• september 29, 2016
  • 125 views
‘Nieuw systeem kwaliteitsborging gaat voorbij aan huidige certificaten en erkenningen’

total-print-solutions-wie-zijn-wij-kwaliteitVandaag is er een hoorzitting/rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen. Uneto-VNI is een van de partijen die gelegenheid krijgt haar visie te geven op dit wetsvoorstel. De brancheorganisatie is in grote lijnen positief, maar zet wel vraagtekens bij de toename van de administratieve lasten en aansprakelijkheid en de samenstelling van de toelatingsorganisatie. Het belangrijkste bezwaar van de brancheorganisatie is dat de wetgever een nieuw systeem opstelt voor kwaliteitsborging, dat voorbijgaat aan de huidige certificaten en erkenningen. Als het aan Uneto-VNI ligt, blijft het bestaande stelsel van Erkende Kwaliteitsverklaringen bestaan.

Volgens Uneto-VNI brengt het wetsvoorstel zoals het er nu ligt, extra kosten met zich mee, omdat de administratieve lasten toenemen. Kwaliteitsborgers houden in de nieuwe situatie per werk toezicht op de geleverde kwaliteit en brengen daarvoor kosten in rekening. Hierdoor verschilt het kwaliteitsniveau per werk. Dit staat verdere conceptualisatie  en industrialisering in de weg, waardoor de bouwkosten zullen stijgen. Bovendien wordt het kwaliteitsbeleid in de bedrijven ernstig bemoeilijkt. Dit beleid vormt ook de grondslag voor opleidingen in de bedrijfstak en het functioneren van de kwaliteitsbewaking.

Het wetsvoorstel voorziet in een forse toename van de aansprakelijkheid. Momenteel is de aannemer in de praktijk na oplevering grotendeels niet meer aansprakelijk voor gebreken die de opdrachtgever bij oplevering had kunnen ontdekken. Straks blijft de aannemer ook ná oplevering van het gebouw of de woning meestal aansprakelijk voor gebreken. Deze aansprakelijkheid tot twintig jaar kan hij vervolgens contractueel bij zijn onderaannemers, waaronder installateurs, neerleggen.

Uneto-VNI is het er niet mee eens dat installateurs die actief zijn in de zakelijke markt deze aansprakelijkheid alleen door expliciete afwijzing kunnen afwenden. Dat is in de praktijk niet mogelijk. Een uitgebreide aansprakelijkheid  is bovendien onnodig aangezien professionele opdrachtgevers tijdens de voorbereiding al veel invloed op het project uitoefenen en zelf meestal de juridische voorwaarden bepalen. De voorgestelde uitbreiding van de aansprakelijkheid is dan ook buitensporig, aldus de brancheorganisatie.

Een onafhankelijke toelatingsorganisatie bepaalt straks welke systemen voor kwaliteitsborging de partners in een project mogen hanteren. Uneto-VNI heeft er geen vertrouwen in dat die instantie op alle onderdelen van het bouwbesluit goed is ingevoerd. Het is in de praktijk nagenoeg onmogelijk om alle details te kennen van de bedrijfsactiviteiten  die bij aannemers, onderaannemers en bouwstoffenleveranciers nodig zijn om een goed gebouw op te leveren. Wat Uneto-VNI betreft, moet de wet regelen dat ook installateurs een stem krijgen in deze toelatingsorganisatie.

  • september 29, 2016
  • 130 views
Gaat minister Blok het koolmonoxide probleem echt aanpakken?

portretfoto-blokVandaag debatteert minister Stef Blok (Wonen) met de Tweede Kamer over een aanpak om het aantal ongevallen met koolmonoxide bij cv-ketels terug te dringen. ‘Volgens Uneto-VNI, de Consumentenbond, Netbeheer Nederland, Veiligheid NL, VACpunt Wonen en Brandweer Nederland is het hoog tijd om de eisen aan monteurs op te schroeven’, zo meldt het AD vanmorgen. Landelijke aandacht dus voor een problematiek die in de branche al langer speelt. Uneto-VNI wil graag een pakket wettelijke maatregelen die in Groot-Brittannië al succesvol blijken. “Denk aan opleidingseisen van monteurs, meetinstrumenten die gebruikt moeten worden, regelmatige bijscholing en steekproefsgewijze controles van installatiebedrijven”, zegt voorzitter Titia Siertsema vanochtend in het AD.

Vanmiddag moet duidelijk worden of het Kabinet zo ver wil gaan. In een eerste reactie op het OVV-onderzoek zei minister Blok wettelijke eisen te onderzoeken, maar tegelijk niet overtuigd te zijn van de effectiviteit daarvan. Uneto-VNI pleit voor niet vrijblijvende regels. “Wij nemen als branche sowieso maatregelen, maar kunnen dit niet alleen. Als ze niet verplicht zijn, hoeven andere bedrijven die geen lid zijn zich daar niet aan te houden. Dan blijven er onveilige toestanden”, aldus de voorzitter in de landelijke ochtendkrant

Blok werkt sowiewo aan andere maatregelen die CO-vergiftiging moeten terugdringen. Zo wil hij met fabrikanten van cv-installaties afspreken dat zij standaard een koolmonoxide-melder inbouwen in apparatuur. Dat moet wel vrijwilig, want alleen Brussel kan dat verplichten. De bewindsman gaat daarom ook bij de EU lobbyen.

[related_post themes=”text”]

  • september 28, 2016
  • 133 views
Amper 1 op de 3 huishoudens heeft een koolmonoxidemelder

sec-ca10_1Uit onderzoek van de Consumentenbond onder duizenden consumenten blijkt dat amper 1 op de 3 huishoudens een koolmonoxidemelder heeft. Het blijkt dat consumenten koolmonoxide (CO) vaak alleen associëren met gashaarden en ouderwetse keukengeisers zonder rookafvoer naar buiten. Het besef dat ook met een moderne, goed onderhouden, cv-ketel kan er koolmonoxide in huis komen, vanwege bijvoorbeeld een ‘lekkende’ ophanging, is er vaak niet. Monteurs zouden daarom bij installatie en onderhoud van een ketel niet alleen naar het apparaat zelf moeten kijken, maar naar het hele systeem, zodat dergelijke euvels worden opgemerkt, zo meldt de consumentenbond. De bond pleit in hetzelfde bericht voor een wettelijk verplichte erkenningsregeling voor monteurs van gastoestellen, waardoor beunhazen geen kans hebben.

Consumenten kunnen zich tegen koolmonoxide beschermen door CO-melders in huis te hangen die afgaan bij een te hoog koolmonoxidegehalte in de lucht. Maar dan moeten ze het wel goed doen, zegt de bond. Ze testte 19 goed verkrijgbare melders. Daaruit kwamen 3 afraders naar voren:

-De Carbon Monoxide Safe van J&S Supply deed in de test helemaal niets.

-De JLP-01 van het merk Pentagon hield er binnen 3 maanden mee op.

-De BCN 1221 van Brennenstuhl gaf soms vals alarm, waardoor consumenten geneigd zijn hem uit te schakelen, zonder verder actie te ondernemen.

J&S en Pentagon hebben op aandringen van de Consumentenbond een terugroepactie georganiseerd. Consumenten die zo’n apparaat hebben, kunnen zich melden bij de winkel waar ze hem hebben gekocht en hun geld terugkrijgen.

De overige CO-melders kwamen goed uit de test. Wel is er onderling een flink prijsverschil. De goedkoopste (Alecto) kost slechts €20 terwijl de Nest (met meer mogelijkheden) €120 kost.

Het hele onderzoek is te lezen in de Consumentengids van oktober 2016.

[related_post themes=”text”]

  • september 26, 2016
  • 131 views
FNV Bouw start meldpunt ‘Veiligheid in de Bouw’

plumbers-on-construction-siteFNV Bouw heeft het meldpunt Veiligheid in de Bouw geopend. Volgens de Inspectie SZW is het aantal ongevallen in de bouw fors toegenomen. Het aantal ernstige ongevallen steeg de eerste helft van 2016 met 14%, het aantal dodelijke ongevallen zelfs met 56% in vergelijking met het eerste half jaar van 2015. FNV Bouw vindt het aantal ongevallen onacceptabel en neemt de situatie zeer serieus. Willem Dijkhuizen, campagneleider Veiligheid in de Bouw: “Al jaren staat de bouw in de top drie van gevaarlijkste werkplekken in Nederland. Opdrachtgevers, aannemers en onderaannemers doen te weinig om het tij te keren. Een bouwplaats is een gevaarlijke werkplek. Als er iets mis gaat, kunnen de gevolgen dramatisch zijn.”

De start van de campagne is praktisch en down-to-earth. FNV sector Bouw stuurt al zijn leden een folder waarin aandacht gevraagd wordt voor de veiligheid en voor het meldpunt. Mensen die gevaarlijke situaties zien op de bouwplaats, kunnen op zoveel mogelijk manieren een melding doen, ook anoniem: via kaartjes, mail, telefonisch en via de FNV Bouw App.  Dijkhuizen: “Na binnenkomst pakken we een melding zo snel mogelijk op. Een netwerker of bestuurder neemt poolshoogte op de bouwplaats. We overleggen met de bouwvakkers en samen met hen spreken we de uitvoerder aan op de onveilige situatie. In extreme gevallen schakelen we de Inspectie SZW in, waarmee wij in deze campagne samenwerken. Die kan een bouwplaats stilleggen.’

Tenzij anoniem is gemeld, koppelt FNV Bouw aan de melder terug wat er met een melding is gebeurd. De vakbond wil ook het gedrag rond veiligheid veranderen. Samen met bouwvakkers wil de bond veiligheid een belangrijk thema op de bouwplaats maken en de bewustwording van de risico’s vergroten. Dijkhuizen: “We hebben als vakbond de taak ons in te zetten voor goede arbeidsomstandigheden, voor en samen met werknemers op de bouw. Dat doen wij altijd al, en het komende jaar gaan wij ons dubbelop inzetten voor het terugdringen van het aantal ongevallen. Gedurende de campagne besteden we aandacht aan de thema’s die veiligheid op de bouwplaats beïnvloeden. Veiligheidsthema’s die bouwvakkers belangrijk vinden, pakken we aan door gesprekken met hen. Denk aan werkdruk, valgevaar en tillen. Samen vinden wij oplossingen waardoor er veiliger gewerkt wordt.

Melden van onveilige situaties kan via een speciale kaart die FNV Bouw stuurt naar leden en uitdeelt op bouwplaatsen, telefonisch via 088 575 77 00, op de website van FNV Bouw via www.fnvbouw.nl/meldpuntveiligheid en via de FNV Bouw App onder ‘meld uw probleem’.

[related_post themes=”text”]

  • september 13, 2016
  • 121 views
Nieuwe beoordelingsmethodiek opgesteld voor brandrisico’s bij elektra

12794334-1040482889327970-1338515529822742525-nDe installatiebranche, verzekeraars en inspecteurs hebben gezamenlijk een nieuwe beoordelingsmethodiek opgesteld voor brandrisico’s bij elektra. De manier waarop inspecteurs de risico’s nu nog beoordelen, bleek niet helemaal sluitend en biedt ruimte voor onduidelijkheid. De nieuwe methodiek moet daar een eind aan maken. Als verzekeraars kunnen verwijzen naar NTA 8220, is voor alle betrokkenen duidelijk dat het inspectiebedrijf de brandrisico’s van de installatie beoordeelt.

Controle van elektrisch materieel is niet meer weg te denken uit de dagelijkse praktijk bij het beheren van brandrisico’s. Door diverse oorzaken kan elektrisch materieel een ontstekingsbron zijn waardoor een brand kan ontstaan. Deze Nederlandse technische afspraak (NTA) geeft een methode voor het beoordelen van brandrisico’s met een elektrische oorzaak. De methode bestaat uit een visuele controle en uit metingen en beproevingen. De visuele controle omvat al het elektrisch materieel dat deel uitmaakt van een installatie en elektrisch materieel dat in gebruik is op het moment van de controle. Tijdens de controle moet rekening worden gehouden met brandbare materialen in de directe omgeving van het elektrisch materieel.

Bij de visuele controle wordt ervan uitgegaan dat het elektrisch materieel is geïnstalleerd volgens de van toepassing zijnde ontwerpnorm(en) en wordt gebruikt volgens de voorschriften van de fabrikant.

NTA 8220 is opgesteld op initiatief van het Verbond van Verzekeraars, iKeur en Uneto-VNI. De NTA is opgesteld door de NTA-commissie ‘Ordening technische inspecties’ onder verantwoordelijkheid van de normcommissie NEC 623 ‘Werkvoorschriften’.

Deze NTA wordt bij uitzondering als NTA-ontwerp gepubliceerd, om de markt de mogelijkheid te geven op de tekst te reageren via normontwerpen.nen.nl.

Tot 1 december kunnen belanghebbende partijen commentaar geven op de eerste versie van deze NTA via normontwerpen.nen.nl. De commentaren worden beoordeeld door de werkgroep en, waar van belang, verwerkt in de definitieve uitgave van deze norm.

Meer informatie: NEN Klantenservice, (015) 2 690 391

[related_post themes=”text”]

  • augustus 26, 2016
  • 139 views
Wokkelgas

wokkelgasNog nagenietend van het glooiende Rhone gebied, waar Karel van de zomer heerlijk 3 weken met zijn caravan vrouw, hond en jongste dochter vertoefde, ging hij vorige week weer met frisse tegenzin aan het werk. Terwijl hij aan zijn eerste klus van de dag begon, mijmerde hij nog wat na over de mooie Rhone-vallei, zijn vrouw in bikini en natuurlijk de fantastische wijnen die hij gedronken had. Tijdens zijn vakantie had Karel met veel plezier zijn auto over de fraaie bergpassen gestuurd; op en neer en van links naar rechts; over smalle bergweggetjes en brede passen.

Dromer Karel was ondertussen bezig om een gasblok aan te aansluiten met een nieuwe gasleiding. Maar, zoals vaker, beïnvloedt het dagdromen zijn werk lichtjes. Toen hij uit zijn droomwereld ontwaakte en zijn wonderbaarlijke creatie goedkeurend aanschouwde, had hij gelukkig nog wel de tegenwoordigheid van geest om te checken of er geen gas lekte. Na te hebben geconstateerd dat dit niet het geval was, kon leunde hij tevreden achterover. Een gasleiding als evenbeeld van zijn Franse belevenissen. Veel op en neer en heen en weer!

Mocht u nog werk van hem zijn tegengekomen tijdens uw werk of op uw vakantieadres? Deel het met ons via:

redactie@merlijnplus.nl@installatienet of via onze facebookpagina

[related_post themes=”text”]

  • augustus 16, 2016
  • 135 views
Gevaarlijk als bouwsector eigen kwaliteit en veiligheid controleert

bouwkwaliteitUit een proef van de gemeente Den Haag blijkt dat er gevaarlijke situaties ontstaan als de bouwsector zelf de kwaliteit en veiligheid in de bouw gaat controleren, zoals minister Blok (wonen) wil. Dit meldt Dagblad Trouw. Blok wil de verantwoordelijkheid weghalen bij de gemeenten en neerleggen bij de sector zelf. Medio april stuurde hij hiertoe het voorstel voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen naar de Tweede Kamer. De proef startte eind 2014 en loopt nog steeds door.

De bouwsector in Den Haag huurt momenteel zelf onderzoeksbureaus in om de kwaliteit en de veiligheid te controleren. Maar hun toetsingsrapporten blijken oppervlakkiger te zijn dan de gemeente gewend was. Ook kreeg Den Haag vaak geen opleverdossiers aangeleverd, terwijl dat wel de afspraak was. Daardoor heeft de gemeente nu te maken met bewoonde woningen ‘zonder dat bekend is in hoeverre bewoning van de panden verantwoord is’, aldus het rapport. ‘Het risico bestaat dat nietsvermoedende bewoners, zonder het te weten, ondeugdelijke woningen hebben betrokken.’

[related_post themes=”text”]

  • juli 20, 2016
  • 127 views
Meeste arbeidsongevallen onder bouw- en metaalarbeiders

veilg_werken_op_hoogteMetaal- en bouwarbeiders geven vaker aan een arbeidsongeval te hebben gehad waardoor ze een of meer dagen verzuimden dan werknemers in andere beroepsgroepen. Daarnaast spreken ze, evenals e-installateurs, hun collega’s meer dan gemiddeld aan op onveilig of ongezond werken. Dit blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2015, die door CBS en TNO wordt uitgevoerd.

In 2015 had 5,1 procent van de werknemers die metaalarbeider of machinemonteur zijn en 4,8 procent van de bouwarbeiders een arbeidsongeval met ten minste één dag verzuim. Gemiddeld voor alle werknemers was dat 1,4 procent. Andere beroepsgroepen waarin werknemers vaak slachtoffer zijn van een arbeidsongeval en dan een of meer dagen niet kunnen werken zijn voedselverwerkende beroepen (zoals slagers), bestuurders van voertuigen, bedieners van mobiele machines, tuinders, akkerbouwers en veetelers.

In 9 van de 10 beroepsgroepen waarin zich de meeste arbeidsongevallen met verzuim voordoen, werken meer mannen dan vrouwen. Alleen onder sociaal werkers en groeps- en woonbegeleiders is dat andersom. Mannen hebben dan ook vaker dan vrouwen een arbeidsongeval: in 2015 had 1,7 procent van de mannelijke werknemers een ongeluk tijdens het werk dat tot verzuim leidde, onder vrouwelijke werknemers was dit 1,0 procent. Ook geven mannen vaker dan vrouwen aan dat ze gevaarlijk werk doen. 6 op de 100 mannelijke werknemers doen regelmatig gevaarlijk werk, tegenover 2 op de 100 vrouwen.

Ruim 8 op de 10 metaal- en bouwarbeiders – de beroepsgroepen met de meeste arbeidsongevallen met verzuim – zeggen hun collega’s aan te spreken op onveilig of ongezond werken. Zelf krijgen meer dan 7 op de 10 van hen het te horen wanneer zij onveilig of ongezond werk verrichten. Dat is iets vaker dan werknemers met gevaarlijk werk gemiddeld doen: 8 op de 10 werknemers die regelmatig gevaarlijk werk doen, spreken collega’s erop aan als ze onveilig of ongezond werken en twee derde zegt er zelf op aangesproken te worden.

Elektriciens en elektronicamonteurs spreken elkaar het meest aan op onveilig werken. Bijna 89 procent van de werknemers doet dit en iets meer dan 78 procent wordt hierop aangesproken.

  • juli 7, 2016
  • 133 views
Aantal ongevallen in de bouw sterk toegenomen

plumberIn vergelijking met het eerste half jaar in 2015 is het aantal ernstige ongevallen in de eerste helft van 2016 met 14 % toegenomen en het aantal dodelijke ongevallen met 56 %. Het aantal in onderzoek genomen klachten en signalen is 16% hoger.  Dat meldt de Inspectie SZW. Zowel het aantal ernstige ongevallen (42%) als het aantal dodelijke ongevallen (50%)  in de bouw heeft plaatsgevonden binnen de algemene burgerlijke en utiliteitsbouw. Daarna zijn de subsectoren binnen de bouw met de meeste ongevallen het grondverzet, de elektrotechnische bouwinstallatie, het slopen, de loodgieters en het schilderen, met 4-7% van de ernstige ongevallen en 10-20% van de dodelijke ongevallen in de bouw.  De bouw behoort daardoor tot de tot de top drie van de gevaarlijkste bedrijfstakken.

De weken voor de vakantie zijn een gevaarlijke periode waar extra aandacht voor de veiligheid nodig is, zeker nu het aantal ongevallen oploopt. Er is weliswaar geen officiële bouwvakvakantie meer, maar op veel bouwlocaties wordt het werk nog net even afgerond of wordt er extra hard gewerkt voordat het werk een aantal weken stil ligt. Dat geldt ook voor een aantal productiebedrijven. De Inspectie SZW roept werkgevers daarom op nu extra aandacht te besteden aan de veiligheid.

In de sectoren waar de crisis de grootste gevolgen had voor de productie, zoals de bouw, is nu bij het stijgen van de productie ook de toename van ongevallen te zien. Dat de bouwproductie is toegenomen zien we ook aan het aantal meldingen dat bij de Inspectie SZW is binnengekomen. Het aantal bouwprocesmeldingen (start bouwwerkzaamheden) is met 10% en het aantal meldingen van asbestsaneringen met 16% toegenomen in het eerste helft van 2016 ten opzichte van de vergelijkbare periode in 2015.

De meeste bouwvakkers komen in het ziekenhuis terecht, krijgen blijvend letsel of gaan dood door drie oorzaken:  bij meer dan de helft van de ongevallen is de oorzaak het vallen van hoogte of gelijke hoogte (struikelen), bijna een kwart wordt getroffen door voorwerpen, producten of andere onderdelen en 15% krijgt een ernstig ongeval door contact met machines, gereedschap en voertuigen op de bouwplaats. Extra aandacht is dus vooral nodig als het gaat om valbeveiliging en juist gebruik van steigers en trappen, het voorkomen dat er voorwerpen en bijvoorbeeld onderdelen die van steigers afvallen en machineveiligheid.

Van alle ongevallen die de Inspectie onderzoekt, blijkt dat bij een kwart van de ongevallen dat geen invulling was gegeven aan het direct toezicht op de werkvloer. Het is daarom van belang dat de direct leidinggevenden, zoals de uitvoerder, bouwvakkers de bouwvakker aanspreekt op zijn gedrag als ze bijvoorbeeld hun helm niet dragen of de beschermingskap van een machine afhalen omdat dat makkelijker werkt. Of dingen laten slingeren of een gat in de vloer niet goed afdichten, waardoor anderen struikelen of vallen.

“Schaalvergroting en bouwplaatsen die veranderen in een conglomeraat van leidinggevenden, werknemers, uitzendkrachten en zzp’ers, vergroten de kans op ongevallen. Op een bouwplaats wordt naast Nederlands ook veel talen gesproken zoals Pools, Roemeens en Engels. Daardoor ontstaan misverstanden in de communicatie. We zien op de bouwplaatsen dat er steeds meer bouwvakkers rondlopen waarvoor niet duidelijk is geregeld wie er voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Ook ontbreken goede samenwerkingafspraken tussen de partijen.”, aldus Marga Zuurbier, directeur Arbeidsomstandigheden van de Inspectie SZW.

De opdrachtgever van een bouwproject heeft ook een belangrijke rol bij het zorgen dat er veilig wordt gewerkt. Zo is het van groot belang dat een  veiligheids- en gezondsheidplan wordt opgesteld waarin de afspraken staan die zorgen dat er veilig en gezond gewerkt wordt.

Tevens is van belang dat de bouwlocatie groot genoeg is om er veilig te werken. Om ervoor te zorgen dat opdrachtgevers een goed plan maken en de samenwerking goed regelen zijn recent de bouwprocesbepalingen voor opdrachtgevers aangescherpt door minister Asscher. Deze maand start de internetconsultatie over deze nieuwe aangescherpte regels.

[related_post themes=”text”]

  • juni 6, 2016
  • 153 views
‘Installateurs van cv-ketels leveren op grote schaal prutswerk af’

elektra‘Installateurs van cv-ketels en elektrische installaties leveren op grote schaal prutswerk af’, kopt De Telegraaf vanmorgen. De krant baseert zich op vier binnen de branche als autoriteit te boek staande inspecteurs, die zich bezighouden met elektraveiligheid. Ze komen dagelijks levensgevaarlijke situaties tegen en slaan daarom alarm. ‘Het verhaal van de deskundigen sluit naadloos aan bij een rapport dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid vorig jaar uitbracht’, vervolgt De Telegraaf. De installatiebranche zou ernstig tekortschieten wat betreft het deugdelijk aansluiten en onderhouden van cv-ketels en geisers. Veiligheidsdeskundige Peter Coppes van het Helmondse bureau C+B vertelt dat “het kennisniveau van installateurs dramatisch afneemt, terwijl installaties steeds ingewikkelder zijn geworden.” De inspecteurs krijgen steun van brancheorganisatie Uneto-VNI. Ook die vindt dat de overheid weer toezicht moet houden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken studeert naar aanleiding van het OVV-rapport nog op een oplossing.

Uneto-VNI deelt de zorg die de vier inspecteurs in De Telegraaf uiten over de kwaliteit van elektrotechnische en cv-installaties. De brancheorganisatie werkt daarom aan een zwaardere, uniforme  erkenningsregeling voor plaatsing en onderhoud van deze installaties. Deze regeling stelt zwaardere eisen aan de vakbekwaamheid van monteurs en het toezicht op de naleving. Uneto-VNI verwacht hierbij steun van de overheid. Die zou de verscherpte kwaliteitseisen wettelijk moeten voorschrijven, zodat ze voor alle installatiebedrijven in ons land geldig zijn.
Sinds de afschaffing van de Vestigingswet in 2006 hoeven installatiebedrijven niet meer aan wettelijke eisen te voldoen. Uneto-VNI heeft de overheid destijds gewezen op de veiligheidsrisico’s die dit beleid met zich meebrengt, maar vond geen gehoor. De installatiebranche heeft vervolgens een erkenningsregeling opgezet. Deze regeling kent echter geen wettelijke basis.
De Onderzoeksraad voor de Veiligheid heeft afgelopen najaar de aanbeveling gedaan om voor cv-installaties te komen tot één, uniforme, wettelijke erkenningsregeling. Uneto-VNI heeft deze aanbeveling onderschreven en hiervoor inmiddels voorstellen gedaan. Ook werkt de installatiekoepel aan een vergelijkbare regeling voor elektrotechnische installaties.
Uneto-VNI wijst er met klem op dat de overheid met het huidige beleid uit de pas loopt met de ons omringende landen, waar de overheid wél wettelijke eisen stelt aan installatiebedrijven en scherp toeziet op de vakbekwaamheid van installateurs.
De brancheorganisatie neemt ook de beroepsopleidingen nauwkeurig onder  de loep. Voorzitter Titia Siertsema: “Het aanleren van technische kennis en vaardigheden moet weer centraal komen te staan in de opleidingen. De afgelopen jaren lag de nadruk teveel op het ontwikkelen van competenties.”
Volgens Uneto-VNI kunnen ook een verplichte APK-inspectie en opleverkeuring van ínstallaties in woningen ongelukken voorkomen. Uneto-VNI vraagt de overheid om ook deze maatregelen te nemen. De installatiekoepel wijst erop dat andere landen dergelijke verplichtingen al kennen.