• april 17, 2020
  • 119 views
Ketenduurzaamheid

Wat heeft een warmtepomp voor nut als het elektra nog in een gascentrale opgewekt wordt? Het zal niet de eerste keer zijn dat ik zoiets hoor, maar hoe zit het nu eigenlijk? Daarom gaan we dit keer in deze column eens globaal kijken naar hoe zich dit vertaalt in de werkelijkheid.

Laten we eens een klein stukje energie volgen. Stel dat er 10 kWh aan energie benodigd is voor verwarming. Deze 10 kWh vertaald zich grofweg in 1 m3 gas, dus voor die verwarming is net iets meer dan 1 m3 gas nodig, namelijk 1,04 m3 aardgas, doordat een hr-ketel ongeveer 96% rendement heeft.

En hoe zit het dan met de warmtepomp? Voor deze grove berekening stellen we dat een warmtepomp een SCOP van 4 heeft. Een waarde die voor lucht/water-warmtepompen haalbaar is en bij bodemenergiesystemen zeker haalbaar moet zijn. Om de 10 kWh aan warmte te leveren, zal deze warmtepomp in dat geval 2,5 kWh elektra nodig hebben. De beste aardgascentrale heeft een elektrisch rendement van ±60%. Er zal in dat geval dus 4,2 kWh aan energie nodig zijn om 2,5 kWh aan elektra te produceren, ofwel 0,42 m3 gas. Is de energiecentrale nu slechter met bijvoorbeeld 40% rendement, dan is hiervoor 6,25 kWh nodig, ofwel 0,62 m3 gas.

Dus zelfs als de elektra t.b.v. een warmtepomp met aardgas opgewekt wordt, dan zal er minder gas nodig zijn dan wanneer dit rechtstreeks met een hr-ketel verwarmd wordt. En als de restwarmte van de energiecentrale gebruikt kan worden, wordt het alleen maar positiever. Het omvormen van huizen richting all-electric verwarming, zelfs als de bron niet schoon is, heeft dus positieve impact. Er is alleen een blijvende taak voor onze overheid om de elektraproductie te verbeteren.

Tim Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk

[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]

 

  • april 14, 2020
  • 121 views
Waarom stellen we nu servicebezoeken uit?

Ook ik zag op dinsdag 7 april de persconferentie van de minister-president en bedacht me, wat wordt het nieuwe normaal? Volgens Mark Rutte leven we straks in een veranderde maatschappij - de anderhalve meter maatschappij. Maar hoe ziet deze er precies uit?

Er wordt aan ons allemaal gevraagd of we die maatschappij samen kunnen gaan vormgeven. Ook scholen en bedrijven moeten serieus gaan nadenken over hoe zij zich hieraan gaan aanpassen. We kunnen na onze intelligente lockdown, echt niet zomaar weer terug naar de situatie waaraan we gewend waren.

Vanuit ons netwerk horen we vele signalen van installateurs en opdrachtgevers. We spreken namelijk dagelijks met honderden personen uit onze branche en we merken dat er verandering gaande is. Opdrachtgevers worden terughoudender en stellen opdrachten steeds meer uit. De meest gehoorde opmerking is dat bewoners problemen hebben met de aanwezigheid van monteurs van verschillende bedrijven. En voor problemen die nu ontstaan, waarvoor de bewoner direct een oplossing wil, is het belangrijk dat er een monteur langskomt. Maar op dit moment worden servicebezoeken voor regulier onderhoud of aanpassingen, die vanwege renovatie worden gedaan, liever uitgesteld. Dit stopt de keten, zorgt ervoor dat systemen niet worden vernieuwd en het vergroot de kans dat oude installaties moeten worden gerepareerd om te zorgen dat de bewoner deze kan gebruiken. Dat geldt voor alle installaties en ook voor bijvoorbeeld de renovatie van een toegangshal of een keukenblok.

Is dit de juiste keuze? Of kan er op een intelligente wijze zekerheid aan de bewoner worden gegeven, zodat er aan alle mogelijke gevaren wordt gedacht? Kijk maar eens naar hoe volslagen onbekenden rekening met elkaar houden tijdens een wandeling op straat. Nederlanders zijn al coöperatief en sociaal en op deze basis kunnen we in Nederland deze intelligente lockdown gestalte geven.

Dus, waarom zouden we ook niet geplande renovaties en aanpassingen uitvoeren? Maar dan wel met de juiste maatregelen? Op diverse plaatsen hebben installateurs en opdrachtgevers een protocol gemaakt waarmee, met vertrouwen van alle partijen, de werkzaamheden kunnen doorgaan.

Ik geloof dat het kan! En tegelijkertijd weet ik ook dat het mij verweten kan worden dat ik spreek voor eigen parochie. Maar willen we niet allemaal dat we na deze periode weer snel onze bedrijven gezond kunnen doorzetten? In de afgelopen paar jaar konden we bijna geen opgeleide monteurs vinden, omdat niemand er nog voor kiest om een opleiding elektrotechniek, loodgieter of houtbewerking te volgen. We moeten er dus met zijn allen voor zorgen dat het gekwalificeerde personeel, dat nu bij installatiebedrijven werkt, daar ook kan blijven werken! Vroeg je een installatiebedrijf voor de coronacrisis om iets te doen in je woning (verbouwen of installeren), kwam je op een wachtlijst te staan. Veel installatiebedrijven zaten vol met werk tot eind 2020 en zelfs tot aan de helft van 2021! Als we nu gaan verschuiven zal dat betekenen dat opdrachten vaak niet kunnen worden uitgevoerd in het komende jaar. Het is dus erg onverstandig om projecten uit te stellen, het is beter de juiste maatregelen te nemen!

Ik durf met zekerheid te zeggen dat als we nu gaan uitstellen, het in de toekomst moeilijker wordt om de juiste mensen te vinden, want ze staan op straat! En de hoeveelheid werk kan straks niet meer worden ingehaald. Dus waarom stellen we nu servicebezoeken uit, terwijl deze met de juiste maatregelen gewoon door kunnen gaan?

Ik roep daarom de techniekbranche en zijn opdrachtgevers op om uitstellen van projecten te heroverwegen. Het is onze toekomst! Maar het is ook voor onze eigen woningen of die van onze tantes en ouders waarvan we willen dat alles werkt. Mijn collega’s en ik willen graag helpen om bewoners te overtuigen en te helpen met protocollen en voorwaarden te scheppen waarmee we tijdens deze intelligente lockdown, intelligent kunnen doorwerken.

Peter van Veen, directeur Comelit Nederland BV

  • april 10, 2020
  • 129 views
De coronacrisis samen overwinnen

De coronacrisis zorgt voor een nieuwe werkelijkheid. Het treft ons allemaal. Persoonlijk maar ook in het werk. Wat kunnen we wel en wat kunnen we niet doen in de techniek? We hebben contact met klanten, we werken in teams samen, we gaan samen op weg naar een klus. Wat betekent dat voor mij als persoon? Wat kan wel en wat kan niet? Veilig werken heeft de afgelopen weken een andere invulling gekregen en staat meer dan ooit op ieders netvlies. En dat geeft vragen! De Helpdesk Corona Bouw en Techniek geeft antwoorden aan vakmensen en bedrijven. Bel 085-080 1544 en leg je vragen voor. Of kijk op de website: www.helpdeskcorona-bt.nl . Maar je kan ook contact opnemen met Arbotechniek via corona@arbotechniek.nl.

Deze crisis raakt de bedrijven in de techniek ook in hun economische activiteiten. De duurzaamheidsmakers van deze samenleving worden vaak hard getroffen. De beloofde steun van de overheid is welkom, en hopelijk voldoende om onze vakmensen op de weg te houden. Maar als branche moeten we ook zelf gaan vooruit kijken en denken in kansen. Na deze crisis hebben we een maatschappij die zich wellicht nog meer bewust is van bijvoorbeeld duurzaamheid, een gezonde gezondheidszorg, schone lucht, goede ICT-verbindingen en het belang van goed vakmanschap. Het is een hard gelag nu, zeker. Dat onderschat ik niet. Maar de optimist in mij gelooft ook in de nieuwe kansen.

Wat ik deze dagen zie groeien, is de inzet van nieuwe digitale vormen van leren. Online trainingen die op elk tijdstip gevolgd kunnen worden; webinars die aansluiten op de vragen die nu leven. Online leren en kennis opdoen krijgt in deze een enorme boost. De opleiders bewegen mee en tonen dezelfde elasticiteit die we ook zelf tonen. Maak er gebruik van. Wij zullen waar nodig dit stimuleren.

Als OTIB doen we wat we kunnen om vakmensen te ondersteunen, en waar mogelijk zorgen we voor bruikbare informatie en maatregelen. Onze veerkrachtige branche zal deze crisis overwinnen. En dat gaan we samen doen!

Sven Asijee
Directeur OTIB

  • april 8, 2020
  • 129 views
Waarom handen wassen als de kraanhendel vol bacteriën zit?

Een belangrijke veiligheidsmaatregel tegen het coronavirus is het goed wassen van de handen. 80% van infecties ontstaat door niet of gebrekkig handen wassen. Maar wat is het nut van handen wassen als de hendel waarmee de kraan dicht wordt gezet, vol bacteriën zit?

Het coronavirus kan in de lucht een paar uur ‘overleven’, maar nog langer op sommige oppervlaktes. Zo kan het op staal 72 uur, dus 2 tot 3 dagen, overleven. Het wassen van de handen is een van de meest effectieve manieren om besmetting en overdracht van bacteriën te voorkomen maar met vuile handen wordt de kraan geactiveerd om de handen te kunnen wassen. Daarna moet men met de schone handen de kraan weer dicht zetten. Zo kunnen kranen een besmettingsbron worden.

Contactloze kranen
Vanuit hygiënisch oogpunt zijn contactloze kranen daarom de beste keuze. Als oppervlakten niet aangeraakt worden, kan er ook geen overdracht van bacteriën of andere ziekteverwekkers plaatsvinden. Dankzij contactloze bediening wordt de overdracht tussen personen tot 80% verminderd ten opzichte van een handmatige bediening. Dat is vooral belangrijk in gebouwen met strenge hygiëne-eisen zoals ziekenhuizen, zorginstellingen, kinderdagverblijven en voedselverwerkende bedrijven.

Zelfsluitende kranen
Een andere optie zijn zelfsluitende kranen. De kraan wordt handmatig opengezet maar stopt de waterstroom automatisch. Met zelfsluitende kranen hoeft de kraan na het wassen van de handen niet meer aangeraakt worden om de waterstroom te stoppen. De kraan regelt dit automatisch dankzij een vooraf ingestelde timer. Hendelkranen moeten na het wassen van de handen opnieuw worden aangeraakt om de kraan te sluiten en dat kan leiden tot het herbesmetten van de handen.

Ook zuiniger
Tijdens het handenwassen staat de kraan meestal even open. Hierdoor wordt er gemiddeld tijdens het wassen van de handen rond de 4 liter drinkwater gebruikt. Met een contactloze kraan worden handen grondig gewassen, waarna de kraan vanzelf stopt middels een sensor. Dit kan voor een waterbesparing tot 70% zorgen.

Andere contactloze sanitairoplossingen
Niet alleen kranen van wastafels zijn een risico voor de overdracht van ziekteverwekkers maar ook andere armaturen en oppervlaktes in sanitaire ruimtes, die aangeraakt worden. Denk bijvoorbeeld aan de spoelknoppen van wc’s en urinoirs. Naast een uitgebreid assortiment elektronische contactloze kranen zijn er ook contactloze oplossingen voor wc- en urinoirspoelsystemen leverbaar, waarbij verschillende soorten sensoren ingezet kunnen worden.

Sensoren
Een infraroodsensor detecteert de aanwezigheid van een gebruiker en geeft het ingestelde spoelvolume contactloos vrij zodra de gebruiker het registratiebereik van de sensor heeft verlaten (zonebewaking). Een sifonsensor is in de sifon geïntegreerd en activeert de spoeling bij beweging en temperatuurverandering in de urinoirsifon. Hij herkent betrouwbaar de door de gebruiker gegenereerde spoelbehoefte - zelfs bij aanzienlijke afzetting van urinesteen of verkorsting. Indien de sifoninhoud uitdroogt of door onderdruk in het afvalwatersysteem wordt gezogen, wordt het vloeistofpeil in de sifon automatisch aangevuld.
De activering van een keramieksensor vindt plaats bij het detecteren van een urinestraal in het closet. De kleine sensor die op de achterkant van het keramiek wordt geïnstalleerd, bewaakt de binnenruimte. Als deze een vloeistofstraal detecteert, wordt de spoeling automatisch geactiveerd. Indien de sifon of de afvoerleiding verstopt raakt, verhindert de sensor met een spoelstop dat het bekken overloopt. Bij veelvuldig gebruik van de sanitaire ruimte schakelt de elektronica automatisch op waterspaarmodus (»stadiongebruik«). De spoeling gebeurt dan slechts één keer per minuut - net zo lang tot de gebruiksfrequentie weer daalt.

Ombouwen i.p.v. vervangen
Elektronische sensoren bieden een hygiënische (en bovendien waterbesparende) mogelijkheid voor gebouwbeheerders. Een verbouwing is helaas niet altijd mogelijk aangezien deze veel tijd en geld kost. Met opbouwoplossingen zoals de Schelltronic kan zonder verdere verbouwingshandelingen een oude, manuele urinoir-spoelkraan door een infraroodgestuurde kraan worden vervangen. De infraroodsensortechniek zorgt ervoor dat de spoeling contactloos geactiveerd wordt. Alle componenten zijn eenvoudig toegankelijk en via stekkers met elkaar verbonden. En indien een batterij vervangen moet worden, dan knippert een LED goed zichtbaar in het sensorvenster. Een batterijwissel duurt slechts 2 minuten.

Dit artikel is geschreven door Schell, armaturenspecialist uit Duitsland, producent van intelligente kraantechnologie en gebouwbeheersystemen voor sanitaire installaties.

 

  • april 6, 2020
  • 138 views
Wat is er slim aan Smart?

Tegenwoordig is alles smart. Voor de meeste mensen begonnen met de smartphone en nu gebruikt voor allerlei doeleinden. Maar wat is nu precies ‘dat’ wat iets tegenwoordig smart maakt?

Een slimme telefoon, wie zat daar nu op te wachten? Toen op 29 juni 2007 de allereerste iPhone werd geïntroduceerd waren er veel mensen die deze ontwikkeling onnodig achtten. Met onze huidige telefoons konden we elkaar goed bereiken door te bellen of een SMS te sturen, daar was de (mobiele)telefoon toch immers voor bedoeld? Nee, alle andere mogelijkheden die de smartphone met zich mee bracht hadden we destijds niet nodig. Nu ruim 12,5 jaar later kunnen we eigenlijk niet meer zonder.

Smart… wat nog meer
We zien dezelfde ontwikkeling terug binnen de huidige energietransitie. Of het nu gaat om een Smart Home, een Smart Building, Smart Charging, een Smart Grid of zelfs een hele Smart City. Meer en meer worden de voordelen (gemak, comfort, energie- en kostenbesparing of gewoon de noodzaak van een stabiele infrastructuur) ingezien van het slim maken van een gebouw, woning of (laad)infrastructuur.
Waarom moet de thermostaat altijd aan staan, blijven de lichten nog branden als er niemand meer aanwezig is of gebruiken we onze energie niet op het moment dat dit beter/goedkoper is? Met de groei van de elektrische auto wordt het ook steeds belangrijker dat we op een slimme manier omgaan met het laden van al deze auto’s. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we geen overbelasting veroorzaken in een woning, gebouw of elektriciteitsnet? Deze zaken kunnen eenvoudig geregeld worden door gebruik te maken van de juiste producten in combinatie met slimme software en connectiviteit.

Connectiviteit is het echte smart
Connectiviteit is een cruciaal onderdeel voor het succesvol laten verlopen van de energietransitie. Waar huis- en gebouwautomatisering al langere tijd een bekend fenomeen is, is het nu tijd voor de volgende stap. Want wanneer we dit kunnen integreren en op de juiste wijze laten communiceren met bijvoorbeeld energiemanagement oplossingen maken we onze omgeving echt slimmer. Daarmee maken we het mogelijk om vraag en aanbod te sturen; gebruik maken van de juiste data hierin is cruciaal.
Stel jezelf daarom regelmatig de vraag; is datgene wat ik vandaag oplever ook geschikt om morgen te “praten” met de omgeving om zich heen. Want alleen dan werk je mee aan een toekomstbestendige oplossing. En dat is nu wel echt slim.

Kees Jan ’t Mannetje, ABB Business Development specialist

Duurzaamheid en bewustwording worden steeds belangrijker. De energietransitie is in volle gang. Kees Jan ’t Mannetje werkt sinds 2004 bij ABB. In zijn rol als Business Development volgt hij de ontwikkelingen op het gebied van energietransitie op de voet. Zijn expertise: digitalisering in combinatie met sociale innovatie waarbij zijn interesse ligt bij nieuwe technologieën.
In de praktijk betekent dit dat hij werkt aan nieuwe businessmodellen en -concepten rondom Smart Energy Management. Daarnaast was hij betrokken bij het ontwikkelen van de energieprestatie monitoringnorm en een proeftuin voor het opzetten van een lokale energiemarkt waarbij techniek, digitalisering en sociale innovatie samenkomen.
Als spreker weet hij de mensen te inspireren over onderwerpen als het nieuwe energielandschap, de rol van digitalisering hierin en welke impact sociale innovatie heeft. Meer weten over ABB en de energietransitie, kijk dan hier.

  • april 3, 2020
  • 126 views
Duurzame begint bij juist gebruik van gereedschap én materialen

Veiligheid en betrouwbaarheid van verwarmingsinstallaties is een steeds terugkerend thema. Het verrichten van onderhoud mét de juiste gereedschappen is daarbij van groot belang. Het spreekt voor zich dat gereedschappen jaarlijks gecontroleerd moeten worden op goed functioneren – en zo nodig geijkt en gekalibreerd moeten worden –, want een vertekende uitslag na een rookgasanalyse of een onjuiste gasdruk kan kritische gevolgen hebben.

Het onderhouden van gasverbrandingsinstallaties is een zorgvuldige taak die per 1 juli 2020 alleen nog uitgevoerd mag worden door gecertificeerde bedrijven én monteurs. In de beleving van de Nederlandse Verwarmingsindustrie is dit een goede eerste stap om het aantal koolmonoxide slachtoffers te minimaliseren. Echter, zolang het periodiek onderhoud aan gasverbrandingsinstallaties niet verplicht is, blijft de certificering van bedrijven een halve maatregel. Van de 6,6 miljoen centrale verwarmingsinstallaties in Nederlandse huishoudens, wordt aan circa de helft geen onderhoud gepleegd. Door het wettelijk verplicht periodiek uitvoeren en registreren van onderhoud:

-gaat het comfort in huis omhoog;

-gaat de veiligheid in huis omhoog;

-wordt de betrouwbaarheid van de installatie gegarandeerd;

-wordt de levensduur van de installatie verlengd;

-wordt er aanzienlijk meer energie bespaard;

-gaat de gasrekening omlaag;

-gaat de CO2 uitstoot omlaag;

-is bij een recall door de fabrikant eenvoudig te achterhalen waar toestellen zijn opgesteld.

Door kwalitatief onderhoud kan de levensduur van een verwarmingstoestel verlengd worden. Maar de gebruikte materialen en componenten in het toestel spelen daarin ook een significante rol. Met het juiste ontwerp zijn materialen opnieuw te gebruiken óf hoogwaardig te recyclen. Daarbij is ook het type materiaal van groot belang. Metalen en kunststoffen hebben niet alleen een verschillende milieu-impact tijdens de productie, ook de wijze van hergebruik, refurbishment of recycling aan het einde van de functionele levensduur is anders.

Wanneer installaties meer circulair zijn, zijn ze dus aantrekkelijker voor bewoners én gebouwbeheerders. Door het gebruik van herbruikbare materialen, met een lage milieu impact, worden stappen gezet naar een circulaire economie. In de toekomst zou een verwarmingstoestel, dat is voorzien van herbruikbare componenten en materialen én waaraan regelmatig onderhoud wordt gepleegd, dan zomaar eens geen CO2 uitstoot meer kunnen genereren tijdens productie en gebruiksfase.

Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie

  • maart 31, 2020
  • 138 views
Warmtewiel wel of niet stilzetten vanwege coronavirus?

Naar aanleiding van de huidige coronavirus pandemie kwam REHVA, de Europese overkoepelende vereniging voor klimaatinstallaties, medio maart met aanbevelingen voor het beheer van luchtbehandelingsinstallaties. Verschillende brancheorganisaties, zoals de TVVL, ISSO en Eurovent namen hun aanbevelingen bijna klakkeloos over en ook de nodige vakmediab besteden de nodige aandacht aan het verspreiden van het coronavirus via ventilatiesystemen. Als snel kwam er een tegenreactie uit de branche; ‘Moet het warmtewiel nu wel of niet stilgezet worden?’

Eén van de aanbevelingen was dat het warmtewiel uitgezet moest worden en dat we het energieverlies of de extreme kou in het kantoor maar voor lief moesten nemen. Als je het lijvige Engelstalige rapport van REHVA doorleest dan heb je al snel door dat veel van de aanbevelingen niet gestoeld zijn op exacte wetenschap en er veel op aannames gebaseerd is.

 

Vragen vanuit de markt

Al snel kreeg ik als directeur van Ned Air vragen hoe er met de door Ned Air geleverde luchtbehandelingskasten en ventilatie-units omgegaan moest worden. Mijn eerste vraag die ik mezelf stelde was ‘kan een virus in de luchtbehandelingskast komen?’ en als 2e ‘kan er dan via het warmtewiel overdracht van de retour lucht naar de toevoer lucht plaatsvinden?’. Wat betreft het antwoord op de eerste vraag was het mij al snel duidelijk dat er in het geval van het coronavirus nog te weinig van bekend is. Toch acht ik persoonlijk de kans klein dat als de installatie goed ontworpen en geïnstalleerd is dat het virus de luchtbehandelingskast bereikt. Mocht dit toch gebeuren dan moet het virus zich aan de lamellen van het warmtewiel hechten en eenmaal in de toevoerlucht weer loslaten. Deze kans leek mij persoonlijk nog kleiner.

 

Wetenschappelijk onderbouwt

In de aanbeveling van REHVA werd beschreven hoe onbedoelde recirculatie tot stand komt bij toepassing van een warmtewiel waarmee warmte uit retourlucht wordt gehaald om er de koude toevoerlucht mee te verwarmen. Lekkage door het drukverschil tussen toevoer- en retourlucht, en lekkage die veroorzaakt wordt door de draaisnelheid van het warmtewiel, zorgt ervoor dat recirculatie een groot deel het ventilatiedebiet kan omvatten. Daarom luidde de aanbeveling om het warmtewiel, indien aanwezig, tijdelijk uit te schakelen, om zo te voorkomen dat virusdeeltjes vanuit de ‘vuile’ afvoerlucht kunnen lekken naar de toevoerlucht.

Uit wetenschappelijk onderzoek is echter gebleken dat bij luchtlekkage in een warmtewiel met name gassen worden doorgelaten, maar vrijwel geen vaste deeltjes. Hierdoor is het risico dat virusdeeltjes meeliften op gelekte lucht heel beperkt en kunnen warmtewielen, mits goed ontworpen, gewoon in werking blijven. Wel moet uiteraard iedere vorm van recirculatie uitgezet worden. Tenslotte wil je gezonde buitenlucht binnen brengen en de vervuilde binnen lucht afvoeren.

 

Logisch beredeneren

Het mag duidelijk zijn dan je met logisch beredeneren en een dosis gezond verstand je een heel eind kan komen. Zo was het ons al snel duidelijk dat geen standaard filter het coronavirus tegen houdt. Dus het advies om de filters niet te vervangen riep bij ons dan ook geen verdere vragen op.

 

Wel of niet bevochtigen?

Het is bekend dat bij een lage relatieve vochtigheid van 50% de levensvatbaarheid van veel RNA-virussen (bijvoorbeeld influenza) beperkt is, maar dit blijkt niet te gelden voor het coronavirus. Het coronavirus is levensvatbaar tot een veel hogere relatieve vochtigheid van 70-80%. Geconcludeerd mag worden dat om al deze redenen het effect van bevochtigen nihil is. Het advies van REHVA is dan ook om bevochtigingsinstallaties uit te zetten! Ook dit advies kan je in twijfel trekken. We weten allemaal dat mensen met astma of krupp gebaat zijn bij een hoge luchtvochtigheid. Waarom zou je dan de bevochtigingsinstallatie uitzetten als het toch geen invloed heeft op het virus, maar wel direct invloed heeft op de behagelijkheid in de ruimte en de gezondheid van de aanwezige mensen.

 

Wel of geen onderhoud

Ook krijg ik dagelijks de vraag hoe je op dit moment met onderhoud moet omgaan. Mijn eerste reactie is dat, aangezien er nog zoveel onduidelijkheden zijn, luchtbehandelingskasten die goed functioneren lekker hun werk laten doen en het onderhoud tijdelijk uitstellen tot er meer bekend is. Daarentegen zijn veel scholen en horeca gelegenheden leeg, dus juist een ideaal moment om onderhoud te plegen. Toevallig weet ik dat het Rijsvastgoedbedrijf bezig is met het opstellen van een onderhoudsprotocol voor de luchtbehandelingskasten op de ziekenhuizen. Uiteraard moeten deze LBK’s  in de huidige periode altijd goed blijven functioneren.

 

Rectificatie

Inmiddels heeft REHVA zijn eigen document gerectificeerd, helaas zijn er maar weinig partijen in Nederland die dit voorbeeld hebben gevolgd met als gevolg veel onduidelijkheid bij diverse marktpartijen.

 

Deze blog heb ik naar beste kunnen, eer en geweten opgesteld. Ik wens jullie veel sterkte en gezondheid toe in deze bizarre periode. Mochten jullie vragen en/of opmerkingen hebben schroom niet om ze te stellen.

 

Wouter Wijma
Algemeen directeur Ned Air BV

  • maart 27, 2020
  • 131 views
Limited editions

Op dit moment worden de eerste woorden geschreven voor de verkiezingsprogramma’s waarmee de politieke partijen de strijd aangaan voor uw stem in 2021. Ik kan mij indenken dat u daar niet mee bezig bent. De politiek staat toch al vaak ver weg van de dagelijkse werkelijkheid van vakmensen in de techniek. Maar de doelstellingen die in Den Haag op tafel liggen (ook straks bij de verkiezingen) raken onze branche en onze uitdagingen. Met de inzet op de energietransitie en een proactief klimaatbeleid, staan we als techniek midden in het politieke debat.
Een belangrijk onderwerp dat essentieel is voor het realiseren van duurzaamheidsdoelstelling is de krapte op de arbeidsmarkt. En dat begint in het onderwijs. Steeds minder leerlingen van groep 8 krijgen een vmbo-advies. Ging voorheen ongeveer 60% van de jongeren naar het vmbo, tegenwoordig gaat 60% naar havo/vwo. Ik ben ervan overtuigd dat álle opleidingen – van praktijkonderwijs tot universiteit – nodig zijn, maar de beeldvorming rond het vmbo houdt ouders, leerkrachten en leerlingen tegen te kiezen voor een opleiding waarin het doen centraal staat. Het betekent dat vmbo’ers in de toekomst niet alleen de special editions, maar ook de limited editions zullen zijn. Een rampzalige ontwikkeling. Daar zijn we nog onvoldoende van doordrongen.
Dus aan de schrijvers van de verkiezingsprogramma’s die nu bezig zijn hun goede voornemens op papier te zetten, doe ik een oproep het techniekonderwijs te blijven promoten, ondersteunen en stimuleren. We hebben doeners nodig voor de verduurzaming van Nederland. Mensen die met hart, handen en hoofd werken en die in de praktijk brengen wat we graag willen: een toekomstbestendige leefomgeving. En bent u niet overtuigd? Bedenk dan goed wie uw ambities in de praktijk waarmaken… Ik nodig u graag uit voor een werkbezoek.

Sven Asijee
Directeur OTIB

  • maart 20, 2020
  • 136 views
Echte 24/7-service

Service de hele dag, de hele week, het hele jaar door… Je hoort het ook in de installatiewereld heel vaak; een reclame slogan voor velen.

Maar hoe erg wordt deze service nageleefd. Zijn we 24 uur per dag het hele jaar door bereikbaar of staat er een antwoordapparaat of voicemail achter het nummer. Direct opnemen gebeurt ook, maar dan zijn het vaak de standaard vragen, en wordt er een notitie gemaakt die weer doorgegeven wordt

Een directe actie na een telefoontje… Gaan we midden in de nacht een cv-installatie bijvullen of een lekkende radiatorkraan vervangen? Kunnen we er ook op rekenen dat, indien er meerdere mensen nodig zijn om het probleem op te lossen, die ook gelijk paraat staan?

Ik denk dat de insteek van 24/7 ruim genomen moet worden. Waarbij echte acute storingen als een brandje of overstroming natuurlijk ook met hele grote spoed verholpen moet worden. Maar vaak doet een geruststellend woord al wonderen. Daarna een afspraak maken voor de volgende morgen lost het acute probleem vaak al op.

Zelf heb ik recent meegemaakt dat 24/7 in de medische zorg wél echt is. De Intensive Care is drie dagen mijn plek geweest. En daar heb ik gezien en meegemaakt hoe het is om 24 uur alert te zijn, zorg te bieden, elkaar te helpen als er hoge nood is, te overleggen met elkaar over hoe een patiënt te helpen. In een drieploegendienst de hele week, dus ook in de weekenden. En dan ook nog een opbeurend gesprek voeren. Ik heb diepe bewondering gekregen voor deze afdeling, de organisatie en de werkwijze. Dat is echte 24/7-service.

Dick Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk

[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]

  • maart 13, 2020
  • 143 views
De gouden cirkel van waarde

Mijn vorige blog eindigde met een tip om een het Business Model Canvas te gebruiken voor het ontwikkelen van waardeproposities. Dit model laat eigenlijk in één oogopslag zien dat het begrip waarde centraal samenhang heeft met allerlei andere facetten van uw bedrijf.

Het woord propositie kent meerdere verklaringen. In de marketing vaak geduid als aanbod. Toch is het meer dan dat. Het geheel van product-/diensttechnische, psychologische, communicatieve en service-aspecten dat u voor uw klant ontwikkeld. Ik duid waardepropositie dan ook als ultieme klantbelofte.

Het lijkt eenvoudig, maar ‘t is lastig zat. Menig installateur beantwoordt de vraag wat hem of haar nu onderscheidt van de concurrent met: “Ik maak mooie installaties in x, y of z en lever kwaliteit, service, kennis, advies etc.” Dit zijn antwoorden die het ‘wat’ je doet beschrijven. En: dat doet een ander ook. Sommige installateurs gaan een stapje verder. Een professionele look & feel, een informatieve website, gekwalificeerd en deskundig personeel, lid van een branchevereniging etc. Dit is druk zijn met te vertellen ‘hoe’ ze het werk doen. Het wat en hoe: vangt dat de waarde? In essentie is het eigenlijk bühne-werk. Overigens, wel belangrijk, want het draagt bij aan waarde wanneer dit goed gefundeerd is.

Aan welke diepere klantbelofte werkt u dagelijks? Wat maakt het dat uw klanten met u zaken doet? Waarom zouden andere dat ook moeten doen? Waarom bent u installateur geworden? Een goede, toekomstvaste (duurzame) waardepropositie vangt zich in een klantbelofte die de (latente) behoefte van die klant beantwoordt. De Brit Simon Sinek ontwikkelde hiervoor een eenvoudig denkmodel, wat hij noemde ‘de gouden cirkel’. Samengevat: “Iedereen weet wat hij doet, een gedeelte weet hoe hij het doet, maar weinigen weten waarom hij het doet.” Start een waardeontwikkeling met de vraag: waarom?

Maarten van der Boon

maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten
technische bedrijven in organisatie­-
strategie, innovatie en communicatie.