Werkvoorraad bereikt recordhoogte
Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 88 seconden
De orderportefeuille voor de totale bouw is in mei gestegen en komt uit op 10,1
maanden werk. Het is voor het eerst sinds de start van de meting dat de gemiddelde
werkvoorraad in de bouw boven de tien maanden werk uitkomt.
In de burgerlijke- en utiliteitsbouw (b&u) steeg de orderportefeuilles met drie tiende
maand en kwam uit op 11 maanden werk. Voor woningbouwbedrijven steeg de
gemiddelde orderportefeuille met drie tiende maand en kwam uit op 11,2 maanden. Bij
de utiliteitsbouw steeg de orderportefeuille zelfs met vier tiende maand naar 10,8
maanden werk.
Bij de grond-, water- en wegenbouw (gww) komt de gemiddelde werkvoorraad uit op
7,5 maanden werk, een stijging van twee tiende ten opzichte van april. Voor grond- en
waterbouwbedrijven stegen de orderportefeuille in mei met vier tiende maand tot 8,6
maanden werk, terwijl de werkvoorraad bij de wegenbouw met één tiende is gestegen
naar 6,5 maanden werk.
De helft van de bouwbedrijven gaf aan stagnatie in onderhanden werk te ondervinden.
Voor deze bedrijven waren problemen in de personeelsvoorziening de belangrijkste
oorzaak voor stagnatie. Dit gold zowel voor de b&u als de gww.
Bij drie op de tien bedrijven nam de productie in de afgelopen drie maanden toe. Vier
op de tien bedrijven beoordelen hun huidige orderpositie als groot en vijf van de tien
als normaal. Van de bouwbedrijven verwacht drie op de tien in de komende drie
maanden personeel aan te nemen. Zeven op de tien bedrijven verwachten dat hun
prijzen zullen stijgen, terwijl de overige bedrijven geen verandering in prijzen voorziet.
Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juni 2018 van het
Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de
Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 250
hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.