• september 29, 2025
  • 332 views
U- en Rc-waarden inzichtelijk met vernieuwd ISSO-Kleintje

Het vernieuwde ISSO-Kleintje U- en RC-waarden helpt monteurs en werkvoorbereiders bij het snel bepalen van de warmteweerstand (Rc-waarde) of warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) van bouwkundige constructies. Dit is met name van belang bij het opnemen van een woning voor een nieuwe installatie of het controleren van bestaande situaties. Deze kennis is nu beschikbaar via BouwZo.nl.

Een goede isolatie van de gebouwschil is essentieel voor een energiezuinig gebouw en vormt de basis voor het optimaal functioneren van moderne installaties, zoals warmtepompen. Wanneer een gebouw onvoldoende is geïsoleerd, leidt dit niet alleen tot een hoger energiegebruik dan verwacht, maar ook tot mogelijke comfortklachten. Om misverstanden met opdrachtgevers of eigenaren te voorkomen, is het van belang dat de U- en Rc-waarden vooraf inzichtelijk zijn.

Veelvoorkomende constructies
De kennis in het ISSO-Kleintje U- en RC-waarden is gebaseerd op de actuele bepalingsmethode uit de NTA 8800 (2024). Deze kennis bevat tabellen met standaardwaarden voor veelvoorkomende constructies zoals buitenmuren, vloeren, daken, ramen en deuren. Daarbij zijn de uitgangspunten duidelijk vermeld, zodat gebruikers de juiste interpretatie kunnen maken.

  • september 11, 2025
  • 433 views
Een gezond binnenklimaat voor iedereen

De Tweede Kamercommissie Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening heeft uit handen van Remi Hompe (voorzitter Gezond Binnen), Margot de Heus (Nationale-Nederlanden en vicevoorzitter Gezond Binnen) en Walid Atmar (Manager Techniek Binnenklimaat Nederland) het manifest Ieder mens heeft recht op een gezond binnenklimaat! in ontvangst genomen. Het manifest legt de nadruk op de impact die het binnenklimaat heeft op onze gezondheid en economie. ‘Het wordt tijd dat de Tweede Kamer en het toekomstige kabinet komen met een lange termijnvisie op de kwaliteit van het binnenklimaat van Nederlandse huishoudens en gebouwen.’

Gemiddeld brengen we in Nederland zo’n 80% van onze tijd binnen door – thuis, op school of op het werk. De kwaliteit van het binnenklimaat krijgt echter structureel te weinig aandacht, vinden de initiatiefnemers. Dit heeft grote gevolgen, want een slecht binnenklimaat kan leiden tot serieuze gezondheidsklachten zoals astma, allergieën en COPD. TNO heeft in haar position paper ‘Goede binnenluchtkwaliteit voor onze Gezondheid’ onderzocht dat dit de samenleving zo’n €7,8 miljard aan zorg en verloren levensjaren kost.

Nationale actieagenda
‘Het wordt tijd dat de Tweede Kamer en het toekomstige kabinet komen met een lange termijnvisie op de kwaliteit van het binnenklimaat van Nederlandse huishoudens en gebouwen’, vinden de initiatiefnemers. Ze pleiten voor een nationale actieagenda met vijf onderwerpen:
-Gezond Binnenklimaat verdient een plek in preventiebeleid
-Maak Nederlanders bewust
-Verbreed pandemische paraatheid naar structureel luchtbeleid
-Omarm private standaarden voor een gezond binnenklimaat
-Organiseer interdepartementale regie op de kwaliteit van lucht die we inademen.

Naast het manifest werd een luchtkwaliteitsmeter overhandigd door Margot de Heus aan voorzitter van de commissie Wytske Postma. Het meten en transparant maken van luchtkwaliteit in gebouwen zoals zorginstellingen en overheidsgebouwen is namelijk een onmisbare stap in de verbetering van de binnenleefomgeving, aldus de initiatiefnemers.

Onafhankelijk platform
Stichting Gezond Binnen is een onafhankelijk platform dat zich inzet voor bewustwording, kennisdeling en beleidsvernieuwing rondom binnenluchtkwaliteit in woningen, scholen, zorginstellingen en andere binnenruimtes. De stichting werkt samen met partijen uit het bedrijfsleven, de wetenschap en maatschappelijke organisaties. Gezond Binnen is een initiatief van Binnenklimaat Nederland, Nationale-Nederlanden, VELUX Nederland, Heijmans en andere partners, en wordt o.a. ondersteund door wetenschappelijke partners zoals TNO en ISIAQ.

Binnenklimaat Nederland zet zich in als vereniging om een gezond binnenklimaat te realiseren. Aangesloten leden zijn fabrikanten, leveranciers en dienstverlenende organisaties op het gebied van binnenklimaattechnologie, -sturing en -monitoring.

  • september 9, 2025
  • 411 views
Fabrikanten bouwsector gematigd positief over afgelopen jaar

Van de Nederlandse fabrikanten in de bouw- en installatiesector heeft 9% plannen om komend jaar nieuwe productielocaties te bouwen. Het is een afname in ambitie voor nieuwbouw ten opzichte van eerdere jaren. Dit blijkt uit het BouwKennis Jaarrapport Nederland. Deze en andere data uit het onderzoek laten zien dat fabrikanten een gematigd jaar achter de rug hebben. Productie- en afzetvolumes vertonen wel een positiever beeld dan de meting van vorig jaar. De genoemde groei is echter vlak en varieert sterk.

Het onderzoek ten behoeve van het BouwKennis Jaarrapport richt zich onder andere op het inzichtelijk maken van de bedrijfseconomische prestaties en investeringsverwachtingen binnen de sector. Hierbij ligt de focus op fabrikanten en groothandelaren.

Minder nieuwbouw door fabrikanten, focus op modernisering
De uitkomsten tonen een terughoudende investeringshouding bij fabrikanten. Slechts 9% geeft aan in het komende jaar nieuwe productielocaties of vestigingen te willen bouwen. Dit wijst op een afname in ambitie voor nieuwbouw ten opzichte van eerdere metingen.
De aandacht lijkt zich in 2024 te verschuiven naar bestaande infrastructuur. Zo geeft 42% van de fabrikanten aan te willen investeren in upgrading of modernisering van bestaande locaties en wil 13% uitbreiden. Opvallend is dat geen van de fabrikanten sluiting of inkrimping van productielocaties meldt (0%), terwijl 17% van de groothandels juist wel overweegt om vestigingen te sluiten of in te krimpen.

Gemengde ontwikkeling in productie, afzet, import en export
Dat fabrikanten gemiddeld een gematigd jaar achter de rug hebben, blijkt uit de gemengde ontwikkelingen rond productievolumes, afzet, import en export. De data betreffende productie, afzet, import en export laten wel een positiever beeld zien ten opzichte van de meting van vorig jaar. Een deel van de respondenten rapporteert duidelijk positieve groeisignalen. Daar staat tegenover dat de percentages voor sterke stijgingen beperkt zijn en dat er sprake is van een aanzienlijke spreiding in uitkomsten.

Aantrekkende woningnieuwbouw, niet alle producenten liften mee
Marc van Wijk, hoofdanalist bij BouwKennis, licht toe: “De aantrekkende woningnieuwbouw, na de dip in nieuwe opdrachten in 2023, heeft langzaamaan effect. De cijfers rondom productie en afzet van fabrikanten laten globaal een verbetering zien. Daarnaast neemt het aandeel fabrikanten dat arbeidstekort als belangrijke belemmering voor de bedrijfsvoering noemt toe. Het is een ander signaal dat een positieve productietendens onderstreept. Nadere analyse van de cijfers laat echter zien dat de resultaten voor de verschillende marktpartijen sterk variëren. Dit komt mogelijk omdat de opleving in de woningnieuwbouw met name vanuit de toenemende bouw van meergezinswoningen komt. Niet alle partijen kunnen hierop meeliften. Een andere belangrijke kanttekening is dat de positieve tendens waarschijnlijk, als gevolg van de dalende vergunningverlening, vooral dit en komend jaar aangaat.”

  • september 3, 2025
  • 412 views
Focus op waterstof in nieuw R&D centrum Nefit Bosch

Het nieuwe onderzoeks- en ontwikkelingscentrum van Nefit Bosch in Deventer is op 2 september officieel geopend. Een belangrijk nieuw onderdeel van het centrum is een state-of-the-art waterstoflab. Tegelijk met het R&D centrum is ook een lokaal netwerk in gebruik genomen voor groene waterstof.

Bosch heeft aangekondigd vanaf 2029 cv-toestellen te leveren die klaar zijn voor waterstof. Voordat massaproductie van deze waterstofketels mogelijk is, is een uitgebreid testtraject noodzakelijk. In het nieuwe lab in Deventer wordt de hele levensduur van de ketel gesimuleerd. Gedurende 15 maanden vindt levensduurvalidatie plaats van onder meer warmtewisselaars, branders, ontstekingssystemen en rookgasafdichtingen. De testen zijn noodzakelijk om te zorgen dat de nieuwe toestellen net zo betrouwbaar en veilig zijn als de huidige generatie cv-ketels op aardgas.

Duurtesten
“In het nieuwe R&D centrum voeren we onder meer duurtesten uit met onze nieuwe cv-ketels die op waterstof werken. Dat doen we met 80 testbanken voor de hele Europese markt. Hiervoor is een permanente aanvoer van grote hoeveelheden groene waterstof nodig”, aldus Markus Baumeister, directeur R&D van Nefit Bosch.

Lokaal waterstofnetwerk
De groene waterstof die voor de testen wordt gebruikt, zo’n 40 tot 65 ton per jaar,  wordt nu nog per tankwagen aangevoerd door Essent. In 2026 wil Essent op het terrein van Nefit Bosch een elektrolyser van 2,5 megawatt bouwen die groene stroom uit de regio omzet in waterstof. Dankzij het lokale waterstofnetwerk dat in Deventer wordt gerealiseerd onder de noemer GROHW (‘Green Oxygen Hydrogen and Wasteheat’) kunnen ook andere bedrijven hiervan gebruikmaken.

Certificering
Naast duurtesten voert Nefit Bosch in het testcentrum, dat meer dan 3.500 vierkante meter beslaat, functionele testen uit voor cv-ketels, maar ook warmtepompen en hybride systemen. Hiertoe is het lab uitgerust met onder meer een geluidskamer, twee klimaatkamers en een EMC-ruimte. Alle testfaciliteiten voldoen aan de geldende normen, zodat ook certificatietesten voor derden kunnen worden uitgevoerd conform de eisen van certificeringsinstantie KIWA.

Waterstof onmisbaar
“Wij achten de kans groot dat groene waterstof niet alleen zal worden ingezet voor industrie en mobiliteit, maar ook voor het verwarmen van woningen”, zegt Baumeister. ‘’Niet als hét alternatief voor aardgas, maar als een van de noodzakelijke componenten in de brede energiemix van de toekomst. Er zijn natuurlijk nog veel onzekerheden, maar als het zover is, zijn wij er klaar voor.’’ Nefit Bosch werkt sinds 2017 aan waterstoftechnologie. Eerder introduceerde Bosch al waterstofketels voor industrie en utiliteit. Het nieuwe waterstoflab is voor Nefit Bosch een logische volgende stap in het traject naar de seriematige productie van residentiële waterstofketels voor de Europese markt.

  • september 3, 2025
  • 442 views
Netcongestie aanpakken met een warmtepomp

De energietransitie is in volle gang. Aardgas als energiebron maakt steeds vaker plaats voor elektra. Dat is nodig om de klimaatdoelstellingen te halen, maar veroorzaakt wel een nieuw probleem: netcongestie. De nieuwe Whitepaper Netcongestie Utiliteit van Alklima vertelt installateurs en adviseurs hoe dit probleem grotendeels kan worden ondervangen via warmtepompen in combinatie met slim energiemanagement.

De all-electric warmtepomp wordt soms als een van de ‘schuldigen’ aangewezen als het gaat om netcongestie, aldus Alklima. ‘Maar het is belangrijk dat we de all-electric warmtepomp juist als oplossing zien. Daartoe is dit toestel in staat, zodra we het energiegebruik ervan slim aansturen. We kunnen bijvoorbeeld het elektriciteitsgebruik door de warmtepomp op piekmomenten vermijden en zo ervoor zorgen dat een zwaardere netaansluiting niet altijd nodig is. In 2024 publiceerde Alklima al de Whitepaper Netcongestie Woningbouw, die praktisch beschreef hoe we warmtepompen in de woningbouw kunnen inzetten om netcongestie te verminderen. De Whitepaper Netcongestie Utiliteit doet hetzelfde, maar dan gericht op toepassing in utiliteitsgebouwen.’

Peak shaving
Netcongestie treedt op wanneer veel gebouwen tegelijk veel stroom nodig hebben. Buiten deze piekmomenten is er meestal geen sprake van een probleem. Het is daarom zaak om het verbruik zoveel mogelijk te verplaatsen naar buiten de piektijden: peak shaving dus. De (H)VRF-warmtepompsystemen van Mitsubishi Electric zijn geschikt om dit principe toe te passen. Dankzij regeltechniek schakelen deze toestellen op piekmomenten – wanneer je dit instelt – tijdelijk terug in vermogen, zonder dat dit ten koste gaat van het comfort in het gebouw.

Vijf scenario’s instellen
In de whitepaper lezen installateurs, adviseurs en gebouweigenaren hoe ze met de centrale regelingen van Mitsubishi Electric (EW-C50E en AE-C400E) vijf verschillende scenario’s kunnen programmeren. Binnen deze scenario’s passen ze de instellingen van het binnen- en buitendeel van de warmtepomp aan. Zo kunnen ze het vermogen van de installatie tijdelijk verlagen en piekbelasting voorkomen. Het document legt stap voor stap uit hoe dit werkt. Aan de hand van afbeeldingen ziet de lezer daarbij hoe de schermen van de regelaar zijn ingedeeld en welke functies hierop te vinden zijn.

Koppelingen met kWh-meter
Bij het reduceren van het opgenomen vermogen van de warmtepomp, is input nodig vanuit een externe kWh-meter. Daarom laat de whitepaper ook zien op welke verschillende manieren de installateur een koppeling met zo’n elektriciteitsmeter kan maken. Een andere mogelijkheid die wordt besproken, is om zónder ingestelde scenario’s toch eenvoudig een basisregeling voor vermogensreductie toe te passen. De installateur past dan alleen vermogensreductie toe op de buitendelen van de warmtepomp. Ook hier legt het document helder uit hoe de vakman dit doet.

Extra mogelijkheden met vloerverwarming
Een combinatie van een lucht/lucht-warmtepomp met een lucht/water-warmtepomp voor de vloerverwarming komt vaak voor. Dit levert een mix op van het comfort van stralingsverwarming en de snelheid van luchtverwarming. Omdat de lucht/water-warmtepomp Ecodan van Mitsubishi Electric wordt uitgevoerd met een buffer, geeft deze nog meer mogelijkheden op het gebied van peak shaving. Zodra er een piek op het stroomnet ontstaat, kan deze warmtepomp zijn vermogen reduceren of volledig uitschakelen en de warmte uit de buffer gebruiken. In de whitepaper staat hoe de installateur deze regeling instelt.

De Whitepaper Netcongestie Utiliteit is gratis te downloaden. Ga hiervoor naar https://hello.alklima.nl/whitepaper-netcongestie-utiliteit.

  • augustus 6, 2025
  • 503 views
Komende vijf jaar 121.000 nieuwe vakmensen nodig

De Nederlandse technieksector staat voor een grote uitdaging. Uit de Arbeidsmarktprognose 2025-2029 van opleidingsfonds Wij Techniek blijkt dat de sector de komende vijf jaar maar liefst 121.000 nieuwe werknemers nodig heeft. Deze instroom is noodzakelijk om de verwachte groei te realiseren en de uitstroom van circa 118.000 medewerkers op te vangen. Vooral zij-instromers zijn van cruciaal belang: 70% van de nieuwe vakmensen moet uit deze groep komen.

Na een verwachte daling in 2025, groeit de werkgelegenheid in de branche vanaf volgend jaar met ongeveer 0,5% per jaar. Het aantal zelfstandigen groeit sneller, waarschijnlijk met zo’n 1,5% per jaar. Er is vooral veel vraag naar werkvoorbereiders, monteurs en gespecialiseerde technici.

70% zij-instromers
Ondanks de daling van het aantal jongeren en de teruglopende studentenaantallen, wordt er voor de technieksector geen afname van de instroom vanuit het beroepsonderwijs verwacht. Toch blijft de zij-instroom de belangrijkste bron van nieuwe instroom in deze sector. Maar liefst 70% van de instroom in de techniek komt van zij-instromers: mensen die een carrièreswitch maken en vanuit andere sectoren kiezen voor een loopbaan in de techniek.

Digitale vaardigheden steeds belangrijker
De toenemende complexiteit van installatieprojecten maakt digitale vaardigheden onmisbaar. Bedrijven die investeren in scholing en digitale kennis hebben volgens het rapport een aanzienlijk voordeel bij het aantrekken én behouden van personeel.

“Ook de productiviteit moet omhoog”
Voorzitter Mark Harbers van Techniek Nederland ziet de oplossing niet alleen in het aantrekken van nieuwe mensen: “We moeten het technisch beroepsonderwijs aantrekkelijker maken, zij-instroom stimuleren én onze mensen voor de sector behouden. Maar daarmee alleen redden we het niet. Verhoging van de arbeidsproductiviteit is cruciaal. Door AI, robotisering, digitalisering en industrieel produceren kunnen we méér werk verzetten met hetzelfde aantal mensen. Innovatie biedt enorme kansen om de technieksector uit te laten groeien tot koploper van de Nederlandse economie.”

(beeld_ Jan Reinier van der Vliet)

  • juli 22, 2025
  • 486 views
“Werkgevers moeten technische vakmensen zien te behouden”

 Terwijl de techniekbranche heel veel extra mensen nodig heeft, is de uitstroom hoog. Vooral jonge mensen en vrouwen verlaten de branche vaak al na een paar jaar. Werkgevers in de techniek moeten er daarom alles aan doen om mensen te behouden, vindt Martha van den Hengel, directeur van Mensen Maken de Transitie.

“Het helpt om mensen bewust te maken van alle ontwikkel- en groeimogelijkheden die de branche biedt”, begint Van den Hengel. “Er zijn eindeloos veel mogelijkheden om in te stromen, over te stappen en door te groeien. Zowel binnen als tussen de sectoren in techniek, bouw en energie. Zo kan iedereen een eigen pad lopen en kan het werk echt heel afwisselend zijn. Onlangs zijn de ontwikkelpaden bouw, techniek en energie met dit doel door de branches opgeleverd.”

Modern werkgeverschap
Ook modern werkgeverschap is belangrijk, geeft Mark Harbers, voorzitter van Techniek Nederland, terecht aan. Zeggenschap over roosters, mogelijkheden om parttime te werken, opdrachten zonder lange reistijden, dat helpt allemaal om mensen te binden. Werken in de techniek moet voor iedereen, ook mensen met een jong gezin, goed te doen zijn. En wellicht het allerbelangrijkst: het werk van monteurs, installateurs en andere technici zelf moet aantrekkelijk blijven. Mooi werk, dat je makkelijk en digitaal ondersteund kunt uitvoeren. Laat monteurs meedenken over handige werkprocessen en los de knelpunten op die ze ervaren. Zij weten hoe het sneller, beter en veilig kan. Ook kunstmatige intelligentie (AI) kan daarbij helpen, zodat technici zich volledig kunnen richten op waar zij goed in zijn.”

Terugkomen na een uitstapje
Overal zijn technici nodig, besluit Van den Hengel, “dus het is logisch dat zij soms een uitstapje maken buiten de techniekbranche. Maar het zou mooi zijn als ze ook weer terugkomen, omdat het werk leuk, aantrekkelijk en belangrijk is. Technische vakmensen bouwen het Nederland van de toekomst.”

  • juli 10, 2025
  • 494 views
Installatievolume neemt weer toe

Het productievolume van de installatiebranche neemt dit jaar toe. Na een kortstondige daling in 2024 mag de sector voor het lopende jaar rekenen op een groei van 2%. Dat blijkt uit het rapport Economische vooruitzichten 2026 en verder, opgesteld door Bouwkennis in opdracht van brancheorganisatie Techniek Nederland. Op grond van de cijfers in het rapport kan de branche in 2026 en 2027 een gematigde groei verwachten van respectievelijk 1,5% en 0,9%.

Volgens Mark Harbers, voorzitter van Techniek Nederland, onderstrepen de cijfers dat het belang van techniek in de gebouwde omgeving steeds groter wordt. Harbers: “We zien een productiestijging in de nieuwbouw van woningen en een bescheiden herstel in de utiliteitsbouw. Omdat de rol van installaties in woningen en gebouwen belangrijker wordt, vertalen die groeicijfers zich onmiddellijk in een positieve ontwikkeling voor de technieksector.”

Uitdagingen
Harbers is positief over de groeicijfers, maar wijst ook op de uitdagingen waar de sector mee te maken heeft. “De komende jaren komt er veel werk op ons af. Dat vraagt om méér mensen en een verhoging van de productiviteit. Overheid, onderwijs én de sector zelf zullen moeten investeren in de instroom vanuit de technische vakopleidingen, maar ook in zij-instromers. Tegelijkertijd moeten we inzetten op AI, robotisering en digitalisering.”

Toename nieuwbouwprojecten
Het installatievolume in de woningbouw laat met afstand de sterkste stijging zien. Voor 2025 wordt een groei van 4,3% verwacht, gevolgd door 2,1% in 2026 en 1,8% in 2027. De stijging is het resultaat van een toename in nieuwbouwprojecten. Het productievolume in renovatie en verduurzaming is in 2025 stabiel.

Krimp budgetsector
De utiliteitsbouw blijft iets achter met een groei van 0,8% in 2025, 1,2% in 2026 en 0,2% in 2027. De installatievolumes staan vooral onder druk door een krimp in de budgetsector, waaronder overheidsgebouwen, zorginstellingen en scholen.

Installatiequote verdubbeld
Techniek neemt een steeds groter aandeel in de totale bouwkosten in. In de woningbouw is de installatiequote in relatief korte tijd verdubbeld; van 10% in 2012 naar 20% in 2024. In de utiliteitsbouw is het aandeel techniek in de bouwkosten al langere tijd hoog. Daar ligt de installatiequote in nieuwbouw, renovatie en onderhoud gemiddeld tussen 40% en 45%.

 

  • juli 2, 2025
  • 605 views
“Gasketelwet moet effectiever”

“Er moet méér gebeuren om de veiligheid in Nederlandse woningen te vergroten en het aantal ongevallen met koolmonoxide terug te dringen.” Net als de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) vindt Techniek Nederland dat de uitvoering van het CO-stelsel (de ‘Gasketelwet’) beter en effectiever kan. Mark Harbers, voorzitter van Techniek Nederland, wil daarover snel in gesprek met het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de TloKB. Harbers: “Het is goed dat de Gasketelwet er nu is, maar de effectiviteit schiet nog tekort. Het ontbreekt onder meer aan bekendheid, kennis en aan handhaving. Er zijn aanvullende maatregelen nodig om het stelsel écht te laten werken.”

Techniek Nederland en de TloKB willen de bestaande publiekscampagne grootschalig en voor meerdere jaren intensiveren. Harbers: “Alleen een gecertificeerd bedrijf mag aan een cv-ketel werken en zo’n bedrijf herken je aan het CO-vrij-logo. Die informatie is belangrijk voor je veiligheid, maar voor veel consumenten is het totaal onbekend. De inhoud van de wet moet breed onder de aandacht komen, te beginnen bij de start van het komende stookseizoen.”

Verplicht periodiek onderhoud
Net als de TloKB pleit Techniek Nederland voor verplicht periodiek onderhoud. In minstens 3,5 miljoen woningen krijgt de cv-ketel níét het noodzakelijke tweejaarlijkse onderhoud. Harbers: “Als je cv-ketel regelmatig wordt nagekeken en onderhouden door een gecertificeerd monteur, is de installatie veiliger en energiezuiniger. In omringende landen is periodiek onderhoud verplicht. Dat zou in Nederland ook zo moeten zijn.”

Handhaving schiet tekort
De taak om de Gasketelwet te handhaven ligt bij de gemeenten. TloKB en Techniek Nederland constateren dat die handhaving momenteel tekortschiet. Meldingen van misstanden blijven vaak liggen, waardoor onveilige situaties blijven bestaan. Bovendien vallen niet alle onveilige situaties onder de meldingsplicht. Techniek Nederland vindt dat gemeenten de middelen moeten krijgen om echt werk te maken van handhaving. Dat beschermt consumenten én het maakt onfrisse praktijken van niet-gecertificeerde aanbieders een stuk moeilijker. Uit het jaarverslag van TLoKB blijkt dat de helft van de ongevallen met koolmonoxide plaatsvindt buiten de verantwoordelijkheid van installatiebedrijven, bijvoorbeeld tijdens (ver)bouwwerkzaamheden door een aannemer.

Meldpunt
Om gevaarlijke situaties snel en eenvoudig te melden, heeft Techniek Nederland het platform meldpuntonveiligeinstallaties.nl ontwikkeld. De brancheorganisatie wil dit meldpunt beschikbaar stellen aan gecertificeerde installatiebedrijven, certificerende instellingen en gemeenten. Daarvoor moet wel voldaan worden aan een aantal randvoorwaarden, waaronder financiering. Samen met digiGO en VNG wordt hieraan gewerkt.

Extra maatregelen
Om de effectiviteit van het CO-stelsel te vergroten, zijn extra maatregelen nodig. Als het aan Techniek Nederland ligt, mag alleen een gecertificeerde installateur een cv-ketel aanschaffen. Directe verkoop aan consumenten zou beperkt moeten worden tot situaties waarin een gecertificeerd bedrijf de installatie verzorgt. Bij de aanschaf en installatie van airconditioningsystemen is dit al de standaardprocedure.

Koepelcertificering
Techniek Nederland vindt dat CO-certificering haalbaar en betaalbaar moet zijn voor álle installateurs. Daarom blijft de brancheorganisatie pleiten voor een vorm van koepelcertificering. Daarmee dalen de kosten en wordt het certificeringsproces eenvoudiger, aldus Techniek Nederland.

Positieve effecten
Techniek Nederland benadrukt dat de Gasketelwet veel positieve effecten heeft gehad. Sinds de aankondiging en invoering is het aantal gecertificeerde bedrijven en vakbekwame monteurs sterk gegroeid. Inmiddels zijn 3.136 installatiebedrijven CO-gecertificeerd en werken er 25.000 vakbekwame monteurs onder het CO-stelsel. Zij hebben in 2024 samen 2,2 miljoen inbedrijfstellingen van cv-ketels uitgevoerd. Certificerende instellingen constateren dat gecertificeerde bedrijven over het algemeen goed werk leveren en vertrouwd raken met het stelsel. In 2024 werden 99 (bijna-)ongevallen met koolmonoxide gemeld – een daling van 6 ten opzichte van 2023.

  • juni 24, 2025
  • 413 views
Handboek Bouw & Installatietechniek

Deel 4 van het ISSO-handboek Bouw & Installatietechniek is beschikbaar gekomen op kennisplatform BouwZo. Dit handboek bevat praktische kennis voor het ontwerpen en installeren van werktuigkundige installaties in de utiliteitsbouw. De kennis is in lijn gebracht met actuele ontwikkelingen in de sector en met wijzigingen in de wetgeving.

Het geactualiseerde handboek is onderdeel van de vervanging van het verouderde Handboek Installatietechniek. Ook in dit voormalige handboek kwam het thema werktuigkundige installaties al ruim aan bod. De kennisontwikkelaars van ISSO gingen aan de slag om de verouderde kennis te vertalen naar actuele kennis. Het was belangrijk om deze af te stemmen op de nieuwste ontwikkelingen in de bouw- en installatietechniek. Ook recente wijzigingen en voorschriften in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), Europese normen en praktijkervaringen zijn hierin meegenomen.

Niet alleen techniek
Professionals die werken aan werktuigkundige installaties, kunnen dit deel van het handboek raadplegen. Hier vinden ze theorie, rekenvoorbeelden, ontwerpgegevens en verwijzingen naar relevante ISSO-producten. Centrale thema’s zijn het opwekken, distribueren, afgeven en regelen van warmte en koude. De nadruk ligt daarbij niet alleen op techniek, maar ook bij het effect van de installaties op comfort en energiegebruik.

Volledige keten
De publicatie behandelt diverse soorten werktuigkundige installaties in de volledige keten: van warmte- en koudeopwekking tot distributie en van afgifte tot regeling. Daarbij is aandacht voor zowel conventionele ketelsystemen zoals warmwater-, stoom- en heetwaterketels maar ook technieken als warmtepompen en andere laagtemperatuursystemen. Verder komen onderwerpen als luchtverwarmingssystemen, luchtbehandeling, gebouwautomatisering en koeling aan bod.