• oktober 4, 2018
  • 217 views
Europees consortium onderzoekt ondergrondse seizoensopslag van zomerwarmte

Deze week start een Europees onderzoeksproject van 16 miljoen euro om technologieën voor ondergrondse seizoensopslag van duurzame warmte marktrijp te maken. In zes demonstratieprojecten in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland worden opslagtechnieken onderzocht om zomerwarmte op te slaan voor gebruik in de winter. In het project worden opslagtechnologieën gedemonstreerd in combinatie met diverse warmtebronnen: geothermische warmte, zonnewarmte en restwarmte uit bijvoorbeeld afvalverwerking.

Het project, Heatstore genaamd, demonstreert en bestudeert niet alleen warmteopslag, maar streeft ook naar snelle overdracht van de technieken aan het bedrijfsleven. Naast ECN part of TNO participeren vanuit Nederland adviesbureau IF Technology, energiebedrijf ECW, wateronderzoeksinstituut KWR en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). ECN part of TNO coördineert het project van 23 partijen uit negen landen.

Op grote schaal
Door het intelligent combineren van warmtebronnen en opslagtechnologieën moet het in de toekomst mogelijk zijn om met de opgeslagen warmte een heel seizoen te overbruggen. Duurzame warmte wordt ondergronds opgeslagen om in de winter te leveren aan warmtenetten. Warmte opslaan om later te  benutten bestaat al wel, maar nog niet op de schaal die nodig is om de energievoorziening te verduurzamen. Onderdeel van het project is een warmteopslag die 400 keer groter is dan de grootste batterij in Europa. Duizenden huishoudens zouden daarmee een jaar hun huizen kunnen verwarmen. Grootschalige opslag in de ondergrond maakt het mogelijk om de hoeveelheid opgeslagen warmte minstens 10 keer te vergroten, tegen lagere kosten en met minder impact op de bovengrondse ruimte.

Slimmere warmtenetten met opslag
De samenwerkende partijen willen de opslagtemperatuur verhogen: tussen 25 en 90 graden. Dit levert voordelen op bij koppelen van opslag in een warmtenet. De warmte wordt opgeslagen door gebruik te maken van waterhoudende lagen, boorputten en lege mijnen in de ondergrond. Door vervolgens bronnen, gebruikers en opslag in een warmtenet slim op elkaar af te stemmen kunnen de kosten van het hele systeem sterk dalen; de ambitie is minimaal 20% reductie. De samenwerkende partijen stellen hierbij een duurzaam gebruik van de ondergrond voorop.

Bedrijfsleven stimuleren
De combinatie van expertise van onderzoekinstituten en deelname van het bedrijfsleven is nodig om ondergrondse warmteopslag grootschalig mogelijk te maken. Heatstore streeft er naar de technieken snel over te dragen aan het bedrijfsleven zodat die snel met de resultaten aan de slag kan. Het project is naast het verder brengen van technologie ook gericht op de maatschappelijke inbedding, onderzoeken van businessmodellen en wetgeving.

  • september 18, 2018
  • 128 views
Bewoners positief over deskundigheid van installateur

Uit een onderzoek van allround technisch dienstverlener Feenstra blijkt dat vrijwel iedereen een goede, energiezuinige en veilige cv-ketel (heel) belangrijk vindt. Bijna 90% van de ondervraagden vindt dat je bij het installeren van een woninggebonden systeem altijd een vakman of -vrouw moet inschakelen. Ook voor het onderhoud van zo’n systeem doet 90% een beroep op een expert. Het lijkt erop dat positieve ervaringen met installateurs daarbij een rol spelen. Ruim vier van de vijf bewoners zijn het eens met de stelling ‘Ik ben al jaren tevreden over mijn eigen installateur/vakman’.

Adriaan Pietersma, algemeen directeur van Feenstra, is blij met de uitkomsten van het onderzoek: “In onze onderneming staat vakmanschap centraal. Het is mooi om te zien dat bewoners, onze klanten, daarvan het belang inzien en vertrouwen hebben in de deskundigheid van hun installatiebedrijf. Ieder jaar komen de vakmensen van Feenstra één miljoen keer bij mensen thuis en ook daarbij zijn de ervaringen positief.”

Ventilatie
Als we in Nederland ons huis ventileren, doen we dat het liefst door een raam of deur open te zetten. Meer dan de helft van de mensen kiest voor ‘natuurlijke ventilatie’. Bijna 40% van de mensen maakt gebruik van een mechanisch ventilatiesysteem, maar ook dat gebeurt in de meeste gevallen in combinatie met een geopend raampje. Een kleine groep bewoners ventileert met behulp van een warmte-terugwininstallatie (wtw).

Beveiligingssysteem
Bijna eenderde van de ondervraagden heeft een alarm- en/of camerasysteem of overweegt dat te gaan aanschaffen. Iets meer dan de helft van de bewoners die zo’n systeem (nog) niet hebben, denken niet dat beveiliging ervoor zal zorgen dat ze prettiger wonen. Overigens is bijna 90% van de mensen die wél een beveiligingssysteem bezitten, daar tevreden over.

Moderne systemen verhogen de waarde van het huis
Dat bewoners de kwaliteit, het energiegebruik en de veiligheid van de cv-ketel belangrijk vinden, betekent niet dat ze geen vertrouwen hebben in moderne systemen. Zo is bijna tweederde van de ondervraagden van mening dat moderne woninggebonden systemen de waarde van een huis verhogen. Als die systemen een bijdrage leveren aan de energietransitie (zoals een zonneboiler), dan voegt dat méér waarde toe aan het huis dan een cv-ketel, denkt ruim de helft van de deelnemers aan het onderzoek. Pietersma: “Innovatieve, duurzame technieken in huis krijgen steeds meer aandacht. Dit onderzoek bevestigt weer eens dat de vakbekwame installateur een centrale rol zal spelen bij de energietransitie bij de mensen in huis.”

Regelmatig onderzoek
Om voortdurend op de hoogte te blijven van meningen, trends en voorkeuren, heeft Feenstra een representatief bewonerspanel samengesteld met een kleine 1.000 leden. Feenstra legt het bewonerspanel regelmatig vragen voor over wonen, energietransitie en duurzaamheid. De onderneming beschikt daardoor over relevante en actuele inzichten en kan op die informatie inspelen met producten, diensten en adviezen.

  • september 18, 2018
  • 119 views
‘Bioketels zijn veel schoner dan we denken’

Uit recent onderzoek blijkt dat bioketels veel schoner zijn dan veel mensen denken. Zo heeft één moderne ketelinstallatie die duizenden woningen verwarmt, dezelfde impact op de fijnstofconcentratie in de directe omgeving als één conventionele houtkachel die af en toe wordt gestookt. Er zijn grote verschillen tussen kachels, ketels en open haarden die op hout worden gestookt. Zowel het energetisch rendement, de uitstoot, als de gezondheidseffecten lopen ver uit elkaar. Dit blijkt uit het Kennisdocument ‘Houtstook in Nederland’.

De grote verschillen komen voort uit o.a. de leeftijd en installatie van het toestel, hoe deze wordt gestookt en de kwaliteit van de brandstof. Open haarden, oudere kachels en oudere ketels stoten per eenheid warmte aanzienlijk meer uit dan nieuwere kachels en ketels. De uitstoot door houtrook neemt dan ook af in de loop van de jaren, ondanks de toename van het aantal ketels en kachels. Ook de samenstelling en eigenschapen van fijnstof varieert per toepassing. Terwijl het fijnstof uit een oudere houtkachel vooral bestaat uit roet en teren die een sterke reactie op celweefsel uitlokken, bestaat het fijnstof uit een goed brandende pelletkachel of een volautomatische ketel vooral uit zouten, waarop celweefsel veel minder sterk reageert. Een schonere verbranding resulteert dus in minder stof, wat per gram bovendien minder organische stof bevat en daarmee minder schadelijk is. Het verschil in rendement tussen een open haard en een moderne bioketel is veelzeggend; hetzelfde houtblok levert in een bioketel honderden keren minder fijnstof op.

Het Kennisdocument ‘Houtstook in Nederland’ is gemaakt door de onderzoeksbureaus Procede Biomass en Buro Blauw, in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De studie werd begeleid door een commissie met daarin vertegenwoordigers van milieuorganisaties, GGD’s en Astmafonds, de industrie, en overheid

  • september 17, 2018
  • 132 views
Aantal nieuwbouwprojecten met gasketel fors gedaald

Het aardgasbeleid van Minister Wiebes begint duidelijk z’n vruchten af te werpen in de nieuwbouwsector. Het schrappen van de gasaansluitplicht per 1 juli 2018 leidt tot een forse daling van het aantal nieuwbouwprojecten met een gasketel. Vooral de warmtepomp is in de maanden juli en augustus met een duidelijke opmars bezig. Dit concludeert Bouwtrend na analyse van de energieprestatieberekeningen in de laatste twee maanden van meer dan 15.000 nieuwbouwwoningen.

Sinds 1 juli 2018 mag er alleen nog bij hoge uitzondering een bouwvergunning worden afgegeven voor nieuwbouwwoningen met een gasaansluiting. Deze uitzondering geldt bijvoorbeeld als blijkt dat gasloze alternatieven leiden tot vertraging van bouwprojecten of resulteren in een onrendabele kostenverhoging. De aankondiging van dit besluit leidde aanvankelijk tot een enorme stijging van het aantal ingediende vergunningsaanvragen voor woningen met een gasketel. Het schrappen van de aansluitplicht per 1 juli dit jaar laat hierin nu een duidelijke trendbreuk te zien.

Schrikreactie
Richard Schmidt, directeur van Bouwtrend hierover: “De populariteit van de gasketel in de nieuwbouw was al langere tijd op z’n retour. Maar van maart tot juni zagen we duidelijk een schrikreactie. De bouw- en installatiesector dienden nog snel hun bouwaanvragen met een gasketel in. We zagen daarin dezelfde tendens terug als in de Gasmonitor van Natuur & Milieu, Stedin en Alliander. Nu het schrappen van de gasaansluitplicht een feit is, zien we de impact daarvan direct terug in de energieprestatieberekeningen. Blijkbaar helpt een dwingend verbod om de energietransitie echt op gang te brengen.”

Trend zichtbaar bij alle woningtypes
Bij appartementen was het al langer zichtbaar dat de warmtepomp en in mindere mate de stadsverwarming werd gebruikt als alternatief voor de ketel. Appartementencomplexen zijn vaak geheel of gedeeltelijk corporatiebezit. En corporaties willen met het oog op de toekomst geen gasaansluiting in hun nieuwbouwappartementen. Nieuw is dat sinds juli ook bij rijwoningen vaker voor een warmtepomp wordt gekozen in plaats van de ketel. Deze woningen worden vaker projectmatig gebouwd voor de koopsector.

Lastig switchen
Schmidt heeft hiervoor een duidelijke verklaring: “We merken dat het voor rijwoningen lastig is om halverwege het ontwerpproces nog te switchen van een gasketel naar bijvoorbeeld een warmtepomp. Vaak leidt dit tot ingrijpende ontwerpwijzigingen en hogere stichtingskosten. Het is niet alleen een kwestie van: ketel eruit en warmtepomp erin. Je moet ook ruimte hebben om de bijbehorende boiler voor warm water op een goede plek in de woning kwijt te kunnen. Daarnaast zien we dat het ventilatiesysteem meestal wordt aangepast van een mechanisch systeem naar balansventilatie vanwege de warmtepomp. Door de extra ventilatiekanalen moet vaak een deel van de constructie worden herzien.”

Overgangstermijn
Juist vanwege de kans op vertraging van de bouwproductie en de soms onrendabele kostenverhogingen nam Minister Wiebes in de Ministeriële regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht een overgangstermijn op. Het college van B&W van de gemeente waar de bouwaanvraag wordt ingediend, mag tot 1 januari 2019 besluiten om in bovenstaande gevallen alsnog de aansluiting op het aardgasnet toe te staan.

Onderbouwde uitspraken
Bouwtrend analyseert de energieprestatieberekeningen die verplicht moeten worden opgesteld voor de bouwaanvraag van nieuwbouwwoningen. In deze berekening staat gedetailleerd aangegeven hoe de woning wordt verwarmd. In 95 procent van de gevallen stelt de bouw- en installatiesector deze berekening op met gespecialiseerde software van DGMR of Uniec 2. De informatie uit deze berekeningen is opgenomen in Bouwtrend. Hierdoor kan Bouwtrend onderbouwde uitspraken doen over de trends en ontwikkelingen in de Nederlandse nieuwbouwsector.

  • september 7, 2018
  • 145 views
VFK: Stap over op waterstof

Volgens Kiwa kan waterstof in de toekomst aardgas vervangen. Het huidige gasnet zou hiervoor niet ingrijpend hoeven te veranderen. De belangenorganisatie voor cv-ketelfabrikanten steunt het plan.

Coen van de Sande heeft er wel oren naar. Volgens de Association Manager van de VFK kan er zonder probleem al 20% waterstof worden bijgemengd in het bestaande gasnet waardoor de meeste bestaande ketels gewoon kunnen blijven functioneren en de CO2 uitstoot van de gebouwde omgeving met 15% wordt verlaagd. Een slimme en snelle oplossing voor de bestaande huizenvoorraad, aldus Van de Sande.

“Bestaande cv-ketels ombouwen naar 100% waterstof is technisch mogelijk, maar voor de bulk te complex en te duur. Het is beter om vanaf een bepaald moment in de nabije toekomst alleen nog cv-ketels op de markt te brengen die geschikt zijn voor zowel aardgas als waterstof. Op het moment dat een bepaalde wijk is ingepland om over te stappen op 100% waterstof, gaat het slechts om een kleine aanpassing. Die klus is zo geklaard, we hebben het over minutenwerk.”

“De kosten voor ketels of hybride toestellen die geschikt zijn voor waterstof zullen in eerste instantie hoger zijn dan de conventionele HR-toestellen. Dit komt doordat we aan het begin van een productontwikkelingscyclus zitten. Als de waterstofketel eenmaal verder ontwikkeld is en fabrikanten grote aantallen op de markt kunnen afzetten, zullen de prijzen automatisch gaan dalen.”

Een uitgebreid artikel over dit onderwerp verschijnt in de oktoberuitgave van InstallateursZaken

  • augustus 23, 2018
  • 117 views
De hr-ketel domineert nog

In 2017 werden er 3% meer hr-ketels verkocht dan in 2016. Wel heeft de ISDE-regeling (de Investeringssubsidie duurzame energie) effect op de verkoopcijfers. Sinds de invoering van deze regeling in 2016 nam de groei in verkoop van warmtepompen en pelletkachels toe. Zo groeide het aantal verkochte warmtepompen tussen 2015 en 2016 met 44 procent en het aantal pelletkachels met maar liefst 136 procent. De groei van de verkoop van warmtepompen lijkt echter in 2017 af te vlakken ten opzichte van 2016.

Dit blijkt uit de eerste ‘Gasmonitor 2018’ van Natuur & Milieu, Stedin en Alliander. In 2017, zo meldt het rapport, werden er 15% meer warmtepompen verkocht dan in 2016. Een groeicijfer dat vergelijkbaar is met de jaren voor de ISDE. De hr-ketel domineert nog steeds de markt: er werden in 2017 vijf keer zoveel hr-ketels verkocht als warmtepompen. De hr-ketel is dus nog niet op zijn retour.

De warmtemarkt voor woningen geeft hetzelfde beeld als de totale markt (inclusief andere gebouwen): ook hier domineert de hr-ketel nog. Toch doen tienduizenden particulieren mee aan de transitie. In 2017 werden voor bijna 70.000 huishoudens installaties verkocht waarmee de woning deels of helemaal kan worden verwarmd zonder aardgas. Het merendeel kreeg een warmtepomp.

In 2015 en 2016 steeg het aantal geplaatste hr-ketels in nieuwbouwwoningen. Dat is teleurstellend, aldus de samenstellers van het rapport, omdat juist nieuwe woningen vaak bouwtechnisch uitermate geschikt zijn om met een warmtepomp te verwarmen. Deze woningen zullen op termijn alsnog aardgasvrij moeten gaan verwarmen. De stijging kan veroorzaakt zijn door de aantrekkende economie.

  • augustus 22, 2018
  • 122 views
Veiligheidsrisico’s bij de Topline cv-ketel reëel aldus Voedsel en Waren Autoriteit

Begin dit jaar kwam uit onderzoek van RTL Nieuws naar voren dat er mogelijk veiligheidsrisico’s bestaan bij de Topline cv-ketel van Nefit. Het gaat dan om de serie die tussen 2006 en 2009 is geproduceerd. De warmtewisselaar zou door de hitte kunnen vervormen, met mogelijk brandgevaar en kans op lekkage van CO buiten het toestel. Nefit reageerde direct en liet weten dat diverse onderzoeken door de fabrikant zelf en een onafhankelijke, gerenommeerde partij aantonen aan dat een kapotte warmtewisselaar geen verhoogd risico oplevert op brand of lekkage van CO buiten het toestel. Deze onderzoeken zijn ook gedeeld met de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit. Ook schakelde de fabrikant TNO in om een onafhankelijk onderzoek te laten plegen, waarvan de resultaten dit najaar bekend zullen worden. Overigens was Nefit al sinds vorig jaar bezig om de 80.000 nog niet vervangen branderdeksels preventief te vervangen van de desbetreffende Topline serie.

Begin deze maand stuurde de NVWA een brief aan de Minister van Volksgezondheid. Daaruit komt naar voren dat de instantie denkt dat er veiligheidsrisico’s bestaan bij de Topline cv-ketel. RTL had over de kwestie door bureau C+B Advies en Expertise een rapport laten opstellen en dit opgestuurd naar de NVWA. De NVWA laat in haar brief aan de Minister weten dat: “Het rapport van C+B een adequaat beeld geeft van de risico’s van de defecte cv-ketels en van de effectiviteit van de corrigerende acties door de producent…” Bovendien “bestaat er twijfel over de effectiviteit van de door de producent genomen maatregelen (modificaties) en ook over het tempo waarin deze modificaties worden doorgevoerd.” NVWA gaat geen extra maatregelen treffen. Intern advies over te nemen acties van het wetenschappelijk advies- en onderzoeksbureau is “in lijn met en bevestigt de juistheid en proportionaliteit van de door de NVWA al in gang gezette handhavingsmaatregelen. Zo heeft de producent toegezegd om voor het einde van dit jaar alle betrokken ketels aantoonbaar te modificeren. Daarnaast heeft Nefit een onafhankelijk onderzoek geïnitieerd om de effectiviteit van de modificaties te toetsen. Dit onderzoek wordt door TNO uitgevoerd en in het najaar afgerond. Over de uitkomst word ik geïnformeerd door Nefit”, aldus de Inspecteur-Generaal van de NVWA.

Zie ook:

https://dev.installatienet.nl/tno-start-onafhankelijk-onderzoek-topline-cv-ketels-2006-2009/

https://www.nvwa.nl/documenten/consument/consumentenartikelen/non-food/in-huis/buro-advies-over-nefitketels

  • augustus 6, 2018
  • 138 views
Een gebruikte cv-ketel huren gaat consumenten nog te ver

Voor veel huishoudens is het huren van een gebruikte en gereviseerde cv-ketel nog een stap te ver, concludeert allround technisch dienstverlener Feenstra in een eigen onderzoek. Voor 70% is hergebruik alleen acceptabel als zo’n product goedkoper wordt aangeboden of als de onderdelen minstens zo goed zijn of zelfs beter. Consumenten zijn bovendien kritisch als het gaat om het uiterlijk en de garantie van een gereviseerd apparaat.

Bij het huren van een hergebruikt product fronsen veel mensen de wenkbrauwen. Een kwart van de ondervraagden vindt dat een gebruikt product een lagere huurprijs moet hebben dan een nieuw product. Gaat het over de cv-ketel, dan is de consument nóg kritischer. Staat u open voor het huren van een gebruikte cv-ketel? Nee, luidt het antwoord van 48% van de leden van het Feenstra-bewonerspanel.

Afval scheiden wel geaccepteerd
In Nederland begonnen we in de jaren zeventig van de vorige eeuw op grote schaal met het scheiden en hergebruiken van afval. Ruim veertig jaar later vindt vrijwel iedereen afval scheiden heel normaal. Uit het onderzoek van Feenstra blijkt dat ruim 95% van de panelleden het afval geheel of gedeeltelijk apart inzamelt en aanbiedt. De faciliteiten die daarvoor in de loop van de jaren zijn ontwikkeld, spelen een grote rol bij de grote acceptatie van het scheiden van afval. Twee van de drie ondervraagden in het bewonerspanel van Feenstra vinden het (zeer) makkelijk om afval te scheiden.

Belangrijke rol zien voor de overheid
De overgrote meerderheid staat ook positief tegenover het opnieuw gebruiken van materialen binnen het huishouden. Ruim 90% van de ondervraagden vindt het belangrijk om daar actief mee bezig te zijn. De stelling ‘Stoppen met de wegwerpeconomie is een zaak van ons allemaal’ kan zelfs rekenen op de steun van 92%. De panelleden die het belang van hergebruik niet inzien, geven meestal als argument dat het nauwelijks effect heeft op het grotere geheel. Een opvallende uitkomst van het onderzoek is verder dat veel mensen een belangrijke rol zien voor de overheid. Ruim driekwart vindt dat er striktere regels moeten komen en dat de overheid het hergebruik van materialen zou moeten stimuleren. Overigens koopt ruim de helft van de onderzoeksgroep weleens iets tweedehands, bijvoorbeeld via Marktplaats of de kringloopwinkel.

Gereviseerde onderdelen in nieuwe producten
De meeste deelnemers aan het onderzoek zijn kritisch over het gebruik van gereviseerde onderdelen in nieuwe producten. Voor 70% is dat alleen acceptabel als zo’n product goedkoper wordt aangeboden of als de onderdelen minstens zo goed zijn of zelfs beter. Volgens 15% van de ondervraagden mag een nieuw product géén gereviseerde onderdelen hebben. Bij reparaties vindt bijna 40% van de mensen dat het gebruik van gereviseerde onderdelen alleen kan als de garantie op de reparatie minstens zo lang is als bij gebruik van een nieuw onderdeel.

Kritische houding is heel herkenbaar
Norbert Posthumus, manager Procurement bij Feenstra, is niet verrast door de uitkomsten van het onderzoek: “De kritische houding van mensen ten aanzien van gereviseerde onderdelen in nieuwe producten is heel herkenbaar. Voor het ombuigen van een mentaliteit is nu eenmaal tijd nodig. Wij willen onze klanten er graag van overtuigen dat een gereviseerd onderdeel net zo goed of zelfs beter kan zijn dan een nieuw onderdeel. Daarom geven wij op zulke producten minimaal dezelfde garantie en garanderen wij dezelfde kwaliteit.”

Een gebruikte cv-ketel huren

  • juli 4, 2018
  • 122 views
Trainingscentrum voor ventilatie- en verwarmingstechniek

Vasco opent in Dilsen-Stokkem (BE), vlak over de grens, een gloednieuw trainingscentrum, specifiek afgestemd op de snelle ontwikkelingen in de sector van verwarming en ventilatie. Installateurs kunnen er kennismaken met de meest vooruitstrevende systemen in klimaattechniek. “We willen niet alleen de topkwaliteit van onze producten garanderen, maar ook die van de installatie. In dit kenniscenter kunnen installateurs alle toestellen gedetailleerd leren kennen”, aldus Product Manager Patrick Van Beeck. Daarnaast behaalde Vasco Group ook de nieuwe ISO-certificaten voor kwaliteits- (9001) en milieumanagement (14001).

Het nieuwe trainingscentrum van Vasco heeft een oppervlakte van ruim 120 m2 en bevindt zich midden in de fabriek in Dilsen-Stokkem. Installateurs krijgen hier de kans om als het ware in de toestellen te kruipen. Patrick Van Beeck: “En dat is soms nodig. Want de evoluties in binnenklimaat volgen elkaar in snel tempo op, met steeds meer duurzame oplossingen op het vlak van verwarming, ventilatie en koeling. In dit trainingscentrum kunnen installateurs in de beste omstandigheden kennismaken met de nieuwste ontwikkelingen.”

De trainingen van Vasco zijn erkend door het Belgische Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid. Alle opleidingen vinden overdag plaats. “We werken met kleine groepen van maximaal 15 personen. We willen installateurs zo goed mogelijk ondersteunen. Installatiegemak betekent meestal behoorlijke tijdwinst. Installateurs zijn dan ook onder de indruk als ze ontdekken dat het nóg sneller kan, zowel op het gebied van plaatsing als service achteraf.”

Met het nieuwe trainingscentrum zet Vasco Group opnieuw een belangrijke stap vooruit in zijn duurzame ambitie. Niet alleen wil de specialist in binnenklimaat kwalitatieve totaaloplossingen aanreiken voor verwarming, ventilatie en koeling, maar ook binnen de eigen organisatie wil Vasco zo duurzaam mogelijk te werk gaan. De nieuwe ISO-certificaten voor kwaliteits- en milieumanagement (ISO 9001:2015 en 14001:2015) passen in dat plan.

Van Beeck: “Deze nieuwe ISO-normen gaan opnieuw een stapje verder dan de vorige en richten zich op de verbetering van de kwaliteit en duurzaamheid van ons hele bedrijf. We blijven dan ook investeren in een duurzame toekomst, zowel wat onze processen en producten betreft, als onze organisatie. Zo houden we consequent rekening met rationeel gebruik van natuurlijke grondstoffen en streven we naar de meest milieuvriendelijke productieprocessen. Onze strategische doelstellingen passen volledig in dit kader: innovatie, optimale klantenrelatie en een excellente productie.”

  • juni 12, 2018
  • 121 views
Warmte uit het riool verwarmt wooncomplex

In Goes is een wooncomplex voorzien van verwarming door riothermie. Daartoe wordt warmte uit het riool gebruikt, bijvoorbeeld van de douche of wasmachine. De techniek is een vinding van de Zwitser Urs Studer, die zelf aanwezig was in Goes. Hij kondigde aan heel Nederland met deze techniek te willen veroveren.

Het nieuwe complex is van woningcorporatie RWS. Directeur Maarten Sas van de corporatie zei bij de ingebruikneming dat durf nodig is om dingen uit te proberen op het gebied van duurzame energie. “Als we allemaal gaan zitten wachten, gebeurt er niets.”

Omdat het om een nieuwe techniek gaat hangen er voor de zekerheid nog wel twee cv-ketels in het pand. Mocht de waterpomp – die het warme rioolwater verder opwarmt tot de juiste temperatuur – het om wat voor reden dan ook tijdelijk laten afweten, dan nemen de ketels het over. Sas zei te hopen dat de ketels over een paar jaar kunnen worden verwijderd, zonder ooit te zijn gebruikt.