• oktober 14, 2019
  • 142 views
Industrie bundelt krachten om warmtetransitie mogelijk te maken

Medio dit jaar was de formele aftrap van De Nederlandse Verwarmingsindustrie. Op de Vakbeurs Energie kon het grote publiek met de nieuwe branchevereniging kennismaken. De Nederlandse Verwarmingsindustrie bestaat inmiddels uit 5 secties en ruim 30 leden. Binnen de vereniging worden de krachten gebundeld op het gebied van warmteopwekking, distributie- en afgiftesystemen, boilers, lucht- en stralingsverwarming en rookgasafvoersystemen. Naast het ontwikkelen van producten wil de Nederlandse Verwarmingsindustrie met het productportfolio een bijdrage leveren aan circulariteit en CO2 reductie.

Tijdens een paneldebat onder leiding van Remco de Boer werd ingegaan op een aantal stellingen, waaronder ‘keuzevrijheid voor de burger of doorzettingsmacht voor de gemeenten’. De betrokkenheid en interactie vanuit de zaal was groot. Oscar Dusschooten, (wethouder Gemeente Tilburg), David Smeulders, (Professor TU Eindhoven), Eddy Veenstra (Rendo Netbeheer) en Coen van de Sande (Directeur van de Nederlandse Verwarmingsindustrie) kregen stellingen voorgeschoteld over bijvoorbeeld het tempo van de energietransitie als ook de kosten ervan. Hoe de warmtetransitie ook vorm gaat krijgen, zonder het productportfolio van de Nederlandse Verwarmingsindustrie gaat de warmtetransitie niet slagen, aldus de nieuwe branchevereniging.

  • oktober 13, 2019
  • 135 views
‘Stel onderhoud en registratie cv-ketels wettelijk verplicht’

Volgens Ferroli, fabrikant van cv-ketels, wordt in Nederland de noodzaak van regulier onderhoud van cv-ketels genegeerd. Veel noodzakelijk onderhoud wordt daarom vaak op de lange baan geschoven. Dit komt omdat er geen wettelijke registratieplicht en verplichting voor periodiek onderhoud bestaat. Het risico op (brand)schade en mogelijk letsel bij gebruikers van cv-ketels blijft hierdoor volgens de fabrikant onverantwoord hoog.

In Nederland geldt geen registratieplicht voor cv-ketels. Dit in tegenstellig tot veel andere Europese landen. Fabrikanten zoals Ferroli, die doorgaans niet direct aan de consument leveren, weten daarom niet waar hun cv-ketels zich bevinden en wat de staat van onderhoud is. Bezitters van cv-ketels in Nederland zijn ook niet verplicht periodiek onderhoud te laten plegen of een servicecontract af te sluiten bij een erkende installateur.

Vrijblijvend
Ferroli gaat daarom de bezitters van cv-ketels beter informeren over de veiligheid van hun cv-ketel. Het noodzakelijke onderhoud is nu te vrijblijvend. Echte veiligheid wordt alleen bereikt als cv-ketels verplicht worden geregistreerd zodat fabrikanten en onderhoudsbedrijven weten waar deze zich bevinden en stelselmatig controle en onderhoud uitvoeren. Bezitters van cv-ketels en verhuurders van woningen moeten daarom wettelijk worden verplicht deugdelijk periodiek (minimaal om de twee jaar) onderhoud aan cv-ketels te laten plegen. Net als bij de Apk-keuring van auto’s moet de overheid daarop gaan toezien, aldus de fabrikant.

Deugdelijk
Ferroli sluit hiermee aan op onderzoek van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteiten (NVWA) De voornaamste conclusie uit het NVWA-onderzoek is dat onderhouds- en installatiebureaus vinden dat AGPO Ferroli ketels goed zijn te onderhouden en dat zij bij deugdelijk onderhoud veilig kunnen blijven functioneren. Ook al zijn ze aan het einde van hun technische levensduur. In de media is de indruk gewekt dat Ferroli bij veiligheidstesten de NVWA zou hebben misleid. Tijdens het jongste overleg tussen de NVWA en Ferroli werd echter bevestigd dat deze suggestie niet door de NVWA wordt gedeeld.
Het overleg tussen beide partijen heeft er verder toe geleid dat Ferroli op korte termijn aanvullende maatregelen neemt naar aanleiding van een rapport van de NVWA waarover de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport de Tweede Kamer onlangs informeerde.

Noodzaak
Ferroli gaat de bezitters van cv-ketels van de typen AGPO Ferroli Econpact, Ultima, MegaDense en MegaLux via de verkoopkanalen nog beter informeren over de dringende noodzaak deze ketels te laten controleren en daaraan onderhoud te laten plegen. Dit onderhoud zal plaatsvinden aan de hand van de meest recente versie van Ferroli's onderhoudsinstructies. Ferroli zal deze actief ter beschikking stellen aan bezitters en aan onderhouds- en installatiebureaus. Ook is Ferroli bezig met het ontwikkelen van een thermische beveiliging die de CV-ketel automatisch uitschakelt als deze te heet wordt.

  • oktober 11, 2019
  • 135 views
87 miljoen euro voor energieadvies en kleine besparende maatregelen

Om eigenaren van koopwoningen te helpen minder energie te gebruiken, stelt het ministerie van Binnenlandse Zaken 87 miljoen euro beschikbaar aan gemeenten. Met dit geld kunnen zij projecten opzetten om huiseigenaren te stimuleren om kleine energiebesparende maatregelen in huis te nemen. Volgens Jan Peter Henstra van Henstra Installatie een “stap in de goede richting, maar er moet nog meer gebeuren.”

Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties: “Met kleine maatregelen kun je al veel energie besparen. Het scheelt in de energiekosten en draagt bij aan het wooncomfort. Bovendien is het een belangrijke stap naar meer duurzaam wonen.”

Kleine energiebesparende maatregelen
Met de regeling kunnen gemeenten zelf projecten opzetten die huiseigenaren helpen bij het verminderen van hun energiegebruik. Een voorbeeld zijn vouchers die huiseigenaren kunnen inzetten voor kleine energiebesparende maatregelen, zoals het inregelen van de cv-installatie en het aanbrengen van radiatorfolie en tochtstrips. Of het geven van advies aan huiseigenaren over verdergaande energiebesparende maatregelen, zoals dak-, raam- of gevelisolatie. Het doel is om met de regeling 1 miljoen huizen te bereiken.

Voorstellen
Gemeenten hebben tot en met 14 november 2019 om voorstellen voor projecten in te dienen op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Daar staat meer informatie over de regeling, de voorwaarden en het aanvraagproces. Gemeenten hebben tot eind 2020 om de projecten uit te voeren.

Reactie Installateur
Jan Peter Henstra is een specialist op het gebied van duurzame technieken en betrokken bij veel ‘vergroeningstrajecten’. De eigenaar van Henstra Installatie juicht de stap van de overheid toe, maar zegt dat er “nog meer nodig is. Allereerst ligt er een taak voor de installateur om zijn klanten te informeren over kleine besparende maatregelen. Dat laten ze helaas vaak nog achterwege.” Als voorbeeld noemt hij het waterzijdig inregelen. “Een maatregel waar je al snel 35% mee kan besparen.” Daarnaast adviseert hij in menig geval zijn klanten om een warmtepompboiler aan te schaffen. Is er meer geld voorhanden, dan kan de aankoop van LT-radiatoren bijvoorbeeld ook een zinvolle investering zijn.

Te veel focus op warmtepompen
Henstra betreurt de overkill aan aandacht voor grote, ingrijpende maatregelen, zoals de aanschaf van warmtepompen of PV-panelen. “Met kleine stapjes kom je ook al een heel end. Dat wordt dan vergeten.” Volgens de gedreven verduurzamer moeten niet alleen installateurs, maar ook gemeentes meer ruchtbaarheid geven aan het besparingspotentieel van dergelijke maatregelen. “Ik zie het hier al in Friesland, waar de ene gemeente bijeenkomsten organiseert om geïnteresseerde bewoners voor te lichten over verduurzaming en energiebesparing en de andere gemeente dat totaal achterwege laat.”

  • oktober 11, 2019
  • 126 views
Een derde van de technische vacatures pas na 6 tot 12 maanden vervuld

Het tekort aan technici is dus nog niet verholpen. Werkgevers vissen nog te vaak en te lang achter het net in de strijd om talent. Dit blijkt uit de ROVC TechBarometer, een onderzoek uitgevoerd door ROVC, partner in trainingen en opleidingen voor technisch Nederland. Ruim 1.200 respondenten uit de technische branche geven in het rapport antwoord op vragen over markt-, HR- en opleidingstrends binnen de techniek.

Slechts één op tien vacatures binnen een maand vervuld
Bij slechts 9 procent van de technische vacatures wordt binnen een maand iemand aangenomen. Het grootste deel wordt echter pas in de periode na één maand ingevuld. Voor 48 procent van de vacatures wordt de geschikte kandidaat pas gevonden na één tot zes maanden. Het nijpend tekort aan technici is het duidelijkst te zien in de vacatures die na een jaar nog openstaan, dit is maar liefst 12 procent.

Aantal vacatures
Is de vraag dan zoveel groter dan het aanbod? De helft van de bedrijven (52%) heeft per jaar nul tot twee vacatures openstaan. Bij 21 procent zijn dit er zelfs zes of meer. Tot slot heeft 27 procent van de technische organisaties ieder jaar drie tot vijf vacatures te vervullen.

Alternatieven
John Huizing, directeur bij ROVC: “Werving blijft voor veel bedrijven een grote uitdaging. De concurrentie wordt als vervelend ervaren, omdat er teveel mensen in dezelfde vijver vissen. We moeten daarom nadenken over alternatieven. Wil je als organisatie alleen starters aannemen die net klaar zijn met een technische studie? Of is het bij- en omscholen van oudere personen ook een optie? Door over andere opties na te denken, vergroot je jouw kansen om het juiste personeel te vinden. Daarnaast hebben bijgeschoolde werknemers de meest recente kennis in huis. Daarmee zijn ze een aanwinst voor iedere organisatie.”

  • oktober 9, 2019
  • 132 views
Tijdelijke daling woningtekort verwacht

 Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Planbureau voor de Leefomgeving zal het woningtekort de komende jaren tijdelijk afnemen.

Het aantal huishouding groeit naar verwachting de komende jaren steeds minder hard. Daardoor valt het aantal woningen dat wordt gebouwd dit jaar al hoger uit dan de extra vraag naar nieuwe woningen, verwachten de statistici.

Toekomst

Lang duurt deze situatie echter niet. Na 2025 ligt de jaarlijkse bouw van nieuwe woningen weer lager dan de groei van het aantal huishoudens. Tot en met 2045 gaan de groei van het aantal huishoudens en het aantal gebouwde woningen daardoor ongeveer gelijk op, denken CBS en PBL.

Verschillen

Op regionaal gebied zijn er de nodige verschillen. Zo worden er in Groningen al vanaf 2030 meer woningen gesloopt dan er bijgebouwd worden waardoor de woningvoorraad afneemt. De komende jaren groeit het aantal woningen in Zuid-Holland daarentegen weer het sterkst. Die provincie is goed voor haast een derde van de toename van het aantal woningen tot en met 2025.

  • oktober 8, 2019
  • 136 views
Duurzaamheid nauwelijks belangrijk bij openbare aanbestedingen

In opdracht van Bouwend Nederland analyseert de Stichting Aanbestedingsinstituut Bouw & Infra sinds 2016 alle openbare aanbestedingen op de mate van gunning op duurzaamheid. Dit onafhankelijke instituut adviseert opdrachtgevers en -nemers om de kwaliteit in aanbestedingen te vergroten. Uit de volledige analyse van 2018 blijkt onder meer dat in 73,1% van alle openbare aanbestedingen duurzaamheid geen rol speelt.

In de overige 26,9% werd wel gewerkt met duurzame gunningscriteria. Maar als er werd gegund op duurzaamheid telde dat in 58,4% van de gevallen voor 15% of minder mee in de gunning. “Ondanks dat de grote lijn teleurstellend is, ben ik blij dat er ook opdrachtgevers zijn die zich positief onderscheiden!”, zegt Helen Visser, Programmamanager Duurzaamheid bij Bouwend Nederland. Zij doelt daarmee onder andere op de provincie Noord-Brabant en de gemeenten Amersfoort en Hollands Kroon. “Daarom zetten wij deze duurzaamheidsambassadeurs graag in het zonnetje, en hopen dat zij als voorbeeld dienen voor publieke opdrachtgevers die buiten deze lijst vallen.”

Achtergrond van analyse

Bouwend Nederland pleit al jaren voor meer kwaliteit in aanbestedingen, met meer aandacht voor duurzaamheid en niet alleen gunnen op laagste prijs. “Vanuit onze achterban horen we al geruime tijd dat duurzame innovaties vaak niet gerealiseerd worden, omdat hier binnen de aanbesteding geen ruimte voor is,” zegt Visser. “Ook horen we dat contracten met langjarig onderhoud en beheer steeds minder worden toegepast. Dergelijke contractvormen stimuleren juist het maken van doordachte duurzame keuzes, waarvan zowel opdrachtgevers en opdrachtnemers langjarig profiteren.”

 

  • oktober 8, 2019
  • 124 views
60 miljoen extra aan duurzaamheids-subsidies

De ISDE-pot wordt met 60 miljoen euro opgehoogd voor 2019. De Minister van Economische Zaken en Klimaat meldt dat er in de afgelopen periode gebleken is dat de vraag verder is toegenomen dan eerder werd verwacht. Dit betekent dat het budget voor Investeringssubsidie duurzame energie voor het lopende kalenderjaar is verhoogd van 100 naar 160 miljoen euro.

 

Begin september was er nog maar 11,5 miljoen euro beschikbaar. Dit komt door 24.845 subsidie aanvragen voor 45.292 apparaten in de periode januari tot en met augustus 2019. Dit is bij elkaar een geschatte waarde van 88,5 miljoen euro.

  • oktober 7, 2019
  • 151 views
Onduidelijkheid over gemeentebeleid energietransitie

Veel bewoners willen zich alvast voorbereiden op de energietransitie maar hebben geen idee wat hun gemeente van plan is. Gemeenten moeten in 2021 hun plannen rond hebben hoe zij de wijken gaan verduurzamen. Feenstra vroeg haar Bewonerspanel (1.500 respondenten = 50% van het panel) hoe zij aankijkt tegen de rol van de gemeente bij de energietransitie. 70% weet niet dat hun gemeente met plannen moet komen. 62% van de bewoners zegt haar informatie uit de landelijke media te halen.

  • Een groot deel van de inwoners (70%) is er niet van op de hoogte dat de gemeente hen in 2021 moet laten weten hoe de energievoorziening in hun wijk geregeld gaat worden.
  • Van de 30% die wel weet dat de gemeente in 2021 een plan moet hebben, wist 62% dit via de landelijke media. Slechts 14% zegt hierover door hun eigen gemeente geïnformeerd te zijn.
  • 70% van de respondenten geeft aan geen idee te hebben welke manieren er zijn - naast aardgas - om hun huis te verwarmen, om te koken en om warm water te tappen.

Bewoners willen weten waar ze aan toe zijn

  • 46% zou graag nu al weten welke oplossing er voor hun wijk gekozen wordt, zodat zij daar rekening mee kunnen houden. 22% gelooft het allemaal wel en maakt zich nergens druk om.
  • Opvallend: 69% wil graag meedenken/meepraten over de keuze van de toekomstige energievoorziening in hun wijk, “het heeft immers veel impact”.
  • Bijna 1/3 van de respondenten denkt dat er te weinig kennis aanwezig is bij gemeenten om de energietransitie in hun wijk goed te kunnen aanpakken.

Wie moet betalen?

Dat we van het aardgas af moeten staat vast. Dat de meeste woningen moeten verduurzamen is een feit. Maar waar ligt de verantwoordelijkheid? De respondenten hebben hierover een duidelijke mening:

  • 1/3 van de ondervraagden vindt dat de overheid volledig verantwoordelijk is voor het overgaan op nieuwe manieren van energievoorziening.
  • Ruim de helft (54%) vindt dat de overheid verantwoordelijk is voor het regelen van de energievoorziening tot aan de voordeur.
  • Bijna de helft (48%) vindt dat de overheid verantwoordelijk is voor de kosten van de transitie tot aan de voordeur.
  • 42% vindt dat alle kosten (dus ook de kosten voor aanpassingen die nodig zijn in huis) door de overheid gedragen moeten worden.

Hoe nu verder?

Adriaan Pietersma, CEO van Feenstra, over de uitkomsten van het onderzoek onder de leden van het Bewonerspanel: “Wij willen graag weten wat onze bewoners denken over actuele zaken. De uitkomsten van dit onderzoek tonen onder andere dat onbekendheid over hoe nu verder met de energietransitie een grote uitdaging is. Daar ligt een rol voor ons als bedrijf maar ook zeker een rol voor de gemeenten om hun burgers beter te informeren over de energietransitie op gemeente- en wijkniveau. Er is nog veel onbekend. En onbekend maakt onbemind. Daarnaast wordt weer eens duidelijk dat de kosten van de transitie een barrière vormen voor veel mensen om nu al actief met de energietransitie bezig te gaan.”

Quotes van respondenten

  • "De gemeente zou per wijk bijeenkomsten moeten organiseren, dan creëer je draagvlak onder de bewoners."
  • "Overheid en bewoners moeten samenwerken. De overheid geeft aan uit welke voorzieningen gekozen kan worden, de bewoners geven aan wat hun financiële mogelijkheden zijn en wat voor hun huis de beste oplossing is."
  • "Ik vind dat we de verduurzaming Europees moeten aanpakken."
  • "Ik denk dat we wel op zonnepanelen en een warmtepomp uitkomen, maar we moeten éérst isoleren. Dat zou prachtig met een collectief project vanuit de gemeente kunnen."

Behoudende geluiden zijn er ook:

  • "Gas is schoner en betrouwbaarder dan alle andere energievormen."
  • "Moeten we van het gas af? Dat wil ik eerst nog wel eens zien."
  • "Verduurzamen moet, maar we kunnen beter even afwachten. Ik denk dat er in de toekomst veel betere oplossingen komen."

Bewonerspanel

Het bewonerspanel van Feenstra telt ruim 3.000 leden. Het panel wordt beheerd door marktonderzoeksbureau MWM2. Bewoners (woningeigenaren en huurders) kunnen zichzelf inschrijven voor het panel en hun mening geven over allerlei onderwerpen die te maken hebben met gezond, comfortabel en veilig wonen. Deze informatie wordt door Feenstra gebruikt om hun dienstverlening beter af te stemmen op de wensen. Daarnaast worden de uitkomsten van de onderzoeken ingezet om actuele kwesties inzichtelijk en bespreekbaar te maken.

  • oktober 4, 2019
  • 121 views
Het nieuwe ventileren

Ventilatie blijft een zorgenkindje. Uit diverse onderzoeken en klachten blijkt dat de woonhuissystemen nog regelmatig ondermaats presteren. Daar is een rijke verscheidenheid aan oorzaken debet aan. Door een betere borging krijgen de installateur en bewoner een steuntje in de rug om deze problemen te voorkomen of sneller te verhelpen. Recentelijk zijn daarvoor belangrijke stappen gezet.

 Waarschijnlijk bent u beroepshalve al bekend met de Ventilatieprestatiekeuring en het Ventilatiekeur. Beide kwaliteitborgingsmethodes zijn ontwikkeld door de Vereniging voor Luchttechnische Apparaten, ook wel bekend als de VLA. Waar de Ventilatieprestatiekeuring primair mikt op het onder certificaat beoordelen van opgeleverde ventilatiesystemen, is het Ventilatiekeur bedoeld om het onderhoud in goede banen te leiden.

Uniformiteit

Beide keuringsmethodes worden toegepast in de woningbouw. De achterliggende bedoeling is duidelijk; door een uniforme aanpak te promoten, kan een betere garantie op kwaliteit worden geboden, vertelt Marco Hofman van ISSO. “Veel bedrijven verrichten een breed scala aan werkzaamheden. Van sanitair installeren tot cv-ketels controleren en ventilatiesystemen aanleggen. Iedereen doet dat op zijn eigen manier. Als bedrijven hetzelfde kwaliteitsborgingsinstrument hanteren, heb je meer zekerheid dat ze zich aan de basisvoorschriften houden.”

Belangrijke koppeling

Recentelijk is de volgende stap gezet. “Er is een koppeling tot stand gebracht tussen het Ventilatiekeur en de Erkenningsregeling Woningventilatie van InstallQ. Dat levert een duidelijke meerwaarde op. Kort door de bocht gaat we zo een stap verder dan alleen papieren invullen. InstallQ komt ook op bedrijfsbezoek én neemt een project onder de loep. Deze extra toetsing vindt om de 2 jaar plaats.”

Toenemende complexiteit

Met de nieuwe erkenningsregeling wordt getracht de ventilatiebranche naar een hoger niveau te tillen. Dat is niet alleen nodig, vanwege de huidige problemen waar de sector mee te maken krijgt, maar ook met het oog op de toekomst, legt Hofman uit. “Installaties worden steeds complexer, bovendien groeien de verschillende disciplines in de bouwkolom naar elkaar toe. Integraal bouwen vraagt om een nauwkeurige afstemming tussen alle betrokkenen, wat beter haalbaar is als het vakmanschap kan worden gegarandeerd.”

Meer weten? In de november-editie van IZ verschijnt een uitgebreid artikel over dit onderwerp!

  • oktober 4, 2019
  • 117 views
“Gemakzucht speelt ons ook parten”

Al jarenlang kampen we met een structureel gebrek aan vakmensen. Experts wijten dat voornamelijk aan de vergrijzing en het beroerde imago van ons vakgebied. Maar volgens Lisje Schellen speelt er meer. De Teammanager CIVIL Installatie- en elektrotechniek van Gilde Opleidingen wijst ook op ons gedrag als samenleving. “We worden steeds gemakzuchtiger”.

Het Limburgse Gilde Opleidingen heeft zo’n 300 leerlingen die een W- of E-installatietechnische MBO-opleiding volgen. “De installatiebedrijven waar wij mee contact mee onderhouden kunnen echter veel meer mensen plaatsen. Ze kampen met een structureel gebrek aan vakmensen. Wij verwachten dat daar, helaas, de komende vijf jaar geen verandering in zal komen.”

Oorzaken

Volgens Schellen zijn daar verschillende oorzaken debet aan. “Allereerst natuurlijk de vergrijzing, waardoor het aantal jongeren afneemt. En dan kampen we als sector ook nog met een slecht imago. Vuil werk, laag betaald, noem het maar op.”

Salaris omhoog

Als remedie pleit Schellen voor hogere salarissen en marketingcampagnes die bijdragen aan een positieve beeldvorming. “Campagnes waarbij we als sector laten zien trots te zijn op ons vakmanschap.”

Gemakzucht

Maar waar de meeste experts denken dat hiermee de kous is afgedaan, wijst Schellen nog op een andere oorzaak, die moeilijker is op te lossen. “We worden steeds gemakzuchtiger. We gaan niet meer naar de winkel, maar bestellen van alles online om maar een voorbeeld te geven. Jongeren ambiëren daardoor sneller een baan, waarbij ze achter een laptop kunnen zitten en niet de mouwen hoeven op te stropen.”

Meebewegen

“Jongeren gaan voor snel, fancy en uitstraling. De uitdaging voor de sector is om hiermee in mee te bewegen”, vervolgt Schellen. Naast en beter imago en een aantrekkelijk salaris met interessante secundaire arbeidsvoorwaarden, zal de verandering van het beroep zelf ook jongeren sneller over de streep kunnen trekken, denkt de Teammanager. “Denk bijvoorbeeld aan de werkzaamheden van een servicemonteur. Die worden steeds meer met een iPad of computer uitgevoerd, waarbij de kans om vies te worden gering is.”