Voor het eerst worden in Nederland energiepaalfunderingen getest. Energiepalen hebben naast hun dragende functie de mogelijkheid om warmte in de bodem te stoppen en eruit te halen. Via de paalfundering kunnen gebouwen worden verwarmd en gekoeld door de natuurlijke temperatuur van de bodem te gebruiken.
TU Delft gaat de test uitvoeren. Dat is nodig omdat Nederlandse bouwbedrijven nog aarzelen over deze nieuwe technologie, die al jaren in de stijve, overgeconsolideerde klei in het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland wordt toegepast. ‘Als een structuur wordt verhit, zetten de deeltjes uit; koelt hij af, dan trekken ze samen. Die extra langdurige belasting maakt het ontwerp van de energiepalen een grotere uitdaging’, legt TU Delft op haar website uit. ‘De zachte bodem maakt het nog complexer: als er niet goed op wordt geanticipeerd, kunnen er ongewenste vervormingen in de structuur ontstaan.’
Achtbaansysteem
Energiepalen verschillen van conventionele systemen door hun achtbaansysteem. Het water gaat vanuit het gebouw de bodem in - door de funderingspalen heen - en dan weer terug het gebouw in, waarbij de constante temperatuur van 12°C op dieper dan 5 meter in de Nederlandse bodem wordt gebruikt. In de winter neemt het water in de bodem warmte op en een warmtepomp in het gebouw drukt de vloeistof samen om hem verder op te warmen. In de zomer geeft het water warmte af in de bodem; de bodem is daar koel genoeg voor, dus het elektriciteitsverbruik is minimaal.
Energiepalen kunnen 20 keer zo weinig energie gebruiken voor koelen en tot 5 keer zo weinig voor verwarmen dan conventionele verwarmingssystemen. Bovendien werkt het systeem op elektriciteit in plaats van gas en kan zo het verbruik van fossiele brandstoffen worden afgebouwd.