Wat zijn de effecten van BENG op utiliteitsgebouwen?
Vanaf 1 juli 2020 hebben vastgoedontwikkelaars en architecten te maken met de nieuwe bepalingsmethode voor energieprestatie, NTA 8800. De BENG-eisen vervangen de huidige EPC-eisen, maar hoe streng zijn ze? En er zijn verschillende mogelijkheden om aan de nieuwe eisten te voldoen, maar hoe? DGMR-adviseurs schreven hier een whitepaper over, waarin een aantal veel voorkomende utiliteitsbouwfuncties naast elkaar worden gezet. Berekeningen aan verschillende referentiegebouwen maken zichtbaar welke maatregelenpakketten er mogelijk zijn.
In drie stappen geven de schrijvers steeds aan hoe een utiliteitsgebouw een BENG-gebouw kan worden. In het ontwerpproces zal al vroegtijdig getoetst moeten worden of met name de BENG 1-indicator behaald gaat worden: een minder compact ontwerp kan er toe leiden dat BENG 1 kritisch wordt en daar moet door het ontwerpteam tijdig op geanticipeerd worden. Maar ook het halen van de BENG 2- en BENG 3-indicator gaat niet automatisch goed.
Keuze- en ontwerpvrijheid
De DGMR-adviseurs concluderen dat de BENG 1-indicator, bij een enigszins compact ontwerp, relatief eenvoudig gehaald kan worden. Om ook aan de BENG 2- en BENG 3-eisen te voldoen, moet uitgegaan worden van een goede isolatie, een energiezuinig ventilatiesysteem met warmteterugwinning, een laag geïnstalleerd vermogen voor verlichting en een efficiënte opwekker voor verwarming en koeling. Tegelijkertijd blijkt uit de verschillende berekeningen dat meerdere pakketten aan maatregelen mogelijk zijn. Er is dus voldoende keuze- en ontwerpvrijheid om aan de BENG-eisen voor utiliteitsbouw te voldoen.