• juli 14, 2016
  • 57 views
Docenten willen meer aandacht voor techniek

data.620xC5184x2912+0+188.620x348Deze week heeft een aantal vmbo-docenten techniek de publicatie “Meer bèta en technologie op vmbo-tl” overhandigd aan Michaël van Straalen, voorzitter van MKB-Nederland. Met de overhandiging willen de docenten meer aandacht vragen voor de vele technische talenten op het vmbo-tl, die onvoldoende kansen krijgen om op een praktische en interessante manier in aanraking te komen met technologie. Dit komt doordat scholen die alleen havo, vwo en mavo aanbieden, de ruimte, middelen, aansluiting met het bedrijfsleven en faciliteiten missen voor het aanbieden van praktijkgericht technologisch beroepsonderwijs. Dit terwijl de op twee na grootste groep van alle leerlingen op het vmbo-tl zit.

De afgelopen twee jaar hebben 105 scholen hard gebouwd aan manieren om vmbo-tl-leerlingen op een interessante en praktische manier in aanraking te laten komen met technologie. De bottom-up approach waarin docenten zelf – met draagvlak vanuit de schoolleiding- verantwoordelijkheid droegen voor het realiseren van ambities heeft tot resultaten geleid, zoals op een van de M-Tech-scholen, het Alfrink College, waar ze leerlingen een voor een aan het bedrijfsleven koppelen. Hierdoor is de profielkeuze  van leerlingen verschoven van zorg en economie naar economie en techniek. Dit is een van de resultaten die zijn vastgelegd in de publicatie “Meer bèta en technologie op vmbo-tl”. MKB-Nederland, VNO-NCW, Platform -TL en de scholen en docenten van het M-Tech programma roepen het onderwijs en het bedrijfsleven op om regionaal meer samen te werken bij het ontplooien van technische talenten van leerlingen. Meer jongeren worden zo beter voorbereid op de regionale arbeidsmarkt.

“Het bedrijfsleven kan daaraan zijn bijdrage leveren”, zegt voorzitter Michaël van Straalen van MKB-Nederland. ‘Het is goed om jongeren vroegtijdig te laten kennismaken met je bedrijf, branche of beroepsgroep.” Van Straalen benadrukt het belang van betere beroepsoriëntatie op het algemeen vormend voortgezet onderwijs; op het vmbo-tl, maar ook op havo en vwo. “Dat kan eraan bijdragen dat jongeren beter weten waarvoor ze kiezen. Nu zien we dat talloze jongens en meisjes met een beta-pakket na het voortgezet onderwijs een keuze maken voor toch net niet de passende beroepsopleiding.”

Technici zijn onmisbaar voor de Nederlandse toekomst. Het bedrijfsleven en de branches vragen expliciet om een hogere instroom op niveau mavo/niveau mbo 4. Uit de recente monitor van het Techniekpact blijkt dat het aandeel gediplomeerden op het vmbo-tl met een vakkenpakket natuur- en scheikunde (NaSk-profiel) is gestegen naar 40% in 2014-2015 (was 36% in 2012-2013). Ondanks deze stijging stroomt slechts de helft van de afgestudeerde vmbo-tl-leerlingen met een NaSk-profiel door naar een technische vervolgopleiding op het mbo. Het is daarom belangrijk dat vmbo-tl-leerlingen een bewuste keuze maken op basis van een duidelijk beeld van exact en techniek/technologie en met de ervaring van interessant en aantrekkelijk onderwijs dat aansluit bij hun leefwereld en de praktijk.

Vanuit het Techniekpact hebben het kabinet, de scholen in het vmbo en het bedrijfsleven de handen ineengeslagen om het technisch onderwijs in het vmbo aantrekkelijker te maken. Met de impuls vanuit het M-Tech-programma hebben 105 scholen en docenten zich ingezet om aantrekkelijk exact onderwijs aan te bieden met aandacht voor het versterken van de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) richting een technische vervolgopleiding en de technische sectoren.

Net als bij het Techniekpact, wordt het programma regionaal en van onderop ingericht. De leerling, in de klas en op de school, staat hierin centraal. Binnen regionale netwerken hebben scholen op basis van hun eigen ambities en te behalen doelen een ontwikkelagenda geformuleerd. Vanuit die agenda hebben scholen nieuw onderwijs ontwikkeld, projecten opgezet, loopbaanoriëntatie en -begeleiding versterkt én meer samengewerkt met het basisonderwijs, het mbo en met het bedrijfsleven.

  • juli 13, 2016
  • 53 views
Aanpak van agressie bij woningcorporaties

001_RBIAdam-image-ZVS13018I01Werknemers bij woningcorporaties, zoals medewerkers van afdelingen ‘Beheer & Onderhoud’ kunnen tijdens hun werk worden geconfronteerd met agressie en geweld. Daarom is het van belang dat deze organisaties hun medewerkers voldoende beschermen. Dat doen zij steeds beter, constateert de Inspectie SZW, die eind 2015-begin 2016 inspecties uitvoerde bij deze sectoren. Organisaties hebben vorm gegeven aan het agressie- en geweldbeleid, het opgenomen in het opleidingsprogramma en werk gemaakt van bewustwording. Daarnaast hebben werkgevers actie ondernomen bij ongewenste incidenten. Blijvende aandacht en bewustwording is echter belangrijk.

De Inspectie SZW controleerde of overtredingen die in 2013 en 2014 werden geconstateerd, waren opgeheven. In totaal bezocht de Inspectie SZW 49 locaties van grote en kleine woningcorporaties. Daar werden geen overtredingen meer geconstateerd. De Inspectie SZW voerde verder 71 inspecties uit bij gerechtsdeurwaarders. Daarvan waren tien locaties niet in orde. In de meeste gevallen was de Risico-Inventarisatie & -Evaluatie niet in orde en een enkele keer waren voorlichting en training aan medewerkers onvoldoende.

Bij woningcorporaties was er wel verschil in de mate waarin de maatregelen tot op de werkvloer waren ingevoerd en geborgd. Dat kan ertoe leiden dat de aanpak van agressie en geweld niet overal structureel onderdeel blijft uitmaken van het dagelijks werk en de procedures. De Inspectie ziet bijvoorbeeld dat woningcorporaties de gevolgen voor hun medewerkers van bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen niet altijd onderkennen. Denk aan het langer thuis wonen van ouderen, meer GGZ-cliënten in reguliere huisvesting en de toestroom van vluchtelingen. Zo dienen trainingen gericht op de-escalerend gedrag en agressie te worden aangepast aan de huidige maatschappelijke ontwikkelingen.

Agressie- en geweldsincidenten zijn incidenten waarbij derden (bijvoorbeeld bezoekers of cliënten) een werknemer psychisch of fysiek lastig vallen, aanvallen of bedreigen. In de publieke sector komen regelmatig dit soort incidenten voor. Agressie is geen ‘ongemak dat nu eenmaal bij het werk hoort’, maar kan leiden tot langdurige uitval. Volgens de Arbeidsomstandighedenwetgeving moet de werkgever beleid hebben en maatregelen nemen om agressie en geweld te voorkomen, te beheersen en de gevolgen ervan te beperken.

Met de nieuwe Zelfinspectietool Werkdruk en Ongewenst gedrag kunnen werkgevers zelf checken of zij voldoen aan wet- en regelgeving op het gebied van werkdruk, ongewenste omgangsvormen en agressie en geweld.

[related_post themes=”text”]

  • juli 7, 2016
  • 59 views
Aantal ongevallen in de bouw sterk toegenomen

plumberIn vergelijking met het eerste half jaar in 2015 is het aantal ernstige ongevallen in de eerste helft van 2016 met 14 % toegenomen en het aantal dodelijke ongevallen met 56 %. Het aantal in onderzoek genomen klachten en signalen is 16% hoger.  Dat meldt de Inspectie SZW. Zowel het aantal ernstige ongevallen (42%) als het aantal dodelijke ongevallen (50%)  in de bouw heeft plaatsgevonden binnen de algemene burgerlijke en utiliteitsbouw. Daarna zijn de subsectoren binnen de bouw met de meeste ongevallen het grondverzet, de elektrotechnische bouwinstallatie, het slopen, de loodgieters en het schilderen, met 4-7% van de ernstige ongevallen en 10-20% van de dodelijke ongevallen in de bouw.  De bouw behoort daardoor tot de tot de top drie van de gevaarlijkste bedrijfstakken.

De weken voor de vakantie zijn een gevaarlijke periode waar extra aandacht voor de veiligheid nodig is, zeker nu het aantal ongevallen oploopt. Er is weliswaar geen officiële bouwvakvakantie meer, maar op veel bouwlocaties wordt het werk nog net even afgerond of wordt er extra hard gewerkt voordat het werk een aantal weken stil ligt. Dat geldt ook voor een aantal productiebedrijven. De Inspectie SZW roept werkgevers daarom op nu extra aandacht te besteden aan de veiligheid.

In de sectoren waar de crisis de grootste gevolgen had voor de productie, zoals de bouw, is nu bij het stijgen van de productie ook de toename van ongevallen te zien. Dat de bouwproductie is toegenomen zien we ook aan het aantal meldingen dat bij de Inspectie SZW is binnengekomen. Het aantal bouwprocesmeldingen (start bouwwerkzaamheden) is met 10% en het aantal meldingen van asbestsaneringen met 16% toegenomen in het eerste helft van 2016 ten opzichte van de vergelijkbare periode in 2015.

De meeste bouwvakkers komen in het ziekenhuis terecht, krijgen blijvend letsel of gaan dood door drie oorzaken:  bij meer dan de helft van de ongevallen is de oorzaak het vallen van hoogte of gelijke hoogte (struikelen), bijna een kwart wordt getroffen door voorwerpen, producten of andere onderdelen en 15% krijgt een ernstig ongeval door contact met machines, gereedschap en voertuigen op de bouwplaats. Extra aandacht is dus vooral nodig als het gaat om valbeveiliging en juist gebruik van steigers en trappen, het voorkomen dat er voorwerpen en bijvoorbeeld onderdelen die van steigers afvallen en machineveiligheid.

Van alle ongevallen die de Inspectie onderzoekt, blijkt dat bij een kwart van de ongevallen dat geen invulling was gegeven aan het direct toezicht op de werkvloer. Het is daarom van belang dat de direct leidinggevenden, zoals de uitvoerder, bouwvakkers de bouwvakker aanspreekt op zijn gedrag als ze bijvoorbeeld hun helm niet dragen of de beschermingskap van een machine afhalen omdat dat makkelijker werkt. Of dingen laten slingeren of een gat in de vloer niet goed afdichten, waardoor anderen struikelen of vallen.

“Schaalvergroting en bouwplaatsen die veranderen in een conglomeraat van leidinggevenden, werknemers, uitzendkrachten en zzp’ers, vergroten de kans op ongevallen. Op een bouwplaats wordt naast Nederlands ook veel talen gesproken zoals Pools, Roemeens en Engels. Daardoor ontstaan misverstanden in de communicatie. We zien op de bouwplaatsen dat er steeds meer bouwvakkers rondlopen waarvoor niet duidelijk is geregeld wie er voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Ook ontbreken goede samenwerkingafspraken tussen de partijen.”, aldus Marga Zuurbier, directeur Arbeidsomstandigheden van de Inspectie SZW.

De opdrachtgever van een bouwproject heeft ook een belangrijke rol bij het zorgen dat er veilig wordt gewerkt. Zo is het van groot belang dat een  veiligheids- en gezondsheidplan wordt opgesteld waarin de afspraken staan die zorgen dat er veilig en gezond gewerkt wordt.

Tevens is van belang dat de bouwlocatie groot genoeg is om er veilig te werken. Om ervoor te zorgen dat opdrachtgevers een goed plan maken en de samenwerking goed regelen zijn recent de bouwprocesbepalingen voor opdrachtgevers aangescherpt door minister Asscher. Deze maand start de internetconsultatie over deze nieuwe aangescherpte regels.

[related_post themes=”text”]

  • juni 28, 2016
  • 50 views
Imago bouwsector verbetert licht

imago bouwBijna vier op de vijf Nederlanders kijkt neutraal tot positief aan tegen werken in de bouwsector. Slechts 5% is uitgesproken negatief. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van 2014. Ook het advies aan kinderen om te kiezen voor een opleiding in de bouwsector is iets positiever geworden. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy onder 512 huishoudens.

Waar in 2014 nog 13% van de Nederlandse bevolking aangaf de bouw als werkgever uit de weg te gaan, is nu slechts 5% negatief over werken in de bouwsector. Dit heeft met name te maken met het feit dat men vindt dat de bouw aantrekt en het feit dat de bouw mooi vakwerk levert. Het zijn vooral de mensen van middelbare leeftijd (35 – 55 jaar) die positiever tegen werken in de bouwsector zijn gaan kijken. De jongeren (< 35 jaar) zijn met name minder negatief tegen de bouwsector aan gaan kijken.

De ondervraagden is tevens gevraagd wat de houding is ten opzichte van een aantal specifieke beroepen uit de bouwsector (UTA personeel, uitvoerend personeel ruwbouw, uitvoerend personeel afbouw, uitvoerend personeel installatie en uitvoerend personeel infra/GWW). Hieruit blijkt dat er geen grote verschillen zijn in het imago van de verschillende beroepsgroepen. Wel ligt het percentage (zeer) positief bij elke individuele beroepsgroep iets hoger dan voor de totale bouwsector, met uitzondering voor het UTA personeel. Blijkbaar heeft men iets meer waardering voor het bouwpersoneel dan voor het Uitvoerend Technisch Administratief personeel.

[related_post themes=”text”]

  • juni 16, 2016
  • 63 views
Aanpassing vorstverletregeling van de baan

Minister Asscher ziet af van zijn plannen om wachtdagen in te voeren bij vorstverlet. Dit laat hij weten in een brief aan de Tweede Kamer. Hiermee komt hij tegemoet aan de wensen van ondernemersorganisatie Uneto-VNI. Voorzitter Titia Siertsema van de installatiekoepel is blij met het besluit van minister Asscher. “De huidige cao-regeling zonder wachtdagen blijft intact. Dat is vooral goed nieuws voor onze leden in de nieuwbouw en infra.” De plannen van de minister voorzagen in een eigen risicoperiode van twee weken. Voor een gemiddelde mkb-installateur zou dat tijdens een langdurige vorstperiode een extra kostenpost van 20.000 euro betekenen. Siertsema: “Een strenge winter zou de totale branche circa vijf miljoen euro kosten. Dat hebben we weten te voorkomen. Onze huidige maatwerkregeling blijft van kracht.”

Het pleidooi van onder andere Uneto-VNI voor behoud van de huidige regeling kreeg in 2013 al steun vanuit de Tweede Kamer. In een motie riep Tweede Kamerlid Heerma de minister destijds op de maatwerkregeling te behouden. De afgelopen jaren stelde minister Asscher invoering van de nieuwe regeling drie keer uit. Ook vroeg hij advies aan bij de SER en de Stichting van de Arbeid. Beide instanties waren unaniem in hun advies om de huidige maatwerkregeling in stand te houden.

vorstverlet

[related_post themes=”text”]

  • mei 27, 2016
  • 56 views
Staking bij Engie Services Noord wordt vervolgd

De staking op de meerderheid van de acht vestigingen van Engie Services Noord (voorheen Cofely) is verlengd tot en met vrijdag 27 mei. Marijke Eggengoor, bestuurder FNV Metaal: “Na de toezeggingen door de CEO in Brussel voor een beter sociaal plan voor 65 ontslagen medewerkers, wilden we in Parijs de afspraken verzilveren. Helaas speelde de CEO van de Engie-groep in Parijs verstoppertje en kwam niet tevoorschijn. Maar ons doel is duidelijk: wij willen blijven praten over oplossingen voor deze groep mensen in de vorm van een goed sociaal plan. Engie negeert haar eigen mensen en stelt zich daarmee buitengewoon hard op. Praten leidt tot oplossingen en dat mag toch van deze werkgever verwacht worden die zichzelf ‘sociaal’ noemt. Wij willen natuurlijk geen Franse toestanden, maar dan moet Engie Services het gesprek wel willen aangaan en hun gemaakte beloftes uit Brussel nakomen.”

Wilko van Niejenhuis, bestuurder van CNV Vakmensen: “Het is volstrekt onbegrijpelijk waarom dit allemaal zo lang duurt. Het wordt tijd dat Engie haar energie steekt in het gezond houden van de onderneming. Deze houding draagt daar totaal niet aan bij. Wat nu nodig is, is een goed sociaal plan voor deze mensen.”

De stakingen bij Engie Services Noord gaan al over de tien dagen heen. In het sociaal plan wordt onderscheid gemaakt op leeftijd. Een 59-jarige ontslagen werknemer is nu beter af dan een 63-jarige en dat is onacceptabel, vinden de vakbonden. Marijke Eggengoor: “We eisen voor iedereen gelijke rechten. Daarnaast blijven we mensen oproepen om hun ontslag door het UWV te laten toetsen, want wij verdenken Engie Services er ook van dat het afspiegelingsbeginsel niet goed is toegepast.”

[related_post themes=”text”]

  • mei 27, 2016
  • 45 views
Uneto-VNI opent meldpunt voor ondernemers met zorgen over technisch vmbo

otibUneto-VNI maakt zich grote zorgen over de toekomst van het technisch vmbo. De vernieuwing van het onderwijs gaat namelijk niet gepaard met extra geld voor de inventaris van technieklokalen. Daardoor zullen naar verwachting vmbo-techniekafdelingen op veel plaatsen in het land verdwijnen. Dat staat in een brandbrief die Uneto-VNI samen met een aantal andere branches aan de Tweede Kamer heeft verstuurd.

Staatssecretaris Dekker van Onderwijs heeft naar aanleiding van de brandbrief gezegd dat hij afbraak van het technisch vmbo niet laat gebeuren. Hij roept ondernemers op om zich te melden als zij zien dat het fout gaat. Daarom doet Uneto-VNI een oproep aan ondernemers die vrezen dat er geen écht technisch vmbo in hun regio overblijft of die signalen hebben dat het technisch vmbo als gevolg van de aankomende onderwijsvernieuwing onder druk komt te staan, om dit te melden bij Judith van Heeswijk van Uneto-VNI, E j.vanheeswijk@uneto-vni.nl.

[related_post themes=”text”]

  • mei 18, 2016
  • 62 views
Laag aantal vacatures bij technische organisaties

Bijna 70 procent van de Nederlandse technische organisaties heeft gemiddeld nul tot twee vacatures per jaar uitstaan. Een opvallend laag aantal, gezien het stijgende tekort aan technici de afgelopen jaren. Van alle technische vacatures wordt driekwart (75%) binnen een half jaar ingevuld. Bij slechts 8 procent duurt de invulling langer dan één jaar. Dit blijkt uit een onderzoek uitgevoerd door technisch opleider ROVC onder 1.231 respondenten die werkzaam zijn in de technische branche. Het hebben van werkervaring is geen harde eis als het gaat om het aantrekken van uitvoerende technici op MBO-niveau. Soft skills staan daarentegen wel hoog op het wensenlijstje. Zo wordt betrokkenheid (39%) genoemd als zwaarstwegende eigenschap. Motivatie volgt op de voet met 31 procent. Een diploma op zak staat met slechts 12 procent op een derde plek.

TechBarometer
John Huizing, algemeen directeur van ROVC: “Het is goed om te zien dat persoonlijke eigenschappen steeds belangrijker worden bij de selectie van technici. Technische kennis is immers altijd bij te spijkeren. Het feit dat iemand graag voor je wil werken of passie heeft voor zijn vak is vele malen belangrijker. Dit straalt af op de uitstraling van het bedrijf. De kans dat de techneut binnen afzienbare tijd het bedrijf verlaat is daardoor kleiner. Dat is mooi meegenomen, want alle tijd die de HR-afdeling niet hoeft te besteden aan het invullen van twee vacatures per jaar, komt ten goede aan andere werkzaamheden.”

De eerste editie van de ROVC TechBarometer geeft inzicht in alle relevante trends voor de techniek. Het rapport is gratis aan te vragen via de volgende link: www.rovc.nl/techbarometer

[related_post themes=”text”]

  • mei 3, 2016
  • 58 views
Wie ontvangt de subsidie voor een Bbl’er?

Welke bedrijven kunnen gebruikmaken van de Subsidieregeling praktijkleren? Vooral in de bouwsector blijkt onduidelijkheid te bestaan over de begeleiding van bbl’ers. Toch is het allemaal niet zo moeilijk, stelt PNO Consultants. Het is vastgesteld dat het bedrijf dat de daadwerkelijke praktijkbegeleiding van de bbl’er op de werkvloer voor zijn rekening neemt, degene is die aanspraak kan maken op subsidie. Het is daarbij niet van belang of de bbl’er ook daadwerkelijk op de loonlijst staat. Dus ook als bbl’ers werkzaam zijn via een detacherings- of uitzendconstructie komen zij in aanmerking voor subsidie. Wel moet er sprake zijn van een geldige praktijkovereenkomst tussen de leerling, het opleidingsinstituut en het -door het SBB erkende- leerbedrijf dat de praktijkbegeleiding verzorgt. Opgesomd komt de organisatie dus in aanmerking voor subsidie als: er sprake is van een erkend leerbedrijf, de bbl’er wordt begeleid op de werkvloer van het erkende leerbedrijf en het bedrijf medeondertekenaar is van de praktijkovereenkomst.

Via de Subsidieregeling praktijkleren stelt het ministerie van OCW subsidie beschikbaar voor praktijkleerplaatsen. Het gaat dan over leerwerkplaatsen in het schooljaar 2015/2016. Bedrijven en instellingen die hiervan willen gebruikmaken, kunnen van 2 juni tot en met 15 september subsidie aanvragen. Net als in 2015 is ook dit jaar 205 miljoen euro beschikbaar, waarbij de subsidie voor een volledige praktijkleerplaats kan oplopen tot 2.700 euro.

[related_post themes=”text”]

  • april 29, 2016
  • 63 views
Stress op de werkvloer door tekort aan technici

stress-workMeer dan drie kwart van de technici (77%) wijst stress aan als grootste gevolg van het kwantitatieve tekort aan technici. Dit laat opleidingsinstituut ROVC zien in de eerste editie van de TechBarometer, een onderzoek uitgevoerd onder 1.231 respondenten uit de technische branche. Het rapport geeft inzicht in de markt-, HR- en opleidingstrends binnen de techniek. Naast stress wordt lagere kwaliteit van het werk (10%) als direct gevolg gegeven. In het onderzoek wordt teruggeblikt en vooruitgekeken naar het tekort aan technici. Zo heeft 63 procent van de respondenten de afgelopen vijf jaar een tekort ervaren. Dit werd zowel op kwalitatief als kwantitatief niveau gevoeld.

Respondenten verwachten hier de komende vijf jaar ook nog mee te kampen (60%). Een slechte aansluiting van regulier onderwijs op het bedrijfsleven wordt aangewezen als de belangrijkste oorzaak van het tekort (28%). Daarnaast speelt vergrijzing een belangrijke rol (22%).

John Huizing, algemeen directeur van ROVC: “Het is niet meer dan logisch dat medewerkers stress ervaren door het tekort aan technici. Maar dat het percentage zo hoog ligt én de komende vijf jaar nog geen daling wordt verwacht, onderstreept de urgentie. Stress is ongezond en leidt tot uitval van medewerkers, onnauwkeurigheid en een slechte werksfeer. Genoeg redenen om in actie te komen. De strijd om technisch talent is begonnen. Daarvoor moeten we de handen ineenslaan. Dat betekent een actieve houding van zowel het bedrijfsleven als het onderwijs. Samen kunnen we dit tekort een halt toeroepen.”

De eerste editie van de ROVC TechBarometer geeft inzicht in alle relevante trends voor de techniek. Het rapport is gratis aan te vragen via de volgende link: www.rovc.nl/techbarometer.

[related_post themes=”text”]