Schevenings flatgebouw krijgt gasloos verwarmingssysteem
Het veertien verdiepingen tellende flatgebouw Hoog Lindoduin in Scheveningen met 182 galerijwoningen krijgt een gasloos verwarmingssysteem met warmteterugwinning. Met bodemwarmte worden de woningen via individuele warmtepompen voorzien van warmte en warm tapwater. In de zomer voorziet dit systeem in koeling.
Hoewel constructie-technische ingrepen de aanleiding waren voor de renovatie, werd er een extra investering gedaan om tot een gasloos energieconcept te komen, legt projectleider Arie de Graaf namens woningcorporatie Vestia uit. “Hiermee voldoet dit gebouw nu al aan onze doelstelling van een CO2 neutrale woningvoorraad in 2050. In het oorspronkelijke plan zaten gasgestookte ketels. Straks worden de 182 woningen aangesloten op dertien bodemwarmtepompinstallaties van 70 kW. Naast duurzaamheid is gebruiksvriendelijk onderhoud voor ons een belangrijke voorwaarde in de nieuwe situatie, net als éénsoortige bediening en het makkelijk kunnen opheffen van een storing. Daarom hebben we gekozen voor monitoring op afstand.”
Zo hoog mogelijke score
De Graaf geeft aan dat er voor de verbetering van de energieprestatie twee sporen samengebracht worden: warmtevraag verlagen door isolatie en aanpassen van installaties voor aardgasvrije verwarming en tapwater; dit alles tegen acceptabele kosten. Dat betekent nieuwe kozijnen, dak- en kopgevelisolatie, HR++ dubbelglas, een wtw-ventilatiesysteem, warmtepompen en vloerverwarming. “Binnen wordt alles vernieuwd, inclusief de installaties; een nieuwe indeling, keuken en badkamer en aangepaste plafonds met een zwevende dekvloer, gescheiden door een isolatielaag. Dat is brandveiliger en geeft minder overlast door contactgeluid. Samen met de vervanging van balkons en galerijen die anderhalf keer zo breed worden, vernieuwde liftinstallaties, gemoderniseerde hoofdentree en een nieuwe, witte uitstraling blijft dit gebouw uit 1965 beeldbepalend en kan het weer een jaar of veertig mee.’’
Binnenklimaat
In het project wordt de nieuwste generatie warmtepompen van Itho Daalderop geïnstalleerd, de WPU 5G met een voorraadvat van 150 liter ten behoeve van warm tapwater. Daarnaast is het Itho Daalderop HRU 300 ventilatiesysteem met warmteterugwinning onderdeel van het klimaatsysteem. Zowel verwarming, ventilatie en monitoring zijn te bedienen of in te zien via de Spider Klimaatthermostaat.
BAM Wonen is, in opdracht van woningcorporatie Vestia, in oktober van start gegaan met de renovatie. De oplevering staat gepland voor het laatste kwartaal van 2020.
Monobloc warmtepompen in opmars
Het is een trend: warmtepompen die zonder F-gassen handelingen kunnen worden aangesloten. Waarom begeven fabrikanten zich op dit terrein? Wij spraken erover met Roel Drenth, Sales Manager Klimaattechniek van Centercon. De leverancier bracht onlangs de LG Monobloc op de Nederlandse markt.
NIBE, Panasonic, Samsung, zomaar enkele voorbeelden van fabrikanten die al een Monobloc warmtepomp op de markt brachten. Monoblocs zijn geïntegreerde luchtgebonden warmtepompen. De unit wordt buiten geplaatst en hoeft alleen maar waterzijdig te worden aangesloten. LG lanceerde recentelijk haar Monobloc met het koudemiddel R32.
Waarom hebben jullie eigenlijk de Monobloc op de markt gebracht?
“Aan de ene kant zien we een enorm gebrek aan handjes en afname van vakkennis op de werkvloer. Aan de andere kant zijn verwarmingsbedrijven wel bedreven in het waterzijdig inregelen, maar hebben ze minder affiniteit met het uitvoeren van F-gassen handelingen.”
Hoe wordt de Monobloc precies geïnstalleerd?
“De unit wordt buiten geplaatst, bijvoorbeeld tegen een buitenmuur. Daarna hoeft de unit alleen waterzijdig te worden aangesloten op een boiler/buffervat binnen. Simpeler en sneller dan bij een conventioneel systeem, waarbij eerst een buiten- en binnenuit op elkaar worden aangesloten en vervolgens worden gekoppeld aan een boilervat.”
Wat nu als er iets misgaat bij de installatie? Koeltechnici die wij spraken, vroegen zich af of de gemiddelde loodgieter dan wel de kennis in huis heeft om het probleem op te lossen…
“Daar hebben we op geanticipeerd. Wij bieden trainingen aan, waarin de cursisten onder andere leren om de Monobloc op de juiste wijze te installeren. Lopen ze tijdens een klus tegen een onoverkomelijk probleem aan, dan kunnen ze altijd nog op onze experts terugvallen.”
Een ander punt dat de koeltechnici aankaarten, was de omvang van de unit…
“Die is groter dan een doorsnee buitenunit. Dat klopt. Er komt 30 cm bij aan de zijkant en dat kan beperkingen met zich meebrengen bij de plaatsing. Aan de andere kant hoef je geen binnenuit te plaatsen zoals bij een conventioneel systeem. Dus binnen houd je weer ruimte over.”
Hoe zit het met het onderhoud. In bepaalde gevallen zullen koeltechnische handelingen nodig zijn. Wat dan?
“Het systeem is stekkerklaar te installeren, maar er blijven koeltechnici nodig voor de onderhoudsfase. Daar zijn we ons van bewust.”
Probleem is alleen dat die al bomvol werk zitten. Wat nu als Nederland massaal overstapt op de Monobloc, vanwege het installatiegemak?
“Dat is een terechte vraag. De warmtepomp in al zijn vormen wint rap aan populariteit, terwijl we kampen met een tekort aan installateurs en zeker aan koeltechnici. Gelukkig zijn er nu initiatieven opgestart om dit probleem te ondervangen, zoals het plan om 6000 warmtepompmonteurs klaar te stomen. Het is alle hens aan dek, maar er is geen weg terug. Als we onze duurzaamheidsdoelstellingen willen behalen zullen we er fiks vaart achter moeten blijven zetten.”
Zelf aan warmtepompen sleutelen
NIBE heeft de haar Academy deze maand uitgebreid met een instructie- en praktijkcentrum. Sinds mei vorig jaar verzorgt de leverancier van onder andere warmtepompen hier met grote regelmaat trainingen over deze producten voor installateurs en technici. “Met een demo- en kenniscentrum én het nieuwe instructie- en praktijkcentrum beschikken we nu over twee fraaie locaties”, vertelt servicemanager Rob van der Graaf.
In het demo- en kenniscentrum zijn onder meer opstellingen van diverse warmtepompen, werkende installaties en trainingsfaciliteiten terug te vinden. Hier ontvangt NIBE marktpartijen – van installateur tot groothandel en van adviseur tot corporatie – en worden producten gedemonstreerd en toegelicht. Daarnaast vindt het theoretische deel van alle technische trainingen in dit centrum plaats. Het praktijkonderdeel van de trainingen wordt vanaf nu echter in het nieuwe instructie- en praktijkcentrum verzorgd.
Van der Graaf: “In het instructie- en praktijkcentrum staat onder andere een aantal lucht/water-, water/water- en ventilatielucht/waterwarmtepompen werkend opgesteld en hebben we meerdere praktijksimulatie-modellen geplaatst. Een grote verbetering ten opzichte van de oude situatie is dat deelnemers in het instructie- en praktijkcentrum onder deskundige begeleiding zélf aan de toestellen mogen sleutelen om het geleerde direct in de praktijk te toetsten. Met behulp van de simulatiemodellen kunnen we bovendien direct inzicht geven in de fundamentele werking van een component, waardoor men beter in staat zal zijn om storingen op te sporen.
“In het eerste jaar van het bestaan van de NIBE Academy hebben we ervaren dat installateurs grote behoefte hebben aan een gedegen opleiding – zowel theoretisch als praktisch – op het gebied van warmtepompen”, vervolgt Van der Graaf. “Met de uitbreiding van de NIBE Academy verwachten we onze trainingen te kunnen verdiepen en nóg beter in deze behoefte te kunnen voorzien.”
Het trainingsaanbod van de NIBE Academy omvat diverse technische trainingen op het gebied van installatie en inbedrijfstelling, storingsanalyse en projectontwikkeling, planning en werkvoorbereiding.
PVT warmtepomppaneel wint innovatieprijs
Het PVT warmtepomppaneel van Triple Solar heeft de Innovative Energy Solution Award 2018 gewonnen. Dit paneel wekt niet alleen stroom op, maar wint ook duurzame warmte terug uit daglicht, zonlicht én buitenlucht. Directeur Cees Mager: “Ons product biedt een duurzame en 100% geluidloze energieoplossing die een uitstekende bijdrage kan leveren aan de energietransitie.”
Het PVT warmtepomppaneel bestaat uit een thermisch (T) gedeelte en een fotovoltaïsch (PV) paneel. De door het PV-paneel opgewekte stroom wordt teruggeleverd aan het net, terwijl de door het thermische circuit aan daglicht, zonlicht en buitenlucht onttrokken warmte wordt afgegeven aan een water/water warmtepomp. Doordat het PVT warmtepomppaneel drie verschillende bronnen gebruikt, vormt het een stabiele bron in elk seizoen en is het rendement hoog.
Het warmtepomppaneel is met name bedoeld als energiebron voor een water/waterwarmtepomp, als alternatief voor een grondgebonden bron. Dat biedt ruimere toepassingsmogelijkheden in zowel nieuwbouw als bestaande situaties. Cees Mager: “Voor de consument is echter vooral van belang om te weten dat het PVT warmtepomppaneel een efficiënt en geluidloos systeem is waarmee hij zijn huis net zo comfortabel kan verwarmen als met een gasgestookte cv-ketel.”
Een pakket van acht PVT warmtepomppanelen neemt 16 m2 dakoppervlak in gebruik en vormt samen met een NIBE F1255-6 modulerende water/waterwarmtepomp een duurzame comfortinstallatie met een hoog bewezen rendement. Voor ruimteverwarming is een SPF van 5,6 haalbaar, voor warmtapwater een SPF van 3,8. NIBE levert dit systeem in deze samenstelling met een gelijkwaardigheidsverklaring. Daarnaast zijn tal van andere combinaties en capaciteiten mogelijk, want een pakket PVT warmtepomppanelen is modulair op te bouwen voor warmtepompen van 4 kW tot en met 60 kW.
Bodemwarmtepomp beste gasloze optie voor Ouddorpse sociale huurwoningen
De 71 NOM-nieuwbouwwoningen van Woningbouwvereniging Beter Wonen in Ouddorp en Stellendam, hebben een bodemwarmtepomp. Volgens Energieadviseur Frank Deuring is een bodemwarmtepomp op basis van Total Cost of Ownership momenteel de beste gasloze optie. “Wel is het in dit soort kleine sociale huurwoningen altijd even zoeken naar een geschikte plek voor de warmtepomp en het bijbehorende voorraadvat voor warm water.”
Woningbouwvereniging Beter Wonen heeft in Ouddorp en Stellendam 71 sociale nul-op-de-meter-(NOM)huurwoningen met prestatiegarantie neergezet voor verschillende doelgroepen. Alle woningen zijn uitgerust met een Itho Daalderop bodemwarmtepomp, gebalanceerde ventilatie met wtw, CO2-gestuurde ventilatie op ruimteniveau en een douche-wtw. Om het elektriciteitsverbruik te compenseren liggen er zonnepanelen op de daken.
Bodemwarmtepomp minder onderhoudsgevoelig
De keuze voor de bodemwarmtepomp is vooral ingegeven door de prestatiegarantie over 25 jaar die voor de woningen afgegeven is, vertelt energieadviseur Frank Deuring. “De investeringskosten zijn weliswaar hoger, maar daar krijg je lagere onderhouds- en gebruikslasten voor terug. Dit komt doordat de COP van dit apparaat hoger is en het minder onderhoudsgevoelig is dan een luchtwarmtepomp.”
Warmtevraag beperken
Deuring raakte al vroeg in het traject betrokken bij de marktuitvraag die WBV had gedaan voor de NOM-woningen. “Ik ben door Dura Vermeer gevraagd om te berekenen hoe we de warmtevraag van deze woningen terug konden brengen. Om die reden heb ik driedubbel glas geadviseerd en een douche-wtw, waardoor de tapwatervraag beperkt wordt. Om een goede bieding te kunnen doen, was het daarnaast belangrijk om de bronlengte te bepalen.”
Total Cost of Ownership
De keuze voor de bodemwarmtepomp werd al snel gemaakt. Volgens Deuring wint de bodemwarmtepomp het namelijk bijna altijd van de luchtwarmtepomp als je kijkt naar Total Cost of Ownership. “Voor de bodemwarmtepomp is een hogere ISDE-subsidie beschikbaar en zijn er door het hogere rendement minder zonnepanelen nodig om het verbruik van verwarming en warm tapwater te compenseren. Een ander belangrijk voordeel is de goedkope koeling die je met een bodemwarmtepomp kunt leveren. Het lijkt niet veel dat je 2 tot 3 graden terug kunt koelen, maar als het een aantal dagen achter elkaar heel warm is, kan het toch 10 graden schelen met een normale woning.”
Luchtwarmtepomp goedkoper
Als je niet aan de voorwaarden voor nul-op-de-meter hoeft te voldoen kan een luchtwarmtepomp wel gunstiger zijn, stelt Deuring. “Bodemwarmtepompen zijn wat duurder geworden met name door de toenemende prijs voor de boringen, terwijl luchtwarmtepompen door marktwerking iets goedkoper worden. Als je geen rekening hoeft te houden met de energielasten en alleen naar de investering kijkt, is de luchtwarmtepomp goedkoper.”
Prestatiegarantie van 25 jaar
WBV heeft de verantwoordelijkheid over de installaties bij Dura Vermeer en Klimaatgarant ondergebracht, waarbij de prestatiegarantie van 25 jaar wordt gewaarborgd. Bij de woningen in Ouddorp wordt zowel het gebouwgebonden als het huishoudelijk energiegebruik gecompenseerd door zonnepanelen op het dak. Daarom mag WBV een energieprestatievergoeding rekenen bovenop de huur. Die loopt uiteen van 129,60 euro voor de grotere woningen tot 100,80 euro voor de kleinere woningen.
Energieprestatievergoeding
Deuring: “De woningen kunnen als het goed is het elektraverbruik over het jaar gezien, compenseren met de opbrengst van de pv-panelen. Om de investering te compenseren mag de woningcorporatie daar de EPV voor berekenen.” Woningcorporaties mogen de EPV alleen toepassen als de energieprestaties van de woning ook in de praktijk behaald worden, licht Deuring toe. “Die garanties kunnen door Klimaatgarant alleen afgegeven worden als de installaties geïnstalleerd en onderhouden worden door een installatiebedrijf dat zij uitkiezen, in dit geval Giesbers Installatiegroep.”
Daarnaast worden de woningen gemonitord, legt Deuring uit. “Zowel voor het warmtepompsysteem als voor de pv-panelen geldt dat ze op afstand uit te lezen zijn. De bewoners hebben daarvoor een privacyverklaring getekend.”
Norm huishoudelijk gebruik
De toekomstige huurders van het project zijn tijdens de verschillende projectfases geïnformeerd over het wonen in een NOM-woning. Als bewoners toch meer elektriciteit gebruiken dan geraamd, wordt eerst bepaald of dat niet aan de installatie zou kunnen liggen, legt hij uit. “De woningcorporatie maakt dan een afspraak met de bewoners, want het is natuurlijk mogelijk dat ze verkeerd omgaan met de installatie waardoor ze meer elektriciteit verbruiken dan nodig is.” Maar als de installatie in orde is en het extra verbruik te wijten is aan het gedrag van de bewoner, moeten die huurders bijbetalen, benadrukt Deuring. “De norm voor het huishoudelijk verbruik voor deze woningen ligt op 26 kWh/m2. De ene bewoner verbruikt meer dan een ander om wat voor reden dan ook. Maar als bewoners juist heel zuinig zijn, kunnen ze ook geld terugkrijgen.”
Warm tapwater
Warm water voor de woningen in Ouddorp wordt geleverd door de warmtepomp in combinatie met een voorraadvat van 150 liter. Doordat in alle woningen een douche-wtw toegepast is, beschikken de bewoners over een warmwatercapaciteit van ongeveer 225 liter. “Dat is in principe voldoende voor de meeste gezinnen, maar het is wel een beperkte capaciteit. Als het op is, is het op en duurt het ongeveer twee uur voordat er weer voldoende warm water beschikbaar is. Daar moet je de bewoners wel over voorlichten. Je moet heel duidelijk zijn over wat ze krijgen. Met een voorraadvat van 150 liter kun je in principe 40 minuten douchen.”
Dat is ook de reden waarom hij particuliere bewoners afhankelijk van de gezinssamenstelling en het geschatte tapwaterverbruik een voorraadvat van 200 liter of bij twee badkamers zelfs 400 liter adviseert. “Met een voorraadvat van 200 liter zit je net wat ruimer en dat vinden de meeste particuliere woningbezitters wel prettig. Het neemt bovendien weinig extra ruimte in.”
Plek voor warmtepomp en boilervat
De NOM-woningen in Ouddorp zijn niet groot. Daardoor was het even zoeken naar een plek voor de warmtepomp en het voorraadvat voor het warm tapwater. Deuring: “In een aantal gevallen hebben we de warmtepomp op de eerste verdieping moeten plaatsen, omdat er beneden echt geen plaats was. Dat heeft in principe niet de voorkeur omdat de leiding naar de bron langer wordt. En het is best wel een flink apparaat dat je niet zomaar even de trap op tilt. Als je de warmtepomp boven wilt plaatsen, is het dan ook slim om dat te doen voordat de kap gesloten wordt.”
Bodemwarmtepompen hebben dus zeker in vloed op de woningindeling, beaamt hij. “Bij luchtwarmtepompen heb je dat probleem minder, maar daar heb je weer te maken met een buitenunit. Die moet ook in te passen zijn qua onderhoud, geluid en esthetiek.”



