- december 12, 2019
- 121 views
Grootschalig project met aardwarmte functioneert weer
In de gemeente Pijnacker-Nootdorp is een uit 2010 daterend aardwarmteproject hersteld. Hierdoor wordt jaarlijks 22.250 ton CO2-uitstoot bespaard. Het is het eerste project in Nederland waar aardwarmte op grote schaal aan zowel woningen als glastuinbouwers wordt geleverd.
Het grote voordeel van aardwarmte is dat het een vrijwel oneindige bron van schone energie is. Warm water van ruim 78 graden Celsius wordt bij Ammerlaan op ca 2,3 km diepte uit de bodem in een volledig gesloten systeem omhoog gepompt en na onttrekking van warmte via hetzelfde gesloten systeem met een temperatuur van 35 graden Celsius weer teruggepompt in de aarde (alwaar het vervolgens weer wordt opgewarmd tot 78 graden). Aan de oppervlakte wordt de energie via warmtewisselaars aan het grondwater onttrokken en overgedragen aan een ander gesloten systeem, ofwel het warmtedistributienetwerk dat de warmte transporteert naar de afnemers.
Vrijwel CO2-neutraal
Potplantenkwekerij Ammerlaan The Green Innovator was in 2010 het eerste sierteeltbedrijf in Nederland dat voor eigen rekening en risico aardwarmte – geothermie – inzette om de teelt en het bedrijf te verduurzamen. De groene potplanten groeien dankzij aardwarmte vrijwel CO2-neutraal. Doordat de capaciteit van de bron aanzienlijk groter was dan de warmtebehoefte van de kassen van Ammerlaan, zijn er na 2010 stapsgewijs een groot aantal extra warmte-afnemers op het warmtenetwerk van Ammerlaan aangesloten. Ook komende jaren is er naar verwachting nog ruimte voor verdere uitbreiding van het aantal afnemers.
Gemeente springt in
In de zomer van 2017 ontstond een defect aan één van de twee kilometers lange stalen buizen waarlangs de aardwarmte moest worden opgepompt. Ten einde de aardwarmtebron weer in werking te krijgen, voelde onder meer de gemeente Pijnacker-Nootdorp zich genoodzaakt het herstel van het project te ondersteunen. Wethouders Frank van Kuppeveld en Peter Hennevanger van de gemeente: “Vanuit onze ambitie om al in 2020 vijftien procent van de totale warmtevraag in de gemeente duurzaam op te wekken, waren we van mening dat dit project niet verloren mocht gaan en heeft ook de gemeente de handschoen opgepakt om het project alsnog tot een succes te maken.”
Aardwarmte op grote schaal
De ambitie van de gemeente wordt hiermee ruimschoots gehaald. Niet alleen Ammerlaan profiteert van de jaarlijkse opbrengst van 110 MWh aan energie. Ook 24 andere glastuinbouwbedrijven, het plaatselijke zwembad, de sporthal, een school en ruim 500 flatwoningen worden hiermee verwarmd. Ook de omringende glastuinbouwers die voortdurend op zoek zijn naar verduurzaming en energie-efficiency binnen hun glastuinbedrijf prijzen zich gelukkig met deze bijzonder duurzame vorm van energie. Het is daarmee het eerste project in Nederland waar aardwarmte op grote schaal aan zowel de bebouwde omgeving (woningen) als aan glastuinbouwers wordt geleverd. Het gehele aardwarmtesysteem bespaart 12.500.000 m3 gas per jaar , waarmee de CO2-uitstoot jaarlijks met 22.250 ton wordt gereduceerd.
Financiële vernieuwing
Vanwege het afwijkende risicoprofiel en financieringsbehoefte zijn meerdere partijen bij de financiering betrokken. Door de samenwerking tussen het tuinbouwbedrijf Ammerlaan, Gemeente Pijnacker-Nootdorp, Rabobank, BNG Bank, duurzame beleggingsinstelling Meewind en het Nationaal Groenfonds werden de financiële risico’s gespreid en kon het project worden hersteld. Het is daarbij de bedoeling dat gemeente Pijnacker-Nootdorp binnen afzienbare tijd weer uittreedt als financier.
Foto: De boorinstallatie staat midden tussen de kassen van Ammerlaan The Green Innovator in Pijnacker (Foto: Ammerlaan The Green Innovator).
- december 12, 2019
- 128 views
Stapsgewijs van hr-ketel naar warmtepomp
Vanaf 1 januari 2023 moeten alle kantoren met een oppervlakte van meer dan 100 m2 minimaal energielabel C hebben. Panden die een lager energielabel of helemaal geen energielabel hebben, mogen niet meer als kantoor worden verhuurd. Remeha wil marktpartijen ondersteunen bij die verbetering en biedt hiervoor specifieke oplossingen. Van hoogrendement-ketel naar warmtepomp.
Om het energielabel van een gebouw te verbeteren, adviseert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) vier stappen. De aanvraag van een maatwerkadvies is de eerste stap. De tweede stap omvat het verkennen van de subsidiemogelijkheden voor verduurzamingsmaatregelen en de derde stap is het uitvoeren van de maatregelen. Tot slot moeten partijen hun energielabel opnieuw laten vaststellen.
Passend voorstel
Afhankelijk van het huidige energielabel van het gebouw en het gewenste nieuwe energielabel kan Remeha een passend voorstel opstellen voor het upgraden van de energiezuinigheid. Een eerste mogelijkheid is het vervangen van bestaande cv-ketels voor moderne hoog rendement cv-ketels. Het installeren van Quinta Ace wandketels of de GAS 220 Ace staande ketels maken al een groot verschil bij het verhogen van het energielabel, aldus de fabrikant. ‘Met deze ketels levert de eindgebruiker niet in op comfort. En omdat de benodigde verbouwingswerkzaamheden minimaal zijn, ervaart een opdrachtgever weinig overlast. De ketels hebben bovendien een lage NOx-uitstoot. Op die manier dragen deze ketels substantieel bij aan het behalen van energielabel C, eventueel in combinatie met bouwkundige maatregelen zoals dak- en gevelisolatie, HR-glas of het toepassen van ledverlichting. Ondernemers die voor deze oplossing kiezen, kunnen gebruikmaken van de financiële regelingen MIA en/of Vamil.’
Hybride oplossing
Een tweede mogelijkheid ziet Remeha in het aanpassen van het bestaande verwarmingssysteem naar een hybride oplossing. ‘Deze combinatie van cv-ketel, aangevuld met een warmtepomp met een duurzame bron, heeft een potentieel hoog rendement tot wel 165%. Ook de benodigde bouwkundige aanpassingen zijn minimaal. Doordat de cv-ketel kan bijspringen op de momenten dat de warmtepomp niet aan de warmtevraag kan voldoen, beschikt het kantoorpand altijd over een comfortabel klimaat. Een bestaande cv-ketel, maar eventueel ook een nieuwe Quinta Ace, vormt samen met een duurzame bron het hybride systeem. Voor de duurzame opwekker heeft Remeha diverse mogelijkheden; van een absorptiewarmtepomp tot verschillende elektrische warmtepompen maar ook de inzet van zonnewarmte, via de Remeha Solar Pro. Zodra de eigenaar het kantoorpand via een hybride verwarmingsoplossing wil verduurzamen, kan hij ook nog gebruik maken van de ISDE-subsidie.’
Naar energielabel A met all-electric
De overheid is nu van plan om in 2030 de eis van het minimale energielabel voor kantoorruimtes groter dan 100 m2 aan te scherpen naar energielabel A. Voor ondernemers die daarop willen anticiperen en nu al willen upgraden naar energielabel A heeft Remeha verschillende concepten beschikbaar. ‘Zowel lucht/water-warmtepompen – die gebruik maken van omgevingslucht – als ook grond/water-warmtepompen die hun duurzame energie uit de bodem halen, zijn hiervoor geschikt. Met deze oplossingen zijn volledig energieneutrale concepten mogelijk. Bovendien kunnen deze oplossingen op hete dagen ook voor verkoeling zorgen. Voor de aanschaf van deze zeer energiezuinige en zelfs energieneutrale oplossingen kunnen ondernemers de ISDE-subsidie aanvragen.’
- december 10, 2019
- 123 views
Verzekeraar scoort met hoofdkantoor hoog op duurzaamheid
Het hoofdkantoor van verzekeraar Vivat heeft een hoge duurzaamheidsscore behaald bij de laatste Breeam-certificatie. Het gebouw behaalde drie sterren op zowel het onderdeel Beheer, Asset als Gebruik. Een verbetering met twee sterren ten opzichte van de laatste certificering. De hoge scores zijn onder meer behaald door de verouderde warmtepomp is vervangen voor een warmtepomp met een hogere COP. Ook is het bestaande koudemiddel R134a vervangen door R1234yf, dat 335 keer minder schadelijk.
Breeam is een internationaal keurmerk en staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method. Deze methodiek maakt de integrale duurzame prestaties van een gebouw inzichtelijk en brengt verbetermogelijkheden aan het licht.
Bijzondere prestatie
Thomas Metz, programmanager van Dutch Green Building Council (DGBC), de partij die Breeam-NL beheert en ontwikkelt: “Drie sterren worden wel vaker gehaald op één specifiek onderdeel, maar er zijn weinig partijen die op alle drie de onderdelen gecertificeerd zijn volgens de meest recente, aangescherpte norm van Breeam-NL In-Use. Dat zijn er feitelijk maar twee in heel Nederland. Drie sterren op alle onderdelen is dus een bijzondere prestatie te noemen.”
Nog meer mogelijk
Vivat ziet overigens nog andere interessante mogelijkheden om haar hoofdkantoor verder te verduurzamen, zoals de plaatsing van zonnepanelen, het afkoppelen van gas en de plaatsing van groene of blauwe daken.
- december 9, 2019
- 153 views
‘Brandrisico zonnepanelen wordt overdreven’
Techniek Nederland en Holland Solar ontvangen signalen dat verzekeraars de premies voor zonne-energie-installaties sinds deze zomer soms wel verdubbelen in verband met een mogelijk brandrisico. Beide brancheorganisaties maken zich zorgen over deze ontwikkeling die ertoe kan leiden dat zakelijke opdrachtgevers en consumenten de aanschaf van zonnepanelen gaan heroverwegen. Zij willen zo snel mogelijk in gesprek met het Verbond van Verzekeraars om tot een oplossing te komen.
Er zijn in ons land circa 1 miljoen daken met zonnepanelen; dit jaar zijn er 23 brandincidenten geregistreerd, ofwel 0,0023%. Het verzekeringsrisico van zonnepanelen op daken is dus klein, aldus Techniek Nederland. De branchekoepel stelt dat zonne-energie-installaties onmisbaar zijn als we de klimaatdoelstellingen willen halen. ‘Dat kan alleen als verzekeraars reële premies en eisen hanteren die passen bij het beperkte risico van zonnepanelen op bedrijfsdaken (en op daken van woningen).’ Techniek Nederland en Holland Solar willen het Verbond van Verzekeraars ondersteunen bij het inschatten van de risico’s op brandincidenten.
Erkenning en certificering
Wat betreft beide brancheorganisaties is elk brandincident er een teveel. Veiligheid staat altijd voorop. Daarom is er al jaren een breed gedragen erkennings- en een certificeringsregeling voor vakbekwame zonne-energie installateurs. Alleen bedrijven die een speciale opleiding voor het plaatsen en inspecteren van zonne-energie-installaties hebben gevolgd, komen in aanmerking voor de erkenning of de certificering Zonnekeur. Deze installateurs kennen de normen en eisen die aan zonne-energie-installaties worden gesteld, óók (en vooral) op het gebied van veiligheid. De brancheorganisaties vinden dat álle zonne-energie installateurs in ons land aan deze eisen moeten voldoen.
- december 6, 2019
- 138 views
“Installateurs kunnen zichzelf nog steeds slecht verkopen”
Tien jaar geleden schreef Marjet Rutten een boek over de toekomst van de bouw- en installatiesector. Volgens de bouwmarketingdeskundige was het destijds pover gesteld met de marketingskills van installateurs. Hoe ziet de situatie er nu uit? Installatienet sprak erover met Rutten.
Rutten publiceerde haar boek in 2010. Het kreeg een veelbelovende titel mee: ‘Van Yab Yum naar Dim Sum. Uitdagende visies op de bouw-, en installatie- en vastgoedsector in 2025.’ In die tijd zaten we nog middenin de economische crisis. Toonaangevende media voor de bouw- en installatiebranche signaleerden destijds allemaal hetzelfde probleem: installateurs stellen zichzelf te reactief op. Bovendien nemen ze vaak hun toevlucht tot technische argumenten om hun producten aan de man te brengen, terwijl de klant juist geïnteresseerd is in de voordelen die een eventuele aanschaf met zich mee zou brengen. Zoals meer comfort, energiebesparing of gemak.
Nog steeds te afwachtend
“Installateurs konden zichzelf slecht verkopen en helaas is daar weinig aan veranderd”, vertelt Marjet Rutten nu. “Ze stellen zich nog vaak te afwachtend op en houden er een ‘u vraagt en wij draaien mentaliteit’ op na. Ondertussen klagen ze wel volop over de tarieven waarvoor ze hun werk moeten doen.”
Marketing op orde
“Volgens mij slagen ze er nog steeds niet goed in om hun toegevoegde waarde inzichtelijk te maken en dan wordt je vaak geselecteerd op prijs”, vervolgt de bouwmarketingdeskundige. “Voor die partijen die niet hun geld willen verdienen met ‘uurtje factuurtje werk’ tegen scherpe tarieven is het hoog tijd om hun marketing op orde te krijgen. De verleiding is groot om dat aspect van je bedrijfsvoering te laten versloffen als het werk tegen de plinten aan klotst, maar vroeg of laat zal er weer een economische crisis uitbreken. En wat dan?”
Meebewegen
Bovendien ziet Rutten de bouwsector veranderen. “Hoe wil je daarin meebewegen en jezelf positioneren als bedrijf? Welk type mensen heb je nodig om die visie te verwezenlijken? Hoe zorg je ervoor dat je de juiste professionals binnenhaalt? Het zijn allemaal vragen die uiteindelijk te maken hebben met marketing.”
Nieuwsgierig geworden? In de januari-editie van IZ kunt u het hele interview met Rutten lezen.
Bron foto: © renevandenburg.eu
- december 4, 2019
- 133 views
Restwarmte datacenter mogelijk ingezet voor verwarmen nieuwbouw
In het ontwikkelingsgebied Amstel III in Amsterdam Zuid-Oost moet een warmtenet komen waarmee 400 nieuwbouwwoningen met de restwarmte van een nabijgelegen datacenter zullen worden verwarmd. De betrokken partijen zijn een onderzoek gestart naar de haalbaarheid van dit net.
Deelnemende partijen zijn vastgoedbeheerder Caransa, warmtenetwerkbedrijf Firan, datacenterbeheerder Equinix, waterbedrijf Waternet en brancheorganisatie Dutch Data Center Asssociation (DDA).
Duurzame warmtebron
Volgens Stijn Grove, directeur van de DDA, kunnen datacenters een grote bijdrage leveren aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord door restwarmte in te zetten als duurzame warmtebron voor warmtenetten. “Datacenters dragen reeds enorm bij aan de verduurzaming van Nederland. Door de concentratie van IT-apparatuur in energie efficiënte datacenters, hebben we het energiegebruik ondanks de sterke digitalisering stabiel kunnen houden. Datacenters leveren daarnaast een grote bijdrage door hun restwarmte opnieuw in te zetten als duurzame warmtebron. De getekende intentieverklaring is een prachtige volgende stap in deze ambitie. We zien dit dan ook als een zeer positieve ontwikkeling in de verdere verduurzaming van Amsterdam Zuid-Oost.”
Essentieel
André Meijer, directeur van Firan, benadrukt dat publieke warmtenetten essentieel zijn om de energietransitie in Nederlandse gemeenten tot een succes te maken. “Omdat iedereen onder gelijke condities toegang heeft, bevordert deze aanpak de ontwikkeling van nieuwe lokale warmtebronnen, de continuïteit van het net én de keuzevrijheid voor de afnemers. Het Amstel III warmtenet laat zien hoe we samen stappen vooruit zetten om tot de slimste resultaten te komen: een toekomstbestendig netwerk dat duurzame warmte levert aan woningen en bedrijven in een dynamische stedelijke omgeving."
Belangrijke volgende stap
Michiel Eielts, Managing Director van Equinix is positief over de ontwikkeling die bijdraagt aan de energietransitie. “Het stemt ons positief om als Equinix bij te kunnen dragen aan de bevordering van energie-efficiency. Gebruik van restwarmte uit onze datacenters is hier een belangrijke volgende stap in. De mogelijkheden zijn groot: de warmte van alle datacenters rond de stad is genoeg om honderdduizenden woningen te verwarmen. Omdat datacenters zich geen storingen kunnen veroorloven, gaat het om een zeer stabiele warmtebron die het hele jaar door beschikbaar is. Om het initiatief rondom de inzet van restwarmte te laten slagen is een leverancier, distributeur en afnemer nodig. Dit maakt dat het altijd een samenspel van verschillende belanghebbenden is. Equinix streeft er dan ook naar om deze partijen bij elkaar te brengen, voor het optimaal benutten van restwarmte. We zijn al een knooppunt voor internet en connectiviteit; met de herbestemming van restwarmte vormen we ook een knooppunt in een duurzame energieketen.”
Zowel nieuwbouw als bestaande bouw
Ook Salo Caransa, Directeur van Caransa Groep, steunt het project. “De restwarmte die uit datacenters vrijkomt kan benut worden voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw. Afhankelijk van het gekozen temperatuurregime ontstaan verschillen in duurzaamheid, betaalbaarheid en openheid van het warmtenet. Daarom ondersteunt Caransa Groep dit haalbaarheidsonderzoek naar een open lage temperatuur warmtenet in Amstel III, en zien wij samen met onze partners met belangstelling de uitkomsten tegemoet van de juridische toepasbaarheid binnen de gestelde beleidskaders van duurzaamheid, betaalbaarheid en openheid.”
- december 3, 2019
- 134 views
WKO-installatie maakt 100-jarig grachtenpand duurzaam
Een kantoorpand uit 1920 aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam is omgebouwd tot een modern, energiezuinig gebouw. Met behoud van de grandeur van honderd jaar geleden is moderne techniek toegepast om het pand duurzaam te maken voor de komende eeuw.
J.P. van Eesteren voerde de renovatie van het vijf verdiepingen hoge grachtenpand plus tuinhuis — een totale oppervlakte van circa 1.600 m2 — turn-key uit. In de vooropdracht werd het bestaande pand gestript, waarna ook de afbouw en indeling aan de landelijk opererende utiliteitsbouwer werden gegund.
16 bronnen van 160 meter diep
Het pand kreeg een WKO-installatie in de tuin, waarvoor 16 bronnen van 160 meter diep zijn geboord. Een dergelijk energiearm verwarmingssysteem vraagt echter een hoogwaardige isolatie. Om die reden werd de gehele buitenschil, voor en achter, voorzien van voorzetwanden met nieuwe beglazing, dan wel van nieuwe achterzetramen. Daarnaast kreeg het kantoor een ventilatiesysteem met warmteterugwinning. Om de plafonds op hun klassieke hoogte te laten, zijn de ventilatiekanalen in de isolatiewanden en in speciale, verticale schachten verwerkt.
- december 2, 2019
- 141 views
Kosten voor NOM-renovatie kunnen met 30 procent dalen
Stroomversnelling heeft het rapport ‘Nul-op-de-meter, prijsontwikkeling 2015-2030’ gepubliceerd. Hierin worden de kosten en baten geïnventariseerd van ‘nul-op-de-meter’-renovaties (NOM) en vergeleken met die van traditionele label B-renovaties. Daar waar de investeringen in label B-renovaties sinds 2015 fors zijn gestegen, is de prijsontwikkeling voor de NOM-aanpak beduidend gunstiger verlopen, blijkt uit het onderzoek. Na een prijsstijging is er op dit moment, gemiddeld genomen, een lichte prijsdaling zichtbaar.
Uitgangspunt bij de NOM-aanpak is het fabrieksmatig vervaardigen van componenten, die vervolgens tijdens de renovatie in zeer korte tijd geplaatst worden.
Kostprijs kan met 30 procent dalen
De voor het rapport ondervraagde marktpartijen verwachten dat de kostprijs van een NOM-renovatie in de periode 2019 – 2030 nog met circa 30 procent kan dalen. De belangrijkste voorwaarde is dat er bouwstromen op gang moeten komen. Dit betekent een continue, voorspelbare vraag naar renovaties van woningen, zodat aanbieders hun industriële productiecapaciteit hierop kunnen afstemmen. Regionale bundeling van de vraag naar renovaties door woningcorporaties kan daarbij helpen.
Lagere energierekening
Naast inzicht in de kostprijsontwikkelingen, biedt dit rapport helderheid over de energieprestaties van een NOM-renovatie ten opzichte van een label B-renovatie. Het blijkt dat de waarde van de weggenomen, toekomstige energielasten leidt tot een aanvaardbare business case voor de NOM-aanpak, die positiever wordt naarmate de kosten van renovaties dalen. Bij een label B-renovaties daarentegen is er sprake van slechts een beperkte verlaging in energielasten. Als gevolg daarvan zal de business case van een label B-woning de komende jaren waarschijnlijk negatief blijven.
- december 2, 2019
- 190 views
Helsinki zet scholieren in om kwaliteit binnenlucht te verbeteren
Helsinki heeft meer dan 1.700 van haar openbare gebouwen verbonden met een dataplatform om onder andere het energie- en waterverbruik, de CO2-uitstoot, temperatuur, ventilatie en luchtkwaliteit te meten. De real-time gemeten waarden worden nu gecombineerd met de feedback die mensen geven over de wijze waarop zij de binnenlucht in deze gebouwen daadwerkelijk ervaren. Het project start met vier basisscholen. Het idee is om de resultaten vervolgens in andere gebouwen te implementeren.
“Eigenaars van gebouwen moeten de omstandigheden van het pand zodanig definiëren, meten en voorspellen dat het binnenklimaat zo goed mogelijk is voor de gebruikers”, zegt Marianna Tuomainen, expert bij de divisie Stedelijke omgeving Helsinki. “In onze nieuwe interface kunnen we nu zowel de feedbackgegevens bij verschillende binnenklimaatomstandigheden bekijken als de gemeten gegevens die met deze toestand verband houden. Wanneer we bijvoorbeeld zien dat mensen de binnenlucht als benauwd ervaren, kunnen we deze feedback vergelijken met de gemeten kamertemperatuur, CO2-concentratie of zelfs de TVOC-concentratie (het totaal aan vluchtige organische stoffen). Dit leert ons welke aspecten van het binnenmilieu het gevoel van benauwdheid beïnvloeden.”
“Een gebouw is gewoon niet statisch”
“Als de binnenluchtkwaliteit voldoet aan de hedendaagse normen, betekent dit niet dat de binnenlucht ook daadwerkelijk als goed wordt ervaren”, zegt Leo Hakkarainen, projectmanager bij de ontwikkelaar van het platform, Nuuka Solutions. “In ons platform kunnen we al zien dat de ervaring sterk varieert per dag en ruimte. Een gebouw is gewoon niet statisch. Het volstaat daarom niet om aan te nemen dat het systeem altijd optimale lucht levert. Zowel systemen als normen dienen zich snel aan te passen, of het nu om een school, ziekenhuis of winkel gaat.”
Tablets uitgereikt
De scholen die aan dit project meedoen hebben tablets gekregen die studenten en medewerkers gebruiken om te beoordelen hoe ze de binnenlucht in de verschillende gebouwen ervaren. De gegevens worden verzameld in een portal en vervolgens vergeleken met de verzamelde waarden die betrekking hebben op binnenlucht, binnen- en buitentemperatuur, vochtigheid, deeltjesgehalte, CO2 en TVOC.
Kunstmatige intelligentie
Het idee van de stad Helsinki is dat hoe meer gegevens worden verzameld, hoe meer er valt te leren. In het verlengde daarvan kan kunstmatige intelligentie (AI) worden toegepast om de gebouwen in staat te stellen automatisch te reageren zodat ze zich aanpassen aan zowel externe als interne factoren. Een tijdelijk hoger deeltjesgehalte in de buitenlucht of een verminderde bezettingsgraad in combinatie met een verlaagde buitentemperatuur kunnen bijvoorbeeld leiden tot een snel aangepaste luchtcirculatie in het gebouw.
De resultaten van dit project zullen worden gemonitord en geëvalueerd in 2020 en 2021.
- december 2, 2019
- 151 views
“Afschaffen subsidie warmtepomp is onbegrijpelijk”
Nieuwbouwprojecten lopen vertraging op als de subsidie voor warmtepompen op 1 januari vervalt. Volgens ondernemersorganisatie Techniek Nederland zet minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat de klimaatdoelstellingen op het spel met zijn aankondiging om de subsidie per 1 januari 2020 af te schaffen. Voorzitter Doekle Terpstra: “Je kunt een subsidieregeling niet over vijf weken schrappen. We hebben behoefte aan consistent beleid, niet aan spelregels die van de ene op de andere maand veranderen. Dit is jojobeleid waarvan consumenten, het bedrijfsleven en vooral het klimaat de dupe zijn.”
Veel installatiebedrijven zijn volgens de ondernemersorganisatie ongerust over de abrupte beëindiging van de subsidie. Als de subsidie wegvalt is het de vraag wie de extra kosten van nieuwbouwwoningen gaat betalen. Terpstra: “Projectontwikkelaars, woningcorporaties en huizenkopers gaan hierover met elkaar in discussie. Dat remt de productie van duurzame nieuwbouwwoningen, terwijl de vraag naar aardgasvrije nieuwbouw razendsnel toeneemt. Deze actie van minister Wiebes is onbegrijpelijk.”
1.000 tot 2.500 euro
De huidige Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) voor warmtepompen bedraagt per nieuwbouwwoning 1.000 tot 2.500 euro. De regeling zou gelden tot 1 januari 2021. Techniek Nederland vindt dat de overheid subsidieregelingen voor een langere periode moet vaststellen. “Als we de energietransitie extra vaart willen geven, moeten consumenten en het bedrijfsleven weten waar ze aan toe zijn”, aldus Terpstra.
Ook geluidseis remt verduurzaming af
Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kondigde afgelopen zomer strengere geluidseisen aan voor warmtepompen. Ook deze maatregel, die vanaf 1 juli 2020 van kracht wordt, remt volgens Techniek Nederland de snelle verduurzaming van woningen in ons land. Veel fabrikanten zijn niet in staat om op zo’n korte termijn warmtepompen te ontwikkelen die maximaal 40 decibel aan geluid produceren. Techniek Nederland riep de minister daarom op om de geluidseis te versoepelen of de overgangstermijn te verlengen.


