker nog: de groei van het aantal leerwerkplaatsen lijkt af te nemen, wat wijst op een stagnatie van het aantal leerwerkplaatsen.

Lees het hele artikel hier

  • juli 18, 2018
  • 158 views
Scholingsprogramma warmtepompen in het kader van Green Deal

Opleidingscentrum GO° biedt, samen met haar praktijkuitvoerder Aeres Tech, installateurs en monteurs de gelegenheid zich te scholen voor het installeren en inregelen van warmtepompen. Het scholingsprogramma valt onder het gesubsidieerde programma ‘Green deal’, waaraan nog zes andere opleidingscentra meedoen. Het idee achter dit programma is vakmensen op te leiden voor het vele werk dat voortkomt zal komen uit het beoogde Klimaatakkoord, waarvan het concept onlangs werd gepresenteerd.

Het Klimaatakkoord zal grote gevolgen hebben voor de energievoorziening in Nederlandse huishoudens: Aardgasvrije huizen, duurzame energie, CO2-neutraal, zonnepanelen en warmtepompen. Dit betekent veel extra werk voor onder andere installateurs en cv-monteurs.

De door meerdere partijen gesubsidieerde Green deal wordt 4 september officieel ondertekend in Groningen. Maar nu al kunnen technici en monteurs beginnen aan een opleiding basis- of servicemonteur warmtepompen. De monteur heeft een F-gassen diploma (BRL200) nodig wanneer men inbreekt op het warmtepompsysteem. De onderneming/werkgever moet beschikken over een BRL-100 accreditatie.

GO ͦ verzorgt meerdere opleidingen:
– Basisopleiding monteur warmtepompen. Duur: 4 dagen. Lesstof: basisprincipes warmtepomp begrijpen en beheersen.
– Servicemonteur warmtepompen. Duur: 3 dagen. Lesstof: installatie, storingzoeken, reparatie.
– Aspirant ontwerper warmtepomp. Duur: 2 dagen. Lesstof: ontwerpen, specialisatie type warmtepomp. Een systeem begrijpen en ontwerpen.

Daarnaast kunnen deelnemers zich gericht specialiseren met de trainingen Ontwerpen lucht/lucht, lucht/water, grondgebonden warmtepompen, afgerond met een officieel CITO examen.

Opleidingscentrum GOO heeft zijn praktijkruimtes ingericht met in totaal negen warmtepompen. 27 september a.s. is de officiële opening van de warmtepompenpraktijkruimte.

  • juli 10, 2018
  • 141 views
Stress op de werkvloer door gebrek aan technisch personeel

Veel technische bedrijven hebben te maken met drukte en stress op de werkvloer. Dit komt door kwantitatieve (37%) en kwalitatieve (31%) tekorten aan technici. Ook staat de kwaliteit van werk onder druk en leiden personeelstekorten tot een stagnerende groei van de organisatie. Dit blijkt uit de ROVC TechBarometer, een onderzoek uitgevoerd door ROVC, partner in trainingen en opleidingen voor technisch Nederland. 969 respondenten uit de technische branche geven in het rapport antwoord op vragen over markt-, HR- en opleidingstrends binnen de techniek.

Het tekort aan technici is nijpend. Hierbij gaat het met name om technici met mbo-3 en mbo-4 niveau, respectievelijk 24 en 46 procent. De komende vijf jaar verwacht de technische branche op het gebied van ervaringsniveau het grootste tekort aan technisch geschoolde mediors (47%). Dit zijn technici met ongeveer twee tot vijf jaar werkervaring. 

Technici zijn honkvast
Technisch Nederland staat voor een uitdaging met betrekking tot het vinden van medewerkers. Een positieve noot is dat technisch personeel niet zomaar haar baan opgeeft. Heeft een organisatie eenmaal een technicus binnengehaald, dan is de kans groot dat hij voor een lange tijd trouw blijft aan de organisatie. 45 procent van de technici werkt 11-20 jaar binnen dezelfde organisatie. Functiewissels zijn niet veelvoorkomend. 15 procent wisselt nooit van functie, 73 procent soms en slechts 10 procent regelmatig.

“We moeten het effect van stress op de werkvloer niet onderschatten”, zegt John Huizing, directeur bij ROVC. “Wanneer medewerkers stress ervaren, melden zij zich bijvoorbeeld sneller ziek omdat zij het werk mentaal niet meer aan kunnen. Ook leidt stress vaak tot lichamelijke klachten. Medewerkers met stress functioneren minder goed en zijn prikkelbaar, waardoor het aantal conflicten op de werkvloer toeneemt. De werksfeer verslechtert en de kwaliteit loopt terug. Dit zal uiteindelijk leiden tot verminderde productie en productkwaliteit en daardoor een strenger beleid vanuit het management. Zo komt een organisatie terecht in een neerwaartse spiraal. Want wanneer het management dichter op de huid van de technicus gaat zitten, ervaart hij weer meer stress.”

  • juli 4, 2018
  • 120 views
Trainingscentrum voor ventilatie- en verwarmingstechniek

Vasco opent in Dilsen-Stokkem (BE), vlak over de grens, een gloednieuw trainingscentrum, specifiek afgestemd op de snelle ontwikkelingen in de sector van verwarming en ventilatie. Installateurs kunnen er kennismaken met de meest vooruitstrevende systemen in klimaattechniek. “We willen niet alleen de topkwaliteit van onze producten garanderen, maar ook die van de installatie. In dit kenniscenter kunnen installateurs alle toestellen gedetailleerd leren kennen”, aldus Product Manager Patrick Van Beeck. Daarnaast behaalde Vasco Group ook de nieuwe ISO-certificaten voor kwaliteits- (9001) en milieumanagement (14001).

Het nieuwe trainingscentrum van Vasco heeft een oppervlakte van ruim 120 m2 en bevindt zich midden in de fabriek in Dilsen-Stokkem. Installateurs krijgen hier de kans om als het ware in de toestellen te kruipen. Patrick Van Beeck: “En dat is soms nodig. Want de evoluties in binnenklimaat volgen elkaar in snel tempo op, met steeds meer duurzame oplossingen op het vlak van verwarming, ventilatie en koeling. In dit trainingscentrum kunnen installateurs in de beste omstandigheden kennismaken met de nieuwste ontwikkelingen.”

De trainingen van Vasco zijn erkend door het Belgische Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid. Alle opleidingen vinden overdag plaats. “We werken met kleine groepen van maximaal 15 personen. We willen installateurs zo goed mogelijk ondersteunen. Installatiegemak betekent meestal behoorlijke tijdwinst. Installateurs zijn dan ook onder de indruk als ze ontdekken dat het nóg sneller kan, zowel op het gebied van plaatsing als service achteraf.”

Met het nieuwe trainingscentrum zet Vasco Group opnieuw een belangrijke stap vooruit in zijn duurzame ambitie. Niet alleen wil de specialist in binnenklimaat kwalitatieve totaaloplossingen aanreiken voor verwarming, ventilatie en koeling, maar ook binnen de eigen organisatie wil Vasco zo duurzaam mogelijk te werk gaan. De nieuwe ISO-certificaten voor kwaliteits- en milieumanagement (ISO 9001:2015 en 14001:2015) passen in dat plan.

Van Beeck: “Deze nieuwe ISO-normen gaan opnieuw een stapje verder dan de vorige en richten zich op de verbetering van de kwaliteit en duurzaamheid van ons hele bedrijf. We blijven dan ook investeren in een duurzame toekomst, zowel wat onze processen en producten betreft, als onze organisatie. Zo houden we consequent rekening met rationeel gebruik van natuurlijke grondstoffen en streven we naar de meest milieuvriendelijke productieprocessen. Onze strategische doelstellingen passen volledig in dit kader: innovatie, optimale klantenrelatie en een excellente productie.”

  • juni 6, 2018
  • 131 views
Opleidingen verduurzaming gebouwde omgeving overgedragen aan de branche

Sinds 2011 werkt BuildUpSkillsNL aan het versterken van de kennis en vaardigheden van vakmensen die direct betrokken zijn bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Hiervoor zijn de specifieke behoeften en ervaringen van de Nederlandse bouw- en installatiesector in kaart gebracht en omgezet naar praktische adviezen en een handige scholingstool. Gisteren zijn de opleidingen verduurzaming gebouwde omgeving overgedragen aan de branche. Het is nu aan de bedrijven en onderwijsinstellingen zelf om met BuildUpSkills aan de slag te gaan.

Om technische innovaties versneld in het onderwijs op te nemen, heeft BuildUpSkills de afgelopen jaren met verschillende ROC’s keuzedelen ontwikkeld waarin leerlingen zich kunnen specialiseren. Hierbij valt onder meer te denken aan duurzame energieopwekking en isolatiemaatregelen, maar ook aan ‘soft skills’ zoals het stimuleren van een goede samenwerking tussen installateurs en bouwers. Veel aandacht is ook uitgegaan naar het in kaart brengen van het bestaande bijscholingsaanbod.

App voor e-learning
Voor de werkvloer is de BUILD UP Skills advisor-app ontwikkeld. Afgestemd op het beroep en de scholingsbehoefte krijgt de gebruiker van de gratis app een actueel overzicht van de cursussen en trainingen die voor hem of haar interessant zijn. Ter oriëntatie op het specifieke thema biedt de app vakmensen een korte online basiscursus. Voor een verdere verdieping in kennis en vaardigheden verwijst de app vervolgens naar de op de markt beschikbare opleidingen en e-learningmiddelen. Zo kan de vakman of vakvrouw met de app zelf de regie pakken bij het up-to-date houden van zijn of haar vakkennis.

  • maart 23, 2018
  • 141 views
Publiek-private samenwerking gaat werkzoekende 50+er klaarstomen voor technische baan

Talent4Service, UWV en maatschappelijk investeerder Start Foundation willen in 2018 en 2019 minimaal 150 laagopgeleide 50-plussers duurzaam aan het werk krijgen. Het project Weer aan het Werk richt zich op werkzoekenden met en zonder uitkering, en biedt hen een omscholingstraject aan zodat zij aan de slag kunnen in veelal technische beroepen.

Talent4Service gaat nieuwe medewerkers opleiden vanuit de doelgroep 50+. Door een combinatie van een in-house vaktraining bij de opdrachtgever en duurzame begeleiding door een teammentor van Talent4Service krijgen kandidaten de mogelijkheid om een duurzame baan te vinden in een nieuwe branche. Daartoe zijn inmiddels 12 organisaties uit het hele land aangesloten, waaronder Energiewacht, BAM en Guidion. De verwachting is dat dit netwerk het komende jaar snel verder groeit.

Operationeel directeur van Talent4Service Jeroen Voswinkel over het project: “Wij willen werkzoekenden begeleiden naar échte banen. Dus geen flexwerk, maar banen met voldoende uren en een langetermijnperspectief. Veel werkzoekende 50-plussers hebben volop praktische ervaring, maar niet de juiste papieren. Wij helpen deze werkzoekenden de overstap te maken door hen zowel vakinhoudelijke als mentale begeleiding te bieden. Zo creëren wij nieuwe perspectieven voor 50-plussers om duurzaam weer aan het werk te kunnen.”

Jos Verhoeven, directeur Start Foundation, voegt hier aan toe: “Ouderenwerkloosheid is een speerpunt van Start Foundation. Het lijkt er op dat de arbeidsmarkt steeds harder discrimineert op leeftijd. Hoe hoger de leeftijd en hoe lager de opleiding, hoe lastiger het is om weer aan de bak te komen. We zien dat terug in de cijfers. Dat is onwenselijk en moet bestreden worden. Dit is een beloftevolle aanpak waarin duurzaamheid het sleutelwoord is. Daarom investeren we hierin.”

Johan van de Kleij, landelijk adviseur werkgeversdiensten bij UWV, beaamt dat 50-plussers die hun baan kwijt raken een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken. “Een project als Weer aan het Werk helpt de drempel voor werkgevers te verlagen. Talent4Service zorgt voor het opleiden en begeleiden van de kandidaten, terwijl UWV het mogelijk maakt om de opleiding met behoud van uitkering te volgen. Zo dragen we samen met Start Foundation bij aan het omscholen van werknemers met ervaring naar functies waar kansen liggen, zoals in de techniek.”

Voor de campagne Weer aan het Werk wordt een online platform ontwikkeld waar 50-plussers actuele vacatures kunnen vinden, maar ook laatste ontwikkelingen in de markt en positieve ervaringen van leeftijdsgenoten die via dit project weer een duurzame baan gevonden hebben. Lancering van het platform staat gepland voor 1 mei 2018.

  • februari 26, 2018
  • 128 views
“Helft kleine installatiebedrijven investeert niet in bijscholing”

Volgens een onderzoek van HR-dienstverlener Raet doet 35% van de Nederlandse werknemers niets aan bijscholing. De overige 65% houdt wel de ontwikkelingen bij door trainingen en opleidingen te volgen, regelmatig vakliteratuur open te slaan of websites over hun vakgebied te raadplegen. Nico van Leeuwen van opleider ROVC is niet verbaasd over de cijfers. “Installateurs gaan er al snel vanuit dat ze wel toekunnen met hun huidige kennis en vooral hun vaardigheden.”

Nico van Leeuwen loopt tegen de 60 en heeft als projectleider bij ROVC al aardig wat jaren de installatiebranche onder zijn hoede. “Zo’n 15 jaar geleden volgden rond de 8000 mensen een avondopleiding bij ons. Het ging dan om trajecten van 4 tot 10 avonden. Sindsdien heeft er een enorme verschuiving plaatsgevonden. De populariteit van avondopleidingen is sterk afgenomen. Ik denk dat het te maken heeft met het feit dat we tegenwoordig meer bezig zijn met allerhande activiteiten in de avonduren; sporten, zorgtaken, noem ’t maar op.”

Voorkeur korte trajecten
Over het algemeen stapt een vakman nu liever in een kort dag-traject, bijvoorbeeld in de vorm van een 1 of 2 daagse cursus. Tegelijkertijd is de vraag naar in-company trainingen sterk toegenomen. In nauw overleg met de werkgever en werknemers stellen we een module samen, die het personeel in een middag-avondvariant, deels in de baas en deels in eigen tijd, kan volgen. Maar goed, zelfs met deze maatwerk-strategie bereiken we niet iedereen in de installatiebranche. Een fors percentage volgt nog steeds geen bijscholingscursussen. Bij de middelgrote en kleine bedrijven zeker de helft van het personeel. ”

Schijnzekerheid
HR-dienstverlener Raet was zelf verbaasd over resultaten van zijn onderzoek. Vorig jaar zag de dienstverlener nog andere cijfers. Van Leeuwen: “Herkenbaar, ook wij zien een groeiend percentage vakmensen dat niet investeert in bijscholing, maar ik verwacht binnenkort absoluut een kentering.” Volgens Van Leeuwen is de hoogconjunctuur debet aan “de terughoudendheid qua trainen”en denken installateurs al snel dat hun huidige vaardigheden en kennis voldoende zijn om alle ontwikkelingen bij te benen. “Ze verwachten ter plekke wel een probleem te kunnen oplossen. Komt er een nieuw systeem op de markt dan volgt één medewerker een producttraining en moet die het maar even snel uitleggen aan de rest van het bedrijf. We hebben nu ruim 40 jaar centrale verwarming. Als je eenmaal de basisprincipes onder de knie had, dan vielen innovaties makkelijk bij te benen, maar die zekerheden vallen nu aan duigen.”

Warmtepomp in opkomst
In februari bezocht Van Leeuwen de VSK. “Het viel me direct op dat alle fabrikanten weinig aandacht besteden aan traditionele cv-ketels en vol inzetten op de promotie van hybride en all-electric warmtepompsystemen. De markt verandert. Nederland en Europa hebben hoge ambities op het gebied van duurzaamheid, waardoor de warmtepomp en ltv-verwarming in opmars zijn. Wil je als installateur bijblijven, dan moet je je wel verdiepen in deze nieuwe technieken. Het vereist een andere mindset. Met je kennis over cv-installaties en klassieke hoge temperatuurradiatoren ga je het niet meer redden.”

Koploper of achterblijver?
Dat veel installateurs kampen met overvolle agenda’s en een gebrek aan personeel, weet Van Leeuwen. “Ik zou zeggen; zoek het in korte trainingen en alleen dat leren wat je mist. Laat één iemand dan zo’n korte training volgen, bijvoorbeeld de voorman of directeur. Die kan overtuigd raken van het nut en zo de rest van het personeel motiveren om ook die stap te zetten. Kijk, ik snap hoe verleidelijk het is om geen tijd en personeel vrij te maken voor bijscholing, als het werk tegen de plinten klotst. De komende twee jaar zal je waarschijnlijk nog goed geld kunnen verdienen, maar op een gegeven moment ga je achterlopen. En vergelijk het maar met wielrennen: in het peloton wil iedereen uiteindelijk liever een koploper zijn dan achterblijver.”

 

  • december 4, 2017
  • 128 views
Word ik later installateur?

Op 30 december a.s. besteedt het televisieprogramma ‘Later als ik groot ben’ van RTL4 aandacht aan de technische installatiebranche. Jochem van Gelder gaat met groep 8-leerling Kai van der Knijff op pad om kennis te maken met Kai’s droombaan in de techniek. De opnames hiervoor zijn gemaakt bij Van den Pol Elektrotechniek in Montfoort.

Van Gelder hoort Kai uit over de keuze van zijn droomberoep en neemt hem mee naar school om Kai te laten ervaren wat je allemaal moet kunnen en weten voor het uitoefenen van het installateursvak. Ook lopen beiden een dag mee bij Van den Pol Elektrotechniek in Montfoort om te zien wat er op een werkdag in de praktijk gebeurt en waar je als vakman allemaal mee te maken krijgt. Kai helpt zijn Van den Pol-begeleider met het werk en proeft zo van het vak. Ook verzamelt hij informatie voor een terugkoppeling naar zijn klas. Aan het slot van de uitzending blikt Kai terug op zijn droombaan.

Het televisieprogramma ‘Later als ik groot ben’ is vanaf 9 december 16 weken achter elkaar te zien op zaterdag om 11.00 uur bij RTL4. De aflevering waarin de technische installatiebranche centraal staat vindt plaats op 30 december. De televisieherhaling van deze aflevering kunt u zien op 10 maart 2018 om 17.00 uur.

  • december 4, 2017
  • 146 views
“Kabinet moet ervoor zorgen dat méér studenten voor techniek kiezen”

In een brief aan de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs dringen verschillende brancheorganisaties, waaronder Uneto-VNI, aan op een voortzetting van het Techniekpact, dat erop gericht is méér studenten voor techniek te laten kiezen. Deze week behandelt de Tweede Kamer de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De werkgevers in de techniek maken zich grote zorgen over het tekort aan goed opgeleide technici. Het toenemende gebrek aan timmerlieden, metselaars, installatiemonteurs, programmeurs en andere technische vakmensen vormt een bedreiging voor de groei van bouw en technologische industrie.

In de installatiebranche ontstaan 20.000 vacatures per jaar die nauwelijks in te vullen zijn. In de technologische industrie en de mkb-metaal zijn tot 2030 zo’n 120.000 nieuwe werknemers nodig. Ook de bouw komt op korte termijn tienduizenden mensen tekort. De nood is hoog. Het tekort aan technici zet niet alleen de economische groei onder druk, maar ook de energietransitie. Doekle Terpstra, voorzitter van installatiekoepel Uneto-VNI: “Het kabinet heeft 100 miljoen uitgetrokken voor de technische opleidingen binnen het vmbo. Dat is een goed begin, maar we moeten wel garanties krijgen dat het geld daar ook echt terechtkomt.” De Industriecoalitie. waarin Metaalunie, FME, Uneto-VNI en Bouwend Nederland samenwerken. pleit voor bindende afspraken met en tussen scholen om ervoor te zorgen dat leerlingen tijdens hun opleiding kennis en vaardigheden leren die ze in de beroepspraktijk direct kunnen toepassen.

Te weinig techniekdocenten
Een extra belemmering voor de instroom van jonge technici is het dreigende tekort aan techniekdocenten. De Industriecoalitie vindt dat de overheid de bevoegdheidseisen zou moeten aanpassen en een meer flexibele lerarenopleiding tot stand zou moeten brengen. Daardoor zou onder meer de mogelijkheid ontstaan om professionals van bedrijven in te zetten in vmbo en mbo. Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland: “In de bouw- en infrasector hebben we de komende jaren 40.000 nieuwe mensen nodig. Die moeten worden opgeleid, maar straks zijn de docenten er niet. We hebben dus snel professionals nodig die praktijkkennis kunnen overbrengen op een nieuwe generatie vakmensen.”

Numerus fixus
In de brief aan de Kamercommissie dringen de brancheorganisaties aan op een voortzetting van het Techniekpact, dat erop gericht is méér studenten voor techniek te laten kiezen. In de afgelopen jaren heeft het Techniekpact al tastbare resultaten opgeleverd. Maar er is meer nodig. FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: “Het tekort aan technici houdt aan. Naast een hogere instroom in technische opleidingen is de ontwikkeling van medewerkers essentieel. Dat vraagt om een ruim onderwijsaanbod van deeltijdopleidingen, cursussen en modules, toegesneden op de banen van nu en morgen. Het bedrijfsleven draagt daar graag aan bij door bijvoorbeeld docentstages en inzet van ervaren vakmensen voor de klas.”

De Industriecoalitie vraagt ook om het voorkomen van een numerus fixus bij de technisch-wetenschappelijke opleidingen. Als de Technische Universiteiten hun deuren sluiten voor een deel van de studenten, zet dat een rem op groei en innovatie. In de brief vragen de werkgevers verder om techniekonderwijs dat beter aansluit op nieuwe materialen, technologieën en productieprocessen. Fried Kaanen, voorzitter Koninklijke Metaalunie: “Belangrijke ambities zoals smart industry zijn daarvan afhankelijk. Ook zou de overheid bedrijfstakscholen en opleidingsbedrijven actiever moeten ondersteunen en stimuleren.”