- november 22, 2021
- 154 views
Brede oproep aan politiek: ‘Pak tekort aan technisch personeel aan
Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI) schaart zich achter de oproep aan een nieuw kabinet van ondernemersorganisatie FME en vakbond FNV om actie te ondernemen tegen het tekort aan technisch personeel. ‘Alleen door een gecoördineerde aanpak kan Nederland de komende decennia voldoende technisch personeel opleiden om bijvoorbeeld de energietransitie te verwezenlijken en aan de klimaatdoelstellingen te voldoen.’
“Het tekort aan technisch opgeleid personeel beslaat de hele technieksector, van installateurs tot ingenieurs, en raakt daarmee alle niveaus van de technische opleidingsketen, van mbo tot wetenschappelijk onderwijs én het bedrijfsleven. Dat vraagt om gecoördineerde actie”, stelt Rob Mudde, lid van het KIVI-hoofdbestuur en Vice Rector Magnificus van de Technische Universiteit Delft.
Aanvalsplan
Eerder deze maand werd er in een motie in de Tweede Kamer al opgeroepen tot een analyse van de effectiviteit van huidige initiatieven om het personeelstekort in de technieksector op te lossen. Dit onderzoek zou moeten dienen als basis voor een aanvalsplan waarmee een nieuw kabinet snel de tekorten in de technische sector structureel kan oplossen. “Het is goed dat de politiek nu ook tot dit inzicht is gekomen, want zonder voldoende technisch personeel kunnen we de dringende maatschappelijke opgaven van deze tijd niet het hoofd bieden. Dat is een probleem van de hele samenleving”, aldus Mudde.
[pt_view id="4934a2e1q7"]
- november 15, 2021
- 148 views
Technische bedrijven kampen komende vijf jaar met flink personeelstekort
Ruim acht op de tien technische bedrijven (82%) verwacht de komende vijf jaar een tekort aan technici binnen hun organisatie. Een flinke stijging ten opzichte van 2015, toen 60 procent dit aangaf. De installatiesector is één van de koplopers. Dit blijkt uit een onderzoek uitgevoerd onder ruim 700 respondenten uit de technische branche.
Uit cijfers blijkt dat het tekort aan technici alsmaar oploopt. In de periode 2015-2020 had driekwart van de bedrijven (74%) te maken met een kwalitatief en/of kwantitatief tekort. In 2010-2015 was dit nog 63 procent van de technische bedrijven. Hoewel er vraag is naar technici op alle ervaringsniveaus, is het gebrek aan mediors (2-5 jaar werkervaring) het grootst. Twee derde (65%) van de bedrijven verwacht hier de komende vijf jaar een tekort aan, tegenover 31 procent die een tekort verwacht aan starters (0-2 jaar werkervaring) en 43 procent aan seniors (5+ jaar werkervaring).
Dat het personeelstekort alle ervaringsniveaus binnen de technische branche raakt, is niet nieuw. In de periode 2015-2020 had 61 procent van de bedrijven te maken met een tekort aan mediors, de helft (49%) met een tekort aan seniors en ruim een kwart (28%) had last van een tekort aan starters.
Oorzaken
De oorzaak voor het tekort aan technici is volgens technische bedrijven te wijten aan het feit dat jongeren steeds minder vaak kiezen voor een technische opleiding (43%). Vergrijzing (14%) en slechte aansluiting van het regulier onderwijs op het bedrijfsleven (14%) staan op een gedeelde tweede plaats. Initiatieven vanuit het bedrijfsleven (38%) en initiatieven vanuit het onderwijs (23%) worden dan ook gezien als de meest efficiënte aanjagers voor het terugdringen van dit tekort.
Enthousiasmeren
John Huizing, directeur ROVC, het technisch opleidingsinstituut dat het onderzoek liet uitvoeren: “Het tekort aan technici speelt al jaren, maar lijkt steeds groter te worden. Er is onvoldoende nieuwe aanwas. Daarom moet er geïnvesteerd worden in het onder de aandacht brengen van technische beroepen. Mensen schrijven de branche als geheel vaak in één keer af, terwijl het een heel breed vakgebied is dat diverse mogelijkheden biedt en bovendien continu in ontwikkeling is. Het is daarom van essentieel belang dat starters en zij-instromers worden geïnformeerd over en geënthousiasmeerd voor een baan in de techniek en hier ook het juiste, persoonlijke advies over krijgen. Gelukkig zijn er verschillende initiatieven in de vorm van subsidies om aanwas te stimuleren. Om uitstroom te beperken is het tegelijkertijd belangrijk om als ervaren technici de kans te krijgen om je te blijven ontwikkelen en zo mee te bewegen met de branche.”
- november 12, 2021
- 142 views
“Een klant belde en daarna ben ik nooit meer thuis geweest”
Bob van der Loo is een ervaren loodgieter. Ruim vier jaar geleden begon hij voor zichzelf. Sindsdien is het “een gekkenhuis". Hij wordt overspoeld met aanvragen. Wil je het werk leuk houden, dan moet je je grenzen aangeven, waarschuwt de 46-jarige. En uiteraard de leuke klussen eruit pikken. Zoals Van der Loo ook laatst deed in thuisbasis Vlijmen.
Van der Loo doorliep de LTS, volgde aansluitend technische vakopleidingen en werkte bij verschillende installatiebedrijven. In 2017 begon hij voor zichzelf, op zoek naar meer vrijheid. Dat pakte goed uit. “Een klant belde en daarna ben ik nooit meer thuis geweest.”
Topdagen
Maandag en vrijdag zijn topdagen, “dan krijg ik gemiddeld 10-15 belletjes.” De éénpitter hoeft geen cent te investeren in marketing, “want ik krijg al mijn nieuwe klanten binnen via mond-tot-mond reclame”.
Samenwerking
Van meet af aan al ligt het zwaartepunt van zijn werkzaamheden bij de kleine particuliere sector. “Een verstopping verhelpen, nieuwe keukenkraan installeren of een complete badkamer renoveren.” Daarbij werkt de loodgieter graag samen met vaste bouwpartners. Zoals een kleine bouwkundige aannemer en een sanitairshowroom in een nabijgelegen dorp.
Warmtepompen
De laatste tijd neemt de vraag naar verduurzamingswerkzaamheden toe. Van der Loo schuift aanvragen voor all-electric warmtepompen of hybride installaties eigenlijk altijd door naar een bevriend installatiebedrijf. “Voor mij als eenmanszaak wordt het allemaal te complex. En mocht ik me wel op die markt willen begeven, dan zou ik eerst aanvullende opleidingen moeten volgen. Daar heb ik helemaal geen tijd voor en eerlijk gezegd ook geen zin in. Ik heb plezier in wat ik doe als loodgieter. Zeker in de kleine particuliere sector, waar klanten dankbaar zijn, omdat je een probleem voor ze oplost.”
Prijsstijgingen
Zelfs prijsstijgingen brengen daar geen verandering in, merkt Van der Loo. “Klanten zijn al lang blij dat je langskomt. Bovendien hebben ze geld overgehouden tijdens de pandemie, geld dat ze nu graag steken in een opknapbeurt van hun woning.”
Ontspannen
Van der Loo zou gemakkelijk zes dagen per week tot laat in de avond aan de slag kunnen. “Toen ik net begon, deed ik dat ook. Maar je moet wel letten op het thuisfront en je eigen grenzen. Ik zorg er tegenwoordig voor dat ik tijdig stop en voldoende ontspanning heb, bijvoorbeeld door een balletje te trappen of de hond uit te laten.”
Dit is een verkorte weergave van een artikel uit het maandelijks verschijnend praktijkblad Installateurszaken. Liever de printuitgave met volledige artikelen op de deurmat, vraag een gratis abonnement aan.
- november 10, 2021
- 212 views
Eerste woning met individuele aansluiting op ondergronds waterstofnet
Medio november krijgt voor het eerst in Europa een bestaande woning een individuele aansluiting op een lokaal, ondergronds waterstofnet. Daardoor kunnen de bewoners hun huis en tapwater volledig met waterstof verwarmen. Waterstof is een alternatief voor aardgas, waarvan de levering en prijs momenteel onder druk staan. In de proefwoning onderzoekt consortium H2@Home ‘live’ hoe je waterstof zo optimaal en veilig mogelijk in een woonomgeving toepast.
“Er is geen enkele reden om aan de veiligheid van waterstof te twijfelen, en dat gaan we in dit huis aantonen”, zegt Ben Mureau namens H2@Home1. De woning is onderdeel van een replica jaren-70 woonblok van het DreamHûs dat op het terrein van fieldlab The Green Village (TGV) van de TU Delft Campus staat. Afgelopen zomer ondertekenden de partners van het H2@Home-consortium meerdere overeenkomsten voor het project. Doorslaggevend voor de start was de toestemming van Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) om het lokale waterstofnet te gebruiken. Sindsdien leggen de consortiumpartners de waterstofinstallatie en testfaciliteiten in de woning aan. Na aansluiting op het net zullen de bewoners in gebruik, warmte en comfort geen verschil merken ten opzichte van hun huidige cv-installatie.
Primeur: de eerste woning op waterstof
De proefopstelling van H2@Home is een primeur op het Europese vasteland. Volgens H2@Home zit dat unieke karakter in een combinatie van factoren: de waterstof wordt via een ondergronds leidingnet (vergelijkbaar met een aardgasnet) aangevoerd, de woning is bewoond, het gaat om een individuele woonaansluiting en de waterstofleidingen lopen ook door de meterkast en gebruiksruimten van het huis. Juist deze combinatie maakt de testomgeving realistisch en de resultaten van groot belang om huishoudens in de toekomst toegang tot waterstof te kunnen bieden.
Reële testomgeving
Waterstof is een alternatief voor aardgas, maar speelt momenteel nog slechts een zeer beperkte rol in de gebouwde omgeving. Waarschijnlijk gaat dit na 2030 veranderen. Het overzetten van een aardgasinstallatie op waterstof is nog onbekend terrein. De standaard procedures voor de installatie en het gebruik van aardgas zijn niet zonder meer op waterstof toepasbaar. Juist de brede expertise van het H2@Home consortium2, dat uit netbeheerders, fabrikanten en andere partijen bestaat, maakt het mogelijk om gezamenlijk allerlei facetten te onderzoeken. Wat is er nodig om veilig en betrouwbaar te installeren en monteren? Hoe reageren de leidingen en apparaten op waterstof? Welke eisen moeten in wet- en regelgeving verankerd worden? Enzovoorts. “Wij kunnen in deze reële omgeving perfect leren hoe we met waterstof moeten omgaan; de risico-analyses zijn uitvoeriger dan straks nodig is.”
Veiligheid boven alles
Vanaf medio november gaat H2@Home intensief testen en zullen er incidenteel calamiteitenoefeningen plaatsvinden, zoals met het uitvallen van de waterstofketel. Sensoren in de woning meten onder meer druk en temperatuur en de leidingen worden gecontroleerd op met name trillingen en lekkages. Tevens worden nieuwe modules getest, zoals een beveiliging die de waterstoftoevoer bij eventuele lekkage meteen afsluit. De proef wordt in juli 2022 afgerond.
[pt_view id="ba9a45colw"]
- november 8, 2021
- 137 views
Partijen slaan handen ineen voor opleiden vakmensen
Technisch opleider ROVC en technisch dienstverlener Van Dorp zijn per 1 november een preferred partnership aangegaan voor onbepaalde tijd. Dit houdt in dat ROVC de vaste partner wordt op het gebied van technische trainingen en opleidingen voor Van Dorp. De technisch dienstverlener maakt gebruik van een groot deel van het portfolio van ROVC, van elektrotechniek tot koel- en klimaattechniek.
Het doel van de samenwerking is om elkaar te versterken in de ontwikkeling van technici van morgen en daarmee de verdere verduurzaming van Nederland te stimuleren. ROVC en Van Dorp bundelen hun krachten en denken samen na over waar de technische branche de komende jaren heen beweegt. Zo kunnen ze technici toekomstgericht en vooral betekenisvol opleiden.
Aanbesteding
Het voortraject voor het preferred partnership is formeel aanbesteed. Verschillende partijen zijn aangeschreven om een plan van aanpak in te dienen dat beoordeeld werd op verschillende onderdelen, waaronder deskundigheid en creativiteit. ROVC kwam als winnaar uit de bus, onder andere vanwege de toewijding en waardevolle toevoeging aan de bestaande processen binnen Van Dorp.
Opleiden voor de toekomst
Jeroen Janssen, accountmanager bij ROVC: “We werken al jaren prettig samen met Van Dorp. Ik ben dan ook erg blij dat we de volgende stap in onze samenwerking kunnen zetten. Dit gaat verder dan opleiden alleen. Van Dorp zet zich in om vooruit te kijken en continu na te denken over verbeteringen. Dat sluit mooi aan op wat wij als ROVC willen uitdragen. We willen allebei vakmensen van morgen opleiden, rekening houdend met de energietransitie die nu vaart krijgt. Daarom kijken we samen waar de technische branche de komende jaren naartoe beweegt en wat dit vraagt van bedrijven en individuen binnen de branche.”
Verduurzaming sneller aanjagen
Anouchka Bonnes, HR Development manager Academie bij Van Dorp: “Dankzij het preferred partnership met ROVC zijn we in staat om onze dienstverleningen nog beter op elkaar aan te laten sluiten. Tijdens de gesprekken kwam nadrukkelijk naar voren dat we hetzelfde gedachtegoed en dezelfde bevlogenheid hebben. We willen samen nadenken over hoe we de ontwikkeling van medewerkers kunnen stimuleren en daarmee verduurzaming sneller kunnen aanjagen. Daarnaast is ROVC onderwijskundig zeer sterk. Met een partner als ROVC zijn we nog beter in staat om ons doel te realiseren: meer allround en specialistisch vakmanschap binnen de context van de markt die continu verandert.”
[pt_view id="d846dadj3m"]
- november 2, 2021
- 177 views
Nieuwe vakdiscipline: Verduurzamer
Tijdens Building Holland is de oprichting van het Gilde van Verduurzamers aangekondigd. Initiatiefnemers Wietse Walinga (Smart Workplace/Duurzaam Gebouwd), John Lens (TVVL) en Harm Valk (Nieman Raadgevende Ingenieurs) presenteerden het Gilde van Verduurzamers en haar eerste voorzitter: Suze Gehem (foto, Groene Grachten). Het gilde wil zich ontwikkelen tot de beroepsvereniging van alle professionals in de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Het zet zich in voor kennisdeling en kennisontwikkeling dwars door alle branches in de sector heen: van bouwers en installateurs tot beleidsmakers en adviseurs.
De aankondiging van het Gilde van Verduurzamers viel samen met de afsluiting van de vijfde editie van de cursus Basiscertificaat Energietransitie Gebouw Omgeving, waarin de initiatiefnemers intensief samenwerken met de transitiemakers van Squarewise. De deelnemers horen bij de eerste Verduurzamers, net als hun voorgangers van de afgelopen jaren. Daarmee maken de Verduurzamers een vliegende start. Vanaf begin 2022 kunnen ook andere professionals zich aanmelden.
Het verschil maken
Voorzitter Suze Gehem: “Onze maatschappij heeft een schreeuwend tekort aan goede vakmensen om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te realiseren. Van duurzame planvorming tot aan de uitvoering. Het gilde gaat daarom samen met talentvolle vakmensen aan de slag om het verschil te maken, want alleen samen kunnen we grenzen verleggen en de ambitieuze doelstellingen behalen.”
Gedreven professionals
Daarmee benadrukt ze dat de Verduurzamers een groeiende groep is van gedreven professionals, die samenwerking en kennisuitwisseling in hun DNA hebben. Het Gilde van Verduurzamers faciliteert het onderlinge contact, schoolt bij, geeft een podium, maakt herkenbaar. Het gilde wil Verduurzamer als vak op de kaart zetten, zodat iedereen kan antwoorden op de vraag ‘Wat wil je worden?’ Verduurzamer! Hiervoor gaan de Verduurzamers intensieve gesprekken voeren met onderwijs, kennisinstellingen, overheden en brancheverenigingen. Het gilde heeft de ambitie te groeien naar een omvang van 3000 leden in drie jaar, zodat het een betekenisvolle speler is in kennisontwikkeling en opleiding.
Nieuwe discipline
Gideon Jan Willem van de Groep herkent de noodzaak van professionals met een brede blik: “Het verduurzamen van de gebouwde omgeving is niet iets wat aannemers en installateurs ‘er bij’ kunnen en moeten doen. Verduurzamen is een vak en het verduurzamingsbedrijf een nieuwe discipline. De vakmensen zijn kennisrijke generalisten die worden opgeleid om van alles wat te kunnen, ze hoeven immers niet een heel gebouw te kunnen maken. Wellicht gespecialiseerd in specifieke woningtypes en technieken. De vertegenwoordiging van deze nieuwe vakdiscipline bestond nog niet, nu wel!”
[pt_view id="9d5ec2474x"]
- november 2, 2021
- 129 views
Kleine update voor ISSO-kleintje Riolering
ISSO-kleintje Riolering is laatst weer op kleine punten herzien. installateurs en servicemonteurs kunnen hierin de meest gebruikte richtlijnen voor het ontwerp en de aanleg van riolering terugvinden. Ook architecten en aannemers kunnen met dit zakboekje snel kennis opdoen van de basisbeginselen van het rioleringsstelsel.
Huishoudelijk afvalwater wordt via de vuilwaterafvoer geloosd op de gemeentelijke riolering, en ook hemelwaterafvoer (van particulier terrein) wordt daar ingezameld en afgevoerd. Het ISSO-kleintje Riolering behandelt zowel de vuilwater- als de hemelwaterafvoer binnen de perceelgrens voor woningen, woongebouwen en kleine utiliteitsgebouwen. Het geeft afbeeldingen, schema’s en montagerichtlijnen voor afvoerleidingen. Ook aan bod in dit compacte Kleintje komt de aanleg van nieuwe én de uitbreiding van bestaande riolering, en beheer en onderhoud. Gebouwriolering moet voldoen aan de prestatie-eisen van het Bouwbesluit. Het gaat om eisen voor de functionele eigenschappen van de riolering en de dichtheid van de leidingsystemen. Ook deze staan in Kleintje Riolering.
Betere leesbaarheid
“Bij deze laatste update zijn drukfouten en verkeerde doorverwijzingen uit het Kleintje gehaald”, zegt Nick Post, specialist Afvoertechniek bij ISSO. “Ook zijn enkele definities aangepast om de leesbaarheid te verbeteren. Na deze actualisatie loopt ISSO-kleintje Riolering verder weer helemaal gelijk aan NEN 3215 en NTR 3216 (2018). Ook is de uitwerking van een closetaansluiting verduidelijkt in deze uitgave, met daarbij onder meer wat aangepaste benamingen en waarden.”
Het ISSO-kleintje Riolering is te raadplegen via ISSO Open.
[pt_view id="ec5fdd1e9s"]
- oktober 29, 2021
- 131 views
Twee dagen internationale aandacht voor warmtepompen
Deze week namen 260 experts uit 26 landen deel aan de zevende European Heat Pump Summit. Samen met 34 sprekers bespraken ze de actualiteit op het gebied van warmtepompen, variërend van innovatieve technologieën, toepassingen en koudemiddelen tot het gebruik van hybride systemen en hogetemperatuurwarmtepompen. Verder presenteerden 16 bedrijven en verenigingen hun diensten en productinnovaties aan het aanwezige vakpubliek. De conferentie werd aangevuld met digitale componenten, zoals een livestream en chatfuncties.
Bezoekers van over de hele wereld kregen 34 gevarieerde presentaties voorgeschoteld, verdeeld over de vier hoofdthema's: marktontwikkelingen, R&D, ontwikkeling van componenten en warmtepomptoepassingen. Hoogtepunten van het programma waren het rapport over de warmtepompconferentie in Zuid-Korea in april 2021; markt- en energiebeleidsontwikkelingen (Duits en internationaal); afgerond, lopend en gepland onderzoek naar technologie en toepassingen; de laatste ontwikkelingen van industriële bedrijven en onderzoekscentra; hybride systemen; hoge temperatuurwarmtepompen en speciale toepassingen in industrie en commercie met specifieke voorbeelden uit de praktijk. Alle presentaties werden ook als livestream online uitgezonden en blijven tot en met 5 november 2021 online beschikbaar voor deelnemers.
Kennisoverdracht op het hoogste niveau
Dr. Rainer Jakobs, technisch coördinator van de European Heat Pump Summit over het event: “De presentaties gingen over de nieuwste onderwerpen in de warmtepompindustrie, inclusief wetenschap, ontwikkeling in de industrie en technologie, en hun toepassing. Kennisoverdracht op het hoogste niveau in combinatie met intensieve netwerkmogelijkheden stonden opnieuw centraal en zorgden voor meerwaarde. Zo waren er de presentaties van Thomas Nowak, ehpa, over de ontwikkeling van warmtepompen in Europa gedurende het huidige decennium, en van James Beal, UK DIT, over de activiteiten van Britse bedrijven. Er was een duidelijke boodschap: warmtepompen nemen een vlucht in een- en meergezinswoningen, in het bedrijfsleven en in de stroomvoorziening. Dit werd bevestigd door de presentatie van Arianna Passamonti, Fraunhofer IGE, waarin ze beschreef hoe warmtepompen wetenschappelijk worden gepromoot met behulp van financiering van de overheid. De presentatie van Rüdiger Rudischhauser, SRM/TEC Group, ging over de mogelijkheid om koeling en verwarming effectief met elkaar te verbinden. Hij kwam met het voorbeeld van een vleesverwerkingsbedrijf dat zeer effectief gebruik maakte van beide aspecten van de warmtepomp. Het onderwerp meergezinswoningen kwam meerdere keren uitgebreid aan bod en er werden verschillende oplossingen geboden. Dr. Marek Miara, Fraunhofer ISE, die toezicht hield op de IEA-bijlage over dit onderwerp, presenteerde de algemene situatie en een breed scala aan voorbeelden. Bart Asperlagh van Daikin presenteerde specifieke oplossingen vanuit het oogpunt van de fabrikant.”
Praktische verbindingen
De bijbehorende Foyer Expo bood de aanwezigen de kans om de kloof met de praktijk te overbruggen. Ze konden uit de eerste hand nieuwe producten ontdekken van bekende fabrikanten van componenten en warmtepompen. De focus van exposanten, verenigingen en instellingen uit binnen- en buitenland lag op professionele dialoog en het vinden van antwoorden op individuele vragen.
- oktober 28, 2021
- 145 views
Haagse vastgoedprojecten aangesloten op duurzame energievoorziening
In Den Haag slaan ontwikkelaar Stebru en Eneco de handen ineen. Er worden 1141 woningen en 9.311 m2 nieuw te realiseren commercieel vastgoed aangesloten op een duurzame energievoorziening. Het project ‘Frank is een Binck’ wordt aangesloten op BinckNet® en de projecten ‘Maestro’ en ‘Levels’ krijgen een warmte- en koudeopslag (WKO).
De Binckhorst wordt in de toekomst CO2-vrij dankzij een netwerk voor verwarmen en koelen dat vanaf 2024 beschikbaar is. De slimheid van het BinckNet zit in het optimaal inzetten van diverse lokale bronnen, afgestemd op de vraag voor Warmte & Koude vanuit de eindgebruikers. BinckNet groeit flexibel mee in het tempo dat de woningen gebouwd worden en koppelt uiteindelijk alle energienetwerken van de gebouwen in deze stadswijk aan elkaar. De energie die nodig is in het gebied, wordt lokaal opgewekt en opgeslagen. Denk aan warmte- en koudeopslag (WKO) en warmtepompen, maar ook aan aquathermie en/of geothermie. Bestaande woningen, bedrijven en voorzieningen krijgen in de toekomst duurzame warmte uit BinckNet, zonder dat ingrijpende wijzigingen nodig zijn. Het resultaat is een duurzame, betaalbare en lokale energievoorziening die zorgt voor een comfortabel binnenklimaat: verwarming in de winter en koeling in de zomer.
Samenwerking Stebru en Eneco
Projectontwikkelaar Stebru en Eneco starten met drie nieuwbouwprojecten in Den Haag: ‘Frank is een Binck’, ‘Maestro’ en ‘Levels’. Dit is de eerste stap. De samenwerking wordt in de toekomst verder uitgebreid, zodat ook nieuwe projecten aangesloten worden op duurzame energievoorziening. Bart Snijders, Adjunct Directeur Ontwikkeling van Stebru, en Martijn van der Zande, Commercieel Directeur Warmte & Koude van Eneco, tekenden hiervoor op 27 oktober op de Provada Vastgoedbeurs in de RAI de overeenkomst.
Start 2021
De realisatie van de drie projecten start deze maand met het project ‘Frank is een Binck’ en wordt gefaseerd opgeleverd. ‘Frank is een Binck’ is naar verwachting klaar in het tweede kwartaal van 2024. Daarna volgen in 2025 ‘Maestro’ en ‘Levels’.
- oktober 27, 2021
- 137 views
‘De overheid moet meer maatregelen nemen voor een gezond binnenklimaat’
Binnenklimaattechniek, het platform voor professionals die te maken hebben met binnenklimaatinstallaties, heeft op dinsdag 26 oktober de petitie ‘Meten is weten’ aan de leden van de vaste Kamercommissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport overhandigd. Ventilatie als vierde basismaatregel en adviezen voor ventilatie in publieke ruimtes om verspreiding van corona tegen te gaan, zijn volgens het platform een goede stap in de richting. Er zijn echter meer stappen nodig om – ook op de langere termijn – een gezond binnenklimaat in gebouwen te realiseren. De petitie van Binnenklimaattechniek, een gezamenlijk initiatief van branchevereniging Binnenklimaat Nederland en kennisplatform TVVL, beschrijft vijf concrete stappen.
Een oplossing die op langere termijn volgens Binnenklimaattechniek meer gaat bijdragen aan een gezond binnenklimaat, is de ventilatienormen in het Bouwbesluit tegen het licht te houden. Hierin staan nu slechts inrichtingseisen: een ventilatiesysteem is verplicht, maar het schrijft geen eisen voor de luchtkwaliteit voor. Veel gebruikers weten ook niet hoe ze een ventilatiesysteem goed moeten gebruiken en onderhoud en controle laten te wensen over. Renovatie en isolatie leiden bovendien in veel gevallen tot een slechtere luchtkwaliteit omdat er geen natuurlijke luchttoevoer is. Binnenklimaattechniek doet in de petitie ‘Meten is weten’ vijf voorstellen aan de Rijksoverheid.
Een gezond binnenklimaat in alle gebouwen
1. Binnenklimaattechniek pleit voor een concreet stappenplan van de Rijksoverheid om een gezond binnenklimaat in alle gebouwen te realiseren.
2. Stel richtlijnen of waardes op voor een gezond binnenklimaat en kijk daarbij naar de daadwerkelijk gemeten luchtkwaliteit in aanvulling op het ontwerp van het gebouw.
3. Stel CO2-metingen verplicht in publieke gebouwen en koppel dit aan een ‘stoplichtsysteem’ net als in omringende landen.
4. Neem de eisen voor luchtkwaliteit op in wetgeving, bijvoorbeeld door een maximale CO2-waarde vast te stellen.
5. Koppel ventilatienormen aan renovatie en isolatie zodat isoleren en ventileren hand in hand gaan.
Ventileren op korte én lange termijn
Een goed binnenklimaat draagt bij aan de gezondheid en productiviteit van mensen. Om dit te bereiken, moeten ventilatie-eisen gekoppeld worden aan de gewenste luchtkwaliteit met metingen van de CO2-concentratie als uitgangspunt, aldus Binnenklimaattechniek. Een Belgisch rapport waarin de overheid een meerjarenplan heeft opgesteld om het binnenklimaat in het hele land op orde te krijgen, is de basis geweest voor het Nederlandse rapport Ventilatie en binnenluchtkwaliteit in relatie tot Covid-19 en een goede binnenluchtkwaliteit. Het rapport is onderdeel van de petitie ‘Meten is weten’. De voorgestelde stappen zijn op de korte termijn bedoeld om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. De langetermijnvisie is het realiseren van een gezond binnenklimaat in alle gebouwen en huizen.
[pt_view id="821594cutz"]









