• september 11, 2020
  • 124 views
Hoe hoog ligt jou servicegraad?

Zet tien bedrijven op een rij en stel de vraag: “Wat is jou top 3 waarop jij je onderscheid van je concurrent?” Ik durf te wedden dat bij negen van de tien, zo niet bij allemaal, het woord service wordt genoemd. En wanneer je op dat woord doorvraagt, ontvang je dubbel zoveel verklaringen. Veelal met goud omrande bewoordingen geformuleerd vanuit het standpunt van de zender (de installateur).
Boeiend, want het valt mij in gesprekken regelmatig op dat ‘een hoge servicegraad’ door de klant vaak 180 graden anders ervaren wordt. Een installateur die zegt: “Ik ben 24/7 bereikbaar via een servicenummer. Zo is er altijd een mogelijkheid om een terugbelverzoek te doen”. De klant die ervaart: “Pas eens gebeld en een boodschap achtergelaten. Het duurde vier dagen voordat ik werd teruggebeld, wat een hopeloze service is dit.” Voelt u het verschil in dit simpele voorbeeld?
Het woord service gaat in de praktijk om een balans tussen wat je als installateur aanbiedt (of communiceert) én wat de klant hiervan écht ervaart. In gesprekken met installateurs verneem ik bijna stelselmatig dat service bestempeld wordt als een kostenpost. Bekijk service eens als een verdienmodel . Als een waardevolle ervaring voor én bevestigd vanuit de klant. Die notabene bereid is hiervoor (ruim) te betalen. Ik benadruk het nog maar eens: het leveren van ‘een goede service’ heeft nul onderscheidende waarde richting de klant wanneer het blijft in mooie woorden, zonder passende daden.
Tot slot: vergelijk service eens met water. Nu is er iemand (zeg: een klant) die gekookt water wil. Water kookt bij 100 graden. Niet bij 99,9. Stel je eens voor dat jouw servicegraad op 99,9 ligt? Dan krijgt jouw klant nooit het ‘gekookte water’ waaraan hij behoefte heeft. En geloof mij: dát blijft (negatief) hangen. Hoe overbrug jij 0,1 graden om echt onderscheidend te zijn?

Maarten van der Boon

maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten
technische bedrijven in organisatie­-
strategie, innovatie en communicatie.

  • september 4, 2020
  • 123 views
1,5 meter service en vakantie

De vakantieperiode is op het moment dat ik dit schrijf volle bak bezig. Maar met het nieuwe 1.5 meter normaal denk ik dat er veel vakantie in de achtertuin gevierd wordt. Ook vakantie in eigen land is meer dan ooit in trek. Dat we het buitenland mijden, is weer prettig voor de Nederlandse vakantiebranche en alles wat daarmee te maken heeft.
De vakantieperiode is voor mij ook een periode waarin ik af en toe zelf bij spring op de serviceafdeling; iets wat ik overigens graag doe. Juist doordat veel mensen thuis blijven, ontstaan er nog wel eens problemen met bijvoorbeeld de warmwatervoorziening. Als servicebedrijf kun je moeilijk zeggen: bel over vier weken maar terug.
Bij een recent storingsbezoek kon ik zelf constateren dat onze monteurs het soms best lastig hebben met het op 1,5 meter afstand houden van mensen. De klant wil o zo graag vertellen wat zijn bevindingen zijn en je het liefst helpen met het oplossen hiervan.
Tijdens één van mijn servicebezoeken heb ik uiteindelijk ook aan de klant moeten melden dat we twee mogelijkheden hebben: of hij gaat direct naar beneden en wacht in zijn tuin tot ik klaar ben, of ík ga naar beneden en vertrek naar mijn eigen tuin om lekker van het zonnetje te genieten.
De keuze was voor de klant in ieder geval duidelijk. Wel dacht ik op dat moment even aan wat mijn service- en montagemonteurs dus dagelijks meemaken. Ik had mijzelf dit niet eerder gerealiseerd. Zo zie je maar dat de praktijk de beste leermeester is.
Of de coronacrisis eind dit jaar voorbij is? ik ben bang van niet. De eerste uitbraken beginnen alweer. Ook ben ik bang dat er nog een flinke financiële crisis achteraan komt. Waar we allemaal staan met de kerstdagen? Ook dat weet ik niet. Wellicht weer bij een storing, waar we de klant nog steeds zullen moeten wegsturen.

Dick Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk

[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]

  • juni 19, 2020
  • 124 views
Slim installeren in complexe tijden

Hoewel de activiteiten in de installatiesector nog behoorlijk door lopen, is de uitdaging op korte termijn hoe er gewerkt kan worden binnen 1.5 meter afstand. Met deze nieuwe richtlijnen wordt het eerder complexer dan dat het werk slimmer en efficiënter kan worden uitgevoerd.
Terwijl de energietransitie top-of-mind zou moeten zijn, is de corona-crisis het gesprek van de dag Vanuit het Klimaatakkoord is aardgasloos bouwen de nieuwe standaard. Woningcorporaties en gebouweigenaren moeten kiezen voor alternatieve oplossingen voor het verwarmen van woningen en gebouwen. Ingewikkelde keuzes voor de lange termijn, waar flinke investeringen mee gemoeid zijn, terwijl de (door)ontwikkeling van alternatieve verwarmingssystemen nog in volle gang is.
Dat het slimmer en eenvoudiger kan, blijkt allereerst uit de oprichting van de Nederlandse Verwarmingsindustrie, in juli 2019. Ook Rogafa is hiervan onderdeel. Als stakeholder kunt u nu terecht bij één loket voor alle vraagstukken op het gebied van comfortabel verwarmen van woningen en gebouwen.
Daarnaast proberen de fabrikanten de rookgasafvoersystemen zodanig te ontwerpen dat installatie zo eenvoudig mogelijk is. Naast nieuwe ontwikkelingen en systeeminnovaties blijft de veiligheid van de traditionele gas-aangesloten toestellen cruciaal. De verplichte certificering van cv-installateurs (helaas uitgesteld tot – naar verwachting – 2021) zal hier zeker een bijdrage aan leveren.
Rogafa is eenduidig en helder als het aankomt op het meest veilige systeem: het concentrische rookgasafvoersysteem. In de montagerichtlijn, ‘het nieuwe beugelen’, dat inmiddels als standaard wordt gebruikt door professionele installateurs, wordt het veilig beugelen van rookgasafvoersystemen eenvoudig uitgelegd.
Op deze manier proberen de toeleverende bedrijven zaken slimmer en eenvoudiger in te richten, gemakkelijker voor de installateur, veiliger voor de bewoner.

Peter Laros, algemeen directeur Ubbink BV
Namens de Vereniging van Nederlandse Fabrieken van Gasafvoerleidingsystemen, Rogafa

  • juni 12, 2020
  • 120 views
Op naar het totaalpakket

Veel mensen denken dat je voor innovaties die de wereld kunnen veranderen een soort Willie Wortel nodig hebt. Mijn dochters vinden het prachtig als ik ze een strip voorlees waarin deze bijzondere kraanvogel weer een vliegende auto of een tijdmachine uitvindt. Toch zijn voor de energiesector dit soort uitvindingen helemaal niet meer nodig. De cruciale innovaties zijn al lang op de markt. Waar het nu om gaat is dat we als maatschappij deze innovaties met elkaar gaan integreren. Zo ontstaat een onverslaanbaar totaalpakket dat onze energievoorziening onherkenbaar zal verbeteren.

Salderingsregeling

Neem bijvoorbeeld zonnepanelen. Ze maken de afgelopen jaren een onstuimige groei door en zeker grote zonneparken naderen het punt waarbij ze zonder subsidie kunnen worden aangelegd. Maar particuliere bezitters van zonnepanelen maken nu nog deels gebruik van de gunstige salderingsregeling. Gemiddeld gebruiken ze maar 30% van de stroom die hun zonnepanelen genereren zelf; de rest leveren ze terug aan het stroomnet. Dankzij de salderingsregeling krijgen ze hiervoor het volle pond vergoed van hun energieleverancier, ook al is die stroom overdag lang niet zo veel waard. Als de salderingsregeling straks wordt afgebouwd, zal het financiële rendement iets teruglopen.

Thuisbatterijen

De oplossing is om er voor te zorgen dat huishoudens meer van de stroom die zij genereren zelf gaan gebruiken. Dan hoeven ze immers minder stroom van hun energieleverancier af te nemen, en ‘verdienen’ zij net zo veel als wanneer zij die stroom onder de salderingsregeling aan het stroomnet leveren. Het probleem is dat zonnepanelen vooral overdag stroom opwekken, terwijl huishoudens juist ’s avonds behoefte hebben aan stroom. Gedeeltelijk is dit op te lossen door oude technieken nieuw leven in te blazen. Wasmachines kunnen geprogrammeerd worden om overdag te draaien: precies de tegenovergestelde situatie van vroeger, toen sommige huishoudens juist gebruik maakten van goedkope nachtstroom. Maar de grote klapper gaat gemaakt worden door de inzet van een techniek die ook al heel lang bestaat: de batterij.

Steeds rendabeler

Jarenlang werd er gezegd dat grote batterijen voor huishoudens niet rendabel waren. Ze waren te duur, hadden te weinig capaciteit, ga zo maar door. Maar de afgelopen jaren hebben batterijen een enorme ontwikkeling doorgemaakt door eerst de introductie van de mobiele telefoon en daarna van de elektrische auto. Batterijen worden nu geproduceerd in wat niet voor niets giga-fabrieken heten en de prijzen zijn dan ook giga-hard aan het dalen.

In combinatie met PV-systeem

Nog steeds zal een consument niet snel zelf een los batterijsysteem aanschaffen voor gebruik met zijn zonnepanelen. Maar als de salderingsregeling wordt afgebouwd en batterijprijzen blijven dalen, wordt het ineens veel gemakkelijker om batterijen in combinatie met een nieuw PV-systeem te verkopen. In Duitsland worden de meeste zonnepanelensystemen inmiddels al verkocht in zo’n combinatie. Binnen een paar jaar zal dit naar verwachting in Nederland ook het geval zijn.

Zelfversterkend effect

Zodra we eenmaal op dit punt zijn, zal het hard gaan. De combinatie van zonnepanelen en thuisbatterijen zal financieel zo aantrekkelijk zijn, dat steeds meer huishoudens deze zullen aanschaffen, óók in een potentiële economische crisis. Grotere volumes zullen leiden tot verdere prijsdalingen die op hun beurt natuurlijk ook weer tot een hogere verkoop zullen leiden. Het is een zelfversterkend effect dat we in andere sectoren al vaker hebben gezien en dat ongekende gevolgen zal hebben.

Kleine mini-centrale

Uiteindelijk worden we een land dat veel minder afhankelijk is van grote energiecentrales. In plaats daarvan zal vrijwel ieder huishouden een eigen kleine mini-centrale bezitten. Na honderd jaar grootschalig gebruik van fossiele brandstoffen is het een omwenteling die zijn weerga niet kent. Maar wordt het bereikt door één bijzondere uitvinding uit het laboratorium van Willie Wortel? Nee, het zal komen door de integratie van enkele betrouwbare technologieën die al lang hun waarde hebben bewezen, maar die in combinatie met elkaar nog veel waardevoller worden dan ooit.

Rolf Heynen, medeoprichter van Good! en directeur van Dutch New Energy Research

  • juni 5, 2020
  • 125 views
Zonder warmtepomp geen hybridisering

Eind maart kwam minister Wiebes met de Groen-Gas-Routekaart en de Waterstof-visie. Deze zijn koersbepalend voor de ontwikkelingen in de energietransitie. Het blijkt dat we ook in 2050 nog voor 30-50% afhankelijk zullen zijn van gasvormige energiedragers.
Het terugbrengen van de energie- en aardgasvraag binnen de gebouwde omgeving is een eerste stap en kan, aldus Wiebes, onder andere door ‘hybridisering’. Volgens de Nederlandse Verwarmingsindustrie is dit mogelijk voor maar liefst 5 miljoen bestaande grondgebonden woningen.
Ook voor gemeenten is hybridisering een logische stap. Want met behoud van het bestaande gasleidingnetwerk en zonder grootschalige verzwaring van het elektriciteitsnetwerk, kunnen in veel wijken de bestaande hr-cv-installaties blijven werken én met toevoeging van warmtepompen de klimaatdoelstellingen gerealiseerd worden. De warmtepomp in combinatie met een hr-cv-ketel is direct in staat om het aardgasverbruik én de CO2 uitstoot te reduceren. Met het installeren van een hybride installatie kan het verduurzamen van een bestaande woning bovendien stapsgewijs gebeuren. Met behoud van kwaliteit, veiligheid én betrouwbaarheid.
Het installeren een verwarmingsbron anders dan de traditionele ketel, betekent voor de installateur een langere installatietijd. Oók het onderhoud zal meer tijd in beslag gaan nemen, omdat het complexere apparaten betreft om te onderhouden en in te regelen. De druk op de installateur zal daardoor alleen maar toenemen. Zeker nu een aantal onderhoudscontracten, vanwege de coronacrisis, vertraging oploopt.
Deze bijzondere tijden maken duidelijk dat de toekomst voor praktische plug & play oplossingen die zelf aangeven of er service en/of onderhoud noodzakelijk is open ligt. Daarnaast blijft met het oog op het verduurzamen van de gebouwde omgeving de aanwas van nieuw talent en zijinstroom in onze sector meer dan noodzakelijk.

Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie

Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie

  • mei 29, 2020
  • 130 views
Hoe online-proof is uw waardepropositie?

Ook onze sector zit midden in de integrale gezondheids-, maatschappelijk- en economische crisis. Hele waardeketens ondervonden al vanaf januari een terugval in omzet. Werden de eerste waarschuwingen richting onze sector min of meer weggehoond, dreigen deze nu toch werkelijkheid te worden. Volgens een bericht van Techniek Nederland (16 april) ‘moet de grote klap nog komen’. Digitaal wordt voor veel zaken het nieuwe normaal. Want een ding is wel zeker: alles zal niet zo snel weer bij het oude zijn.
De crisis heeft er toe geleid dat de wereld massaal digitaal ging. Partijen die hierop ingesteld waren, doen relatief goede zaken. In een eerdere blog heb ik gezegd: “Elke installateur wordt een ICT dienstverlener”. Ik werd door sommigen nog net niet voor gek verklaard. Maar zie nu, de bedrijven die ook een ‘online’ strategie hebben gekozen en business wise dit hebben vertaald naar bijvoorbeeld xAAS-concepten of Servitisation, merken nu het verschil.
Onze branche en een 1,5 meter economie, dat vraagt veel creativiteit. Aan de oppervlakte zijn er twee vragen te stellen: gebruikt u de digitale mogelijkheden optimaal? En: heeft u de digitale mogelijkheden vertaald naar een goed business model? Kijk je wat dieper, is er een andere essentiële vraag te stellen. Is de waardepropositie (kernbelofte) van uw organisatie al ingericht om digitaal ook echt functioneel bij te dragen aan de veranderende (latente) behoefte van uw klant? Heel concreet: hoe maak je sensortechnologieën functioneel toepaspaar in een 1,5 economie? Bruikbaar, veilig (ook in privacy), schaalbaar etc.
Ook bij een online waardepropositie draait het niet om wat u uw klant kunt bieden, maar om datgene waar uw klant online waarde aan hecht. Is dat een online database met Frequent Asked Questions, een ‘zelfhulp’-tool, predictive services of onderhoud op afstand?
Mag ik u uitdagen? Kijk online voor enkele ondersteunde tools.

Maarten van der Boon

maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten
technische bedrijven in organisatie­-
strategie, innovatie en communicatie.

  • mei 15, 2020
  • 131 views
Littekens

Het zijn rare tijden. Mijn kantoor bevindt zich grotendeels thuis, het beeldscherm is de deur die opent voor gesprekken met medewerkers, vakmensen in de techniek, de werkgevers en het onderwijs. Eén dag in de week rijd ik naar Woerden, een merkwaardige vaak stille tocht die ergens je onrust doet groeien. Want wat doet deze coronacrisis met de techniek?

Sommige bedrijven hebben de afgelopen weken direct ervaren dat het werk minder werd. Sommige bedrijven hebben het nog druk, omdat zij in het tweede kwartaal nog teren op projecten die vóór de crisis zijn verstrekt. Bedrijven hebben te maken met de persoonlijke kant van deze crisis. Hun vakmensen die soms dierbaren hebben verloren. Scholen doen hun uiterste best om jonge vaktalenten in beeld te houden, hen te blijven motiveren en ondersteunen in hun weg naar vakmanschap. Het zijn deze en andere verhalen die raken.

Tegelijkertijd zie ik een samenleving die in snel tempo verder aan het digitaliseren is. Een generatie die roept dat we van deze crisis moeten leren en nu echt in moeten zetten op een andere duurzame samenleving. Ik zie een kabinet dat als opdrachtgever met spoed opdrachten naar voren probeert te halen om daarmee de bouw en techniek een impuls te geven. Ik zie bedrijven die vooruit durven te kijken en de techniek als hun partner zien. Ik zie bijvoorbeeld IW Noord-Holland die via social media campagnes nieuwe leerlingen werft omdat zij met ons geloven in een sector met toekomst. Ik zie nieuwe initiatieven ontstaan, andere manieren van samenwerken en vooral ook de energie om door te gaan.

En dan in mijn werkkamer thuis voel ik me trots en vooral de bewustwording dat we als sector en samenleving blijven geloven in de toekomst. En dat we nu al bezig zijn met de dag van morgen. En de techniek vervult daar een rol in. Misschien met wat littekens, maar sterker!

Sven Asijee
Directeur OTIB

  • mei 8, 2020
  • 129 views
Realiteitszin in de warmtetransitie

Begin februari stond de installatiewereld in het teken van de tweejaarlijkse VSK. De aandacht ging uit naar de 2 W’s: waterstof en warmtepompen. Vanuit de Nederlandse Verwarmingsindustrie voegen we er graag nog een 3-tal W’s aan toe: warmtetransitie, warmteoplossingen en winnaars.

Terug naar de warmtepomp. Deze – feitelijk al jaren bestaande – techniek was prominent te bewonderen op menig stand. Iedere fabrikant kan inmiddels meerdere typen warmtepompen leveren: de all-electric warmtepomp die niet meer weg te denken is in nieuwbouwprojecten en de hybride warmtepomp als prima oplossing voor bestaande grondgebonden woningen voorzien van zowel een gas als elektra-aansluiting.

En dan waterstof. Enkele fabrikanten hebben al een complete waterstofketel ontwikkeld, andere hebben ketels ontwikkeld waarin tot 30% bijmenging mogelijk is. De verwarmingsindustrie is dus in principe klaar voor deze nieuwe energiedrager, maar Nederland nog niet. Er moet de komende jaren het nodige werk verzet worden aan ontwikkeling van kennis, regelgeving en normering. Het daadwerkelijk realiseren van de infrastructuur én de productie van (groene) waterstof zal vanaf 2026 vorm en omvang gaan krijgen. Het op grotere schaal toepassen van waterstof in de gebouwde omgeving is reëel gezien een scenario voor ná 2030. Het ministerie van EZK komt naar verwachting, in april 2020, met de waterstofvisie en de routekaart groengas. Juist dat groene gas kan een belangrijke rol gaan spelen en zou prima de restvraag kunnen invullen voor de 300.000 bestaande grondgebonden woningen als de eigenaren jaarlijks hun cv-ketel niet één-op-één vervangen maar hiervoor een hybride warmtepomp laten installeren.

De hele warmtetransitie begint natuurlijk met het terugbrengen van de warmtevraag. Binnen de nieuwe warmteoplossingen is efficiency een trend. De volgende plug & play energiebesparende maatregelen, gespot op de VSK, helpen daar ook bij:

- zelf inregelende verdeler voor vloerverwarming en radiatoren;

- automatische ontluchting / ontgassing en vuilafscheiding;

- thermostatische radiatorventielen (wat onnodig verwarmen van ruimten voorkomt).

Nog altijd spelen goed opgeleide technici een cruciale rol in de warmtetransitie, want zonder hen wordt installatie, onderhoud en inregelen van de installatie onmogelijk.

In de optiek van de Nederlandse Verwarmingsindustrie zijn we, met een goed uitgevoerde warmtetransitie, straks allemaal winnaars: de consument, de installateur, de gemeenten én de rijksoverheid.

Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie

  • mei 1, 2020
  • 155 views
Ventileren, ventileren en nog eens ventileren

Terwijl er steeds meer onderzoeks- en ervaringsgegevens verschijnen om besmetting met en overdracht van het coronavirus te voorkomen, is het goed om te kijken wat u in de praktijk kunt doen. Naast het toepassen van de bekende RIVM-regels is er een ding wat u heel gemakkelijk zelf kunt doen: ventileren, ventileren en nog eens ventileren.

Uit onderzoek blijkt dat, naast de bekende hoest- en niesdruppels en besmettingen via contactoppervlakken, ook airborne overdracht van het coronavirus meer en meer een besmettingsbron lijkt. In een gedegen adviesdocument van REHVA (Federation of European Heating, Ventilation and Air Conditioning Associations) wordt een onderzoek door dr. Van Doremalen (Doremalen et al, 2020) aangehaald dat aantoont dat het coronavirus dagenlang op oppervlakken kan blijven zitten en tot wel drie uur in de binnenlucht kan blijven zweven. In een niet goed geventileerde ruimte bestaat dus de kans dat zelfs mensen die keurig 1,5 meter afstand houden toch besmet raken. Dit kan zeker ook via besmette oppervlakken gebeuren, tenzij de ruimte op een goede manier wordt gereinigd, zo bleek ook al bij eerdere onderzoeken bij virusuitbraken (Doremalen et al, 2013).

Wat kunt u doen?
Wat kunt u als installateur zelf doen om de kans op besmetting te verminderen? Het antwoord is eenvoudig: ventileer zo veel mogelijk!
- Ventileer maximaal, als het moet zelfs met open ramen
- Zet de LBK niet stil ’s nachts, maar laat deze met een lagere snelheid dan overdag doordraaien
- Voeg overdag zoveel als mogelijk (buiten)lucht toe
- Blijf ook in de weekeinden ventileren
- Vermijd recirculatie van lucht, zet dit uit via het GBS of handmatig
- Doe dit ook als er filters zitten op recirculatie, want het gaat vaak slechts om grovere filters zoals G4/M5/Coarse/ePM10

Filterkeuze
Verandering van luchtfilters is niet persé nodig mits er F7/F8/ePM1 filters zijn toegepast. Deze vangen stofdeeltjes uit de buitenlucht goed af met een filtratie-effectiviteit van ten minste 65% PM1. Hoewel het coronavirus op zich kleiner is (50-160 nm) dan wat de F8 of zelfs fijnmaziger filters kunnen vangen, blijven de virusdeeltjes door diffusie toch in het filter hangen. Het virus verbindt zich ook vaak met grote stofdeeltjes die al in het filter gevangen zijn. Bovendien is de kans dat het virus in de buitenlucht zweeft ook niet heel groot.

Wat kunt u nog meer doen?
Het is belangrijk om de luchtkwaliteit van kantoren, scholen en andere intensief gebruikte ruimten regelmatig te testen om een goed en zuiver binnenklimaat te garanderen. Als metingen daartoe aanleiding geven, is reiniging van kanalen en luchtverdeelsystemen een goede mogelijkheid, zeker als een gebouw vanwege de quarantainesituatie tijdelijk (deels) leeg staat. Maar het is niet persé nodig om nu te doen; virussen die gehecht zitten aan kleine stofdeeltjes zullen niet zo snel neerdalen in kanalen als de LBK continu blijft draaien. Eventueel aanwezige virussen worden dan gewoon afgevoerd naar buiten. Het is wel aan te raden om kanaalreiniging mee te nemen bij het normale onderhoud. Weet u trouwens wanneer het laatste onderhoud is uitgevoerd?

Desinfecteer bij besmetting
Als er iemand met een COVID-19-besmetting in het gebouw aanwezig is geweest, is grondige reiniging van het pand en de kanalen aan te raden. Desinfectie via ‘fogging’ is bijvoorbeeld een bewezen technologie die in staat is om bacteriën en virussen te bestrijden. De behandeling bestaat uit het vernevelen van gecertificeerde producten op basis van waterstofperoxide. Speciale vernevelaars doen hun werk zonder oppervlakken te beschadigen. Een goed uitgevoerde desinfectiebehandeling door ervaren mensen resulteert in doding van bacteriën, schimmels en virussen tot 99,9%.

Onderhoud in het quarantainetijdperk
Normaal onderhoud blijft belangrijk. Zeker ook in gebouwen waar wel doorgewerkt wordt. Stel onderhoud dus niet uit, maar laat dit door ervaren vakmensen uitvoeren. Dus ga bij drukniveau-overschrijding of ‘houdbaarheid’-overschrijding wél wisselen. U hoeft filters niet vaker te vervangen, maar wel tijdig. En kijk meteen goed of de gebruikte filters voldoen om ook het gewone (eveneens gevaarlijke) fijnstof goed af te vangen.

Vakwerk
Filters wisselen, onderhoud en reiniging van LBK’s en desinfectie van gebouwen is vakwerk. Als ervaren vakmensen dit doen, blijft de conditie van een LBK en de kwaliteit van het binnenklimaat langdurig op hoog niveau. Eis van partijen die aan de slag gaan met de LBK ten minste deze werkwijze:
- Werk volgens de richtlijnen van het RIVM
- Doe handschoenen aan
- Zet een masker op
- Werk met een uitgeschakelde LBK
- Voer filters af in een gesloten zak

Zuiver binnenklimaat
Wilt u de luchtkwaliteit in uw pand of de panden van uw klanten laten testen? Of filterwisselingen en onderhoud aan de LBK’s door ervaren specialisten laten doen? Bel dan een partij die veel ervaring heeft met een ‘zuiver binnenklimaat’. Ervaren adviseurs kunnen u precies uitleggen hoe uw pand een zuiver binnenklimaat krijgt volgens een helder plan van aanpak.
Als iedereen zich houdt aan de RIVM-voorschriften en als gebouwbeheerders bovendien de nodige maatregelen nemen, dan komen we hopelijk deze coronacrisis gezond door. Let qua gezondheid op uzelf, uw naasten en uw gebouw(en). #staysafe

 Bert Jan Lambregtse, Marketing Manager bij Vlint

 

 

 

 

 

 

  • april 24, 2020
  • 132 views
“Gezond boerenverstand”

Wie had deze situatie durven voorspellen! Zijn we naïef geweest? Hebben we gedacht: “met alle Chinezen maar niet met den dezen”? Ik denk persoonlijk van wel.

Meer zelfs: Deze crisis heeft me doen inzien dat we de natuur te ver uitgedaagd hebben, teveel de limieten opgezocht hebben van ons eigen kunnen… Om de economische schade in te perken is het uiteraard van essentieel belang dat iedereen zo snel mogelijk – en op een veilige manier – terug aan het werk gaat. Daar bestaat geen twijfel over. Maar om dat te kunnen volhouden moet ieder van ons gezond zijn, in form zijn en dus fysiek en mentaal sterk zijn. Volgens mij is het dan ook hoog tijd om eindelijk eens te kijken naar het grotere geheel.

“Never waste a good crisis”
Enkel focussen op ‘de geleden schade op zo kort mogelijke termijn willen inhalen’, zonder uit te zoomen en te analyseren welke structurele veranderingen nodig zijn in een post corona tijdperk, zou volgens mij een gemiste kans zijn. Dit is het uitgelezen moment om stil te staan bij wat er in het verleden verkeerd gelopen is en wat daarvan de oorzaken waren. Kwestie dat we in de toekomst kunnen voorkomen, eerder dan te moeten genezen.
Als ik terug kijk naar mijn kindertijd, hadden wij een bal, een fiets en het verlangen om buiten te spelen.
We moeten wat mij betreft op zoek naar een nieuwe balans voor de toekomst. Eentje die het midden houdt tussen het artificiële en het natuurlijke, tussen opnieuw het maximale halen uit onze productie enerzijds, en de fysieke en mentale gezondheid op peil houden van de mensen die daarvoor instaan anderzijds.

Dichter bij de natuur
En dat is waar we ons bij Renson al van lang voor deze crisis van bewust waren. Door de natuurelementen (zon, licht, lucht) slim in te zetten brengen we de natuur opnieuw dichter bij de mens. Mensen moeten gezond kunnen leven en wonen willen ze maximaal kunnen bijdragen om onze economie te doen heropleven. Mensen moeten zich in de beste omstandigheden kunnen ontspannen, kunnen sporten, gezonde voeding tot zich nemen, goed recupereren (gezonde nachtrust), optimaal kunnen genieten van wat de natuur te bieden heeft, willen ze de nodige energie kunnen op doen. Of zoals de baseline van Renson het zegt: ‘Creating Healthy Spaces’.
We moeten volgens mij opnieuw meer ‘buitenmens’ worden, en er opletten dat we niet enkel nog voor de laptop, tv of smartphone hangen. Zeker als je weet hoe buitenleven een positieve invloed kan hebben op onze ontwikkeling, herstel en ons welbehagen. Met de natuur als bondgenoot houden we ieders fysieke en mentale gezondheid op peil.
Deze ongeziene crisis daagt ons uit om concreet stil te staan bij hoe we in de toekomst anders te werk moeten gaan. Denk aan telewerk en flexibel werken dat kan bijdragen tot een oplossing voor de ellenlange files. Denk aan het groeiende belang van lokaal kopen en lokaal produceren. Er moet een transitie komen naar een duurzame economie met meer aandacht voor gezondheid en natuur. “Health is wealth”
Laat binnen en buiten in elkaar overlopen. Laat de natuur terug toe in de stad. We moeten uit deze crisis leren om sterker te staan voor de toekomst. En als ik daarbij één raad mag geven: dan is het vooral om vooruit te blijven kijken. Wij zijn bijvoorbeeld een bedrijf dat innovatie hoog in het vaandel draagt, wel… daar blijven we op inzetten, zowel op het vlak van R&D, IT als marketing. Met één duidelijk doel voor ogen: om ons te blijven onderscheiden, ook als dit alles voorbij is.
Een duurzame economie gedreven door innovatie en met oog voor de gezondheid van iedereen: daar ligt de sleutel van het succes om onze economie er na een crisis als deze weer helemaal boven op te helpen. Als we allemaal samen ons ‘gezond boerenverstand’ gebruiken lukt ons dat zonder twijfel!

Ik wens iedereen alvast veel sterkte, … goede moed en hou het gezond!

Paul Renson, CEO Renson