• maart 29, 2018
  • 125 views
Van hybride verwarmingssystemen tot groen gas

Feenstra reageerde gisteren direct op het manifest van een brede coalitie om alleen nog cv-ketels in combinatie met een duurzame techniek te installeren. Het installatiebedrijf gaat zich inzetten om geen gasgestookte cv-ketels meer als enige warmtevoorziening in de woning te installeren. Goois Verwarmings- en Installatiebedrijf Robert van der Poel reageerde terughoudender: ‘Zorg eerst dat de techniek dusdanig is dat deze ook voor de gemiddelde Nederlander betaalbaar is’. Ketelfabrikant ATAG liet ons desgevraagd weten maximaal in te gaan zetten op hybride verwarmingssystemen.

“Wij maken ons sterk om zo spoedig mogelijk alleen nog cv-ketels in combinatie met een duurzame aanvulling, zoals een hybride warmtepomp, zonneboiler of andere aardgasbesparende producten, te installeren’, liet Ernie van Dalen, directeur bij Feenstra, gistermorgen weten. “Uiteraard vervangen wij waar mogelijk ook zoveel mogelijk cv-ketels door een duurzaam alternatief. De mogelijke opkomst van groen gas blijft Feenstra echter ook zien als een goed alternatief voor de vervanging van aardgas als brandstof voor de gasgestookte cv-ketel. Cv-installaties die, nu of in de toekomst, op groen gas worden gestookt, blijven wij installeren, ook wanneer dit de enige verwarmingsbron van de woning is. Daarnaast blijven wij uiteraard onze klanten wijzen op andere energiebesparende mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld isolatie, waterzijdig inregelen en zonnepanelen.”

Voortouw in de energietransitie
Feenstra wil het voortouw in de energietransitie nemen. Het moet sneller, slimmer en betaalbaarder, aldus één van ’s lands grootse installatiebedrijven. “Wij zijn als eerste bekend met nieuwe initiatieven en mogelijkheden. Het gaat voor ons niet alleen om het verkopen van installaties. Zo kunnen wij woningcorporaties nog actiever adviseren bij het realiseren van CO2-reducerende maatregelen en onderzoeken wij de mogelijkheden voor een passende huurpropositie voor bijvoorbeeld hybride warmtepompen. Het investeren in de opleiding van onze vakmensen op het gebied van duurzame technieken heeft onze volle aandacht. Onze opleidingscentra zijn inmiddels uitgerust met de laatste technieken op het gebied van duurzaamheid”, legt Van Dalen uit.

Verder kijken dan neus lang is
Goois Verwarmings- en Installatiebedrijf Robert van der Poel reageerde op onze Facebook-pagina wat terughoudender. ‘Huiseigenaren zullen niet alleen in de warmtepompen moeten gaan investeren maar ook in isolatie, en hun vloerverwarming – als ze die hebben – moeten aanpassen etc. Het lijkt wel of de opstellers van dit manifest niet verder kijken dan hun neus lang is. De financiën van de meeste mensen zijn niet dusdanig dat ze zich zulke drastische investeringen kunnen veroorloven. De meesten hebben al problemen met de betaling van het jaarlijks onderhoud. Super leuk al die ideeën en milieu-verbeterende dingen in Nederland terwijl de rest van de wereld er een zooitje van maakt. Laten we eens bij het begin beginnen en niet van die onnozele termijnen stellen van drie jaar. Begin met nieuwbouw en zorg dat de techniek dusdanig is dat die ook voor de gemiddelde Nederlander betaalbaar is. Ik ben helemaal voor duurzaam, maar dan wel met goed doorontwikkelde en beproefde technieken en niet met haasje-repje-acties!’

Maximaal inzetten op hybride verwarmingssystemen
In een reactie op het manifest dat gisteren is aangeboden laat ketelfabrikant ATAG weten maximaal te zullen inzetten op het realiseren van duurzame, comfortabele hybride verwarmingssystemen. Hybride warmtepompen gaan volgens deze fabrikant een belangrijke rol spelen in de energietransitie. ‘Nederland volledig ‘omzetten’ naar All-Electric is – lettend op de huidige omstandigheden – nu nog niet mogelijk. Dit levert problemen op in de energievoorziening, aangezien het bestaande elektriciteitsnetwerk op dit moment nog niet beschikt over de juiste capaciteit.’ ATAG wil geen vooringenomen keuze maken voor een energiedrager en techniek. Het belangrijkste van de ‘van gas los discussie’ is volgens de fabrikant dat een keuze wordt gemaakt op basis van een maximale reductie van de CO2-uitstoot tegen minimale kosten. Van bron tot gebruiker. En hierbij wordt geen enkele samenwerking tussen energievormen uitgesloten. Alleen op deze manier is het volgens de fabrikant mogelijk om ‘vol gas naar CO2 neutraal’ te gaan.
Overigens benadrukt ATAG dat de cv-ketel blijft bestaan, alleen gaat deze samenwerken met een hybride warmtepomp. ‘Cv-ketels zijn zeker niet taboe.’

Elektriciteitsopwekking vergroenen
Remeha antwoordt desgevraagd het manifest een goed initiatief te vinden en zal hierin participeren. Hierbij hanteert de verwarmingsfabrikant als uitgangspunt: zo snel en zoveel mogelijk CO2-reductie tegen de best mogelijke maatschappelijke investeringen, gericht op uitbanning van fossiele grondstoffen. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is voor Remeha dat de elektriciteitsopwekking wordt vergroend. ‘Warmtepompen zijn (op dit moment) niet schoner dan cv-ketels, dus ook daar zal aan de opwekkingskant het nodige moeten gebeuren. Opwekking van elektriciteit door steenkoolcentrales is de meest vervuilende CO2-vorm van energieopwekking. Remeha is dan ook voorstander van het bijplaatsen van wind- en zonne-energie om de elektriciteitsopwekking te vergroenen.’
De cv technologie zal zich aanpassen aan de beschikbare duurzame energievormen die er zijn. Remeha vindt dat er geen ’technology lock’ in mag zijn. Alle mogelijkheden moeten uitgenut worden om Nederland slim, snel en betaalbaar te verduurzamen. ‘Als producent van energie-apparaten hebben wij dan ook vele oplossingen in huis: groene cv-ketel met hoger rendement of werkzaam op groen gas of een combinatie met ander calorisch gas of in de toekomst waterstof. Hybride oplossingen (een combinatie van cv- en warmtepomp technologie), warmtepompen en combinaties met PV/zonlichttechnologie of WKK. Elke situatie is anders.’

 

  • maart 28, 2018
  • 135 views
‘Vanaf 2021 alléén nog cv-ketel in combinatie met duurzame techniek’

Vanaf 2021 mogen huiseigenaren hun cv-ketel alléén nog vervangen in combinatie met een hybride warmtepomp, een zonneboiler of een ander duurzaam alternatief. Dat staat in een manifest dat installateurskoepel Uneto-VNI, Energie Nederland, Greenpeace en een groot aantal andere organisaties vandaag presenteren. De brede klimaatcoalitie wil op die manier woningen en andere gebouwen sneller verduurzamen. In Nederland zijn jaarlijks circa 350.000 cv-ketels aan vervanging toe. Feenstra omarmt het initiatief en zegt geen gasgestookte cv-ketels meer als enige warmtevoorziening in de woning te willen installeren.

Om het klimaatverdrag van Parijs te kunnen realiseren én de aardgaswinning in Groningen te verlagen, moet Nederland het aardgasverbruik fors terugdringen. Daarvoor zijn hogere rendementseisen aan nieuwe cv-ketels onvermijdelijk. De traditionele, gasgestookte installaties kunnen aan die eisen niet voldoen. Het manifest dat de brede klimaatcoalitie heeft opgesteld, pleit er daarom voor al vanaf 2021 alleen nog cv-ketels te plaatsen in combinatie met energiezuinige (hybride) warmtepompen of andere duurzame alternatieven te plaatsen, zoals zonneboilers.

Relatief eenvoudig
Voorzitter Terpstra van installateurskoepel Uneto-VNI wijst erop dat de toepassing van hybride warmtepompen inmiddels relatief eenvoudig is: “Als woningen straks grotendeels hun eigen, duurzame energie opwekken is de cv-ketel als onderdeel van een hybride systeem alleen nog nodig om piekbelasting op te vangen, zoals bij strenge vorst en op momenten dat er geen groene stroom beschikbaar is.” Om de plaatsing van duurzame cv-systemen voor iedereen financieel haalbaar te maken, pleit het manifest ook voor de snelle introductie van gebouw-gebonden financiering. De woningeigenaar betaalt daarbij op basis van een servicecontract een vast bedrag per maand voor de installaties die voor warmte en stroom zorgen. Bij verkoop van de woning neemt de koper het servicecontract over.

Randvoorwaarden
Om de alternatieven voor de traditionele cv-ketel snel te kunnen ontwikkelen en op grote schaal te plaatsen, wijst de brede coalitie op een aantal randvoorwaarden. Zo staat in het manifest de toezegging om de (hybride) warmtepomp te verbeteren als het gaat om bijvoorbeeld het geluidsniveau, de netbelasting en het ruimtebeslag. Bij de uitvoering van de plannen kan het gebrek aan geschoolde technici een belangrijk knelpunt vormen. Zonder voldoende vakmensen om de alternatieve technieken en systemen te installeren, komen de klimaatdoelstellingen in gevaar.

Directeur Greenpeace Anna Schoemakers namens de deelnemende milieuorganisaties: “Veel van de initiatiefnemers nemen deel aan de totstandkoming van het Klimaat- en Energieakkoord, waar de komende maanden afspraken gemaakt worden om de CO2-uitstoot met 49 tot 55 procent terug te brengen. Het stellen van een verplichtende maatregel zoals een rendementseis, is nodig om sneller om te schakelen naar duurzame energie.”

Energie-Nederland voorzitter Medy van der Laan: “Verduurzamen moet je doen tegen de laagst mogelijke kosten. Een hybride warmtepomp biedt, net als warmtenetten, groen gas en all electric warmtepompen, een goed alternatief voor traditionele cv-ketels, waarbij je voor elke situatie de oplossing kiest die het beste past.”

Reactie Feenstra
Feenstra, één van de grotere installateurs van ons land, meldde vanmorgen direct het Manifest ‘Rendementseis cv-ketels een warm hart toe te dragen. Het installatiebedrijf staat achter de doelstellingen van dit manifest om de energietransitie binnen Nederland te versnellen door het invoeren van een rendementseis voor nieuw te installeren gasgestookte verwarmingsinstallaties. Dit betekent dat Feenstra zich gaat inzetten geen gasgestookte cv-ketels meer als enige warmtevoorziening in de woning te installeren.

Ook vervangen waar mogelijk
“Wij maken ons sterk om zo spoedig mogelijk alleen nog cv-ketels in combinatie met een duurzame aanvulling, zoals een hybride warmtepomp, zonneboiler of andere aardgasbesparende producten te installeren. Uiteraard vervangen wij waar mogelijk ook zoveel mogelijk cv-ketels door een duurzaam alternatief. De mogelijke opkomst van groen gas blijft Feenstra ook zien als een goed alternatief voor de vervanging van aardgas als brandstof voor de gasgestookte cv-ketel. Cv-installaties die, nu of in de toekomst, op groen gas worden gestookt, blijft Feenstra installeren, ook wanneer dit de enige verwarmingsbron van de woning is”, aldus Ernie van Dalen, directeur bij Feenstra. “Daarnaast blijven wij uiteraard onze klanten wijzen op andere energiebesparende mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld isolatie, waterzijdig inregelen en zonnepanelen”.

Voortouw in de energietransitie
“Als installateur zijn wij van mening dat wij het voortouw in de energietransitie moeten nemen. Het moet sneller, slimmer en betaalbaarder. Wij zijn als eerste bekend met nieuwe initiatieven en mogelijkheden. Het gaat voor ons niet alleen om het verkopen van installaties. Zo kunnen wij woningcorporaties nog actiever adviseren bij het realiseren van CO2-reducerende maatregelen en onderzoeken wij de mogelijkheden voor een passende huurpropositie voor bijvoorbeeld hybride warmtepompen”,  aldus Van Dalen. “Het investeren in de opleiding van onze vakmensen op het gebied van duurzame technieken heeft onze volle aandacht. Onze opleidingscentra zijn inmiddels uitgerust met de laatste technieken op het gebied van duurzaamheid”.

Overhandiging
Het manifest is een initiatief van Berenschot. Naast Uneto-VNI, Energie Nederland en Greenpeace hebben de VFK (vereniging van cv-ketelfabrikanten), DHPA (warmtepompfabrikanten), Eneco, Enpuls, Essent, Gasunie, KVGN, Milieudefensie, Natuur & Milieu, NVDE, Stichting STEK en BDH het manifest ondertekend.

Vandaag overhandigen Doekle Terpstra (Installateurskoepel Uneto-VNI), Medy van der Laan (Energie-Nederland) en Anna Schoemakers (Greenpeace Nederland) het manifest aan de Tweede Kamerleden Rob Jetten (D66) en Agnes Mulder (CDA) en aan Diederik Samsom, voorzitter van de sectortafel Gebouwde Omgeving van het Klimaatakkoord.

  • maart 21, 2018
  • 150 views
Kilometers lang warmtenet gaat gasketels uit Enschede verdringen

Om Enschede verder te verduurzamen start energieaanbieder Ennatuurlijk in april dit jaar met de aanleg van de Warmtebaan Enschede. Deze bijna zes kilometer lange uitbreiding van het bestaande warmtenet zorgt ervoor dat duurzame warmte voor zeker de helft van de stad binnen handbereik komt als alternatief voor het verwarmen met aardgas. Naar verwachting duurt de totale aanleg van de Warmtebaan Enschede maximaal 2 jaar.

Het huidige warmtenet van Ennatuurlijk levert duurzame warmte afkomstig van energieproducent Twence. Deze producent haalt op een duurzame manier elektriciteit en warmte uit restafval en biomassa. Met stoom, die wordt opgewekt bij de verbrandingsprocessen, wordt water verwarmd tot 120 °C. Met de aanleg van de Warmtebaan Enschede komt deze duurzame warmte nu ook beschikbaar voor verschillende delen van Enschede. “We gebruiken een deel van de warmte van Twence nu al nuttig om woningen en bedrijven in Enschede te verwarmen. En Twence heeft, als de ombouw van de biomassa-energiecentrale over enkele maanden gereed is, nog meer duurzame warmte beschikbaar. Met de aanleg van de Warmtebaan Enschede kunnen we nog meer van die warmte nuttig inzetten en daarmee een flinke stap maken in de verduurzaming van Enschede.” Aldus Herman Exalto, commercieel directeur Ennatuurlijk.

Met de Warmtebaan Enschede transporteert Ennatuurlijk straks de duurzame warmte ook naar haar andere bestaande warmtenetten. De ruim 1.800 woningen en 16 bedrijven op deze twee warmtenetten ontvangen nu nog warmte die geproduceerd wordt door een warmtekrachtkoppeling in combinatie met gasketels. Met de aanleg van de Warmtebaan Enschede wordt jaarlijks 4 miljoen m3 aardgas bespaard.

  • februari 26, 2018
  • 161 views
‘Installatiebedrijven moeten kunnen kiezen tussen certificatie of erkenning’

Sterkin wil dat installatiebedrijven zelf kunnen kiezen tussen een certificatie of een erkenning. ‘Met een ‘zware’ erkenningsregeling kan hetzelfde veiligheidsniveau worden bereikt als met certificatie’, betoogt de keuringsinstantie in een brief aan minister Ollongren. ‘Zo’n erkenningsregeling brengt echter minder kosten en administratieve lasten met zich mee voor de (kleine) bedrijven. Als uitsluitend wordt gekozen voor certificatie zal dit leiden tot krapte in gekwalificeerde installateurs en en tevens tot het verdwijnen van een groot aantal kleine installatiebedrijven.’

Sterkin vindt dat kennis en vakmanschap van de mensen die het werk uitvoeren en controleren zeker gesteld moet zijn, ongeacht of de installateur kiest voor certificatie of erkenning. Daarnaast moet zeker worden gesteld dat zowel bij aanleg en renovatie als bij onderhoud alle veiligheidsrelevante zaken daadwerkelijk kritisch worden gecontroleerd. Zowel bij certificatie als bij erkenning zal hier passend toezicht op moeten worden gehouden. Regelingen die dit niet voldoende waarborgen, dienen niet te worden geaccepteerd.

Lees hier de brief aan de minister

De minister wil dat alle installatiebedrijven en monteurs die zich bezighouden met het installeren en onderhouden van cv-installaties voldoen aan een wettelijke erkenning en daarmee aan minimale eisen voor vakbekwaamheid en (bij)scholing. Hiervoor is nu een wetswijziging in de maak die niet eerder dan in het tweede kwartaal van 2018 aan de Tweede Kamer zal worden toegezonden. Mocht het wetsvoorstel vervolgens door beide Kamers worden aangenomen, dan zal de wetswijziging pas vanaf de tweede helft van 2019 gefaseerd in werking kunnen treden.

Installatiebedrijven zullen op basis van de nieuwe wetgeving hun bedrijfsvoering zo nodig moeten aanpassen en personeel eventueel laten bijscholen om te voldoen aan de eisen. Naar schatting van de installatiesector zelf, hebben tussen de 1.400 en 2.300 monteurs aanvullende scholing nodig.

  • februari 22, 2018
  • 142 views
TNO start onafhankelijk onderzoek Topline cv-ketels uit 2006-2009

Op verzoek van Nefit start onafhankelijke onderzoeksorganisatie TNO met het eerder aangekondigde onderzoek naar mogelijke verhoogde veiligheidsrisico’s van Nefit Topline cv-ketels uit 2006 tot en met 2009. Direct na berichten in de media hierover op 9 januari jongstleden kondigde Nefit aan een nieuw onderzoek in te stellen. TNO verwacht het onderzoek binnen enkele maanden af te ronden.

Sinds 11 januari is Nefit over het onderzoek in gesprek met TNO. Na formulering van de onderzoeksvragen en toetsing hiervan door de NVWA, is vandaag de officiële opdracht aan TNO verstrekt. Doel van het onderzoek is waarheidsvinding omtrent mogelijke verhoogde veiligheidsrisico’s bij Topline cv-ketels uit 2006 tot en met 2009.
Uit het onderzoek moet ook blijken of de sinds 2009 door Nefit in afstemming met de NVWA genomen maatregelen al dan niet toereikend zijn. Om de neutraliteit van het onderzoek te waarborgen, zijn de onderzoeksvragen vooraf afgestemd met de NVWA en getoetst door onafhankelijk adviseur Harm Valk, senior adviseur en partner bij Nieman Raadgevende Ingenieurs.

Onlangs antwoordde minister Bruins op Kamervragen dat bij deze toestellen het gevaar van koolmonoxidevergiftiging niet aannemelijk lijkt. De minister gaf ook aan dat Nefit geen informatie heeft verzwegen voor de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) en dat Nefit zich heeft gehouden aan de wettelijke verplichtingen voor wat betreft het melden van problemen met cv-ketels.

Herhaalde oproep
Gebruikers die nog geen periodiek onderhoud gepland hebben, of niet weten of de originele brander van hun Topline toestel uit 2006 -2009 al is vervangen, worden verzocht contact op te nemen met hun installateur of met Nefit.

Advies aan gebruikers
Voor elk cv-toestel, ongeacht merk en type, geldt het advies periodiek onderhoud te laten uitvoeren. De minister stelde eerder dat controle en onderhoud van installaties ongevallen kan voorkomen. De overheid adviseert eigenaren van cv-toestellen en bewoners dan ook om dit periodiek te laten doen. Dit advies wordt in de branche breed gedragen. Het is bij een cv-ketel in het algemeen verstandig om de volgende maatregelen te nemen:
-Sluit een onderhoudscontract af bij een erkend installatiebedrijf om er voor te zorgen dat het toestel volgens de voorschriften minimaal eens per twee jaar wordt onderhouden. Eventuele gebreken worden dan tijdig gesignaleerd en aangepast.
-Plaats een koolmonoxidemelder nabij de ketel.
-Ventileer de ruimte.

Lopende maatregelen
In Nederland zijn in de periode 2006-2009 128.900 Topline toestellen verkocht. Nefit heeft in 2009 bij de NVWA (destijds nog VWA) problemen gemeld met de cv-ketels van het type Topline. Naar aanleiding van deze melding zijn passende maatregelen getroffen. In 2016 werd de lopende corrigerende actie opgeschaald, waarbij eindgebruikers en installateurs in februari 2017 middels een brief werden opgeroepen de originele brander van deze toestellen tijdens regulier onderhoud, uiterlijk eind 2018, te laten vervangen. Nefit herhaalt dat eerdere onderzoeken hebben aangetoond dat er geen verhoogd veiligheidsrisico is wanneer de originele brander is vervangen.

Zolang het onderzoek van TNO loopt, komt Nefit de gebruikers van deze toestellen zoveel mogelijk tegemoet. Zo is het vervangen van de originele brander door de installateur tijdens regulier onderhoud kosteloos. Deze preventieve actie loopt tot en met 31 december 2018. Constateert de installateur dat de warmtewisselaar van het toestel defect is, dan wordt deze onder garantie vervangen. Tot eind 2018 geldt een coulanceregeling: bij vervanging van een defecte warmtewisselaar brengt Nefit in afwijking van de garantiebepalingen tijdelijk geen voorrijkosten en arbeidsloon in rekening. Deze tijdelijke coulanceregeling is van toepassing op Topline toestellen uit 2006 – 2009 en geldt met terugwerkende kracht. Eerder door Nefit verstuurde facturen voor vervanging van een defecte warmtewisselaar zullen aan de installateurs worden gecrediteerd.

In plaats van kosteloze vervanging van de oude brander of een defecte warmtewisselaar kunnen gebruikers ook kiezen voor inruil van hun huidige toestel. Bij aankoop van een nieuw Nefit HR-toestel of Nefit warmtepomp ontvangen zij voor hun toestel uit 2006 tot en met 2009 een inruilbedrag van € 600,- of € 785,- inclusief BTW, afhankelijk van het type Topline.

Voor meer informatie verwijst Nefit naar de speciale webpagina www.nefit.nl/topline.

  • februari 20, 2018
  • 140 views
Toch geen voorrijkosten en arbeidsloon bij vervanging warmtewisselaar van Nefit (TopLine 2006 – 2009)

Installateurs die constateren dat de warmtewisselaar van Nefit TopLine toestel uit 2006 – 2009 defect is, kunnen deze onder garantie vervangen. De fabrikant laat nu weten dat tot en met 31 december 2018 hiervoor ook geen voorrijkosten en arbeidsloon in rekening hoeven te worden gebracht. Volgens de garantiebepalingen zouden deze voor rekening van de gebruiker komen als het toestel ouder is dan 5 jaar. Eerder door Nefit verstuurde facturen voor vervanging van een defecte warmtewisselaar zullen aan de installateurs worden gecrediteerd.

In plaats van kosteloze vervanging van de oude brander of een defecte warmtewisselaar kunnen gebruikers ook kiezen voor inruil van hun huidige toestel. Bij aankoop van een nieuw Nefit HR-toestel of Nefit warmtepomp ontvangen zij voor hun toestel uit 2006 tot en met 2009 een inruilbedrag van €600,- of € 785,- inclusief BTW, afhankelijk van het type TopLine.

Bekend is dat de warmtewisselaar van de TopLine 2006-2009 vaker kapot gaat dan mag worden verwacht. Dit zou kunnen leiden tot smeltschade aan het toestel. Nefit stelt dat er geen verhoogd risico is voor de brandveiligheid. Er zijn bij de fabrikant in totaal 63 gevallen bekend van smeltschade binnen het toestel, waarbij de schade in 8 gevallen ook aan de buitenkant zichtbaar was. Van de 128.000 toestellen van het type TopLine die zijn verkocht in 2006-2009, zijn 25.000 warmtewisselaars vroegtijdig vervangen.

  • februari 16, 2018
  • 125 views
Consumentenbond: cv- of warmtepompplatform?

Zoals we al eerder berichtten, heeft de Consumentenbond een collectief inkoopplatform voor cv-ketels opgestart. Dit wekte veel verontwaardiging op onder onze doelgroep. Verscheidene installateurs verwachten nog meer prijsdruk. Daarnaast vroegen lezers van het bericht op LinkedIn en Facebook zich af of de belangenbehartiger van consumenten niet achter de feiten aanloopt. ‘Is de Consumentenbond blijven hangen in de jaren 80? Wie gaat er nu cv-ketels aanbieden als we juist #vangaslos willen? Kan je niet beter een warmtepompplatform opzetten?’ Wij vroegen adviseur en docent Installatietechniek Ron Bosch zijn mening hierover.

Kostenplaatje
Op onze Social Media accounts van Installatienet ontspon zich naar aanleiding van alle Commens een interessante discussie. Zo wil een aantal deelnemers best mee schakelen in de energietransitie, alleen ‘komen er zoveel kosten bij kijken als je wilt overstappen op een warmtepomp. Dat is voor veel consumenten een brug te ver.’

Prijsdruk
Bosch, dga van adviseur TIAB en docent Installatietechniek aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, zet ook vraagtekens bij het initiatief van de Consumentenbond. ”Komt hun onafhankelijkheid niet in het geding als de bond zelf een marktspeler wordt? En ja, je kan verwachten dat ze scherp zullen insteken qua prijs. Welke gevolgen gaat dat hebben voor de kwaliteitsborging, temeer daar we al kampen met een nijpend tekort aan vakmannen op de werkvloer?” vraagt Bosch zich af. De adviseur gaat niet zover de Consumentenbond te verwijten er een mentaliteit van enkele decennia geleden op na te houden, “maar hun initiatief staat wel op gespannen voet met de huidige tijdsgeest. Denk aan het kabinetsbeleid, de aardbevingen in Groningen, de eindigheid van fossiele brandstoffen en de milieuvervuiling… En we hebben al zoveel duurzame alternatieven voor cv-ketels.”

Warmtepompplatform?
Een collectief optuigen voor duurzame vervangingsinstallaties, zoals een lezer op LinkedIn voorstelde, klinkt Bosch dan ook logischer in de oren. Hij zou echter niet gelijk pleiten voor een warmtepompplatform. “Je kunt niet komen aanzetten met standaardoplossingen als een klant wil overstappen op een duurzame warmteopwekker. Iedere situatie is anders, uiteindelijk draait het om maatwerk. Factoren waar ik onder andere rekening mee houd zijn voorkeuren, vakkennis, de financiële capaciteit, ruimtebeslag, geluidsproductie en esthetiek. En dat alles in relatie tot de woning en de gebruikers ervan.”

Voorkeur
“Sommige klanten willen geen warmtepomp of een cv-ketel. Ze vragen om een pelletkachel of infaroodpanelen die gekoppeld worden aan PV-panelen. Als de randvoorwaarden gunstig zijn, zal ik daar in mee gaan als adviseur.”

Vakkennis
“Dan wat betreft vakkennis. Laten we ons voor nu beperken tot de warmtepompen. Warmtepompen installeren en onderhouden is een vak apart. Een installateur moet wel de juiste papieren in huis hebben en beschikken over de nodige expertise. Ik kom regelmatig situaties tegen waarin een onervaren installateur ‘voor de zekerheid’ de warmtepomp te groot gedimensioneerd heeft. Ook moet het bedrijf wel kaas hebben gegeten van de Trias Energetica. Als de woning niet goed geïsoleerd wordt, zadel je de klant op met een verkeerd installatieconcept en daardoor een te hoge energierekening, comfortproblemen en een warmtepomp die vaak pendelt en daardoor sneller aan slijtage onderhevig is.”

Prijzen
“Wat betreft de aanschafprijs van warmtepompen; ja, die ligt gemiddeld gezien hoger dan van een cv-ketel. Laat ik zeggen dat je grofweg al snel 4 x zo duur uit bent voor een luchtgebonden systeem. Voor de grondgebonden variant zit je in een nog hogere prijsklasse. Maar dat zijn de initiële investeringen. Uiteindelijk bepalen de Life Cycle Costs of het financieel gezien echt lonend is om een warmtepomp aan te schaffen. Stel dat je beschikt over een goed geïsoleerde woning, een laag temperatuur afgiftesysteem en een juist gedimensioneerde en ingeregelde warmtepomp, dan durf ik wel te zeggen dat je op de langere termijn goedkoper uit bent. Maar ja, dan moet je als consument wel over het geld beschikken om aan alle randvoorwaarden te voldoen en de warmtepomp te kunnen aanschaffen.”

Geluidsproductie en esthetiek
Er zijn echter factoren die roet in het eten kunnen gooien, waarschuwt Bosch. “Stel je hebt weinig ruimte in een woning, wat dan? In zulke gevallen adviseer ik, als het mogelijk is, een hybride variant. Ik bedoel dan een warmtepomp met cv-ketel. Zo hoef je geen ruimte te reserveren voor het boilervat. Is het ruimtebeslag zelfs dan nog te groot, ja, dan moet je wel bij de cv-ketel blijven. Ook de akoestiek kan een determinerende factor zijn in het keuzeproces. In sommige gevallen is het onwenselijk om een buitenunit te plaatsen vanwege de geluidsproductie. Hetzelfde geldt eigenlijk voor esthetiek. Wil de klant wel een buitenunit en hoe belangrijk is de opinie van de buren daarover? Kortom, je kunt niet over één nacht ijs gaan bij de aanschaf van een warmtepomp.”

Advies Consumentenbond
Mocht Bosch tot slot zelf worden gebeld door de Consumentenbond om advies over het cv-collectief, dan zou hij ze de volgende boodschap meegegeven. “Ik zou zeggen: ‘schoenmaker blijf bij je leest’. Houd het alsjeblieft bij een eenmalige actie. Zo niet, dan vrees ik dat we straks nog verder gaan afzakken. Voordat je het weet begeven zich allerlei partijen op de markt en we kunnen uiteindelijk zelfs een warmtepomp bij de Aldi kopen.”

 

  • februari 16, 2018
  • 139 views
Hoe voldoe ik als cv-installateur straks aan de vakbekwaamheidseisen?

Vanaf halverwege 2019 mogen alleen gecertificeerde installatiebedrijven met vakbekwame installatie- en onderhoudsmonteurs nog werkzaamheden aan gasgestookte cv-installaties en warmtapwatertoestellen uitvoeren. De installatie- en onderhoudsmonteurs moeten dan aantoonbaar voldoen aan specifieke vakbekwaamheidseisen. De branchevereniging Uneto-VNI kreeg tijdens de VSK veel vragen van installateurs over de regeling en publiceerde de antwoorden op de meest gestelde vragen gisteren op haar website. Lees ze hieronder.

Gaat het om advies om wetgeving?
De regeling wordt wettelijk vastgelegd, en is dus verplicht. Er ligt een wetsvoorstel wat onder de Woningwet gaat vallen.

Persoonscertificering is straks voldoende of gaan er ook eisen voor het bedrijf gelden?
Nee, het is niet een volledige persoonscertificering. Het is voor de bedrijfsvoering wel noodzakelijk dat de medewerkers aantoonbaar vakbekwaam en bevoegd zijn. Voor het bedrijf zal de kwaliteit moeten worden geborgd via certificering.

Moet iedereen terug naar de schoolbanken?
Je moet er vanuit kunnen gaan dat medewerkers al vakbekwaam zijn. Je moet aantonen dat kennis en vakmanschap ‘tussen de oren en in de vingers’ aanwezig is. Dit kan straks via een online toetsingssysteem. Als er een kennisachterstand is, dan kan die worden weggewerkt met leermodules of cursussen. Waar en hoe deze kunnen worden gevolgd, volgt nog informatie.

Hoe kan ik aantonen dat mijn medewerkers al vakbekwaam zijn?
Dit kan straks via een gratis online toetsingssysteem. Hiermee test je of je kennis voldoet. Deze test kan achter de eigen pc, anoniem worden uitgevoerd. Daarna volgt direct een advies: óf om de kennis van bepaalde onderwerpen bij te spijkeren, óf bij voldoende kennis om de vaardigheden te laten vaststellen door deel te nemen aan een praktijkassessment. Dit kan op verschillende opleidingslocaties in het land. Hier wordt vooral gekeken naar inzicht en handelen. Bij goed resultaat ontvang je een certificaat.

Komt er één of komen er meerdere certificerende instellingen (CI)?
De nieuwe regeling introduceert naar verwachting een zogenoemd ‘kwaliteitstelsel’ waarbinnen ruimte bestaat voor meerdere CI’s.

Wat gaat het kosten en wie gaat het betalen?
De exacte kosten zijn afhankelijk van de definitieve wetgeving en de eisen die daarin worden gesteld. Intussen is Uneto-VNI al flink gevorderd met het vaststellen van de vakbekwaamheidseisen en o.a. in samenwerking met OTIB het inrichten van de toetsen en opleidingen. De branchevereniging wil dat bedrijven en hun medewerkers zo min mogelijk kwijt zijn aan de administratieve lasten en kosten door de nieuwe regeling. Dit doet ze onder andere door de vakbekwaamheidstoetsen realistisch en doelgericht op te zetten. De kosten om te voldoen aan de nieuwe wettelijke eisen zullen per bedrijf verschillen, afhankelijk van de orderportefeuille en het aantal medewerkers. Daarover komt binnenkort meer informatie beschikbaar.

Wie gaat toezien op oneerlijke concurrentie?
De overheid ziet toe op de werking van het kwaliteitstelsel. De gemeentelijke afdelingen bouw- en woningtoezicht zullen in de praktijk toezien en handhaven. De klant dient in zee te gaan met gecertificeerde bedrijven en is nalatig indien deze dat niet doet. Overtredingen door niet-gecertificeerde bedrijven zullen als economisch delict worden bestraft, de ACM gaat hierop toezien. Bij ongevallen en schade zal strafrechtelijk worden opgetreden.

Bekijk meer veel gestelde vragen en antwoorden over de wettelijke certificeringsregeling hier.

 

 

  • februari 14, 2018
  • 216 views
Grote ergernis bij installateurs over Cv-ketelcollectief Consumentenbond

Consumenten kunnen binnenkort via de Consumentenbond een ketel aanschaffen. Dat kondigde het platform enige weken geleden aan. De bond gaat alleen de beste ketels uit haar test aanbieden. ‘Die zullen worden geïnstalleerd door een betrouwbare vakman met het OK CV-kwaliteitslabel en voor een eerlijke prijs’, schrijft de bond op haar website. Toen we op Facebook en LinkedIn vroegen aan onze lezers hoe ze hierover dachten, stroomden de reacties binnen. De meeste installateurs zijn niet te spreken over het initiatief.

Zo schrijft Henk Nijman van Nijman Installatie & Onderhoud dat “de installateurs die hier in mee gaan, echt niet goed bezig zijn. Ik hoop dat we als verstandige installateurs de prijs toch niet laten bepalen door de Consumentenbond.” Ook Julian Pijnenburg van Installatiebedrijf De Bonth kenschetste de actie als een vorm van ”oneerlijke concurrentie. Als je niet op hun lijstje staat, ben je zeker niet een deskundige?” Een aantal lezers vroeg zich af of de Consumentenbond de weg kwijt is. “Consumentenbond: plaatsen jullie ook al HR++ glas? Zetten jullie ook douchewanden neer? Leggen jullie ook al zonnepanelen en parketvloeren en brengen jullie plafonnières aan? Schoenmaker blijf bij je leest”, schreef een duidelijk geërgerde Jenne Bootsma, in het dagelijks leven werkzaam als bouwspecialist.

In het verlengde van zijn uitspraken adviseerde Jermian Marvano Graanoogst de Consumentenbond “om zich bezig te houden met onderzoeken en niet met de verkoop en installatie van cv-ketels”. Hij betwijfelde bovendien of de Consumentenbond wel de benodigde expertise in huis heeft om een dergelijk platform voor collectieve verkoop van cv-ketels op te starten. “Gaat de Consumentenbond ook een volledige opleiding volgen? En hoe zit het met ervaring?” Rob Verbrugge van Inventum was vooral verbaasd over de timing. “Is dit een bericht van 10 of 20 jaar geleden? Cv-ketels aanbieden in deze tijd?” Sander Balk borduurde voort op deze kritische vraag en kwam met een, naar zijn smaak beter, alternatief: “Als ze nu een collectieve regeling voor integrale vervangingsinstallaties voor ketels zouden gaan initiëren:…”

Waren er ook meer genuanceerde reacties? Jawel. Maarten van der Boon, organisatie- en communicatiespecialist en voormalig R&D manager van Leertouwer vond de actie van de Consumentenbond “een volstrekt logisch idee. Je bundelt de marktvraag en organiseert een goede inkoop/verkoop.” En met een knipoog naar de sector: “Als branchebedrijven zijn we daar zelf ook ‘niet vies’ van. Maar goed, dan is het in eigen inkoopvoordeel. En wat betreft OK CV? Zeker géén oneerlijke concurrentie. Elke installateur heeft volledige vrijheid hiervoor te kiezen (of niet). Hier komt de marktuitwerking van een dergelijk stempel naar voren. Iets wat in de keuzeoverweging – wel of geen OK CV – vast is meegenomen.”

  • februari 9, 2018
  • 137 views
Bureaustoel in de maak met verwarming, ventilatie en smartphonebediening

Een Frans fabrikant van bureaustoelen werkt aan de ontwikkeling van een nieuwe bureaustoel die is voorzien van verwarming, ventilatie en smartphonebediening. Voorlopig gaat het nog om demomodel, maar de verwachting is dat de stoel in 2019 daadwerkelijke in productie zal gaan. De R&D-afdeling van de fabrikant moest een aantal problemen oplossen om tot een eerste model te komen. Het was vooral een uitdaging om een verwarmingselement te vinden dat de bewegingsvrijheid van de stoel niet belemmert. Ook moesten sensoren worden geïntegreerd die de temperatuur reguleren, en de verwarming uitschakelen als de stoel niet in gebruik is.