Unica wil leren denken en handelen als een startup
Technisch dienstverlener Unica en Startupbootcamp zijn een partnership aangegaan. Partners van Startupbootcamp voorzien veelbelovende startups onder andere van kennis en toegang tot hun netwerk. Arjen Leenhouts, CEO van Hellemans Consultancy (onderdeel van Unica): “Unica omarmt disruptieve (zich snel tot iets groots ontwikkelende) technologie vol overgave. De weg voorwaarts begint met het open staan voor innovatie die bestaande modellen op z’n kop kan zetten. Deze partnership maakt me dan ook trots. Wij kunnen als organisatie leren denken en handelen als een startup. De ‘can do’ mentaliteit is enorm inspirerend. Veelbelovende organisaties kunnen we verbinden met ons netwerk. Ook is het enorm inspirerend om bovenop de laatste trends en ontwikkelingen te zitten en deze kennis en ideeën te delen met onze partners.”
Patrick de Zeeuw, co-founder van Startupbootcamp: “Duurzaamheid, innovatie en ondernemerschap zijn voor Unica en ons belangrijke waarden. Net als de startups die zijn geselecteerd voor het Startupbootcamp-acceleratorprogramma E-commerce, streeft Unica er naar om mee te bouwen aan een betere toekomst. Hierbij gebruikt Unica innovatieve en technologische oplossingen. Dit partnership is voor Unica een geweldige kans om mee te draaien in het startup ecosysteem, en voor startups is het fantastisch om lessen te leren van een gevestigde marktleider.”
Unica is met 14 vestigingen, 10 gespecialiseerde bedrijven, 3 regionale projectenbedrijven en circa 1.850 medewerkers een grote zelfstandige technisch dienstverlener in Nederland. Startupbootcamp is opgericht in 2010 en is met een mentor- en alumni-netwerk in meer dan zestig landen de nummer 1 accelerator buiten de USA.
[related_post themes=”text”]
FNV richt meldpunt op voor misstanden op bouwplaatsen
FNV Bouw roept een meldpunt in het leven voor bouwvakkers om gevaarlijke situaties aan te kaarten op bouwplaatsen. De FNV krijgt zoveel signalen binnen van onregelmatigheden dat de vakbond besloten heeft om het meldpunt op te richten. Dat zegt FNV-bestuurder Willem Dijkhuizen zaterdag in De Telegraaf.
Dijkhuizen hoopt vooral Poolse en Roemeense bouwvakkers te bereiken. Buitenlandse uitzendkrachten zouden vaak niets durven te zeggen, omdat ze bang zijn om hun baan te verliezen. Op bouwplaatsen ontstaan misverstanden, onder meer doordat er Nederlands, Pools, Roemeens en Engels wordt gesproken. Volgens Dijkhuizen leidt dit soms tot “levensgevaarlijke situaties”.
[related_post themes=”text”]
Windcongres op Vakbeurs Energie
Nederland wil klimaatneutraal zijn in 2050, waarbij windenergie een belangrijk onderdeel is. Ontwikkelen van nieuwe windenergieprojecten op land is complex. Er lijkt sprake te zijn van een kloof tussen ontwikkelaar, burger en overheid, met enkele projecten in Noord-Nederland als voorbeeld. Draagvlak is niet vanzelfsprekend maar wel noodzakelijk. Veel overheden worstelen daardoor met het halen van hun taakstelling. Deze situatie vraagt om een nieuwe aanpak. Tijdens het windcongres, op 4 oktober in de Brabanthallen in Den Bosch staat de dialoog met overheden, markt en omgeving centraal.
Doel is om samen de aanzet te geven tot een nieuwe, frisse aanpak die de realisatie van Wind op Land dichter bij de marktpraktijk brengt. Het windcongres is onderdeel van Vakbeurs Energie 2016 en wordt georganiseerd in samenwerking met adviesbureaus Antea Group en Econnetic. Maurits Groen (nummer 1 van de duurzame 100) zal het congres aftrappen als keynote speaker, waarna topsprekers als Harm Reitsma (Windcentrale), Teus Baars (Zeeuwind) en Kevin Dijkers (Yard Energy), met verschillende overheden in dialoog zullen gaan over de uitdagingen waar we voor staan. De dag wordt geleid door dagvoorzitter Olof van der Gaag (directeur Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, NVDE). Ook een uitgebreide lunch en netwerkborrel ontbreken niet.
Inschrijven voor het windcongres kan vanaf 1 augustus, reserveren kan door een e-mail met contactgegevens te sturen naar Lisa Leeuwestein lisa@54events.nl .
Aanpak van agressie bij woningcorporaties
Werknemers bij woningcorporaties, zoals medewerkers van afdelingen ‘Beheer & Onderhoud’ kunnen tijdens hun werk worden geconfronteerd met agressie en geweld. Daarom is het van belang dat deze organisaties hun medewerkers voldoende beschermen. Dat doen zij steeds beter, constateert de Inspectie SZW, die eind 2015-begin 2016 inspecties uitvoerde bij deze sectoren. Organisaties hebben vorm gegeven aan het agressie- en geweldbeleid, het opgenomen in het opleidingsprogramma en werk gemaakt van bewustwording. Daarnaast hebben werkgevers actie ondernomen bij ongewenste incidenten. Blijvende aandacht en bewustwording is echter belangrijk.
De Inspectie SZW controleerde of overtredingen die in 2013 en 2014 werden geconstateerd, waren opgeheven. In totaal bezocht de Inspectie SZW 49 locaties van grote en kleine woningcorporaties. Daar werden geen overtredingen meer geconstateerd. De Inspectie SZW voerde verder 71 inspecties uit bij gerechtsdeurwaarders. Daarvan waren tien locaties niet in orde. In de meeste gevallen was de Risico-Inventarisatie & -Evaluatie niet in orde en een enkele keer waren voorlichting en training aan medewerkers onvoldoende.
Bij woningcorporaties was er wel verschil in de mate waarin de maatregelen tot op de werkvloer waren ingevoerd en geborgd. Dat kan ertoe leiden dat de aanpak van agressie en geweld niet overal structureel onderdeel blijft uitmaken van het dagelijks werk en de procedures. De Inspectie ziet bijvoorbeeld dat woningcorporaties de gevolgen voor hun medewerkers van bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen niet altijd onderkennen. Denk aan het langer thuis wonen van ouderen, meer GGZ-cliënten in reguliere huisvesting en de toestroom van vluchtelingen. Zo dienen trainingen gericht op de-escalerend gedrag en agressie te worden aangepast aan de huidige maatschappelijke ontwikkelingen.
Agressie- en geweldsincidenten zijn incidenten waarbij derden (bijvoorbeeld bezoekers of cliënten) een werknemer psychisch of fysiek lastig vallen, aanvallen of bedreigen. In de publieke sector komen regelmatig dit soort incidenten voor. Agressie is geen ‘ongemak dat nu eenmaal bij het werk hoort’, maar kan leiden tot langdurige uitval. Volgens de Arbeidsomstandighedenwetgeving moet de werkgever beleid hebben en maatregelen nemen om agressie en geweld te voorkomen, te beheersen en de gevolgen ervan te beperken.
Met de nieuwe Zelfinspectietool Werkdruk en Ongewenst gedrag kunnen werkgevers zelf checken of zij voldoen aan wet- en regelgeving op het gebied van werkdruk, ongewenste omgangsvormen en agressie en geweld.
[related_post themes=”text”]
Stabu en KOMO combineren krachten voor bouw- en installatiesector
Stichting Stabu en Stichting KOMO bundelen hun krachten met het oog op de stelselwijziging in het kader van de Wet Kwaliteitsborging voor de bouw (Wkb). Beide instanties willen zo meerwaarde bieden aan de sector. De BRL-en van KOMO worden zo snel mogelijk gelinkt aan de Stabu-specificatiesystematiek Bouwbreed. KOMO en Stabu hebben hun gecombineerde kracht nader vorm en inhoud gegeven middels een intentieverklaring.
Nu minister Blok de WkB naar de Tweede Kamer heeft gestuurd en het wetsontwerp naar verwachting zal worden aangenomen, is een overgang naar particuliere in plaats van publieke kwaliteitsborging aanstaande. KOMO en Stabu verwachten daarbij een toonaangevende rol te spelen door bestek voorbereiders, architecten, bouwers en particuliere kwaliteitsborgers te faciliteren met een specificatiesystematiek en kwaliteitsborgingsinstrumentarium dat op brede marktacceptatie kan rekenen.
Om de samenwerking tussen Stabu en KOMO en de dienstverlening aan de markt in het nieuwe stelsel nader te concretiseren, is inmiddels een stuurgroep gestart. Deze stuurgroep zorgt ook voor een zorgvuldige afstemming met markt en gebruikerss. Naast KOMO en Stabu nemen daarin deel Bouwend Nederland, de vereniging Bond Nederlandse Bestekdeskundigen (BNB) en de vereniging Fabrikanten Bestek Service (FBS). Hiermee is een marktbrede coalitie ontstaan, met als missie ontzorging van bouwpartijen en de borging van bouwkwaliteit.
De samenwerking zal in een aantal fase ten uitvoer worden gebracht: op korte termijn zal de KOMO catalogus d.m.v. het zogenaamde ‘referentiebestek’ worden gekoppeld aan Bouwbreed. In een tweede fase zal er intelligentie aan worden toegevoegd. Dit is een softwarematige aanpassing, die vooral bij de softwarehuizen moet worden uitgevoerd.
[related_post themes=”text”]
Samenwerkings-overeenkomst Uniforme Objecten Bibliotheek ondertekend
Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter FME, Titia Siertsema, voorzitter Uneto-VNI, Martin Kreijenbroek, directeur 2BA, en Rien Wabeke, directeur Ketenstandaard Bouw en Installatie, hebben tijdens de bijeenkomst ‘Digitalisering in bouw: Fabrikanten aan zet’ een overeenkomst ondertekend om samenwerking en digitalisering in de bouwketen gezamenlijk vorm te geven. Dankzij een nauwe samenwerking tussen alle ketenpartners verwacht men de efficiency sterk te kunnen verbeteren en forse kostenbesparingen te kunnen realiseren. Basis hiervoor is de Uniforme Objecten Bibliotheek die het mogelijk moet maken om uniforme en uitwisselbare objecten te genereren in CAD-systemen van installatiebedrijven. De toeleveranciers van de installatiebranche gaan nu de productdata aanleveren die hiervoor nodig zijn.
Installatiebedrijven kunnen dankzij de overeenkomst binnenkort gebruikmaken van één uniform informatiemodel waarmee zij probleemloos data kunnen uitwisselen in elke fase van het bouw- en BIM-proces. Tijdens de bijeenkomst werden fabrikanten geïnformeerd over de kansen die de Uniforme Objecten Bibliotheek (UOB) oplevert en de acties die zij kunnen ondernemen om optimaal te profiteren van deze digitaliseringsslag. FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: “Voor een sterkere Nederlandse industrie in de toekomst moeten meer bedrijven haast maken om processen aan te passen op kansen die Smart Industry biedt. Het opzetten van de Uniforme Objecten Bibliotheek is een goed voorbeeld van hoe dit wordt opgepakt vanuit de installatiesector.” Voorzitter Titia Siertsema van Uneto-VNI vult aan: “Het project UOB is een goede uitwerking van een slimme samenwerking tussen partijen uit de industrie en de installatiebranche met als doel elkaar te versterken.”
De bouw digitaliseert in snel tempo. Dat levert productiviteitswinst op en een forse reductie van de faalkosten. Daarnaast kunnen fabrikanten efficiënter produceren, doordat de digitale (ge)bouwontwerpen direct toegepast kunnen worden in het productieproces. Hierdoor neemt de industrialisatie van de bouw significant toe en gaan de bouwkosten omlaag.
Dankzij de Uniforme Objecten Bibliotheek zijn fabrikanten straks bij BIM-aanbestedingen niet meer afhankelijk zijn van één software leverancier om al dan niet betrokken te kunnen worden bij BIM-aanbestedingen. Als zij één keer hun productgegevens op een standaardmanier invoeren, kunnen alle betrokken bouwpartners deze data vervolgens gebruiken.
[related_post themes=”text”]
Nieuwe ISSO-Kennispartner
IMI Aero-Dynamiek is toegetreden als nieuwe ISSO-Kennispartner. “De geloofwaardigheid van de installatiesector staat of valt met kennis”, stelt Gerrit Hofman, technisch directeur bij IMI Aero-Dynamiek. “Onze organisatie heeft veel kennis en ervaringen om over te dragen en we staan altijd open voor die van anderen. Kernactiviteiten van deze organisatie zijn het meten, valideren en optimaliseren van klimaatinstallaties in de gebouwgebonden omgeving. Voor ons is kennis een product. En dat product maak je alleen maar beter door samen te werken, ervaringen met elkaar te delen en kennis te bundelen. Dan krijg je een product op niveau en meer kwaliteit. Het platform ISSO-Kennispartners is hiervoor een mooi podium.”
“De ISSO-Kennispartners hebben allemaal hun eigen expertise”, vervolgt Hofman. “Het kan technische informatie opleveren voor onze medewerkers of voor de leerlingen van onze interne opleiding. Daarbij kan het platform inspiratie geven voor nieuwe ontwikkelingen. Om die reden is IMI Aero-Dynamiek ook aangesloten bij verenigingen, zoals TVVL en NVTG. Organisaties of podia die beroepsgroepen of de sector vertegenwoordigen, bieden je als bedrijf de mogelijkheid om kennis breed uit te zetten. Omdat je via die kanalen veel hoort, kun je beter anticiperen op toekomstige veranderingen binnen een vakgebied en vaak ook voorloper zijn.”
De doelstelling van ISSO is de kennis en de kwaliteit van de installatieprofessional structureel op een hoger niveau te brengen. Daar draagt het platform ISSO-Kennispartners aan bij. De deelnemende bedrijven staan voor het motto: samen bereik je meer. Met IMI Aero-Dynamiek heeft het platform inmiddels veertien deelnemende bedrijven. Meer informatie over het platform ISSO-Kennispartners staat op www.isso.nl.
[related_post themes=”text”]
Breed gedragen basisafspraken BIM
Veertien partijen uit de bouw hebben op uitnodiging van BuildingSMART basisafspraken gemaakt over de levering van informatie en de structuur van informatiemodellen, gebaseerd op praktijkervaringen. Door dezelfde taal te spreken, kan de Nederlandse bouwsector snel BIM laten renderen. Het doel van deze breed gedragen basisafspraken is dan ook: consistente en betrouwbare informatie op een efficiënte en effectieve wijze uitwisselen in de keten. Geen nieuw initiatief, maar een collectieve onderstreping van bestaande afspraken. De initiatiefnemers nodigen alle partijen in de Nederlandse bouwsector uit om zich aan te sluiten.
Het effectiever uitwisselen van informatie is nodig om de gefragmenteerde bouwsector efficiënter te maken en verspillende taken uit te bannen, zo is het idee achter dit initiatief. Iedere opdrachtgever, iedere opdrachtnemer en elk project heeft nu vaak eigen, specifieke afspraken over hoe te communiceren met informatiemodellen. In de afspraken die nu gemaakt zijn, is de basis al afgestemd, wat processen direct aanzienlijk vereenvoudigt.
Door met veertien partijen kennis en ervaringen uit de praktijk vast te leggen in een structuur waar alle partijen het over eens zijn, zetten de initiatiefnemers een eerste stap. De basisafspraken dragen eraan bij dat iedere betrokken partij altijd informatie op een eenduidige manier kan vinden en aanleveren, waarmee de uitgewisselde modellen direct bruikbaar worden voor een ander.
De groep initiatiefnemers bestaat uit: buildingSMART, Dura Vermeer, VolkerWessels, De Nijs, Heijmans, KlokGroep, Hurks, Waal, Trebbe, J.P. van Eesteren, TBI, Van Wijnen, Hendriks Bouw en Ontwikkeling, Smit’s Bouwbedrijf en de BAM. Zij benadrukken dat zij niets nieuws hebben ontwikkeld, maar juist gebruik maken van wat er al is. Er zijn afspraken gemaakt over het uitwisselformaat, de te hanteren basisstructuur en over het borgen van objectinformatie (zie afbeelding).
Ook voor onderaannemers en leveranciers wordt informatiebeheer met deze basisafspraken een stuk overzichtelijker. Dit voordeel wordt groter naarmate er steeds meer opdrachtgevers en bouwbedrijven op dezelfde manier en in dezelfde structuur werken. Als onderaannemer of leverancier verlies je geen kostbare tijd meer met uitzoeken wat er wordt bedoeld en heb je sneller en beter zicht op de concrete vraag. Het loont dus veel meer om je digitale productcatalogus hierop in te richten. Hoe eerder je als onderaannemer of leverancier aansluit bij deze manier van werken, hoe eerder BIM in de keten rendeert, zo is de gedachte.
[related_post themes="text"]
Warmtepomp aanbieders in Nederland gaan samen verder
In Nederland behartigt DHPA de belangen van de aanbieders van warmtepompen voor de woningbouw. Verac behartigt daarnaast de belangen van de aanbieders van warmtepompen, airconditioning systemen en koelmachines voor de utiliteit en de industrie.
Eind 2015 hebben de twee brancheorganisaties besloten om de handen ineen te slaan en onder de vlag van DHPA verder te gaan. Zo ontstaat één sterke organisatie waarin vrijwel alle aanbieders van warmtepompen, airconditioning systemen en koelmachines bijeen komen. Daardoor zullen ze beter in staat zijn om de verdergaande verduurzaming in de Nederlandse gebouwde omgeving vorm te geven.
Het jaar 2016 wordt gebruikt om de éénwording vorm te geven, zodat de twee brancheorganisaties per 1 januari 2017 als één entiteit verder kunnen gaan. De huidige voorzitter van de DHPA, de heer Peter Wagener, zal als gezamenlijk voorzitter optreden. De heer Henk Kranenberg, voorheen voorzitter van de Verac, zal in 2016 aanblijven als vicevoorzitter om het proces mede vorm te geven.
In de utiliteit is de toepassing van de warmtepomptechnologie in de nieuwbouw al ver doorgevoerd. En veel nieuw gerealiseerde kantoorpanden hebben vandaag de dag al geen gasaansluiting meer.
Echter de woningbouw en het gehele park aan bestaande gebouwen, staan aan de vooravond van een verdergaande verduurzaming, waarbij de toepassing van warmtepomptechnologie een onmisbare schakel vormt. Warmtepomptechnologie maakt gebruik van hernieuwbare energie uit de lucht, water of bodem. Het biedt oplossingen in de vorm van duurzaam verwarmen, koelen en tapwater bereiding, voor wonen, werken en recreëren.
“Het is in het belang van investeerders, gebouw beheerders, eindgebruikers (particuliere woningeigenaren, huurders als ook woningcorporaties) dat de aanbieders van warmtepomptechnologie sterker naar buiten treden. Ze kunnen nog beter laten zien hoe deze technologie vandaag al op kosteneffectieve wijze oplossingen biedt voor vele energie vraagstukken waar wij nu als maatschappij mee worden geconfronteerd”, zegt Peter Wagener, voorzitter van de DHPA in de nieuwe samenstelling.
Voor meer informatie: www.dhpa.nl
Opleidingscentra gaan samenwerken
Het opleidingscentrum GOº voor de koudetechniek en het opleidingsbedrijf InstallatieWerk voor de installatietechniek gaan hun opleidingen beter op elkaar laten aansluiten. Deze samenwerking brengt voor individuele werknemers en bedrijven in de sectoren meer ontwikkelkansen en flexibiliteit. Beide opleiders richten zich op technische beroepsopleidingen op mbo-niveau. Als gevolg van vergrijzing en aantrekkende economie hebben deze sectoren behoefte aan instroom van nieuw vakbekwaam personeel. Daarbij mikken ze op zowel starters op de arbeidsmarkt (schoolverlaters van het vmbo en de havo) als op ‘zij-instromers’: mensen die vanuit andere technische beroepen een carrière ambiëren in de koudetechniek of in de installatietechniek. Ofschoon koudetechniek en installatietechniek elkaar op heel veel terreinen raken, opereerden GOº en InstallatieWerk tot voor kort ieder apart. GOº is het opleidingscentrum verbonden aan de branchevereniging Nederlandse Vereniging van ondernemers in de Koudetechniek en Luchtbehandeling (NVKL). InstallatieWerk Nederland is een organisatie met zeven regionale opleidingsbedrijven verspreid over het land; bedrijven zijn hun participanten. De opleiders nemen leerling-werknemers in dienst, om die vervolgens te plaatsen in een bedrijf. De leerling-werknemer werkt vier dagen en gaat één dag naar school (BBL). Na het behalen van het diploma neemt het bedrijf doorgaans het dienstverband over. GOº en InstallatieWerk hebben besloten om samen vmbo-schoolverlaters te gaan werven en hen te interesseren in een loopbaan in de technische beroepen. InstallatieWerk zet zijn landelijk dekkend netwerk in om tijdens open dagen bij onderwijsinstellingen ook de loopbaankansen in de koudetechniek onder de aandacht te brengen. “We gaan samen reclame maken voor onze opleidingen. Daar hebben we allemaal baat bij: er is immers geen koelmonteur die zonder kennis van installatietechniek zijn vak kan uitoefenen”, zegt directeur Jan Willem van Bruggen van InstallatieWerk Nederland. Directeur Jenny van den Bovenkamp van Opleidingscentrum GOº wijst op de uitstekende toekomstperspectieven van jonge mensen die kiezen voor een loopbaan in de koudetechniek: “Koel- en klimaatinstallaties worden steeds geavanceerder en aangestuurd met elektronica en regeltechniek. Lassen…
