- juli 11, 2019
- 178 views
Waterstof voor verwarming in elk huishouden
Flamco en HSF gaan participeren in The Green Village in Delft. Dit platform biedt mogelijkheden om de toepassing van waterstof als duurzame energiedrager in een gecontroleerde en reële omgeving verder te onderzoeken en testen. Doel hiervan is dat elk huishouden in de toekomst veilig gebruik kan maken van waterstoftechnologie voor verwarming.
Beide tot het Aalberts concern behorende bedrijven zien waterstof als een veelbelovende, alternatieve energiebron voor het verwarmen van woningen. Ze willen grenzen verleggen om de energietransitie mogelijk te maken. ‘Waterstof kan de energiebehoeften van huishoudens op een duurzame manier en zonder schadelijke uitstoot invullen. Om waterstoftechnologie op een veilige en toegankelijke manier toe te passen, is verder onderzoek en ontwikkeling nodig’, stellen beide bedrijven.
Stichting Green Village beschikt over een platform met praktijklocatie om duurzame innovaties in bestaande woningen te onderzoeken en testen. Naast de TU Delft participeren diverse bedrijven, overheden en onder andere netbeheerders in het platform.
Fotobijschrift: Ondertekening samenwerking door de heer Jaron Weishut, Managing Director The Green Village (l) en de heer Maarten van de Veen, Executive Director HFC Aalberts.
- juli 10, 2019
- 216 views
‘Vooral collectieve rookgasafvoer vraagt om extra aandacht’
De Gezondheidsraad waarschuwde er vandaag in de Volkskrant voor dat koolstofmonoxide al schadelijk is bij veel lagere concentraties dan tot nu toe werd aangenomen. In duizenden woningen in Nederland zou de concentratie te hoog zijn. ‘Als ook langdurige blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide van 9 of zelfs 6 ppm schadelijk is, moet dit vanzelfsprekend worden voorkomen’, laat Techniek Nederland hierop aan Installatienet weten. ‘Koolmonoxidemelders die ook lage concentraties koolmonoxide – onder de 10 ppm – detecteren kunnen daarbij helpen. Laat daarom altijd een koolmonoxidemelder plaatsen als extra beveiliging (naast regulier onderhoud).’
‘De wettelijke certificering is overigens toereikend om de risico’s van blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide te voorkomen, benadrukt de ondernemersorganisatie. ‘Als de cv-ketel door een vakbekwame monteur wordt geplaatst en volgens de fabrikantenvoorschriften wordt onderhouden, zal er geen koolmonoxide – ook geen lage concentratie – in de ruimte vrijkomen. Bij onderhoud van de cv-ketel controleert de monteur onder meer of de rookgasvoer nog optimaal is bevestigd en of er sprake is van koolmonoxide. Als dat laatste het geval is, neemt de monteur onmiddellijk maatregelen.’
Ook rookgasafvoer vervangen
‘Vrijkomen van koolmonoxide in de opstellingsruimte wordt ook voorkomen door bij vervanging van de cv-ketel óók de rookgasafvoer te vervangen’, vervolgt Techniek Nederland. ‘Dit wordt vaak ten onrechte achterwege gelaten. Zowel de cv-ketel als de rookgasafvoer kennen een technische levensduur van 12 tot 15 jaar.’
Techniek Nederland benadrukt dat vooral cv-ketels met een collectieve rookgasafvoer om extra aandacht vragen. De ondernemersorganisatie roept VvE’s op hun verantwoordelijkheid te nemen voor beheer en onderhoud van het collectieve rookgasafvoersysteem. Het opnemen hiervan in een meerjarig onderhoudsplan voorkomt gevaarlijke situaties. Het is belangrijk om onderzoek te doen naar de technische staat van de collectieve rookgasafvoer en op basis daarvan eventuele maatregelen te nemen. VvE’s kunnen hierbij gebruikmaken van een handreiking van de overheid.
De ondernemersorganisatie benadrukt verder dat ook het versneld vervangen van afvoerloze geisers door afvoergebonden toestellen helpt om het vrijkomen van –lage- concentraties koolmonoxide in de opstellingsruimte te voorkomen. Dit geldt ook voor het vervangen van open verbrandingstoestellen door energiezuinige, gesloten toestellen.
- juli 9, 2019
- 256 views
Groen licht voor Uniforme Objecten Bibliotheek
Het bestuur van Techniek Nederland en de grootste technisch dienstverleners binnen de ondernemersorganisatie hebben groen licht gegeven voor het bouwen van een Uniforme Objecten Bibliotheek (UOB). Installatiebedrijven en hun projectpartners kunnen daarmee vanaf mei 2020 data uitwisselen. Omdat de UOB toegankelijk is voor alle betrokkenen, onafhankelijk van de gebruikte software, wordt het werken in Bouw Informatie Modellen (BIM) eenvoudiger en efficiënter. De bouw van de objectenbibliotheek is mogelijk dankzij een financiële bijdrage van Techniek Nederland, een aantal leden, een groep fabrikanten en 2BA.
De bouw van de UOB zorgt voor een productiviteitssprong, een drastische reductie van faalkosten en een optimalisering van beheer en onderhoud van gebouwen, verwacht Techniek Nederland. Voorzitter Doekle Terpstra: “Gebouwen worden technisch steeds complexer. Dat komt door de energietransitie, maar ook door de ontwikkeling van smart buildings. Om snel en kwalitatief te kunnen bouwen en onderhoud en beheer optimaal te kunnen uitvoeren, hebben we een feilloze informatie-uitwisseling nodig. De digitalisering binnen de keten gaat hard en de Uniforme Objecten Bibliotheek is daar een cruciale schakel in.”
“Groot draagvlak”
Techniek Nederland en de grote technisch dienstverleners hebben het fundament gelegd voor de bouw van de UOB. Terpstra: “Ook de industrie heeft een cruciale rol in het project. Het enthousiasme en het draagvlak bij fabrikanten en leveranciers zijn groot. Ik reken daarom op krachtige ondersteuning vanuit de industrie. We moeten het écht samen doen! Ook fabrikanten hebben veel profijt van de UOB, want zij hoeven straks niet langer specifieke productdata te produceren en te onderhouden voor individuele softwareleveranciers. Dat scheelt ze veel tijd en geld.”
Open standaard
Het ontwerp voor de objectenbibliotheek is gebaseerd op twaalf use-cases van BIM-gebruikers en een onafhankelijk dataplatform tussen productdata en BIM- en CAD-content. De UOB gaat van start met het meest gebruikte CAD-platform voor installateurs en bouwers. Omdat de objectenbibliotheek een open standaard is, is het eenvoudig om er ook in andere CAD-omgevingen gebruik van te maken.
Projectuitvoering
2BA voert het project uit en neemt straks de exploitatie van de Objectenbibliotheek op zich. Deze uitvoeringsinstantie levert nu al gestandaardiseerde en gevalideerde productdata voor de installatiebranche. Ook Ketenstandaard Bouw en Installatie, Cadac Group en Itannex zijn nauw betrokken bij het project. Daarnaast is de Federatie Elektrotechniek (Fedet) -als vertegenwoordiger van alle elektrotechnische en werktuigbouwkundige leveranciers- een belangrijke partner. De leden van Fedet gaan de data leveren om de UOB te vullen. De objectenbibliotheek draagt bij aan de doelstellingen van de DigiDealGo, het nationaal Digitaliseringsprogramma Gebouwde Omgeving van de overheid en de bouwketen. Het is om die reden ingediend als versnellingsproject.
Eén uniform informatiemodel
De Uniforme Objectenbibliotheek voorziet in een behoefte van installateurs en fabrikanten. Alle fabrikanten kunnen producten toevoegen aan de openbare, niet-merkgebonden bibliotheek. Vervolgens kan ieder installatiebedrijf onafhankelijk van de eigen software de objecten uit de bibliotheek gebruiken voor het ontwerpen van gebouwinstallaties. Met één uniform informatiemodel wisselen de CAD-systemen productinformatie snel en nauwkeurig uit in elke fase van het bouw- en BIM-proces.
- juli 9, 2019
- 209 views
Andries Knevel dagvoorzitter legionellacongres
De Stichting Veteranenziekte houdt op 10 oktober haar vijfjaarlijkse congres in De Efteling. Andries Knevel, zelf lotgenoot, is dagvoorzitter. In dit jubileumjaar – de stichting Veteranenzieke bestaat 20 jaar – is het thema ‘Legionella? Help!’.
Tijdens het congres spreekt onder andere Petra Brandsema van het RIVM over de daadwerkelijke cijfers rond het aantal slachtoffers door legionellose en de gevaren bij koeltorens en waterzuiveringsinstallaties. Irene van Veelen (ISSO) presenteert de uitkomsten van de enquête over drinkwaterveiligheid. Aan het einde van dag wordt de Legionella Award uitgereikt aan een persoon die zich in opvallende zin sterk heeft gemaakt voor ‘de legionella-zaak’.
Klik hier voor meer informatie over het congres
- juli 8, 2019
- 143 views
VLA en ISSO gaan intensief samenwerken
De Vereniging Leveranciers van Luchttechnische Apparaten (VLA) en het kennisinstituut bouw- en installatietechniek (ISSO) gaan intensief samenwerken om een gezond binnenklimaat in de gehele sector te waarborgen. Dit is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, ondertekend door Erik van Heuveln (voorzitter VLA, links op foto) en Rob van Bergen (directeur ISSO).
Het doel van de samenwerking is het bundelen van de ervaring en kennis om samen producten voor professionals te ontwikkelen, zodat zij zelf zorg kunnen dragen voor gezonde en duurzame gebouwen. De eerste stap is om de bestekdocumenten die VLA heeft ontwikkeld in samenwerking met platform Binnenklimaattechniek, digitaal beschikbaar te stellen in de ISSO Kennisbank. Deze bestekken worden gevalideerd door ISSO en gekoppeld aan relevante ISSO-publicaties, zodat de installateur eenvoudig alle kennis tot zijn beschikking krijgt. Hierna zullen beiden partijen - op basis van de bestekken - een erkenningsregeling opzetten voor installateurs om de vakbekwaamheid op het gebied van binnenklimaatinstallaties naar een hoger niveau te tillen.
- juli 5, 2019
- 132 views
Klimaatakkoord: ‘kosten fors hoger, besparingen bescheidener’
Realisatie van de klimaatdoelen zal tot aanzienlijk hogere kosten leiden dan waar tot nu toe van is uitgegaan. Bij solide uitgangspunten richting de toekomst ontstaat een wezenlijk ander financieel-economisch beeld dan uit de doorrekening van het ontwerp klimaatakkoord naar voren is gekomen. Dit concludeert het EIB in de zojuist verschenen publicatie ‘Klimaatbeleid tegen het licht’, waarin de doorrekening van het klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving en de mobiliteit onder de loep is genomen.
De onderlegger voor het klimaatakkoord dat vorige week naar buiten is gekomen wordt gevormd door het zogenaamde bovengrensscenario van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In dit beeld kan een ambitieus duurzaamheidsbeleid samengaan met woonlastenneutraliteit en overzichtelijke kosten voor de belastingbetaler. Dit resultaat wordt echter alleen gerealiseerd bij extreem gunstige uitgangspunten voor de toekomstige omgeving waarbinnen de verduurzaming gaat plaatsvinden. Zo moet er richting 2030 sprake zijn van een daling van de reële bouwkosten met 30% vanaf het huidige niveau, moeten de wereldmarktprijzen voor gas en olie verdubbelen en moeten consumenten 30 jaar vooruit opbrengsten inrekenen met een zeer lage discontovoet. Daarnaast wordt alleen gerekend met technische eenheidsprijzen, zodat geen rekening wordt gehouden met omgevingskosten bij complexe ingrepen in de publieke ruimte.
Bij solide uitgangspunten in de vorm van reëel constante prijzen en gebruikelijke discontovoeten ontstaat een totaal ander beeld van de gevolgen van het klimaatakkoord. De kosten vallen aanzienlijk hoger uit en de besparingen zijn veel bescheidener. Bij de doorrekening van het uiteindelijke klimaatakkoord is het zaak om niet uit te gaan van wensbeelden, maar kosten en opbrengsten zo realistisch mogelijk in beeld te brengen.
- juli 4, 2019
- 120 views
“Warmtepomp maakt geluid, geen lawaai”
Een wetsvoorstel van minister Kajsa Ollongren, als onderdeel van het nieuwe bouwbesluit, moet het geluid van buitendelen van warmtepompen aan banden leggen. Die normering is echter volgens fabrikanten zo laag, dat het onrealistisch en onhaalbaar blijkt om aan te voldoen. Alle warmtepompen die nu worden geproduceerd en in de afgelopen jaren reeds zijn geplaatst, zouden daarmee ineens niet meer zijn toegestaan.
Volgens het onlangs verschenen Klimaatakkoord van de overheid zullen Nederlandse woningen uiterlijk in 2050 'van het gas af moeten'. Eén van de alternatieven voor het vervangen van de huidige cv-ketel is de warmtepomp. Dit product is er in verschillende varianten en vormen, maar is nog weinig bekend bij het grote publiek. Dat is er mede de oorzaak van dat er veel onduidelijkheden en geruchten worden verspreid over warmtepompen die feitelijk niet kloppen.
Geluid van koelkast
"Mensen hebben een mening over een warmtepomp, maar hebben er nog nooit een gezien of gehoord", vertelt Henk Kranenberg, werkzaam bij warmtepompproducent Daikin. "De meesten denken in de eerste plaats dat een warmtepomp zijn warmte-energie nog uit de grond haalt. Dat is slechts één van de mogelijkheden. De meeste warmtepompen die je nu ziet, halen hun warmte uit de lucht, eigenlijk zoals een aircosysteem of een koelkast werkt, maar dan andersom. Bij dit soort systemen is er dus sprake van een buitendeel dat aan de gevel of in de tuin van de woning wordt geplaatst. In de media en door diverse mensen wordt nu gezegd dat die buitendelen lawaai maken. Maar dat is absoluut niet zo. Een warmtepomp maakt geluid, maar geen lawaai! Het geluid is vergelijkbaar met dat van een koelkast. Heeft iemand het daar ooit over?"
Kamerleden rondgeleid
Afgelopen maandag nam Daikin, als producent, het voortouw om samen met de Dutch HeatPump Association (DHPA), de branchevereniging, een aantal Tweede Kamerleden uit te nodigen om het geluid van verschillende warmtepompen te laten ervaren. Ze werden in Enschede rondgeleid bij diverse projecten van een aantal woningcorporaties. Kranenberg: "De minister heeft een wetsvoorstel ingediend op basis van een advies, maar heeft daarbij niet de branche betrokken of gekeken naar hoe dit soort zaken in de rest van Europa zijn geregeld. In Duitsland bijvoorbeeld is er sinds enkele jaren al zeer goede en duidelijke regelgeving die branchebreed door alle partijen wordt gedragen en nagekomen. De geluidsnorm die daarin is opgenomen ligt overdag op 50 dB(A) en kent lagere waarden ‘s nachts en op plekken die extra geluidsgevoelig zijn. Ook de uitvoerbaarheid is goed geregeld met een meetnormering. In het Nederlandse wetsvoorstel ontbreken veel van die zaken. Vandaar ook dat niet alleen fabrikanten, maar ook installateurs en vastgoedeigenaren zich uitspreken tegen dit voorstel".
Omgevingsgeluid
In het huidige voorstel wordt een geluidsnorm van maximaal 40 dB(A) op de perceelgrens met de buren vastgesteld. Daarmee is de juiste plaatsing van de buitendelen van warmtepompen ook van belang. Tijdens de rondleiding in Enschede konden de Kamerleden Jessica van Eijs (D66), Daniel Koerhuis (VVD) en Erik Ronnes (CDA) bij diverse warmtepompopstellingen het geluidsniveau ervaren. In sommige situaties stond de warmtepomp op redelijke afstand van de woning, dan nog vaak te dicht bij de erfgrens, waar de unit op maximale stand zo'n 50 dB(A) produceerde. Het laagst gemeten omgevingsgeluid lag overigens gemiddeld op 47,5 dB(A). "Dan hebben we het over geritsel van boombladeren in de wind, eventueel verkeer op grotere afstand, vogels die fluiten en mensen die elkaar begroeten. Zelfs deze geluiden rondom de warmtepomp liggen al hoger dan de nu voorgestelde norm! Een koffiezetapparaat of elektrische tandenborstel produceert ongeveer 60-70 dB(A), om even een vergelijking te maken.”
Klimaatambities in gevaar
Frank Achterberg, voorzitter van de DHPA, reageerde vandaag in het AD als volgt: "Dit wetsvoorstel brengt het plan voor de klimaatambities van het kabinet in gevaar. De nieuwe norm betekent voor veel consumenten een enorme extra barrière om een warmtepomp aan te schaffen". Henk Kranenberg vervolgt: "Het gaat hier om zeer hoogwaardige technologische producten waar jaren aan innovatie in is verwerkt, ook op het vlak van het stiller maken van warmtepompen. En als er door de nieuwe geluidseisen, nieuwe maatregelen genomen moeten worden, bijvoorbeeld door extra omkastingen te plaatsen, zal dat een effect hebben op de kosten maar ook op de (energie)prestaties van de warmtepomp".
Realistisch
Kranenberg: "We zijn als Europese producent absoluut voorstander van regulering en regelgeving, maar het moet wel realistisch en uitvoerbaar zijn. We hopen dat er in ieder geval kritische vragen gesteld gaan worden aan de minister en dat zij het wetsvoorstel nog eens goed bekijkt en aanpast. En niet alleen omdat de branche daarmee geholpen is, maar vooral om consumenten en ook bijvoorbeeld woningcorporaties niet verder op kosten te jagen in de energietransitie.” Inmiddels is bekendgemaakt, dat het besluit met betrekking tot geluid door de Kamer over de zomer heen getild wordt en nu al wordt afgehamerd.
Foto tekst:
Testopstelling geluid warmtepomp in Enschede. Helemaal links dhr. Frank Achterberg van de DHPA, Sander Kleine (Daikin) legt uit. De Kamerleden Jessica van Eijs (D66), Daniel Koerhuis (VVD) en Erik Ronnes (CDA) luisteren aandachtig naar de warmtepomp, onder toeziend oog van Barry Top van woningcooperatie De Woonplaats (foto: De Woonplaats, Enschede)
- juli 4, 2019
- 125 views
Aantal vacatures in bouw naar recordhoogte
Het aantal vacatures in de bouwketen is gestegen tot recordhoogte. Vakmensen vinden wordt een steeds grotere uitdaging, zeker gezien de lage werkloosheid in ons land en de aanhoudende groei. In het eerste halfjaar van 2019 lag de productietoename iets lager dan een jaar geleden (7% in 2018, 5% in 2019), maar dat heeft geen invloed op het optimisme van de ondernemers. Per saldo verwacht bijna 40% van de architecten, ingenieursbureaus, bouwbedrijven en installatiebedrijven dat hun omzet zal toenemen. De gegevens zijn afkomstig uit de Monitor Bouwketen, die het EIB ieder halfjaar publiceert in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, Koninklijke NLingenieurs en Techniek Nederland.
De bouwketen groeit al sinds 2015. Gemiddeld hebben bedrijven nu voor 8,3 maanden werk in portefeuille. Wel zijn er verschillen tussen de verschillende sectoren. De werkvoorraad in de installatiebranche is licht gedaald met 0,3 maand, terwijl de werkvoorraad bij bouwbedrijven, architecten- en ingenieursbureaus is toegenomen met respectievelijk 0,1, 0,4 en 0,2 maand.
Veel werkgelegenheid
Door de aanhoudende productiegroei is de werkgelegenheid in de bouwketen sterk toegenomen. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2018 nam het aantal banen toe met 4%. Hoewel de arbeidsmarkt krap is, wisten ondernemers toch méér personeel aan te trekken. Voldoende om de groei te kunnen bijhouden was het niet. In het eerste kwartaal van 2018 waren er nog 50 vacatures per duizend banen, een jaar later waren dat er 59. Dit is de hoogste vacaturegraad ooit gemeten in de bouwketen. De grootste uitdaging voor ondernemers blijft dan ook het vinden en binden van goed gekwalificeerd personeel.
Conjunctuur per sector:
- Architectenbureaus – De gemiddelde orderportefeuille van nieuwe opdrachten aan architecten bedraagt 5,4 maanden, 0,4 maand hoger dan een half jaar geleden. Per saldo verwacht een kwart van de architectenbureaus een toename van de omzet. Eén op de twintig architectenbureaus verwacht per saldo nieuw personeel aan te trekken.
- Ingenieursbureaus – De orderportefeuille is bij de voorjaarsmeting uitgekomen op 6 maanden, een toename van 0,2 maand ten opzichte van de vorige meting. De verwachtingen voor de omzet zijn per saldo positief; vier op de tien bureaus verwachten een toename. Vier op de tien bureaus verwachten ook meer personeel aan te trekken.
- Bouwbedrijven – De orderportefeuille in deze sector ligt met 9,9 maanden werk één tiende maand hoger dan een half jaar geleden. Ongeveer de helft van de bedrijven verwacht een toename van de omzet; slechts één op de tien bedrijven verwacht een afname. Twee op de tien bedrijven verwachten de komende periode personeel aan te trekken.
- Installatiebedrijven – De orderportefeuille in deze sector bedraagt 7,6 maanden, een afname van 0,3 maand ten opzichte van zes maanden geleden. De verwachtingen wat betreft omzet en werkgelegenheid zijn desondanks op een historisch hoog niveau en laten nog altijd een lichte groei zien ten opzichte van een half jaar geleden. Per saldo verwachten ongeveer vier op de tien bedrijven meer personeel aan te trekken en een hogere omzet te behalen.
- juli 3, 2019
- 130 views
Garantie op duurzame nieuwbouw
Bewoners van nieuwbouwwoningen kunnen een garantie krijgen op de energiezuinigheid ervan als deze worden gebouwd volgens het House Energy Optimum (HEO) systeem onder het waarborgstelsel SWK. Deze prestatiegarantie moet woningcorporaties, ontwikkelaars en bouwers de zekerheid geven dat zij hun duurzaamheidsambities feitelijk kunnen waarmaken.
Het HEO-systeem is een initiatief van ATAG Verwarming, Duco Ventilation & Sun Control, Jaga, Kingspan Insulation, Kingspan Unidek en Ubbink. Uitgangspunt is een optimale balans bereiken tussen betaalbaarheid en prestaties van de woning door bouwkundige en installatietechnische maatregelen naadloos op elkaar af te stemmen. Door gebruik te maken van HEO weten woningcorporaties, ontwikkelaars en bouwers al in de ontwerpfase dat hun koop- of huurwoningen gegarandeerd energiezuinig, comfortabel en gezond worden. De deelnemers van SWK kunnen nu ook met het HEO systeem de verzekerde garantie bieden dat de beoogde energieprestatie voor de duur van minstens 10 jaar in de praktijk wordt waargemaakt.
Koppeling met EPG van SWK
Jourdain Martens (Develop inc., tevens ontwikkelaar en woordvoerder van HEO) is opgetogen over de koppeling met de EPG van SWK. “We zijn drie jaar geleden begonnen met de ontwikkeling van HEO. Bij de voorafgaande marktverkenning hebben we van meerdere ontwikkelaars en aannemers het verzoek gekregen om prestatiegarantie aan de bieden. Het is dan ook goed om te zien dat het HEO systeem past binnen het voorwaarden van de EPG van SWK en de partijen die deze verzekerde garantie mogelijk maken.”
Natalie Versnel (SWK): “Doordat de HEO-systemen van te voren beoordeeld zijn, hebben onze deelnemers tijdens de ontwikkeling al de zekerheid dat de koppeling aan de Energie Prestatie Garantie van SWK mogelijk is en zij de Garantie aan hun kopers kunnen verstrekken.”
Energie Prestatie Garantie
De EPG is een aanvullende verzekerde garantie op de reguliere SWK-garantieproducten. Deze aanvullende garantie wordt geboden op het gebouwgebonden energiegebruik voor verwarming, koeling, ventilatie en de bereiding van warm tapwater. Voor het huishoudelijke energiegebruik, waaronder de energieconsumptie van kooktoestellen, televisie, (spel)computer en wasmachine zijn energiebundels voorzien. De hoogte van deze bundel is afhankelijk van de grootte van de woning en de gezinssamenstelling.
Onafhankelijke prestatieborging
Om de prestaties van de woning te garanderen vereist SWK dat er onafhankelijke controle plaatsvindt op de ontwerp-, uitvoerings- en opleverkwaliteit. HEO gaat echter nog een stap verder. Martens: “HEO is gepreëngineerd. Dit betekent dat we ruim 85 procent van de technische uitwerking hebben voorbereid inclusief de prestatie-eisen en voorwaarden. De resterende 15 procent wordt project specifiek ingevuld op basis van de wensen van de klant. Deze pre-engineering hebben we laten toetsen door de kwaliteitsborgers van PlanGarant. Op basis van deze pre-engineering en controlesystematiek is het mogelijk om HEO verzekerbaar te stellen onder de EPG-voorwaarden. Hierdoor weet een klant al in een vroeg stadium dat de prestaties gegarandeerd kunnen worden.”
Extra hypotheekruimte
De energieprestatiegarantie stelt banken in staat om een hogere hypotheek aan te bieden. Voor een energiezuinige nieuwbouwwoning (EPC ≤ 0,6) is een extra hypotheekruimte van maximaal € 9.000,- mogelijk. Voor een energieneutrale woning is dit € 15.000,-. Bewoners die een NOM-woning willen kopen, kunnen maximaal € 25.000,- extra hypotheekruimte krijgen. Voorwaarde hierbij is dat er een energieprestatiegarantie wordt overlegd. SWK geeft het garantiecertificaat met EPG af op een woning met het HEO-concept voordat de woning verkocht wordt. Dit zorgt ervoor dat banken extra hypotheekruimte kunnen verstekken en kopers in staat stellen om te investeren in een duurzame en energiezuinige woning.
(Afbeelding. Links: Jourdain Martens (HEO). Rechts: Natalie Versnel (SWK).
- juli 2, 2019
- 124 views
“Bioketels zijn beste optie voor duurzame warmte”
“Bioketels zijn nodig om van het gas af te gaan waar warmtenetten en -pompen niet passen. Er is meer subsidie voor bioketels nodig om Nederland te helpen van het gas af te komen.” Dit zegt Theo de Groot, vice-voorzitter van de vereniging voor bioketelleveranciers, die vanmiddag het CE Delft-rapport ‘Bioketels voor warmte in de toekomst’ zal overhandigen aan de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken & Klimaat.
“Warmtenetten en warmtepompen vormen straks de ruggengraat van de warmtevoorziening. Deze voorzieningen zijn echter niet overal mogelijk of betaalbaar. Dit is het geval waar het elektriciteitsnet niet of slechts tegen hoge kosten verzwaard kan worden en warmtenetten te ver weg liggen. In een deel van die gevallen zijn bioketels de beste optie voor duurzame warmte”, aldus De Groot. “In 2050 zouden bioketels tot zo’n 7% van de woningen, bedrijven en andere gebouwen verwarming en warm water kunnen leveren. Dit zijn zo’n 600.000 gebouwen, oftewel grofweg alle huishoudens in de provincie Utrecht. Dit gegeven past bij het Klimaatakkkoord, dat stelt dat ‘een forse opschaling van het aanbod van duurzame warmte’ nodig is met ‘een combinatie van alle warmtetechnieken en -bronnen’. Om dit te bereiken is wel meer subsidie nodig om het prijsverschil tussen een bioketel en een cv-ketel af te dekken.”
Wat zijn bioketels?
Bioketels werken ongeveer hetzelfde als cv-ketels, maar dan op snoei- en houtafval in plaats van gas: ze zetten dit om in warmte en soms ook elektriciteit. Daarnaast lopen er nu proeven om voedselafval en bermgras om te zetten naar brandstof voor bioketels. Deze brandstof komt vaak uit de regio. Het Klimaatakkoord stelt ook dat hier nog veel onbenut potentieel ligt. De Groot: “De nieuwste generatie bioketels kent rendementen die oplopen tot ver boven de 90% en heeft een hele lage uitstoot van fijnstof. Bioketels gaan bovendien wel tot twee keer zo lang mee als cv-ketels.”
Subsidie nodig
“De studie van CE Delft laat zien dat bioketels op veel plekken maatschappelijk het best betaalbaar zijn”, vindt Eppo Bolhuis, voorzitter van de vereniging voor bioketelleveranciers NBKL. “Maar voor het individuele huishouden of midden- en kleinbedrijf is nog wel subsidie nodig om bioketels even betaalbaar te maken als gasgestookte cv-ketels. Het Klimaatakkoord zegt jaarlijks 100 miljoen euro toe aan zogenaamde ISDE-subsidie voor zonneboilers, warmtepompen, bioketels en alle andere oplossingen. Volgens CE Delft zou echter alleen al voor bioketels tot 45 miljoen euro per jaar nodig zijn als we alle potentieel benutten. Het zou toch zonde zijn als mensen niet van het gas af kunnen omdat de subsidiepot op is?”








