Lang geleden begon de basisopleiding op de lagere school. Daarna kwam er een kleine splitsing: je ging naar de technische school, een hogere school of aan het werk. Vanaf de technische school startte je als 15-16 jarige met werken en in alle jaren daarna bekwaamde je jezelf verder in je vak tot een volwaardig vakman. Ging je verder met leren, dan belandde je na enkele jaren in het vakonderwijs. Je behaalde hier de nodige papieren en haalde vervolgens vaak met heel veel moeite het middenstandsdiploma. Dan mocht je eindelijk, na velen tienduizenden guldens opleidingskosten, een eigen bedrijf beginnen.
Je werk werd gecontroleerd door diverse instanties. Jij controleerde de mensen die bij je aan het werk waren. Ging je met werkzaamheden je boekje te buiten, dan werd je getrakteerd op een flinke boete van de economische controledienst.
Alles leek perfect, maar de boel werd gewijzigd: het zelfstandig ondernemer zijn werd gedevalueerd. Iedereen mocht zonder de nodige papieren een eigen bedrijf beginnen. En waar dat toe heeft geleid merken we nu alle dagen.
Tijd om dit aan te pakken dus. Monteurs en servicemonteurs moeten weer de schoolbanken in om ‘het vak’ te leren. Ondernemers die gewend zijn om bij te blijven, gaan dat dus ook weer doen. Je moet tenslotte de mannen kunnen controleren. Komt er een overtreffende trap van weleer?
Ik ben benieuwd wat mijn papieren op dit moment nog waard zijn. Heb ik wel zin om weer aan het leren te gaan. Verschillende oude en vakbekwame monteurs zullen niet meer de fut hebben om dit te doen, denk ik. Ze verlangen wellicht weer naar de VUT.
Maar bovenal zal de vraag zijn: wie betaalt dit allemaal? Een vraag die, zo vrees ik, nog lang onbeantwoord zal blijven.
Dick Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk
[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]