• februari 11, 2022
  • 129 views
Ventileren op de eerste plaats!

De energietransitie is een enorme uitdaging. Gelukkig komen er steeds meer oplossingen beschikbaar voor bestaande woningen, zo ook voor ventilatie met WTW. Helaas blijft ventilatie als belangrijk onderdeel van een geslaagde transformatie onderbelicht. En dat is niet alleen jammer voor het energiegebruik, maar vooral ook voor de gezondheid. Namens de Nederlandse Verwarmingsindustrie is ir. Adriaan Cramer aan het woord.

“Ik durf er bijna niet meer over te beginnen, want we hebben er allemaal schoon genoeg van, maar ook de coronacrisis heeft laten zien hoe belangrijk het is om te ventileren en daarmee de kans op besmettingen te verkleinen. Het verbaast mij dan ook dat ventileren nog steeds niet wordt genoemd als dé basisregel om verspreiding van het virus te voorkomen. Bij elke persconferentie is op de spreekstoelen van de ministers te zien om welke basisregels het gaat. De volgorde is gelukkig op de eerste persconferentie van het nieuwe kabinet gewijzigd en ‘lucht’ staat nu na ‘afstand’ op plaats 2, helaas wel met als symbool een open raam. Een raam open is beter dan niets, maar het staat niet gelijk aan structureel goed ventileren en een energiezuinige oplossing is het natuurlijk ook niet.

We weten uit onderzoek dat in de strijd tegen Corona ventileren een cruciale rol speelt. Ook het RIVM beschrijft dat op haar website. Waarom is hier dan niet veel meer aandacht voor en wordt er geen beleid gemaakt om dat in alle gebouwen zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen? Het mooie is dat we dan twee vliegen in één klap slaan, want naast een gezonde samenleving (met minder kansen voor COVID) kunnen we met de juiste ventilatie ook de energietransitie goed invullen. Er is genoeg budget beschikbaar gesteld, nu nog de broodnodige aandacht voor ventilatie en WTW. Misschien is het tijd voor een Minister voor Ventilatie. Ze mogen mij bellen.”

  • februari 10, 2022
  • 129 views
Online-training Comfort installateur van start

Installateurs kunnen voortaan via e-learning de training Comfortinstallateur volgen. In 40 tot 48 uur tijd leren installateurs online hoe ze klanten en prospects adviseren over levensloopbestendige woningen, zorg op afstand en huisautomatisering. De training kost € 295.

Deelnemers kunnen ‘Comfortinstallateur’ in hun eigen tempo en op ieder moment volgen. De training bestaat uit drie onderdelen: kennismaken met de verschillende doelgroepen, verschillende communicatietechnieken en uitbrengen van een goed advies en uitvoering. De training wordt afgerond met een praktijkopdracht.

Centraal Register Techniek
Cursisten die de training succesvol afronden krijgen een vermelding in het online Centraal Register Techniek.  Ze ontvangen bovendien een bewijs van vakmanschap in hun Vakpaspoort. De training Comfortinstallateur is een initiatief van Techniek Nederland, Wij Techniek en een aantal andere samenwerkende partijen.

Technische trainingen
Installateurs die de training Comfortinstallateur succesvol afronden, kunnen daarna deelnemen aan de technische trainingen W voor E óf E voor W. Deze trainingen helpen om een goede inventarisatie te maken van de elektrotechnische en de verwarmingsinstallatie in woningen. Ook de aanpassingen die nodig zijn om woningen levensloopbestendig te maken komen aan de orde. Na het afsluiten van deze training kunnen deelnemers de Erkenning Langer Zelfstandig Thuis Wonen aanvragen. Installateurs die voldoen aan alle criteria komen in een register waarmee consumenten snel en makkelijk een deskundige Comfortinstallateur kunnen vinden.

Steeds meer ouderen
Het aantal 65-plussers in ons land neemt de komende twintig jaar toe tot bijna vijf miljoen. Door de vergrijzing zal de behoefte aan levensloopbestendige woningen sterk groeien. De meeste ouderen willen zo lang mogelijk veilig en comfortabel in hun eigen woning blijven wonen. Om dat mogelijk te maken, zijn technische aanpassingen nodig. De online-training Comfortinstallateur en de Erkenningsregeling Langer Zelfstandig Thuis Wonen spelen hierop in.

[pt_view id="8b2ed3ds5i"]

  • februari 9, 2022
  • 131 views
Praktijkrichtlijn voor rookgasafvoer herzien

Deel 60 van de serie NPR 3378 ‘Praktijkrichtlijn Gasinstallaties – Sectie uitmondingen’ is herzien. Hierin staan aanwijzingen voor goede werking, hinderafstand en verdunningsafstand van rookgasafvoeren van installaties die op gas worden gestookt. Dit deel specificeert de plaats van de uitmonding van rookgasafvoersystemen zodat het toestel en de voorziening voor rookgasafvoer goed werken en hinder door rookgas wordt voorkomen. In het bijzonder geldt dat de plekken waar ventilatielucht langs gaat, niet door rookgas worden verontreinigd.

Deel 60 wordt toegepast bij nieuwe rookgasafvoersystemen en bij systemen die worden gewijzigd en is bovendien van toepassing op toestellen die zijn aangesloten op zowel een individuele als een collectieve rookgasafvoer.

Wijzigingen
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige versie uit 2015 zijn:

  • NPR 3378-60 (hinder) en NPR 3378-61 (goede werking) zijn samengevoegd tot één deel. Deel 61 wordt daarmee ingetrokken.
    • Een uitmonding onder een balkon die doorloopt tot de voorzijde van een balkon, is niet meer toegestaan.
    •             De tekst is op een aantal punten verduidelijkt.
    •             Er is rekening gehouden met het toekomstige Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
    •             Verwijzingen naar NEN 2757-1 en NEN 2757-2 zijn geactualiseerd.

Alle delen van de serie NPR 3378 horen bij de webtool 'Werken-met-NPR-3378'. Een aantal delen, zoals deel 60, geven een toelichting op en voorbeelden van rookgasafvoersystemen voor installaties die op gas worden gestookt. Voor toelichting op installaties voor andere brandstoffen wordt binnenkort een aparte praktijkrichtlijn, NPR 2758, gepubliceerd.

[pt_view id="d6c2c33wgi"]

  • februari 4, 2022
  • 128 views
Stimuleren vaktalenten speerpunt voor Remeha

Remeha heeft zich als partner verbonden aan WorldSkills Netherlands, de Nederlandse organisator van vakwedstrijden voor het beroepsonderwijs. Op 2 februari tekenden Mark Vellinga, directeur Sales Unit Nederland en Erik van der Zwan, algemeen directeur WorldSkills Netherlands, hiervoor een sponsorcontract. Remeha geeft hiermee invulling aan de wens om nauwer betrokken te zijn bij het onderwijs en vaktalenten van de toekomst. Mark Vellinga: “Het opleiden van de installateur van morgen is cruciaal in het daadwerkelijk laten slagen van de energietransitie. We zijn blij dat we door de samenwerking met WorldSkills Netherlands kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van jong vaktalent.”

Binnen het project Skills Heroes organiseert WorldSkills Netherlands vakwedstrijden voor mbo-studenten. In voorronden, kwalificatiewedstrijden en een nationale finale strijden vaktalenten om het Nederlands Kampioenschap binnen hun vakgebied. Bijna alle mbo-instellingen doen aan de wedstrijden mee. Remeha is als partner hoofdsponsor van de wedstrijd sanitaire- en verwarmingstechnicus. Het bedrijf levert onder andere de installaties die studenten nodig hebben voor het uitvoeren van hun opdracht. Het gaat om de nieuwste duurzame installaties, waarmee studenten de mogelijkheid hebben om met de meest innovatieve duurzame producten te werken.
Vellinga: “Het is belangrijk dat de jonge vaktalenten zich ontwikkelen in de volledige breedte van het vak. Dus naast de traditionele cv-ketel ook bekend raken met duurzame producten, zoals de (hybride) warmtepomp.“

Jongeren uitdagen
Ook Erik van der Zwan juicht de samenwerking toe. Van der Zwan: “In een markt waarin krapte ontstaat en innovatie snel gaat, is het steeds lastiger om goed geschoold personeel te vinden. Daarom is samenwerken met vooraanstaande partijen uit het bedrijfsleven alsmaar belangrijker. Het partnerschap met Remeha biedt onze deelnemers een unieke kans om kennis op te doen van innovatieve technieken en te werken met hoogstaande materialen. Hiermee zijn wij in staat om de kwaliteit van vakwedstrijden naar een nog hoger niveau te brengen en jongeren te blijven stimuleren en uitdagen.”

De finale van de wedstrijd Sanitaire- en verwarmingstechnicus vindt plaats tijdens Skills The Finals. Dit is het grootste beroepenevenement van Nederland, dit jaar op 31 maart en 1 april in Jaarbeurs Utrecht. Kijk voor meer informatie op skillsthefinals.nl.

  • februari 3, 2022
  • 135 views
Zij-instromers na twee weken inzetbaar als monteur luchtkanalen

Technisch opleider ROVC lanceert samen met LPD Techniek, Maintec en IW Nederland een opleiding waarmee deelnemers na twee weken praktisch inzetbaar zijn als monteur luchtkanalen. De opleiding is speciaal opgezet voor zij-instromers in de techniek of technici die een andere uitdaging zoeken. Snelle functionele inzetbaarheid is hierbij het uitgangspunt. De eerste groep van tien zij-instromers start in februari. De totstandkoming van de opleiding, die in een half jaar is afgerond, is mede mogelijk gemaakt door een SLIM-subsidie uitgegeven door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De opleiding wordt erkend door het Vakcentrum Binnenklimaattechniek van branchevereniging Binnenklimaat Nederland. Leden daarvan hebben meegedacht over de opzet en inhoud van de leerlijn. Deze is zo ingericht dat deelnemers direct aan het werk kunnen na het volgen van de tweeweekse training. In de eerste week van de training krijgen deelnemers een introductie in luchtbehandeling- en distributie, gevolgd door een VCA veiligheidstraining. Ook oefenen ze met werken op hoogte. Vervolgens ontwikkelen ze in vijf dagen de basisvaardigheden van het werken met gereedschap en materialen. De cursus wordt afgesloten met het herkennen en ervaren van luchtdistributiesystemen.

Erkend diploma
Na twee weken gaat de deelnemer direct aan de slag bij een van de aangesloten bedrijven. In de tien maanden daarna komt de deelnemer twaalf keer terug voor een extra praktijkdag. Na elke praktijkdag krijgt de deelnemer een aantal werkplekopdrachten mee. Na afloop van de twaalfde praktijkdag vindt een eindbeoordeling plaats op basis van tussentijdse beoordelingen. Bij een voldoende ontvangt de deelnemer het diploma Monteur Luchtkanalen, erkend door het Vakcentrum Binnenklimaattechniek.

Vraag naar monteurs neemt toe

John Huizing, directeur bij ROVC: “Werken in luchtkanalen en luchtdistributie is nog steeds behoorlijk onbekend. Dat is zonde, want luchtkanalen zijn essentieel voor het toevoeren van verse buitenlucht en het afvoeren van vervuilde binnenlucht. Door de coronapandemie ziet men het belang hiervan steeds meer in, waardoor de vraag naar monteurs toeneemt. Ook moet het vak vanwege de energietransitie de komende jaren een groot aantal nieuwe mensen verwelkomen én opleiden. Daar spelen we met deze opleiding op in. Met de snelle inzetbaarheid van de deelnemers helpen we werkgevers die staan te springen om nieuwe mensen. Het snel aan de slag gaan is ook goed voor de deelnemers, want in de praktijk leer je een vak natuurlijk het best. Op deze manier ontdekken mensen tevens hoe veelzijdig het vak is en welke diverse ontwikkelingsmogelijkheden werken in de klimaattechniek brengt.”

Eerste groep van start
Begin februari start de eerste groep met de opleiding. Dankzij de inspanningen van detacheerders van LPD Techniek en Maintec zijn de volgende twee groepen ook al gevuld. Op korte termijn volgen nog meer nieuwe groepen. Het succes van de aanmeldingen schrijven de partijen toe aan de relatief snel te leren techniek. Hierdoor hoeven deelnemers weinig in de schoolbanken te zitten en kunnen ze direct in de praktijk aan het werk.

 

[pt_view id="bb82390z4e"]

  • januari 28, 2022
  • 137 views
Brede coalitie wil grootste knelpunten op stroomnet aanpakken

Een brede coalitie van 14 partijen waaronder Techniek Nederland, netbeheerders, een aantal andere branches en overheid wil de komende kabinetsperiode structurele oplossingen realiseren voor de huidige knelpunten op het elektriciteitsnet. Daarmee wordt meer grootschalige productie van energie uit zon en wind mogelijk en kan de elektrificatie van woningen, vervoer en de industrie versnellen. Dat is belangrijk voor de verduurzaming van onze energiehuishouding en voor het vestigingsklimaat in ons land. De coalitie, onder de naam ‘Actieteam Netcapaciteit’, vraagt minister Jetten voor Klimaat en Energie onder meer om een aantal wettelijke aanpassingen. Ook is voor een stimuleringsprogramma voor innovatieve oplossingen 200 miljoen euro per jaar nodig uit de nieuwe middelen voor klimaatbeleid.

Nederland investeert nu al jaarlijks gemiddeld circa 3 miljard euro in het elektriciteitsnet om zon- en windparken te kunnen aansluiten en elektrificatie van zowel huishoudens als bedrijven mogelijk te maken. Daardoor is ons land wereldwijd één van de koplopers als het gaat om zonnestroom. Veel grote zon- en windparken, ondernemers en woningbouwprojecten wachten als gevolg van schaarste op het elektriciteitsnet echter op aansluiting. Ook voor de industrie moet vanwege de verduurzamingsplannen in het MIEK (Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat) veel capaciteit beschikbaar komen op het elektriciteitsnet. Voor de plannen van gemeenten en provincies, gebundeld in de RES’en (regionale Energie Strategie) is ruimte op het net ook onmisbaar.

Belemmeringen
Grote tekorten aan technici, lange realisatietermijnen en regelgeving belemmeren echter snelle verzwaring en aanpassing van het net. Ook kunnen domweg niet overal tegelijk de straten open. Voor de komende drie jaar staan er veel grote zon- en windparken op de planning die zonder creatieve oplossingen vooralsnog niet aangesloten kunnen worden. Het gaat dan om ruim 10 Gigawatt aan zonnestroom en 3,7 Gigawatt aan windprojecten die in de pijplijn zitten, goed voor het elektriciteitsverbruik van ruim 6 miljoen huishoudens.

Snelle oplossingen zijn nodig
Het nieuwe Actieteam Netcapaciteit wil voor de grootste knelpunten snelle oplossingen zoeken in de komende kabinetsperiode en schetst in haar voorstel de hoofdlijnen waarlangs dit kan. Daarbij ligt er een kans voor bestaande en nieuwe marktpartijen om slimme technieken in te zetten. Denk aan lokale opslag van energie, vraagstimulering of curtailment (regeltechnieken op basis van data, waarbij bijvoorbeeld aanbod-  of vraagpieken worden afgevlakt). Daarnaast blijven verzwaring van het net en congestiemanagement structurele oplossingen.

Randvoorwaarden
De 14 partijen nemen met hun voorstel verantwoordelijkheid voor gezamenlijke oplossingen maar vragen tegelijkertijd minister Jetten voor Klimaat en Energie om mede-eigenaarschap en concrete acties. Zo is op korte termijn invulling nodig van een aantal randvoorwaarden:
-           het verkorten van realisatietermijnen voor netuitbreiding, bijvoorbeeld door het inrichten van een fast lane met gespecialiseerde (juridische) beleidsmedewerkers;
-           De mogelijkheid voor overheden om – in overleg met betrokkenen – maatschappelijk afgewogen keuzes te maken bij het verdelen van de schaarse elektriciteit.
-           Snellere aanpassing van wet- en regelgeving die het mogelijk maakt dat netbeheerders en marktpartijen samen optimaal flexibiliteit (zoals batterijen) kunnen inzetten;
-           Onderzoek naar het effect van financiële prikkels in het technisch beroepsonderwijs. Denk bijvoorbeeld aan een afstudeerbonus voor mbo’ers techniek en extra financiering voor techniekopleidingen. Er zijn ook nu al veel te weinig technische vakmensen voor netverzwaring, maar óók om zonnepanelen en warmtepompen te plaatsen.

Stimuleringsprogramma
Voor de inzet van flexibiliteit en creatieve oplossingen adviseert het Actieteam Netcapaciteit een stimuleringsprogramma van jaarlijks 200 miljoen euro gedurende deze kabinetsperiode. Hiermee kan de invoering van bestaande en nieuwe technieken bij grote knelpunten in het net een impuls krijgen. Denk bijvoorbeeld aan grootschalige opslag of het sturen van de lokale vraag.

De volledige coalitie bestaat uit: Energie-Nederland, Energie Samen, Energy Storage NL, FME, Holland Solar, IPO, Koninklijke Bouwend Nederland, Netbeheer Nederland, NVDE, NWEA, Techniek Nederland, VNG, VNO-NCW/MKB Nederland en WENB.

 

  • januari 28, 2022
  • 134 views
Gebouwen koelen met waterdruppels

Adiabatische koeling, het koelen door het effect van verdampend water, is geen onbekende technologie. Maar om het ook in gebouwen toe te passen, is voor veel ontwerpers en installateurs vaak nog een lastig te nemen horde. Deels door onbekendheid met de techniek en deels door een bepaald (voor)oordeel over mogelijke risico’s. Samen met een groep adviseurs en de brancheorganisatie NVKL schreef ISSO een rapport dat de voor- en nadelen van deze techniek in kaart brengt.

“We hopen met dit rapport een antwoord te geven op de ontbrekende kennis over verdampingskoeling onder installatietechnisch geschoolde professionals”, vertelt Noortje Alders, senior specialist bij ISSO.

Veel vragen uit de markt
Het ISSO-rapport Indirecte adiabatische koeling behandelt een specifieke vorm van adiabatische koeling, namelijk de indirecte. Bij deze vorm van koeling bevochtigt het systeem de afvoerlucht die vervolgens, via een warmtewisselaar, de binnenstromende, verse lucht afkoelt. “Vanuit de markt krijgen we al jaren veel vragen over de toepassing van verdampingskoeltechnieken, waaronder indirecte adiabatische koeling. Er is wel de nodige kennis beschikbaar, maar het toepassen van de techniek blijft achter. In 2017 en 2018 is in opdracht van RVO al eens onderzocht welke belemmeringen er zijn rond de toepassing van indirect adiabatische koeling in bouwprojecten. Dat onderzoek was in 2019 de opstap voor een project dat uiteindelijk in een publicatie zou moeten resulteren”, zegt Alders.

Interessant alternatief
Omdat de publicatie er nog niet is, wilden verschillende marktpartijen graag op korte termijn al iets ondernemen om het gebrek aan kennis in de markt op te lossen. “Daarom hebben we via dit nieuwe, gratis beschikbare rapport de voor- en nadelen van deze techniek in kaart gebracht. Ook hebben we geprobeerd kengetallen te geven, al is het niet eenvoudig te voorspellen hoe het energieverbruik en de -besparing precies zullen uitvallen wanneer je deze techniek toepast”, zegt Alders. “Die besparing is namelijk van zoveel factoren afhankelijk, zoals de luchtvochtigheid in de ruimte, de luchtweerstand in de installatie en natuurlijk de daadwerkelijke koellast. Je kunt dit rapport daarom beschouwen als een startpunt van waaruit men de techniek kan beoordelen én overwegen. Ontwerpende installateurs en adviseurs kunnen de kennis toepassen om indirecte adiabatische koeling te waarderen ten opzichte van andere manieren van koeling. Op het moment dat een bodemwarmtepomp met passieve koeling bijvoorbeeld geen optie is, kan dit een interessant alternatief zijn.”

Meer weten over adiabatisch koelen van gebouwen? Lees hier het gehele artikel in de InstallateursZaken van januari 2022.

[pt_view id="d3005ecktf"]

  • januari 27, 2022
  • 125 views
Vent-Axia schenkt ventilatiesysteem

Vent-Axia heeft een ventilatiesysteem geschonken aan het TechniekHuis in Nieuwkoop. Om leerlingen van de basisschool nu al de veelzijdigheid van techniek te laten ontdekken, biedt het TechniekHuis diverse activiteiten aan. Zo dagen ze leerlingen uit met duurzaamheidsvraagstukken in de TechniChallenge en gaan leerlingen aan de slag met het programma Ontdek Techniek. Ook worden diverse workshops aangeboden voor de groepen 6 en 7 van de basisscholen. Voor het organiseren van deze activiteiten heeft het TechniekHuis steun nodig van overheden, belangenorganisaties en het bedrijfsleven.

Vent-Axia is via haar dealer Van Walraven in contact gekomen met het TechniekHuis. In Nieuwkoop is een compleet balansventilatiesysteem geplaatst. Een Vent-Axia Sentinel Kinetic Advance WTW unit is aangesloten op het Uniflexplus+ flexibele kunststof luchtverdeelsysteem met RV ventielen. Hiermee kunnen de leerlingen zelf proeven doen en metingen verrichten. Voor het verrichten van de metingen is ACIN instrumenten ingeschakeld. Dit bedrijf heeft een air flow meter geschonken om de luchthoeveelheid snel te controleren en te balanceren. Het systeem is inmiddels geïnstalleerd en actief in gebruik.

[pt_view id="bccdc4dkts"]

  • januari 26, 2022
  • 169 views
Herziene norm voor verbrandingsinstallaties

NEN 3028 ‘Eisen voor verbrandingsinstallaties’ is herzien en gepubliceerd ter commentaar. Tot nu toe was de norm van toepassing op installaties die op gas of vloeibare brandstof werken. In de aangepaste versie zijn ook eisen opgenomen voor installaties die gestookt worden op vaste brandstoffen, zoals pelletketels en pelletkachels.

NEN 3028 beschrijft waar opstellingsruimten en stookruimten van gebouwgebonden- en industriële verbrandingsinstallaties aan moeten voldoen. In de norm staat ook welke veiligheidsmaatregelen nodig zijn - zoals een expansievat of een veiligheidsklep - en wat de eisen zijn voor de brandstoftoevoerinstallatie. Daarnaast komt het beheer, periodiek onderhoud en de inspectie van verbrandingsinstallaties aan bod.

Aanpassingen
De belangrijkste wijziging is de toevoeging van eisen voor installaties die gestookt worden op vaste brandstoffen. De aanvullende eisen voor gasmotoren in opstellingsruimten en stookruimten (in bijlage C van NEN 3028:2016) vallen onder het Warenwetbesluit machines en zijn daarom geschrapt. De rekenmethodiek in bijlage D van NEN 3028:2016 werd bijna nooit gebruikt en is daarom ook geschrapt.

Belanghebbenden kunnen tot 1 april 2022 commentaar indienen op het normontwerp.

[pt_view id="5352506x5p"]

  • januari 20, 2022
  • 128 views
Geen planning bij woningcorporaties om woningen te verduurzamen

Woningcorporaties worstelen met de vraag hoe ze hun bestaande woningvoorraad moeten verduurzamen. Met name de onzekerheid over technische oplossingen en onduidelijkheid op beleidsniveau zorgen ervoor dat driekwart van de ondervraagde woningcorporaties nog geen planning heeft gemaakt voor het gasarm of gasloos maken van hun woningvoorraad. Dit en meer blijkt uit het vandaag gepresenteerde ‘Marktonderzoek Verduurzaming Warmtevoorziening’ dat econic, met de financiële steun van de Rijksdienst voor Ondernemers (RVO) en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), onder 60 woningcorporaties in Nederland heeft uitgevoerd.

Om inzichtelijk te krijgen op welke manieren woningcorporaties invulling geven aan het Klimaatakkoord, hoe zij de verduurzaming van hun woningen organiseren en welke mogelijkheden er zijn om het overstappen op duurzame alternatieven toegankelijker en attractiever te maken, verleenden RVO en EZK in 2021 subsidie aan een consortium van partijen die met hun projectplan ‘In twee stappen naar een aardgasvrije en comfortabele Nederlandse woonomgeving’ technische en financiële oplossingen zoeken om vastgoedpartijen te helpen bij hun verduurzamingsopgave. Het vandaag gepresenteerde marktonderzoek is de eerste output van het consortium, dat de markt onder andere inzicht moet geven in de rol die een hybride warmtepomp en de bijbehorende dienstverlening kunnen spelen in de verduurzamingsopgave van woningcorporaties.

Betrokkenheid is groot, uitvoering is een worsteling
Wat opvalt in de onderzoeksresultaten is dat de betrokkenheid van woningcorporaties bij de thema’s duurzaamheid, klimaat en CO2-reductie groot is. Doorrekeningen zijn gemaakt, visies opgesteld, adviseurs zijn ingeschakeld en er wordt volop samengewerkt, maar ondanks alle inspanningen wordt er duidelijk geworsteld met de vraag hoe de verduurzaming van de warmtevoorziening het best uitgevoerd kan worden en of deze haalbaar is. Met name voor hun bestaande woningvoorraad. Ook is het de vraag wat de beste technische oplossing per woningproject is: warmtenet, all-electric of hybride, individuele of collectieve systemen? Vaak zijn er verschillende oplossingen nodig voor het diverse woningbestand dat zich in meerdere gemeenten bevindt.

Routekaart voor de verduurzaming ontbreekt
Mede door de onduidelijkheden op zowel beleids- als oplossingenniveau heeft driekwart van de ondervraagde woningcorporaties nog geen concrete planning gemaakt voor het gasarm of gasloos maken van hun woningvoorraad. Het merendeel van de ondervraagden geeft aan dat het toepassen van nieuwe installatietechnieken om woningen gasarm of gasloos te maken pas gebeurt als alle woningen energetisch op niveau zijn gebracht door extra isolatie aan te brengen én wanneer corporaties er zeker van zijn dat ze spijtvrij kunnen investeren.

CO2-neutraal in 2050 is financieel niet haalbaar
Ruim 50 procent van de ondervraagden geeft aan dat de opgave van CO2-neutraal in 2050 voor hun organisatie financieel niet haalbaar is. De ondervraagden maken zich grote zorgen over de almaar stijgende bouwkosten en het gebrek aan menskracht en expertise in de bouwkolom, in hun eigen organisatie en bij gemeenten. Als gevolg daarvan kloppen eerdere doorrekeningen niet meer en zijn de kosten veel hoger dan waar eerder mee is gerekend. Daarbij komt nog de onzekerheid over de toe te passen technieken – all-electric of hybride, individueel of collectief. Ook geven de woningcorporaties aan  dat zij hun investeringen, die steeds groter worden door stijgende kosten, niet kunnen terugverdienen.

Het volledige marktonderzoek met daarin de belangrijkste observaties en conclusies is vanaf vandaag gratis te downloaden op econic.homes 

 

[pt_view id="461ed0fwis"]