Van hybride verwarmingssystemen tot groen gas
Feenstra reageerde gisteren direct op het manifest van een brede coalitie om alleen nog cv-ketels in combinatie met een duurzame techniek te installeren. Het installatiebedrijf gaat zich inzetten om geen gasgestookte cv-ketels meer als enige warmtevoorziening in de woning te installeren. Goois Verwarmings- en Installatiebedrijf Robert van der Poel reageerde terughoudender: ‘Zorg eerst dat de techniek dusdanig is dat deze ook voor de gemiddelde Nederlander betaalbaar is’. Ketelfabrikant ATAG liet ons desgevraagd weten maximaal in te gaan zetten op hybride verwarmingssystemen.
“Wij maken ons sterk om zo spoedig mogelijk alleen nog cv-ketels in combinatie met een duurzame aanvulling, zoals een hybride warmtepomp, zonneboiler of andere aardgasbesparende producten, te installeren’, liet Ernie van Dalen, directeur bij Feenstra, gistermorgen weten. “Uiteraard vervangen wij waar mogelijk ook zoveel mogelijk cv-ketels door een duurzaam alternatief. De mogelijke opkomst van groen gas blijft Feenstra echter ook zien als een goed alternatief voor de vervanging van aardgas als brandstof voor de gasgestookte cv-ketel. Cv-installaties die, nu of in de toekomst, op groen gas worden gestookt, blijven wij installeren, ook wanneer dit de enige verwarmingsbron van de woning is. Daarnaast blijven wij uiteraard onze klanten wijzen op andere energiebesparende mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld isolatie, waterzijdig inregelen en zonnepanelen.”
Voortouw in de energietransitie
Feenstra wil het voortouw in de energietransitie nemen. Het moet sneller, slimmer en betaalbaarder, aldus één van ’s lands grootse installatiebedrijven. “Wij zijn als eerste bekend met nieuwe initiatieven en mogelijkheden. Het gaat voor ons niet alleen om het verkopen van installaties. Zo kunnen wij woningcorporaties nog actiever adviseren bij het realiseren van CO2-reducerende maatregelen en onderzoeken wij de mogelijkheden voor een passende huurpropositie voor bijvoorbeeld hybride warmtepompen. Het investeren in de opleiding van onze vakmensen op het gebied van duurzame technieken heeft onze volle aandacht. Onze opleidingscentra zijn inmiddels uitgerust met de laatste technieken op het gebied van duurzaamheid”, legt Van Dalen uit.
Verder kijken dan neus lang is
Goois Verwarmings- en Installatiebedrijf Robert van der Poel reageerde op onze Facebook-pagina wat terughoudender. ‘Huiseigenaren zullen niet alleen in de warmtepompen moeten gaan investeren maar ook in isolatie, en hun vloerverwarming – als ze die hebben – moeten aanpassen etc. Het lijkt wel of de opstellers van dit manifest niet verder kijken dan hun neus lang is. De financiën van de meeste mensen zijn niet dusdanig dat ze zich zulke drastische investeringen kunnen veroorloven. De meesten hebben al problemen met de betaling van het jaarlijks onderhoud. Super leuk al die ideeën en milieu-verbeterende dingen in Nederland terwijl de rest van de wereld er een zooitje van maakt. Laten we eens bij het begin beginnen en niet van die onnozele termijnen stellen van drie jaar. Begin met nieuwbouw en zorg dat de techniek dusdanig is dat die ook voor de gemiddelde Nederlander betaalbaar is. Ik ben helemaal voor duurzaam, maar dan wel met goed doorontwikkelde en beproefde technieken en niet met haasje-repje-acties!’
Maximaal inzetten op hybride verwarmingssystemen
In een reactie op het manifest dat gisteren is aangeboden laat ketelfabrikant ATAG weten maximaal te zullen inzetten op het realiseren van duurzame, comfortabele hybride verwarmingssystemen. Hybride warmtepompen gaan volgens deze fabrikant een belangrijke rol spelen in de energietransitie. ‘Nederland volledig ‘omzetten’ naar All-Electric is – lettend op de huidige omstandigheden – nu nog niet mogelijk. Dit levert problemen op in de energievoorziening, aangezien het bestaande elektriciteitsnetwerk op dit moment nog niet beschikt over de juiste capaciteit.’ ATAG wil geen vooringenomen keuze maken voor een energiedrager en techniek. Het belangrijkste van de ‘van gas los discussie’ is volgens de fabrikant dat een keuze wordt gemaakt op basis van een maximale reductie van de CO2-uitstoot tegen minimale kosten. Van bron tot gebruiker. En hierbij wordt geen enkele samenwerking tussen energievormen uitgesloten. Alleen op deze manier is het volgens de fabrikant mogelijk om ‘vol gas naar CO2 neutraal’ te gaan.
Overigens benadrukt ATAG dat de cv-ketel blijft bestaan, alleen gaat deze samenwerken met een hybride warmtepomp. ‘Cv-ketels zijn zeker niet taboe.’
Elektriciteitsopwekking vergroenen
Remeha antwoordt desgevraagd het manifest een goed initiatief te vinden en zal hierin participeren. Hierbij hanteert de verwarmingsfabrikant als uitgangspunt: zo snel en zoveel mogelijk CO2-reductie tegen de best mogelijke maatschappelijke investeringen, gericht op uitbanning van fossiele grondstoffen. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is voor Remeha dat de elektriciteitsopwekking wordt vergroend. ‘Warmtepompen zijn (op dit moment) niet schoner dan cv-ketels, dus ook daar zal aan de opwekkingskant het nodige moeten gebeuren. Opwekking van elektriciteit door steenkoolcentrales is de meest vervuilende CO2-vorm van energieopwekking. Remeha is dan ook voorstander van het bijplaatsen van wind- en zonne-energie om de elektriciteitsopwekking te vergroenen.’
De cv technologie zal zich aanpassen aan de beschikbare duurzame energievormen die er zijn. Remeha vindt dat er geen ’technology lock’ in mag zijn. Alle mogelijkheden moeten uitgenut worden om Nederland slim, snel en betaalbaar te verduurzamen. ‘Als producent van energie-apparaten hebben wij dan ook vele oplossingen in huis: groene cv-ketel met hoger rendement of werkzaam op groen gas of een combinatie met ander calorisch gas of in de toekomst waterstof. Hybride oplossingen (een combinatie van cv- en warmtepomp technologie), warmtepompen en combinaties met PV/zonlichttechnologie of WKK. Elke situatie is anders.’
Online toetsingssysteem als eerste stap naar aantonen vakbekwaamheid
Alleen wanneer je kunt aantonen dat je over de juiste kennis beschikt, mag je straks nog cv-installaties ontwerpen, installeren, inbedrijfstellen en onderhouden. Dit kun je doen door succesvol een theorie- en een praktijkexamen af te leggen. Uneto-VNI heeft hiervoor samen met KvINL, OTIB, opleiders en bedrijfsscholen een traject ontwikkeld. Dit begint met een nulmeting, zodat direct het huidige kennisniveau bekend is. Daarvoor komt vanaf de zomer een gratis online toetsingssysteem beschikbaar.
Blijkt uit deze online test dat er voldoende kennis en kunde in huis is, dan kan meteen het theorie-examen worden afgelegd, ook online. Daarna volgt het praktijkexamen.
Zowel de nulmeting-tool als het theorie- en het praktijkexamen zijn vanuit een gezamenlijke aanpak ontwikkeld en getest. Een aantal van leden van de branchevereniging heeft de afgelopen maanden de tool getest. De examens zijn met de input van bedrijven en opleiders opgesteld. Ze sluiten naadloos aan bij de eisen die in de concept-wet staan en staan heel dicht bij de praktijk, aldus de branchevereniging. Een aantal bedrijfsscholen neemt nu deel aan de pilot; hun monteurs volgen de online-toetsen en beoordelen die.
Landelijke dekking praktijktoetsen
Voor monteurs die een online-toets niet prettig vinden, zijn er ook andere opties. In het hele land stellen opleiders en bedrijfsscholen straks hun locaties beschikbaar voor het afleggen van het praktijkexamen. De aanbieders van een praktijkexamen zullen hiervoor geaccrediteerd zijn.
Kennis bijspijkeren
Uneto-VNI verwacht dat het eerste jaar al enkele duizenden monteurs de examens zullen afleggen. Blijkt uit de nulmeting dat het kennisniveau nog niet voldoende is, dan zal een monteur die kennis kunnen bijspijkeren. Bijvoorbeeld door een dagtraining of een volledige cursus te volgen bij een opleider. Of kennisdagen die door bedrijven zelf worden georganiseerd. Het opleidingenaanbod is ook online te vinden.
“Goedkope Poolse loodgieter speelt in onze branche geen grote rol”
Gisteren zijn op Europees niveau afspraken gemaakt over een herziening van de detacheringsrichtlijn. Daardoor zal het salaris van de Poolse loodgieter veel dichter bij dat van zijn Nederlandse collega’s komen te liggen, meldde AD in haar economiekatern. Goedkope leenarbeid wordt door veel West-Europeanen gezien als oneerlijk concurrentie. We vroegen Esther Dijk, woordvoerster bij Uneto-VNI, om een reactie.
Gedetacheerde werknemers in onder andere de bouw zullen nu direct het cao-loon in hun gastland gaan verdienen, inclusief toeslagen zoals een dertiende maand, compensatie voor winterweer en eventuele andere premies. Ook moeten reis- en verblijfskosten apart worden vergoed. Zij mogen niet meer worden afgetrokken van het loon.
Dijk: “We kunnen op dit moment nog helemaal niets zeggen over de gevolgen voor onze leden van deze Europese afspraken. Het is ons namelijk niet bekend hoeveel Uneto-VNI bedrijven via detachering er gebruik maken van de diensten van buitenlandse krachten. Dat zullen overigens eerder onze grotere leden zijn. Maar welke mensen halen ze uit het buitenland: loodgieters, installateurs of bijvoorbeeld hoger opgeleiden in infra of industrie?”
Uneto-VNI zegt ook niet te weten om welke aantallen goedkope krachten het gaat die in de branche via detachering aan de slag zijn. Dijk: “Wij denken niet dat het in ons vakgebied heel erg speelt, eerder in de landbouw of bouw. Als het voornamelijk ZZP’ers betreft, die vallen, net zoals zwartwerkers overigens, niet onder deze regeling. Maar die willen dat ook niet. Deze regeling is bedoeld om werknemers te beschermen tegen uitbuiting. Uiteraard zijn we wel blij met het ‘level playing field’ dat nu ontstaat wat betreft de verloning binnen de detacheringswereld.”
“Robotisering kan voor de installatiebranche een zegen zijn”
Volgens een rapport van twee onderzoeksbureaus kan een vijfde van de half miljoen MBO-scholieren meteen een werkloosheidsuitkering aanvragen na de diploma-uitreiking. Een nog grotere groep kan misschien tien tot vijftien jaar werken, maar zal daarna plaats moeten maken voor een robot. De Intelligence Group en Arbeidsmarktkansen.nl namen alle 455 middelbare beroepsopleidingen en de kansen op de arbeidsmarkt onder de loep. De vraag is: hoe zit het met de installatiesector? De banen liggen nu wel voor het oprapen, maar hoe ontwikkelt de arbeidsmarkt zich op de langere termijn? Installatienet sprak met Doekle Terpstra, voorman van Uneto-VNI over zijn visie op de toekomst.
Gevarenzone
Opleidingen en beroepen die in de gevarenzone verkeren zijn bijvoorbeeld human resource management, bedrijfsadministratie, acteur en zelfs ict-beheerder en gamedeveloper. Wat die laatste twee beroepen betreft is er vooral vraag naar HBO+ specialisten, aldus beide onderzoeksbureaus.
Banen verdwijnen
Door de jaren heen hebben we verschillende geluiden gehoord over de werkgelegenheid in de branche. Sommige deskundigen zien een tijdelijke hausse aan werk, maar op de lange termijn zal het aantal banen slinken. Zo liet ABN-Amro vorig jaar bij de toelichting op haar trendrapportage voor de bouw en installatiebranche op Building Holland nog weten dat er naar haar inschatting binnen 5 tot 10 jaar banen gaan verdwijnen door digitalisering.
Gigantische opgave
Volgens Doekle Terpstra “wijst er niets op die richting. Dit is de sector van de toekomst. We staan voor een gigantische maatschappelijke opgave om de gebouwvoorraad te verduurzamen. Jongeren die nu voor een technische dienstverlening kiezen, hebben per definitie een baangarantie.”
Binnen- en buitenkant gebouw
Ja, geeft Terpstra toe, in de nieuwbouw zou het plaatje er weleens minder gunstig uit kunnen zien over een aantal jaar. Althans voor de bouwkundige disciplines en in mindere mate voor de installatietechniek. “ Prefabricage en robotisering zullen hun impact gaan hebben maar dit leidt niet tot verlies aan werkgelegenheid. Er komt namelijk alleen maar werk bij. Het aandeel installaties in gebouwen neemt toe, al die systemen moeten worden beheerd en onderhouden en daarvoor zijn vakmensen nodig. Ook komen er nieuwe werkzaamheden en disciplines bij, denk aan de installatie en het onderhoud van laadpalen voor elektrische auto’s, energiemanagement en -monitoring en data-analyse. De rol van de installateur wordt alleen maar belangrijker; al vanaf de ontwerpfase. Bovendien zijn we nu met een aantal partijen, waaronder het Ministerie van Economische Zaken, bezig een Green Deal af te sluiten, die een impuls voor energiebesparing in de gebouwde omgeving oplevert. Meer werk aan de winkel dus.” Terpstra verwacht dat de deal binnen enkele maanden rond zal zijn.
“Robotisering een zegen”
De installatiesector blijft dus buiten schot, meent de voorman van Uneto-VNI. Nu en op de lange termijn. “Het is niet zoals in de financiële sector dat banen worden weg geautomatiseerd. Sterker nog, met ons enorme gebrek aan vakmensen denk ik juist dat robotisering een zegen kan zijn.” Het betekent dat we meer ruimte krijgen voor hoogwaardige dienstverlening, bijvoorbeeld als regisseur van de energietransitie. Dankzij digitalisering kunnen we waarde toevoegen met bijvoorbeeld het analyseren van data en dienstverlening rond energiemanagement. Het zal een uitdaging zijn om in te spelen op de veranderende verhoudingen die daaruit voortkomen. Het werk zal verschuiven, er ontstaan nieuwe functies, zoals die van BIM-modelleur.”
Af van “diploma-maatschappij”
Uneto-VNI hamert daarom op het belang van opleiden. “De wereld verandert, om het tempo te kunnen bijbenen, moeten we allemaal een leven lang blijven leren. We hebben een diploma-maatschappij en dat doet geen recht aan alle kennis die op andere manieren wordt opgedaan. Bijvoorbeeld op werkplekken of via informele contacten. Naar mijn idee zouden vakmensen zich via deelcertificaten verder moeten kunnen ontwikkelen. In overleg met het onderwijsveld, en met name het mbo geven we dit de komende tijd verder vorm.”
Certificeringsregeling cv-installateurs in hoofdlijnen op website Uneto-VNI
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft een wetsvoorstel gepubliceerd dat ervoor moet zorgen dat vanaf medio 2019 alleen gecertificeerde cv-installateurs gasverbrandingsinstallaties mogen plaatsen en onderhouden. Aanleiding hiervoor is het koolmonoxide-rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid van november 2015. Hieruit bleek dat de huidige erkenningsregelingen burgers niet de veiligheid geven die ze mogen verwachten. Uneto-VNI heeft de hoofdlijnen van het wetsvoorstel nu op een rij gezet op haar website.
Uneto-VNI is in grote lijnen positief over het voorstel voor een wettelijke certificeringsregeling voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties. De regeling zorgt voor een hoger kwaliteitsniveau, zegt de branchevereniging, waardoor het aantal koolmonoxideongevallen kan worden teruggedrongen. ‘Het is goed dat álle bedrijven en werknemers die gasverbrandingsinstallaties plaatsen en onderhouden straks aan dezelfde eisen moeten voldoen. Wél is er behoefte aan meer duidelijkheid wat betreft de praktische consequenties voor de installateur’, aldus Uneto-VNI.
Lees hier de hoofdlijnen van het wetsvoorstel en de reactie van Uneto-VNI hierop
Voorstel certificering cv-installateurs gepubliceerd
Op 31 januari heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een voorstel voor wijziging van de Woningwet gepubliceerd. Deze wijziging heeft betrekking op de certificering van cv-installateurs vanaf medio 2019. Hiermee wil het kabinet de kwaliteit van de werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties verbeteren en het aantal koolmonoxideongevallen terugdringen.
Aanleiding voor de invoering van de certificeringsregeling is het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar de gevaren van koolmonoxide bij cv-ketels uit november 2016. Uit dit rapport komt naar voren dat de huidige kwaliteitslabels te weinig garantie bieden voor professionele aanleg van cv-installaties en veilig onderhoud.
Een haalbare regeling
Met de introductie van een certificeringsregeling komt het ministerie van Binnenlandse zaken tegemoet aan de belangrijkste aanbeveling uit het rapport van de Onderzoeksraad. Uneto-VNI heeft de totstandkoming van een wettelijke regeling – die dus geldt voor álle installateurs in ons land die werkzaamheden aan cv-installaties verrichten – ondersteund. Het uitgangspunt van de koepelorganisatie daarbij is een regeling die haalbaar is voor zzp-ers, grote en middelgrote bedrijven en grote onderhoudsbedrijven.
Via de internetconsultatie kunnen betrokkenen reageren op de wetswijziging en hun ideeën hierover kenbaar maken. Het kabinet maakt gebruik van reacties en het commentaar om de kwaliteit van de uiteindelijke wetswijziging te verbeteren. Uneto-VNI zal op korte termijn een reactie geven op de wetswijziging en de leden hiervan op de hoogte stellen.
Uneto-VNI niet blij met verlate invoering certificeringsregeling voor cv-installateurs
Uneto-VNI roept de overheid op vaart te maken met de invoering van een wettelijke certificeringsregeling voor cv-installateurs. Dit naar aanleiding van de aankondiging van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om zo’n regeling vanaf halverwege 2019 in te voeren. Voorzitter Doekle Terpstra: “Uneto-VNI vindt het belangrijk dat de nieuwe certificeringsregeling zo snel mogelijk van kracht wordt. Wij hebben ons huiswerk gedaan en zijn er klaar voor. Wat ons betreft wordt de regeling liever eerder dan later ingevoerd.”
Koolmonoxideprobleem
“De nieuwe regeling voor cv-installateurs is een van de concrete maatregelen die de overheid neemt naar aanleiding van het kritische rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit november 2015. Uit dit rapport dat de gevaren van koolmonoxide in kaart bracht, blijkt dat de huidige kwaliteitsregelingen onvoldoende waarborgen voor veiligheid opleveren.
Bijscholing
Terpstra wijst erop dat Uneto-VNI al veel werk heeft verzet om de invoering van de regeling mogelijk te maken. In maart van dit jaar heeft de installateurskoepel het raamwerk voor een uniforme kwaliteitsregeling aangeboden aan de toenmalige minister Plasterk. Ook ligt een voorstel klaar om de vakbekwaamheid van cv-monteurs en servicemonteurs op een hoger niveau te brengen. Naar schatting moeten tussen de 1.400 en 2.300 monteurs bijgeschoold worden.
Effectieve controle
Het nieuwe certificeringsstelsel heeft betrekking op zowel de plaatsing van de cv-ketel als op het onderhoud. Het cv-toestel zelf, maar ook de rookgasafvoer en de luchttoevoer vallen straks onder de regeling. Uneto-VNI pleit ervoor ook de gasleidingen en de plaatsing van de koolmonoxidemelder onder de certificering te brengen. De brancheorganisatie wijst erop dat het succes van de regeling afhankelijk is van de controle door de certificerende instellingen en gemeenten. Terpstra: “Zonder effectieve controle wordt deze wettelijke regeling een tandeloze tijger. Dat moeten we voorkomen.”
Voorlichting noodzakelijk
Uneto-VNI vindt dat voorlichting vanuit de overheid belangrijk is om consumenten bewuster te maken van de veiligheidsrisico’s van hun cv-installatie en het belang van onderhoud. Terpstra: “Consumenten moeten weten dat hun cv-installatie bij een gecertificeerde installateur in goede handen is. Het is voor niet-gecertificeerde bedrijven straks verboden om nog werkzaamheden aan cv-installaties uit te voeren.”
Internetconsultatie
Minister Ollongren kondigt aan het wetsvoorstel in januari via een internetconsultatie openbaar te maken. De wetswijziging wordt vervolgens in het tweede kwartaal van 2018 aan de Tweede Kamer verzonden. De nieuwe regeling wordt onderdeel worden van het Bouwbesluit 2012, een regeling die in de Woningwet verankerd is. De wet schrijft straks geen exacte werkwijze voor, maar randvoorwaarden waarbinnen de markt zelf beoordelingsrichtlijnen mag ontwikkelen. Certificerende instellingen die voldoen aan deze randvoorwaarden worden door het ministerie van Binnenlandse Zaken aangewezen.
Oproep aan minister Wiebes: ‘Handhaaf salderingsregeling voor zonnepanelen tot 2023’
Zo’n 20 maatschappelijke organisaties vragen in een brief minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat om de populaire salderingsregeling voor zonne-energie te handhaven tot tenminste 2023. Het huidige kabinet lijkt van plan om de regeling al in 2020 te beëindigen en brengt daarmee volgens onder andere Uneto-VNI, Natuur & Milieu, Aedes, Consumentenbond, Woonbond, VNG, meer dan honderd lokale energiecoöperaties en Bouwend Nederland de groei van zonne-energie én de energietransitie in gevaar.
Bijna een half miljoen gezinnen in Nederland wekken zelf duurzame energie op met behulp van zonnepanelen. Zo brengen zij hun energierekening omlaag en helpen zij samen om de hoeveelheid opgewekte zonne-energie te laten groeien met ruim 90% per jaar. Salderen betekent dat huishoudens de energie die hun zonnepanelen overdag opwekken, mogen wegstrepen tegen de energie die ze ’s avonds pas gebruiken.
Energierekening omlaag
Dankzij de huidige salderingsregeling is iedere kilowattuur zelfopgewekte energie bijna 20 cent per kilowattuur(kWh) waard. Zo is de investering in ongeveer acht jaar terug te verdienen. Steeds meer burgers zien in dat een investering in zonnepanelen meer oplevert dan spaargeld op de bank.
Salderingsbelofte
Voormalig minister Kamp van Economische Zaken had toegezegd saldering tot 2023 in de huidige vorm te handhaven en pas daarna af te bouwen. Het nieuwe kabinet lijkt de regeling echter al in 2020 te willen beëindigen. Alleen deze suggestie in het nieuwe regeerakkoord zorgt al voor stagnatie in de verkoop van zonnepanelen. Bij installatiebedrijven die zonnepanelen bij particulieren plaatsen, komt de klap hard aan.
“Om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden, zoals in het klimaatakkoord van Parijs is afgesproken, hebben we zonne-energie hard nodig. Als minister Wiebes zich aan de salderingsbelofte houdt, zullen gewone gezinnen de veranderingen die hij hierna wil doorvoeren ook aandurven. De salderingsbelofte aan burgers verbreken zal veel meer kosten dan alleen geld”, zegt Marjan Minnesma directeur van Urgenda.
“Tegenover lagere inkomsten aan energiebelasting staan duizenden nieuwe banen, die de schatkist juist meer inkomsten opleveren uit BTW, loonbelasting en winstbelasting. Opheffen van de salderingsregeling in 2020 schaadt het vertrouwen van consumenten en ondernemers én brengt de doelstellingen van het energieakkoord in gevaar. Zonne-energie moet je stimuleren, niet blokkeren”, stelt voorzitter Doekle Terpstra van Uneto-VNI, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche.
Uneto-VNI vindt het belangrijk dat er ook voor de periode na 2023 snel duidelijkheid komt. De installateurskoepel pleit ervoor om op termijn ook opslag en energiesturing subsidiabel te maken.
MKB-installateur dupe van illegale aanbestedingswijze
Het Aanbestedingsinstituut van Bouwend Nederland sloeg vorige week alarm. Uit haar cijfers komt naar voren dat bij 27% van de aanbestede bouwopdrachten onnodig projecten worden samengevoegd. Twee jaar geleden bedroeg dat aantal nog 14%. En het MKB is daar de dupe van. Uneto-VNI herkent de situatie. De branchevereniging maakt er werk van om deze, vaak illegale wijze van aanbesteden, een halt toe te roepen.
Clusteren
U heeft er waarschijnlijk zelf ook wel eens mee te maken gehad, want de praktijk is wijd en zijd verbreid. Een opdrachtgever, zeg een gemeente , clustert het onderhoud van haar verschillende sportgebouwen en zet dat vervolgens als één tender in de markt. En u valt daardoor automatisch buiten de boot als kleine ondernemer. Terwijl u het onderhoud van één sportgebouw wel voor uw rekening had kunnen nemen.
Illegaal
Waarom kiest de opdrachtgever er voor om verschillende opdrachten te stapelen? “De wet is duidelijk, het mag niet. Er is wel een uitweg: onder voorwaarde dat de opdrachtgever het goed onderbouwt, mag het. Bijvoorbeeld als er sprake is van een financieel of efficiencyvoordeel”, legt Laurens de Vrijer uit. Als adviseur voor het aan UNETO-VNI gelieerde SMI (Stichting Marktwerking Installatiebranche) houdt De Vrijer zich onder andere bezig met aanbestedingen in de installatiebranche. “We komen regelmatig cases tegen, waarin geen sprake is van een deugdelijke onderbouwing of die helemaal achterwege is gelaten. In beide gevallen worden dan juridische grenzen overschreden. Het is simpelweg illegaal.”
Andersom redeneren
In de wet- en regelgeving zijn bepalingen opgenomen om de MKB’er eerlijke kansen te geven in het aanbestedingscircuit. Normaliter worden opdrachten separaat in de markt gezet, zodat ook kleine ondernemers kans maken op opdrachten van de overheid. “Er lijkt nu een situatie te ontstaan, waarin opdrachtgevers andersom gaan redeneren. We clusteren opdrachten tenzij…”
Effect crisis
De crisis heeft ongetwijfeld deze denkwijze in de hand gewerkt. “We zagen dat MKB’ers uit angst voor hun broodwinning moeite hadden om deze praktijk bij opdrachtgevers of ons aan te kaarten.” Inmiddels is daar verandering in gekomen. De markt trekt aan, installateurs komen om in het werk en zijn mondiger geworden.
Hulp branchevereniging
Als ze bij SMI of UNETO-VNI aankloppen, bijvoorbeeld als een gebouweigenaar in de ogen van een W-installateur onnodig E & W onderhoud samenvoegt, gaan de adviseurs op onderzoek uit. “We bellen de opdrachtgever, we schrijven hen aan en kunnen ook vervolgstappen nemen. In een aantal gevallen leidt dat tot een rechtszaak.”
Meer nodig
Toch is het eindresultaat wisselvallig. Sommige opdrachtgevers beteren hun leven, anderen niet. Volgens Uneto-VNI is er meer nodig, vandaar ook dat de branchevereniging zich actief inzet bij het traject ‘Beter Aanbesteden’. Samen met andere belanghebbende partijen wordt gewerkt aan een document met suggesties om verbetering te brengen in de situatie. Dit zal worden overhandigd aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat.
Advies
Hieruit zullen ongetwijfeld verdere acties voortkomen die de praktijk moeten laten verbeteren. Maar voorlopig zal de MKB’er die het vermoeden heeft dat een opdrachtgever onnodig projecten stapelt zelf aan de bel moeten trekken bij de opdrachtgever en/of SMI of Uneto-VNI. “En het liefst zo snel mogelijk”, adviseert De Vrijer. “Des te meer kans maak je op wijzigingen die voor jou gunstig uitpakken.”
Toenemend aantal installatiebedrijven verwacht hogere omzet en winst
Ondernemers in de installatiebranche zijn steeds positiever over hun omzet en winst. Het aantal installatiebedrijven dat een stijging van de omzet en winst verwacht, is een stuk hoger dan een paar maanden geleden. Over het hele jaar gezien, gingen nog nooit zoveel bedrijven uit van een groei van vijf procent of meer. Dat blijkt uit het conjunctuuronderzoek van Uneto-VNI over het vierde kwartaal. Het optimisme is te danken aan een iets beter gevulde orderportefeuille, maar vooral aan aantrekkende prijzen.
Hogere prijzen
Het meest positief over de omzet- en winstontwikkeling zijn de ondernemers die actief zijn in de infrastructuur en die onderhouds- en renovatiewerkzaamheden uitvoeren in utiliteitsgebouwen. Het toenemend ondernemersvertrouwen vertaalt zich nu ook in hogere prijzen. Een deel van de respondenten denkt zelfs dat de prijzen met meer dan 7,5 procent zullen stijgen, terwijl dat in het vorige kwartaal nog uitgesloten leek.
Meer orders
Ondernemers zien het aantal uitstaande opdrachten licht toenemen. Hun orderportefeuille is nu voor iets meer dan zes maanden gevuld. Over het aantal offerte-aanvragen en het scoringspercentage op offertes zijn de ondervraagde leden wat minder positief dan in het vorige kwartaal, maar nog altijd een stuk optimistischer dan aan het begin van 2017. De verwachtingen ten aanzien van het aannemen of inhuren van personeel, zijn nagenoeg onveranderd. Het merendeel van de deelnemers aan het onderzoek rekent op een stabiel aantal monteurs of verwacht meer monteurs aan te nemen.
De enquête die de basis vormt van het Conjunctuuronderzoek van Uneto-VNI is uitgezet onder 452 bedrijven met minimaal 25 medewerkers.
Bekijk het volledige conjunctuuronderzoek op www.uneto-vni.nl/kennisgebieden/bedrijfsvoering/strategie/bedrijfsvergelijking/conjunctuurenquete.
