• maart 6, 2020
  • 129 views
Een dik pak isolatie

Als ik op een winterse dag naar buiten ga, neem ik vrijwel nooit een stapel boterhammen met pindakaas mee. Wel trek ik een goede jas aan, plus een sjaal en handschoenen als het echt koud is. Om warm te blijven zorg ik dus voor isolatie rondom mijn lichaam. De energie uit de boterhammen met pindakaas heb ik dan niet nodig om warm te blijven.

Steeds meer opdrachtgevers zien in dat nieuwbouw die net voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit, niet toekomstbestendig is. Het comfort laat te wensen over en het energiegebruik is onnodig hoog. De BENG-eisen die per 1 januari 2021 in werking treden zullen dit niet gaan veranderen. Gedreven door de wil voor meer comfort en/of een te hoge energierekening zullen veel woningeigenaren zodoende ‘gedwongen’ zijn hun jonge woning grondig aan te moeten passen.
Door bij de bouw van onze woningen te investeren in een kwalitatief hoogwaardige gebouwschil, gaan we woningen realiseren met een hoog comfortniveau en een zeer laag energiegebruik. Een gebouwschil dus met een dik pak isolatie, luchtdicht en koudebrugvrij. Uiteraard heeft dit ook gevolgen voor de installaties.

Het hart van iedere woning zou een balansventilatie-unit moeten zijn. Fluisterstil wordt continu aangenaam warme en gefilterde lucht de verblijfsruimtes ingebracht. Aangestuurd door CO2- en luchtvochtigheidsensoren zijn de bewoners zich niet eens bewust dat iedere hoek van alle ruimtes iedere dag van het jaar schoon en aangenaam aan voelt. Mensen ervaren hun fysische omgeving immers pas wanneer ze zich ergens aan ergeren. Stromingsgeluiden van de ventilatie, tocht, schimmel in de badkamer. Het zijn stuk voor stuk klachten die voorkomen kunnen (en moeten) worden door een goed uitgedacht en aangelegd balansventilatiesysteem.
Als de warmtevraag dankzij de kwalitatief hoogwaardige gebouwschil ver genoeg omlaag gebracht is, is luchtverwarming een reële optie. Het ventilatiesysteem houdt de woning niet alleen schoon maar ook op temperatuur. In de winter lekker warm en in de zomer lekker koel.

Elektrische naverwarmers in de luchtkanalen aangevuld met een handdoekradiator in de badkamer en een elektrische verwarming (radiator, mini-convector, IR-paneel) in de woonkamer zijn voldoende. Met een COP van 1 hebben ze niet het beste rendement, maar door het lage aantal draaiuren is dit helemaal niet zo erg.

‘En die airco dan?’ hoor ik u bijna denken. Zelfs met de warmere zomers kunnen Nederlandse woningen aangenaam koel blijven zonder airco. Hierin zijn twee factoren echter wel belangrijk: Zonwering en mediterraans wonen.
Bouwkundige maatregelen zoals overstekken en zonwering zullen in het ontwerp meegenomen moeten worden. Het buitenhouden van zonnewarmte is immers het meest effectief in het tegengaan van te hoge binnentemperaturen. Met de komst van een eis aan de temperatuuroverschrijding (TOjuli-eis) in het Bouwbesluit, zal de aandacht hiervoor gelukkig alleen maar toenemen.
En Nederlanders zullen mediterraans moeten gaan wonen. Daarbij bedoel ik uiteraard niet de olijven en de wijn, maar het gesloten houden van de woning tijdens warme zomerse dagen. In Griekenland, Spanje en Portugal weten mensen dit al eeuwenlang. Als het buiten warmer is dan binnen, dan houd je je ramen en deuren gesloten. De goede bouwkundige schil zal daardoor de zomerse warmte effectief buiten houden terwijl de balansventilatie zorgt voor nachtelijke afkoeling.

Voor ventilatie, verwarming en koeling kunnen we dus met een minimum aan installaties zeer comfortabele woningen realiseren die voorbereid zijn op de energietransitie die komen gaat.
Van de originele installaties blijft het tapwater over. De boiler komt weer terug, al zullen daar alternatieven voor komen zoals zoutaccu’s en ijsaccu’s. PV-panelen zijn uiteraard inmiddels gemeengoed. Met het vervallen van de salderingsregeling zullen daar accu’s bij gaan komen. Het leveren van energie aan het elektriciteitsnet zal immers te weinig op gaan brengen. En mensen zullen steeds meer individueel of kleinschalig collectief willen gaan regelen, waardoor buurtbatterijen, mini windmolens en zonnecollectoren een kans van slagen hebben.

De komende jaren zullen er veel verschuivingen plaatsvinden in de installatiewereld. Informeer u zelf, blijf op de hoogte en zorg daarmee dat u voorbereid bent!

Jan Geerts, Expert gezond, comfortabel en klimaatpositief wonen

  • februari 21, 2020
  • 149 views
Systeemintegratie noodzakelijk voor duurzame (woning)

Na de nodige vertraging zal de BENG per 1 januari 2021 eindelijk in werking treden. Conform die wet- en regelgeving moeten woningen bijna-energie-neutraal worden. Dat betekent in de praktijk: verduurzamen en (nog meer) isoleren. Nieuwbouwwoningen worden hierdoor steeds luchtdichter waarbij de benodigde energie om te verwarmen afneemt, maar de behoefte om te ventileren juist toeneemt. En dat is exact de reden waarom verwarming en ventilatie niet los van elkaar te zien zijn. Voor de toekomstige nieuwbouwwoningen betekent dit vooralsnog twee verschillende toestellen, ieder met een eigen toepassing.
Voor de bestaande bouw, specifiek de woningen tussen 1980 en 2005 (circa anderhalf miljoen woningen), is de ventilatiewarmtepomp een bijzonder goed alternatief. Bij de
ventilatiewarmtepomp zijn verwarming en ventilatie in één systeem geïntegreerd. Bij dit systeem haalt de warmtepomp direct energie uit de warme ventilatie-retourlucht die anders verloren zou gaan. Hierdoor wordt de ventilatieretourlucht nuttig gebruikt en is het mogelijk een hoger systeemrendement te realiseren. Dit zal direct bijdragen aan een betere energieprestatie van deze specifieke woningen. Zonder dat daarbij het gezondheidsaspect van gezonde binnenlucht verloren gaat. Dergelijke hybride installaties zijn een mooi voorbeeld van systeemintegratie in de bestaande bouw. Systeemintegratie gaat helpen om zowel binnen de bestaande bouw als de nieuwbouw energiebesparing te realiseren. Bovendien leidt dit tot minder individuele componenten, dit is gunstig voor de milieuprestatie van gebouwen.
Geïntegreerde systemen zorgen direct voor installatiegemak voor installateurs. Gezien de toenemende krapte van installateurs op de arbeidsmarkt is dit een noodzakelijk innovatie. Voor vakkundig ontwerp, installatie en onderhoud van (geïntegreerde) systemen zijn goed opgeleide technici nodig. Dit betekent dat fabrikanten in samenwerking met onderwijsinstellingen en andere stakeholders toegespitste opleidingen moeten ontwikkelen om dit te faciliteren.

Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie

  • februari 14, 2020
  • 123 views
Vrije koeling en mechanische koeling

Wellicht hoort u het steeds vaker: koeling van woonhuizen. Bij toepassing van bodemenergie vaak bijkomstig ter regeneratie van de bron, maar ook bij toepassing van bijvoorbeeld lucht/water-warmtepompen. Vaak kan er met een kleine extra investering er basiskoeling gecreëerd kan worden. Maar wat nou als er een WTW ventilatie-installatie naast deze warmtepomp hangt?

Bij vrije koeling wordt de buitentemperatuur gebruikt om het huis te koelen. Is bijvoorbeeld de buitentemperatuur lager dan de binnentemperatuur dan kan er door rechtstreeks de buitenlucht naar binnen te ventileren topkoeling gerealiseerd worden. De enige energie die gebruikt zal worden, is die van de ventilatoren. Hierdoor is het rendement van koelen vaak veel hoger dan dat van een lucht/water-warmtepomp. Dit kan vele avonden in Nederland gerealiseerd worden, waardoor ’s nachts de woning koeler gemaakt kan worden en de constructie afkoelt. De isolatie van moderne woningen zorgt er overdag juist weer voor dat deze koeling beter binnen blijft.

Maar wanneer er wel mechanische koeling is kan er een probleem optreden. De vrije koeling van een WTW kan weinig inschakelen wanneer de mechanische koeling er al constant voor gezorgd heeft dat de woning op de juiste temperatuur is. Hierdoor wordt wellicht meer energie gebruikt dan nodig bij toepassing van vrije koeling ’s nachts. Regelingen dienen hierop afgestemd te worden. Laat de koeling van een mechanische koeler bijvoorbeeld later inschakelen, zodat de WTW ook zijn aandeel houdt. In de energietransitie moet namelijk niet vergeten worden dat koeling vaak een extra is. Er zal dus extra energie worden gebruikt t.o.v. een gasketel.

Tim Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk

[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]

 

  • februari 7, 2020
  • 126 views
De waarde van waarde

Wat is waarde, in de context van bedrijven en haar marketing? En hoe staat het met toegevoegde waarde? Wat is dat nu écht? Is het waardemodel van Porter uit 1985 nog steeds bruikbaar in deze tijd? En hoe zit het eigenlijk met de value stream? Deze en andere ‘waardevolle’ vragen ga ik de komende tijd beantwoorden in een columnreeks. Wat is de waarde van waarde?

Vaak wordt het begrip waarde direct gekoppeld aan geld. Aan euro’s dus. Maar klopt dit wel? Of doen we daarmee het begrip te kort en is er een bredere uitleg? De columns in InstallateursZaken knip ik op in drie blokken. Het eerste blok van drie columns gaat over de betekenis van waarde, en hoe en waar(in) je deze kunt herkennen. Daarna volgen er drie columns over hoe je waarde creëert en toevoegt. Tot slot leest u hoe u waarde in uw organisatie inbrengt en borgt.
De serie schrijf ik vanuit mijn hoedanigheid als associate partner in STEM Industrial Marketing Centre. STEM IMC heeft tot doel de marktgerichtheid van technische mensen en bedrijven te verbeteren. Dit gebeurt onder andere door het geven van trainingen, opleidingen en masterclasses. De kennis die ik deel in de columns ga ik verbinden met extra informatie op de website van deze organisatie. Denk hierbij aan invulschema’s of oefeningen die u helpen ‘waarde’ te plaatsen in uw eigen onderneming en activiteiten. De site vind u op www.stem-imc.com/InstallateursZaken aangeduid met .
Het is voor mij een experiment in het verbinden van offline (de maandelijkse column) en online (het studiemateriaal). Gaat het u helpen in het lezen, leren en doen? Ik hoor het graag van u!

 

Maarten van der Boon

maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten
technische bedrijven in organisatie­-
strategie, innovatie en communicatie.

  • januari 31, 2020
  • 141 views
We doen het samen

We beseffen het ons niet altijd, maar onze sector levert elke dag topprestaties. Uiteraard zie ik dit tijdens werkbezoeken, hoor ik het terug in gesprekken en ervaar ik het in mijn eigen huis. Met de vele uitdagingen op de terreinen van klimaat, energie en een op langer thuis wonen gerichte ouderenzorg worden deze topprestaties bovendien steeds groter.
De inzet van betrouwbare innovatieve installatietechnieken heeft een enorme maatschappelijke en economische meerwaarde. Zo maken we als sector gebouwen immers slimmer en duurzamer, de zorg efficiënter, het verkeer veiliger en woningen comfortabeler. Daarnaast voorkomen we productieverlies in de industrie en maken we met onze technieken ook in vele andere sectoren het verschil. Dit doen wij samen. Met elkaar!
De dynamiek in de technische installatiebranche is groot, maar de druk op onze schouders zo nu en dan evenzeer. Want het inrichten van de toekomst vraagt veel van de bedrijven en de vakmensen van de branche: creativiteit, kennis, kunde, flexibiliteit, het binden en behouden van vakmensen, het actief ontwikkelen van een ontwikkelcultuur enz. We hebben uitdagingen te over!
Met de start van het nieuwe jaar is het moment weer daar om goede voornemens te maken en te realiseren. In dit verband roep ik iedere vakman en vakvrouw in de branche op om in 2020 kansen te pakken om je vakmanschap te versterken. Laat dit jouw goede voornemen zijn. Jij zit aan het stuur als het gaat om de duurzame toekomst van Nederland. Jij bent de zorg-innovator, de energie-expert én de klimaatspecialist. We helpen je hier graag bij!
En iedereen die bij deze prachtige sector wil horen en een vakkundige bijdrage wil leveren, roep ik op: laat van je horen. We hebben altijd een plek voor je. Vandaag en zeker ook morgen.

Sven Asijee
Directeur OTIB

 

Sven Asijee
Directeur OTIB

  • januari 24, 2020
  • 127 views
De Toekomst is gisteren al begonnen

Binnen Nederland staat de energietransitie hoog op de agenda. Binnen de gebouwde omgeving gaat het meer specifiek om de zogenaamde warmtetransitie. Deze heeft in rap tempo voor een diversiteit aan verwarmingsoplossingen gezorgd. Maar welke oplossing is geschikt voor welke situatie?
Een verantwoorde keuze die een duurzame warmtetransitie rechtvaardigt hangt - naast gezinssamenstelling, ouderdom van het huis, mate van isolatie - vooral af van de volgende drie factoren:
- het natuurkundige principe;
- de energetische waarheid;
- de (financiële) haalbaarheid.
In de rol van adviseur zal de installateur vaak, in samenspraak met de klant, het financiële aspect bespreken. De overige twee factoren blijven vrijwel altijd buiten beschouwing. Echter, verantwoorde verduurzaming kan niet zonder het natuurkundige principe én de energetische waarheid. Om energiegebruik en emissie van de gebouwde omgeving inzichtelijk te maken, is het noodzakelijk dat er een nationale database wordt ontwikkeld waarin het mogelijk is om daadwerkelijk gerealiseerde energieprestaties van de gebouwde omgeving te monitoren. Dit geeft ons het geschikte handvat om de middels berekeningen theoretische voorspelde energieprestaties te valideren.
Om midden in deze toekomst overeind te blijven is het opleiden, van zowel de installateurs die nu actief zijn als de nieuwe instromers, rand-voorwaardelijk. Met alle nieuwe verwarmingsoplossingen zal de opleidingsvraag enorm toenemen. Alleen door een ketengerichte aanpak kan invulling gegeven worden aan die vraag. Een intensieve samenwerking tussen installateurs, fabrikanten én onderwijsinstellingen is hiervoor een vereiste. Hoog op de agenda van dit samenwerkingsverband is het werven van nieuw talent. De toekomst die we samen mogelijk maken, is gisteren al begonnen!

Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie

  • januari 17, 2020
  • 160 views
Onderscheidend vermogen? Stick-to-the-plan!

Internet of Things, Big Data of Artificial Intelligence. De digitalisering slaat steeds meer toe. Ook in de installatiemarkt. De technisch installateur wordt steeds meer een ICT dienstverlener. Nieuwe installaties produceren data. Gebruik deze slim en maak er informatie van. Het is toegevoegde waarde in je dienstverlening naar de klant.

Het ‘gewone’ installatiewerk wordt steeds meer een competitieve vechtmarkt. Een markt waarin marges uiterst dun zijn. Een veelgehoorde uitspraak onder de installateurs is: “hard werken voor weinig”. Hartstikke druk, met verhoudingsgewijs weinig opbrengsten. Is de klassieke installateur dan een uitstervend ras? In een interview heb ik dit wel eens gezegd. Natuurlijk blijft het ‘gewone’ installatiewerk voor een deel bestaan. Maar het aanbod van dat soort werk wordt minder in de toekomst. Ik ben ervan overtuigd dat het werk van de installateur veranderd. De conventioneel werkende installateur krijgt het steeds lastiger in een sterker concurrerende markt. Slim aanhaken op de digitalisering draagt bij in het ontwikkelen van onderscheidend vermogen en brengt andersoortige werkzaamheden.
Denk goed na over je toekomst. Een duidelijke strategie en een doordacht plan is één. De uitvoering hiervan is twee. Goede marketing helpt je daarbij. Uit ervaring weet ik dat dit bij veel installateurs vaak een dingetje is. Een misverstand: marketing is géén reclame! Het is veel meer dan dat. Het gaat letterlijk om de ‘ver-markt-dat-ding’ vanuit een strategische onderscheidende positie. Niet vanuit het product, maar vanuit de toegevoegde waarde als installateur.
Wat is jouw stip op de horizon? Maak in al het digitale geweld duidelijke keuzes in wat je aan werkzaamheden wel doet (of gaat doen) en wat niet meer. En accepteer de consequenties van je keuzes. Maak een doordacht actie- en marketingplan en… stick-to-the-plan!

Maarten van der Boon

maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten
technische bedrijven in organisatie­-
strategie, innovatie en communicatie.

  • januari 10, 2020
  • 132 views
De Laptopmonteur

We kennen ze allemaal of we behoren zelf tot de categorie: installateurs die de 50 zijn gepasseerd en nog steeds actief zijn in de installatiebranche. Na de lagere school gingen ze een tijdje naar de middelbare school, maar als snel werd duidelijk dat ze werken leuker vonden dan leren en gingen ze snel aan de slag.

Ik ben er zelf zo één. Met wat kennis van je leraar en uit enkele boeken, dacht ik de wereld aan te kunnen. Al snel werd ik teruggefloten door een ervaren maat, leermeester of baas. Ho-ho, zo doen we dat niet. Het moet netjes en goed.

Je leerde je vak snel en bleef door vragen, lezen, experimenteren en vergaarde op andere manieren vakkennis. Alles was nieuw: van gietijzeren ketels met daarnaast een geiser met dikke stalen leidingen, gingen we naar de combiketel met dunne stalen leidingen. En deze werd veel later weer vervangen door een hr-combiketel. Wat een gedoe allemaal met dubbele pijpen en een afvoer. Gelukkig waren er handleidingen waaruit duidelijk bleek hoe je dit allemaal moest aansluiten. Tegenwoordig ben je van meer afhankelijk dan je lief is als je een nieuw product moet installeren. Productinformatie en een installatiehandleiding zitten er vaak niet meer bij. Navraag leert dat je deze moet downloaden, dan kan je alles terugvinden.

Van de generatie die storingen vond en oploste met een handleiding, punttang en spanningzoeker – en die jaren later blij was met een mobiele telefoon om de achterban te bellen voor extra informatie – gaan we nu naar de volgende generatie: de laptopmonteur. We gaan het allemaal weer beleven. Ik wens iedereen een gezond en succesvol 2020 toe, met of zonder laptop!

Dick Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk

[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]

  • december 20, 2019
  • 140 views
Veilig werken

We werken veilig of we spreken elkaar erop aan. Het lijkt logisch maar is dat niet altijd. Er zijn altijd wel afleiders. Hoe vaak we ons bewust zijn van het belang van goede procedures, er is altijd wel een excuus. Totdat de realiteit bij je binnendringt en je de gevolgen ziet.

Onlangs was ik bij een bijeenkomst over veilig en gezond werken in de techniek. Daar hoorde ik het verhaal van voormalig ijsbeklimmer Hein Noortman. Hij focuste zich altijd op veiligheid en vaste procedures bij het uitoefenen van zijn sport. Geen half werk dus... meestal. Als voorbereiding op een grote klim besloot hij nog een laatste keer te oefenen op een klimwand, op een dag zoals we die allemaal kennen: drukte, oponthoud, nog snel even iets doen en denken te kunnen vertrouwen op vaste routines zonder controles.
Het liep anders dan verwacht. Noortman viel van 14 meter hoogte omdat hij niet alle checks had nagelopen. Fysiek kapot en ontwaakt uit een coma zet hij nu zijn leven voort, zonder geur, zonder zicht en minder mobiel. Maar wel met een missie! Hij vertelt nu het verhaal over het voortdurende belang van alertheid, checks en procedures.
Zijn verhaal maakte grote impact. En vooral ontstond het bewustzijn dat er altijd afleiders zijn: haast, een wachtende klant, de druk van de agenda, de drukte op de weg, de samenwerking met anderen en daarmee de wisselende verwachtingen van elkaar. Maar juist door alle afleiders is het belangrijk om stopmomenten in te bouwen voor een gesprek, een check, een extra check.
Ik liep die dag naar buiten met het besef dat de inzet op ‘we werken veilig of we spreken elkaar erop aan’ de enige goede is. De bedrijven in de techniek helpen we hier graag bij. Op de site arbotechniek.nl vind je praktische informatie, handige toolboxes en toegang tot kosteloos advies van deskundige adviseurs. Maak er gebruik van, want tenslotte wil iedereen ’s avonds weer veilig thuis komen.

 

Sven Asijee
Directeur OTIB

  • december 13, 2019
  • 144 views
Tekort aan handjes?… Hou daar eens over op!

Een tekort aan handjes. Hoe vaak hebben we dit al niet gehoord? Alsof we het hebben over een blikje mais. Je gaat naar de supermarkt, kijkt om je heen, loopt het goede gangpad in, koopt een blik met handjes, trekt deze open en het probleem is opgelost. Laatst was ik aanwezig tijdens een paneldiscussie en kwam dit opnieuw ter sprake. Eén van de panelleden reageerde als door een wesp gestoken.

In een tijd waar de discussie aangegaan wordt over blauwe en roze speelgoed, onderscheid tussen jongens en meisjes speelgoed kan niet meer, maken we nog wel onderscheid tussen ‘handjes’ en overige werknemers. Vaak wordt het woord zelfs uitgesproken alsof het een beetje vies is om met je handen te werken.

Vakmensen
Of je nu timmerman, loodgieter, installateur, stratenmaker, advocaat of boekhouder bent, al deze mensen hebben een vak geleerd. Vakmensen dus. Mensen die hun vak verstaan, elke dag weer hun best doen om hun vak op de juiste manier uit te voeren. Mensen die veel met hun handen werken maak je in de meeste gevallen niet gelukkig door ze achter een computer te zetten, cijfers te laten bekijken, wetboeken uit hun hoofd te leren, nee deze mensen genieten ervan wanneer ze terugkijken op het vakwerk dat ze hebben opgeleverd. En voor dat werk mogen we best wat meer waardering hebben.

Voldoening
Het is dus niet zo gemakkelijk als het klinkt en je kan niet zomaar ‘een blik met handjes opentrekken’. In heel veel gevallen zit hier jaren aan ervaring bij die ervoor zorgt dat zij hun vakwerk kunnen afleveren. Pas wanneer je weet hoeveel tijd het iemand gekost heeft om te komen waar hij of zij nu is, zal je het werk gaan waarderen wat hij of zij oplevert.
En dat gaat ook doorwerken naar volgende generaties. Want het wordt ook leuker om te kiezen voor een opleiding waar jij het vak leert waar je echt voldoening uit haalt en waar positief naar wordt gekeken.

Trots
Zelf haal ik ook de meeste voldoening uit een goed inhoudelijk gesprek, het meekijken bij een project en praten met de vakmensen die dat project gerealiseerd hebben of een bezoek aan een fabriek waar je al deze vakmensen trots ziet zijn op het door hen geleverde werk. Wellicht dat die interesse komt omdat ik zelf ook de opleiding elektrotechniek gevolgd heb, hier stonden de praktijklessen centraal, de opleiding stond destijds vooral in het teken van het leveren van vakwerk. Uiteindelijk ben ik na mijn studie bij ABB terecht gekomen, hierdoor heb ik de mogelijkheid om dagelijks in contact te zijn met al deze gepassioneerde vakmensen! Oude liefde roest niet.
Geen ‘blikken met handjes’ meer maar vakmensen dus… we hebben ze nog hard nodig om dagelijks te kunnen leveren wat nodig is in de huidige energietransitie.

Kees Jan ’t Mannetje, ABB Business Development specialist

Duurzaamheid en bewustwording worden steeds belangrijker. De energietransitie is in volle gang. Kees Jan ’t Mannetje werkt sinds 2004 bij ABB. In zijn rol als Business Development volgt hij de ontwikkelingen op het gebied van energietransitie op de voet. Zijn expertise: digitalisering in combinatie met sociale innovatie waarbij zijn interesse ligt bij nieuwe technologieën.
In de praktijk betekent dit dat hij werkt aan nieuwe businessmodellen en -concepten rondom Smart Energy Management. Daarnaast was hij betrokken bij het ontwikkelen van de energieprestatie monitoringnorm en een proeftuin voor het opzetten van een lokale energiemarkt waarbij techniek, digitalisering en sociale innovatie samenkomen.
Als spreker weet hij de mensen te inspireren over onderwerpen als het nieuwe energielandschap, de rol van digitalisering hierin en welke impact sociale innovatie heeft. Meer weten over ABB en de energietransitie, kijk dan hier.