• april 12, 2019
  • 158 views
Leertouwer 90 jaar: “Een familiebedrijf waar je geen nummer bent”

Leertouwer uit Barneveld bestaat 90 jaar. Met de twee broers Kampman, die al 20 jaar opvallend aanwezig zijn op de achtergrond bij de technisch dienstverlener, blikken we in een interview terug op hun tijd bij het bedrijf en de ontwikkelingen in de branche.

De Kampmannen staan garant voor vakkennis, treffende anekdotes en bovenal verbaasde gezichten. Jan en Hans Kampman zijn eeneiige tweelingbroers die al vanaf september 1996 bij Leertouwer werken. Het is nog steeds een iconisch Leertouwer duo maar vroeger leken ze zoveel op elkaar, dat mensen moeite hadden om ze uit elkaar te houden. Toen ze met de trein vanuit Ede voor het eerst bij Leertouwer aankwamen, dacht een collega zelfs dat hij dubbel zag.

Al vroeg actief met zonne-energie
Direct nadat Jan en Hans van de HTS afkwamen, startte hun loopbaan bij Leertouwer. Jan begon op de afdeling werkvoorbereiding en Hans startte als calculator. Ze kwamen in een drukke tijd, dus er was genoeg werk en vraag naar technische kennis.
Hans had tijdens zijn studie ook wat met zonnepanelen gedaan en dat vond de toenmalige directeur, meneer Van der Boon senior, wel interessant. Tegenwoordig is zonne-energie heel normaal, maar toen was dat heel bijzonder. Eén van de eerste projecten die ze deden was het aanleggen van zonnepanelen in Madurodam. Daardoor was Leertouwer één van de eerste Nederlandse bedrijven die actief waren met zonne-energie.
Daarnaast groeide Leertouwer ontzettend hard, dus de verhuizing naar het huidige pand stond op de planning. Hans heeft daarvoor, samen met andere collega’s, het ontwerp van de installaties gemaakt.

“De betrokkenheid is heel erg groot hier”
De broers zijn er trots op dat Leertouwer bij collega’s en in de markt bekend staat als vooruitstrevend. “We waren de eerste met zonnepanelen, domotica, beveiligingen én data- en computernetwerken. Je kunt je bijna geen wereld zonder al die technieken meer voorstellen, maar wij waren daar echt specialisten in.”
Het bedrijf is langzamerhand wel steeds groter geworden, maar nog steeds zie je de kenmerken van een familiebedrijf. “Je bent geen nummer, de directeur is benaderbaar en de betrokkenheid is heel erg groot hier.” Wat Jan en Hans ook kenmerkend vinden voor Leertouwer is de lange termijnvisie. “We hebben best economisch moeilijke tijden gekend, maar daar zijn we altijd netjes doorheen gekomen.” Dat vinden ze onder andere te danken aan René van der Boon (directeur) en zijn vader.

Korte lijntjes en echt betrokken
Wat de broers ook fijn vinden is dat de lijntjes kort zijn. “Als er echt wat aan de hand is, wil iedereen een stapje harder lopen. Natuurlijk is het bedrijf de laatste jaren veranderd en zijn we gestructureerder geworden, maar in de omgang zijn we niet veranderd. We krijgen ontzettend veel dingen snel geregeld.”
“Zo vroor het 10 jaar geleden heel hard. Binnen anderhalve dag hadden we een ijsbaan voor het pand en was alles geregeld. Van koek en zopie tot verlichting, een aggregaat, geborsteld ijs en bewaking ’s nachts. Alles was bloedsnel voor elkaar. In ons werk geldt dat natuurlijk ook en dat is te danken aan de mensen. Wij zitten hier nog maar 20 jaar en als je de personeelslijst langsgaat zie je dat mensen al veel langer in dienst zijn. Mensen zijn echt betrokken.”

Huiswerkbegeleiding
Die betrokkenheid merken ze ook als ze oud-collega’s spreken, want die vragen nog steeds hoe het gaat. Zo hebben Jan en Hans ook veel jongere collega’s huiswerkbegeleiding gegeven. “Dat maakt het extra leuk om ze tegen te komen en te zien wat er van ze geworden is.” Nog steeds begeleiden ze jonge Leertouwerianen op donderdagavond één keer in de twee weken. “Een hele hoop jongens beginnen met werken, maar ze moeten ook nog een aantal papiertjes halen. En ze zijn steengoed buiten, maar over de theorie struikelen ze soms een beetje.” Jan en Hans geven geen bijles, maar helpen met het huiswerk. De grootte van de groep neemt de laatste jaren wel wat af, “maar het ligt er ook aan hoe dicht je bij de toetsen komt, haha.”

“Er is zoveel veranderd”
Technisch uitdagende klussen en afwisseling maken dat ze hun werk nog steeds leuk vinden. Hans is ondertussen teammanager van de afdeling Calculatie waar de technische advisering en prijsberekeningen gemaakt worden voor alle projecten. Jan is teammanager Engineering & Tekenkamer en houdt zich bezig met het ontwerpen van installaties. Hij zorgt er daarnaast ook voor dat de medewerkers bijblijven op het gebied van normeringen.
Als ze terugkijken is er in de branche ontzettend veel veranderd. Hans: “Als ik het eerste zonnepanelenontwerp vergelijk met hoe ze nu gemaakt worden dan is dat bijna niet voor te stellen. Toen had je daar de computerprogramma’s nog bijna niet voor, dus ik rekende dat gewoon met de hand uit!”
“Dat geldt bij ons voor de software ook”, vult Jan aan. “Als ik zie wat we nu op tekeningen zetten, dat zijn veel complexere technische installaties dan we eerst deden. Lichtberekeningen deden we eerst met puntjes en nu kun je met 3D ontwerpen alles zien!”
De broers hebben nog met een kompas op het dak gelopen, terwijl je nu op Google Maps kijkt en meteen ziet waar het noorden is. “Twintig jaar geleden was dat gewoon niet mogelijk, er is zoveel veranderd.”

“We willen allebei niet weg”
Ze zitten vol humor, Jan en Hans Kampman. Op de vraag of ze veel samenwerken antwoorden ze: “Liever hadden we hier niet samengezeten maar ja, we willen allebei niet weg.” Ze zoeken de samenwerking niet per se op, maar ontwijken elkaar ook niet. Dus het zit allemaal wel goed, “maar dat kan na dit gesprek heel anders zijn hoor”, voegen ze daar met een grote lach aan toe.
Toch hebben ze nooit overwogen om weg te gaan bij Leertouwer. Hans: “Ik vind het leuk dat je mening er hier echt toe doet en dat je echt het verschil kan maken.” De broers vinden het ook kenmerkend dat veel medewerkers die weggegaan zijn, later toch terugkomen. “De verloren zonen van Leertouwer, haha! Dat geeft aan dat Leertouwer echt ergens voor staat en dat we waarmaken wat we beloven. We willen iets moois neerzetten, wat we zelf technisch ook uitdagend vinden.”

auteur: Marlou Veldhuizen stagiair Leertouwer

  • april 10, 2019
  • 140 views
Structureel overleg om gebouwen overheid duurzaam te maken

Techniek Nederland en het Rijksvastgoedbedrijf gaan nauwer samenwerken. Doekle Terpstra (voorzitter Techniek Nederland) en Roger Mol (directeur Transacties en Projecten van het Rijksvastgoedbedrijf) hebben daarover een overeenkomst getekend op de vakbeurs Building Holland in Amsterdam. De samenwerking richt zich op actuele uitdagingen, zoals de energietransitie, de digitalisering en het tekort aan technici.

Samen met het Rijksvastgoedbedrijf werkt Techniek Nederland aan het toekomstbestendig maken van de gebouwen van de Nederlandse overheid. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland: “Grote thema’s als energie-efficiency en verduurzaming vragen om een fundamenteel andere manier van werken. Het is dus nodig en logisch om de samenwerking structureel te versterken.” Het uitgangspunt van de samenwerking is de Marktvisie. Dat is een initiatief dat in 2016 tot stand kwam. Onder meer Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat, Bouwend Nederland en Techniek Nederland werken daarin aan een betere en meer efficiënte benutting van de expertise van alle partners in het bouwproces, van de ontwerpfase tot beheer en onderhoud.

Energietransitie
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft de grootste vastgoedportefeuille van Nederland. De komende jaren wil de organisatie een belangrijk deel van de gebouwen verduurzamen. Directeur Roger Mol: “We hebben grote ambities en die kunnen we alleen waarmaken met de inzet van de technische sector. Welke innovaties kunnen we inzetten, welke contractvormen passen daarbij, hoe kunnen we de projecten optimaal aanbesteden? Over die vragen gaan we in gesprek met Techniek Nederland en haar leden.”

Digitalisering
Techniek Nederland en het Rijksvastgoedbedrijf gaan structureel overleg voeren op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Dat moet leiden tot een betere, praktische samenwerking op het gebied van verduurzaming, innovatie, veiligheid en energiebesparing. Ook als het gaat om digitalisering willen de technische sector en het Rijksvastgoedbedrijf samen optrekken. Zo staan de digitale weergave van het ontwerp en de realisatie van gebouwen (Bouwwerk Informatie Model; BIM) en de toepassing van open standaarden hoog op de agenda van beide organisaties. Terpstra: “Met slimme techniek kunnen we de gebouwen van de overheid energiezuiniger maken en het beheer en onderhoud efficiënter.”

  • april 10, 2019
  • 131 views
Jaap Dijkgraaf volgt Henk Willem van Dorp op als voorzitter TVVL

Jaap Dijkgraaf van DWA is de nieuwe voorzitter van TVVL, kennisvereniging voor de gebouwde omgeving. Hij neemt het stokje over van Henk Willem van Dorp, die na vijf jaar is teruggetreden. “Mijn kennis en ervaring zet ik de komende jaren graag in om de ‘relevant andere positie’ van TVVL verder te verstevigen en uit te bouwen”, aldus de nieuwe voorzitter.

Technologie is volgens Dijkgraaf buitengewoon belangrijk in de transitie naar een duurzame samenleving. “Het onderscheidende aan TVVL is dat zij alle relevante disciplines ten aanzien van techniek binnen de gebouwde omgeving vertegenwoordigt. Door de krachten te bundelen van de verschillende expertises kunnen we tot integrale oplossingen komen. Samenwerken, kennis ontwikkelen en kennisdelen zijn de pijlers onder onze technologische vooruitgang.’

Dijkgraaf is partner en algemeen directeur van DWA. Hij is opgeleid als werktuigbouwkundige en heeft zich vervolgens gespecialiseerd in de installatietechniek. Momenteel houdt hij zich intensief bezig met gezonde gebouwen en digitalisering van het gebouwontwerp, waarbij moderne simulatietools en machine learning worden ingezet. Dijkgraaf is al lange tijd actief in verschillende functies binnen TVVL waarin als laatste, lid van de Maatschappelijke Adviesraad (MAR). Verder is hij vanuit TVVL lid van het Platform Duurzame Huisvesting.

Op de foto: Jaap Dijkgraaf (links) en zijn voorganger Henk Willem van Dorp

  • april 10, 2019
  • 129 views
Kinderen massaal naar Kids Tech Festival van jubilerende Leertouwer

Technisch dienstverlener Leertouwer uit Barneveld vierde vorige week haar 90 jarig bestaan. Dat gebeurde met medewerkers, relaties én de technici van de toekomst. “We willen kinderen uit de regio graag enthousiast maken voor techniek en hebben daarom het Kids Tech Festival georganiseerd”, vertelt directeur René van der Boon. “Er was enorme belangstelling voor. Binnen drie dagen waren de 250 beschikbare plaatsen vergeven.”

In en rondom het pand van Leertouwer konden de kinderen 12 techniekworkshops doen. Leertouwer werkte samen met leveranciers al Technische Unie, Oosterberg en Solar, OTIB en ook bijvoorbeeld Mad Science. De kinderen maakten 3D prints, soldeerden knipperende buttons en werkten aan werkbankjes, waar ze een tafellampje, zenuwspiraal en raceauto maakten. Ook waren er funstations met statische elektriciteit. Na afloop kregen de jonge technici een diploma en een goodiebag mee naar huis. Van der Boon: “Ons doel hebben we zeker bereikt, want de kinderen vonden het fantastisch!”

  • maart 11, 2019
  • 131 views
Bosch investeert 100 miljoen euro in warmtepompen

Bosch Thermotechnology boekte vorig jaar een recordomzet van 3,5 miljard euro wereldwijd. In een moeilijke markt groeide de thermotechniek-divisie nominaal procent ten opzichte van het voorgaande jaar en met 4,6 procent als rekening wordt gehouden met wisselkoersschommelingen. De groei werd vooral gerealiseerd in de belangrijkste markten - Duitsland en Groot-Brittannië - en in Turkije. De business unit Residential Heating was opnieuw de belangrijkste groeimotor, waarbij warmtepompen de grootste bijdrage leverden aan het succes.

Op de ISH Energy-beurs in Frankfurt am Main presenteert Bosch Thermotechnology zich met een stand van 4.000 vierkante meter. “Met merken en producten voor digitalisering, decentralisatie en elektrificatie - de drie megatrends in onze industrie – heeft Bosch een uitstekende uitgangspositie”, aldus Uwe Glock, voorzitter van de Bosch Thermotechnology Division (foto).

Investeringen in technologieën van de toekomst
Elektrificatie speelt een steeds belangrijkere rol in de verwarmings- en klimaattechniek, waarbij elektrische oplossingen minstens zo belangrijk worden als gas- en oliegestookte apparaten. “We zullen ons assortiment warmtepompen, elektrische warmwateroplossingen en binnenklimaatsystemen uitbreiden. En we willen doorgroeien naar nieuwe marktsegmenten, zoals energiebeheer en brandstofceloplossingen”, zei Glock. De komende jaren zal Bosch Thermotechnology alleen al ongeveer 100 miljoen euro investeren in zijn warmtepompactiviteiten, waarbij de nadruk ligt op eenvoudig te installeren systeemoplossingen met digitale ondersteuning. Met 850.000 geïnstalleerde warmtepompen en ontwikkel- en productiecentra in Zweden, Portugal, Duitsland en Nederland is Bosch goed vertegenwoordigd in de Europese markt voor warmtepompen die 95 procent van de wereldmarkt uitmaakt.

Verdere ontwikkeling van brandstofceltechnologie
Bosch werkt ook aan de ontwikkeling van brandstofcellen voor kansrijke, nieuwe energiesystemen. Samen met technologie-specialist Ceres Power uit Groot-Brittannië, wil het bedrijf de solid-oxide brandstofcel (SOFC)-technologie verder ontwikkelen. Het doel is massaproductie voor centrale en decentrale energieopwekking voor steden en industrie, maar bijvoorbeeld ook laadstations voor elektrische voertuigen. In een steeds meer verstedelijkte wereld is brandstofceltechnologie onmisbaar voor de leverzekerheid: in 2050 wonen meer dan zes miljard mensen in steden, dat is 70 procent van de wereldbevolking. Op dit moment zijn stedelijke gebieden goed voor 75 procent van het wereldwijde energiegebruik. Tegen 2035 zal het energiegebruik met 30 procent zijn toegenomen. In de toekomst zullen grote energiecentrales niet langer volstaan om aan de vraag naar elektriciteit te voldoen. Bosch en Ceres Power werken daarom aan een nieuwe industriestandaard voor gedecentraliseerde energievoorziening met SOFC-technologie.

Systeemintegratie in woningen: de Bosch Energy Manager
Energiesystemen worden steeds meer elektrisch en steeds complexer. De Energy Manager van Bosch is een systeemregelaar die gebruikscomfort en energiekosten optimaliseert. Het helpt eigenaren van smart homes om ‘energieonafhankelijk’ te worden en maakt efficiënt beheer mogelijk van verschillende componenten, zoals warmtepompen, fotovoltaïsche systemen en elektrische voertuigen, in relatie tot energiegebruik, -opwekking en -opslag. De Energy Manager is geïntegreerd in Bosch Smart Home. Efficiënt management met de app stelt smart home-gebruikers in staat tot 70 procent op hun elektriciteitskosten besparen met zonne-energie en een batterijopslagsysteem. Aldus de fabrikant.

Systeemintegratie in woonwijken: elektrische opslagsystemen en laadinfrastructuur
Het beheer van decentrale elektriciteitssystemen vindt steeds meer plaats in steden en woonwijken. Intelligente integratie is nodig om te voldoen aan de wensen en eisen van bewoners. “Als je de energietransitie aan wilt kunnen, moet je op elk afzonderlijk vlak gelijktijdig besparingen realiseren”, aldus Glock op de Bosch Thermotechnology persconferentie ter gelegenheid van ISH. Afzonderlijke componenten, zoals elektrische opslagsystemen, snellaadstations, brandstofceltechnologie en beheersoftware, moeten worden geïntegreerd in een slim totaalsysteem. Door het verwerven van een belang van 39 procent in ads-tec Energy GmbH heeft het bedrijf zijn activiteiten op het gebied van elektrische opslagsystemen versterkt. “We kunnen complete systemen aanbieden voor decentraal energiebeheer in gebouwen en woonwijken, en zo een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie”, aldus Glock.

  • maart 5, 2019
  • 133 views
Technisch dienstverlener Unica zet in op versterking innovatiekracht

Technisch dienstverlener Unica start met een innovatiecentrum. Het centrum heeft tot doel om relevante ontwikkelingen en innovaties te signaleren en de kennis over (nieuwe) technologie verder te verankeren binnen het bedrijf. Aanvullend krijgt het de taak om de verbindingen tussen de bedrijven uit het Unica-netwerk en eventuele externe partners te versterken.

Het Unica Innovation Center is een aanvulling op de bestaande innovaties binnen het Unica netwerk van bedrijven. Het richt zich op vernieuwingspotentieel in de markt, onder meer door actief samenwerking te zoeken met externe partners en startups. Het richt zich daarnaast op het uitvoeren van marktonderzoek en het bundelen van de beschikbare innovatiekennis in de eigen organisatie. Met deze strategische ondersteuning verwacht Unica de voedingsbodem voor innovaties binnen de Unica-bedrijven te versterken en zo het innovatiepotentieel van de organisatie verder te verhogen.

Belangrijke strategische pijler
John Quist, CEO van Unica, legt uit: “Innovatie is voor ons een belangrijke strategische pijler om de toegevoegde waarde die we onze klanten kunnen bieden te vergroten. Ons netwerk van bedrijven heeft veel gespecialiseerde kennis die tot innovatieve oplossingen leidt. Met het Unica Innovation Center gaan we die processen verder ondersteunen met nieuwe innovatietrajecten. Daarnaast gaat het Innovation Center de bedrijven ondersteunen om de gezamenlijke vernieuwingskracht te bundelen tot nieuwe tastbare oplossingen. Zo verwachten we onze klanten nog beter van dienst te kunnen zijn.”

Manager aangesteld
Stefan te Veluwe (foto) is aangesteld als manager van het Unica Innovation Center. Tot dit voorjaar was hij actief als Manager Operations bij Unica ICT Solutions, een van de bedrijven uit het Unica-netwerk. Hij heeft onder meer de managed services afdeling en innovatiestructuur van het ICT-bedrijf opgezet en het bedrijf qua techniek en operatie mede ontwikkeld.

Te Veluwe: “Het is een bijzonder mooie uitdaging om het innovatiepotentieel binnen Unica vanuit onze divisie verder te versterken. Ik verwacht dat we samen met de bedrijven in het netwerk, maar ook met externe partners of startups, ons portfolio verder kunnen doorontwikkelen. Het Unica Innovation Center opereert buiten de bestaande structuren, zodat er gerichte aandacht is voor innovaties. Naast het vormen en realiseren van ideeën helpen we bij de beoordeling van de technische haalbaarheid en levensvatbaarheid van bestaande initiatieven middels Proof of Concepts (PoC’s).”

  • februari 1, 2019
  • 135 views
“Chinezen hanteren hele andere criteria”

Chinese producten dringen nog maar mondjesmaat binnen in de installatiebranche. Kun je de gok al wagen en via Chinese websites bijvoorbeeld een flowmeter of warmtepomp bestellen?

Riccardo Ruggiero is de eigenaar van Ruggiero Installatie en Montage. De ervaren installateur zocht enige tijd geleden eens uit of hij via Chinese websites goedkoper producten kon inkopen. Het bleek te veel hoofdbrekens met zich mee te brengen en uiteindelijk liet hij het idee varen.

Keuzeproces
“Ik was op zoek naar flowmeters”, vertelt Ruggiero “en raakte in gesprek met een aantal producenten. De communicatie verliep moeizaam. Hun Engels was gebrekkig en de productomschrijvingen waren onduidelijk. Ik miste alle technische specificaties. Ze boden ook geen kant-en-klare flowmeters aan, maar produceerden alleen op bestelling. Daarnaast vond ik het moeilijk om de kwaliteit in te schatten. De monsters kunnen dan wel goed zijn, maar er zijn geen certificeringen of garantievoorwaarden die je enige mate van zekerheid en bescherming bieden voor het geval de uiteindelijke lading niet voldoet. En dat is tricky, want ze toonden pas interesse als je grotere partijen van een product wilde bestellen.”

“Ze maken alles”
Ruggiero haakte af, maar is nog wel steeds geïnteresseerd in zakendoen met Chinese fabrikanten. “Ik zou wel producten afnemen als ik ook lagere aantallen kon bestellen tegen aantrekkelijke levertijden, duidelijke handleidingen kreeg, zekerheid had over certificeringen en de garantievoorwaarden naar mijn smaak toereikend zouden zijn. De potentie is enorm; ze maken alles en voor concurrerende prijzen.”

Inkopen doen
Ties Coolen is de oprichter en eigenaar van Coolen China - Sourcing & Trade Services. Hij begeleidt onder andere Nederlandse MKB-bedrijven bij hun inkoopproces in China. Daar zitten ook partijen tussen uit de installatiebranche, vertelt hij. Zo is er onder andere interesse in PV-panelen en ventilatiesystemen van Chinese makelaardij.

Startpunt Alibaba
Coolen weet uit ervaring dat veel potentiele klanten eerst Alibaba gaan afstruinen. Hij adviseert om de nodige voorzichtigheid in acht te nemen. “Acht van de tien partijen waarmee je in aanraking komt zijn geen producenten, maar handelaren. Ze zitten niet dicht bij de bron en helaas zitten er veel mensen tussen met kwade bedoelingen.”

Zoek naar referenties
Zo is het een bekende truc om op Alibaba een product te tonen voor een aantrekkelijke prijs en als de klant toehapt vervolgens ‘een iets ander model’ te leveren voor een hogere prijs, vertelt Coolen. Collega China-kenner Yoka Bruynzeel, bestuurder China Netwerk Guanxi en werkzaam als expattrainer voor het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam is ook maar al te bekend met de trukendoos waar oplichters uit putten. “Als je Alibaba als startpunt neemt voor je onderzoek, google dan op referenties en bel of mail die als je zekerheid wilt hebben.” De meeste waarde hecht je in dat geval al snel aan Europese en in het bijzonder Nederlandse referenties.

Chinese websites
Ben je eenmaal op de website beland van een producent, laat je dan niet afschrikken door de, in onze ogen, chaos, waarschuwt Bruynzeel. “Chinezen hanteren hele andere criteria als het aankomt op kwalitatief goede websites. Bij ons staat overzichtelijkheid bovenaan, voor Chinezen zijn heel veel plaatjes in een, voor onze ogen, redelijk chaotische opstelling eerder de norm. Laat je bovendien niet alleen leiden door de Engelse tekst. Het kan geen kwaad om ook de Chinese versie nog eens door Google Translate te gooien. Soms komt daar een heel ander verhaal uit naar voren dan bij de Engelse versie het geval is.”

Proefmonsters
Is het contact gelegd, dan volgt de fase van onderhandelingen. “Probeer eerst uit te vinden of ze de gevraagde aantallen wel willen leveren. Met een klant die ver weg zit, zullen ze eerder interesse tonen als je grote partijen wilt afnemen.” Om dit probleem te ondervangen adviseert Coolen installateurs om de krachten te bundelen, zodat je als een serieuze grotere speler overkomt. Proefmonsters bieden geen garantie op kwaliteit, beklemtonen zowel Bruynzeel als Coolen. “Het kan best zijn dat je na een prima monster een lading rotzooi krijgt toegestuurd.” De verklaring? Niet altijd kwaadwillendheid, het kan ook simpelweg te maken hebben met het enorme verloop bij Chinese fabrikanten. Vooral na het Chinese nieuwjaar blijkt menig personeelslid te zijn afgehaakt, met als gevolg dat nieuwe krachten eerst moeten worden ingewerkt en nog wel eens steken laten vallen.

Onderhandelen
Bruynzeel: “Tijdens de onderhandelingen over de prijs, doe je er goed aan om je te realiseren dat Chinezen en Nederlanders totaal andere uitgangspunten hanteren als het op zakendoen aankomt. Nederlanders zoeken naar een zekere balans; voor jou en voor mij een mooie deal, de Chinees zal in eerste instantie voor eigen voordeel gaan. Onderhandelingen die 4 rondes duren zijn dan ook eerder regel dan uitzondering.” Chinezen zeggen niet snel nee, maar als je counterpart niet of erg traag reageert kan dat een indirecte manier zijn om te tonen dat hij afwijzend staat ten opzichte van je voorstel, zeggen Brunzeel en Coolen.

Jip-en-Janneke taal
In het zakelijk contact vermijden Chinezen vaak telefoongesprekken. “Dat heeft dikwijls te maken met hun gebrekkige Engels”, verklaart Bruynzeel. In de correspondentie over de mail en vooral WeChat (groter dan Whatsapp) is het verstandig om in Jip-en-Janneke taal te schrijven. Coolen: “Doe geen aannames, maar schrijf alles duidelijk uit. Formuleer puntsgewijs, zodat je per punt een antwoord krijgt en vermijd te praten over gevoelige onderwerpen, zoals politiek en familie. Houd het heel zakelijk. Vraag naar de vertrekhaven, het aantal kubieke meters, de levertijd, regel een keuring door een onafhankelijke partij, je verzekeringen enzovoorts.”

Levertijd
Over het algemeen ben je al snel 12 weken kwijt voordat je producten aankomen. Geldt er nog een garantie? “Daarover zijn best afspraken te maken, alleen zal je niet snel je geld terugzien”, vertelt Bruynzeel. “Als je een belangrijke partner bent, zal je Chinese counterpart eerder proberen te bedingen dat je een korting krijgt op de volgende zending.”

Meer weten? Lees dan het uitgebreide artikel in het maartnummer van InstallateursZaken

  • januari 30, 2019
  • 128 views
Certificering cv-bedrijven niet eerder dan in 2020

De overheid voert de wettelijke certificering voor verwarmingsbedrijven naar verwachting niet eerder in dan begin 2020. Tot nu toe ging Techniek Nederland ervan uit dat de regeling nog dit jaar van kracht zou worden. De politiek heeft echter meer tijd nodig om de knoop over de certificeringsregeling door te hakken. 2020 wordt een overgangsjaar waarin installateurs de tijd krijgen om aan de strengere eisen te voldoen. Begin 2021 moeten alle cv-bedrijven zijn gecertificeerd. Vanaf dat moment zijn bedrijven die niet over een certificaat beschikken in overtreding. De overheid kan vanaf dat moment een fikse boete opleggen.

Dit voorjaar behandelt de Tweede Kamer een aanpassing van de Woningwet waarin de wettelijke certificering wordt opgenomen. Komend najaar staat behandeling in de Eerste Kamer gepland. Als de Tweede en Eerste Kamer in meerderheid akkoord gaan, wordt de wettelijke regeling, als onderdeel van een aanpassing van de Woningwet, eind van dit jaar verankerd in het Bouwbesluit.

Strengere vakbekwaamheidseisen
De wettelijke certificering stelt zwaardere vakbekwaamheidseisen aan verwarmingsmonteurs. Techniek Nederland gaat ervan uit dat het merendeel van de monteurs nu al over het vereiste niveau beschikt. Toch moeten alle 34.000 monteurs die werkzaam zijn in de verwarmingstechniek slagen voor een praktijkexamen, ongeacht hun opleidingsniveau. Monteurs kunnen straks met een online-toets zelf beoordelen of ze bijscholing nodig hebben. Daarna volgt een online theorietoets die toegang geeft tot het praktijkexamen. De verwachting is dat tussen de 1.500 en 4.500 monteurs met een opleiding op niveau 2 of lager bijscholing nodig hebben om aan de eisen te voldoen.

Opleiden
Techniek Nederland helpt leden vanaf het tweede kwartaal van dit jaar zich voor te bereiden op de wettelijke certificering. De brancheorganisatie werkt samen met opleidingsfonds OTIB aan een website waar monteurs zelf kunnen toetsen of ze aan de strengere vakbekwaamheidseisen voldoen. De vakbekwaamheidseisen worden verankerd in de beroepsopleidingen. Ook komt er een bijscholingsmodule voor de groep monteurs de nu al in de branche werkt, maar nog niet aan de eisen voldoet.

Herkenbaarheid
Vakbekwame monteurs zijn straks herkenbaar via een zogenoemd Vakpaspoort. Dit is een app op de smartphone waarmee monteurs aan klanten en controlerende instanties kunnen laten zien dat zij vakbekwaam en dus bevoegd zijn. Er komt een online register en een speciaal beeldmerk voor gecertificeerde bedrijven. Daarnaast gaat de overheid consumenten via een campagne wijzen op de noodzaak een gecertificeerde cv-installateur in te schakelen. De installatiebranche vindt dat de overheid zo’n campagne intensief en gedurende meerdere jaren moet voeren om bewustwording te creëren bij consumenten.

Kosten en handhaving
Techniek Nederland benadrukt dat de certificeringskosten binnen de perken moeten blijven om kleinere installateurs en ZZP’ers niet uit te sluiten. Ook hamert de installateursvereniging op adequate handhaving door de overheid.

Onderzoeksraad voor Veiligheid
De wettelijke certificering komt voort uit het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar de gevaren van koolmonoxide bij cv-ketels uit november 2015. De Onderzoeksraad constateerde dat de bestaande kwaliteitslabels, zoals keurmerken, erkenningen en certificeringen, te weinig garantie boden voor daadwerkelijk professionele aanleg en veilig onderhoud.

  • januari 30, 2019
  • 133 views
Hoe breng je innovaties succesvol op de markt?

“Installateurs kunnen uitstekende ideeën hebben over het verbeteren van bestaande technieken, een nieuwe combinatie van technieken of een nieuwe dienstverlening.” Dit zegt Dirk de Wit, projectcoördinator bij ISSO. Hij is auteur van het net verschenen Praktijkboek Technisch Innoveren. “Er is weinig toegankelijk gereedschap toegespitst op installateurs dat hen helpt om succesvolle innovaties op de markt te brengen.”

Het praktijkboek is bedoeld als hulpmiddel voor de installatiebranche om ideeën te zetten in succesvolle innovaties. Het boek neemt innovators stap voor stap mee in de verschillende fasen van het innovatietraject en de technische ontwikkeling. Het richt zich daarbij vooral op bedrijven die nog geen of weinig innovatieactiviteiten in deze branche hebben ondernomen.

“Het is een dynamische tijd voor de  installatiesector,” aldus De Wit, “waarin bedrijven te maken hebben met wijzigende verdienmodellen en de snelle omslag naar duurzame energie. Dat vraagt om nieuwe aanpakken, technieken, en diensten door een actief leverende technische installatiesector.”

Stappenplan en tips
Een belangrijk advies uit het boek aan innovators is om, wanneer er een innovatief idee is, er al in een vroeg stadium met anderen over te praten om te toetsen of het idee kansrijk is. Verder zijn er de tips om veel aan kennisontwikkeling over het onderwerp te doen. Ook adviseren de auteurs om alle notities over de innovatie goed te bewaren en om al snel na te denken over bijvoorbeeld een geschikte producent en de financiering.

Het Praktijkboek Technisch Innoveren is beschikbaar via kennisbank.isso.nl

  • januari 29, 2019
  • 125 views
Gebrek aan vaklieden vertraagt groei MKB-metaal

De ondernemers in het MKB-metaal zijn overwegend tevreden over het laatste kwartaal van 2018. Maar in het eerste kwartaal van 2019 lijkt de groei in de sector tot stilstand te komen. Mogelijk dat het gebrek aan vaklieden daar een van de oorzaken van is. Terwijl de helft van de mkb-metaalbedrijven tenminste een vacature heeft openstaan, geven ondernemers aan dat het nog nooit zo moeilijk geweest is om deze in te vullen.

De groeivertraging blijkt uit de meest recente cijfers van de Economische Barometer van Koninklijke Metaalunie. Sinds de start van deze barometer is het niet voorgekomen dat bedrijven zoveel moeite hebben met het invullen van vacatures.

Tevreden over orderpositie
De waardering van de orderportefeuille ligt in het vierde kwartaal van 2018 nog steeds op een hoog niveau. Per saldo (positieve verminderd met de negatieve reacties) geeft de helft van de ondernemers aan tevreden te zijn over de orderpositie. Kijkend naar de ontwikkeling van de orderpositie in het vierde kwartaal ten opzichte van de eerste twee kwartalen van 2018, vlakt de groei ervan duidelijk af. Ten opzichte van het derde kwartaal is er sprake van een toename, maar dat wordt deels verklaard door het feit dat de ‘rustige’ zomervakantie in het derde kwartaal valt.

Minder positieve verwachtingen
Meest opvallende uitkomst van de Economische Barometer over het vierde kwartaal zijn de minder positieve verwachtingen. Voor het eerste kwartaal verwachten nog maar net iets meer ondernemers groei dan dat er ondernemers zijn die krimp verwachten. Ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2018 is dit een forse afname. Verder valt op dat het verschil tussen het saldo van waarderingen en verwachtingen nog nooit zo groot geweest is.

Binnenland
Ten opzichte van de eerste helft van 2018 is de groei van de binnenlandse orderpositie in het vierde kwartaal afgevlakt. Ten opzichte van het derde kwartaal ligt deze ontwikkeling op hetzelfde niveau. Hierbij moet rekening worden gehouden dat de ontwikkeling in het derde kwartaal als gevolg van de zomervakantie, altijd wat lager ligt. Nu geeft 36% van de respondenten aan dat de orderpositie binnenland is toegenomen. Een halfjaar geleden was dit nog de helft van de respondenten. Bij bijna de helft van de respondenten is de orderportefeuille gelijk gebleven aan die van het vorige kwartaal en bij 17% van de deelnemers is de binnenlandse orderportefeuille afgenomen.
Ondanks de iets afgevlakte groei zijn de ondernemers over het algemeen nog tevreden over hun binnenlandse orderpositie. Ruim de helft van de respondenten geeft aan tevreden te zijn, slechts vijf procent is ontevreden.
Meest opvallende uitkomst van deze barometer is dat het aantal ondernemers dat een toename van de orderpositie verwacht, gelijk is aan het aantal dat een afname verwacht.
In het derde kwartaal verwachtte per saldo 34% van de ondernemers een toename van de orderpositie, in het vierde kwartaal is dat per saldo nog maar 1%. 21% verwacht een toename tegen 20% een afname.
Onder de respondenten is de gemiddelde totale orderportefeuille in weken afgenomen van 10,6% na afloop van het derde kwartaal, naar 9,4% nu.

Buitenland
De groei van de buitenlandse orderpositie is toegenomen ten opzichte van het derde kwartaal. 40% van de exporterende bedrijven ziet een toename, terwijl deze bij 15% is afgenomen In het derde kwartaal was er groei bij 33% en krimp bij 22%.
De buitenlandse orderpositie wordt goed gewaardeerd door de exporteurs. Ruim de helft van hen geeft aan positief te zijn over de orderpositie terwijl maar 5% aangeeft niet tevreden te zijn. In vergelijking met de afgelopen kwartalen zijn de verwachtingen voor de orderpositie buitenland voor het eerste kwartaal wat voorzichtiger. In de afgelopen kwartalen gaven per saldo 35% tot 45% van de respondenten aan een grotere orderpositie te verwachten, voor het eerste kwartaal is dat afgenomen tot nog maar 16%. 31% verwacht een grotere orderportefeuille, terwijl 15% verwacht dat deze in het eerste kwartaal kleiner zal zijn.

Verkoopprijzen
In het vierde kwartaal wist maar liefst 28% van de bedrijven hun verkoopprijzen te verhogen, terwijl slechts 2% de verkoopprijzen heeft verlaagd. Onder de aan de bouw toeleverende bedrijven en machinebouwers zitten de meeste bedrijven die hun prijzen wisten te verhogen.

Personeel
Bij de respondenten werken gemiddeld 22,2 medewerkers, waarvan 2,6 flexibele krachten. De verhouding inleenkrachten ligt hiermee op 11,6%. In de afgelopen jaren schommelt dit percentage rond de 10 tot 11%. Bij de oppervlaktebehandelaars is het aandeel flexibele krachten in het vierde kwartaal veel hoger, namelijk 17%. Enigszins in lijn met het derde kwartaal heeft in het vierde kwartaal 19% van de bedrijven meer mensen in dienst dan het kwartaal ervoor. Bij 5% van de bedrijven werken minder mensen in vaste dienst dan in het derde kwartaal. Ook het aantal bedrijven dat vacatures heeft uitstaan, komt overeen met het derde kwartaal. Bijna de helft van alle bedrijven is op zoek naar personeel. Gemiddeld hebben deze bedrijven 2,2 vacatures openstaan. Afgezet tegen alle medewerkers hebben de respondenten voor 4,8% van hun personeelsbestand aan vacatures open staan. Op de vraag hoeveel vacatures men het komende kwartaal verwacht in te vullen, geeft de sector aan dat dit 67% is van de uitstaande vacatures.

Bedrijfsresultaat
De ontwikkeling van het bedrijfsresultaat wijkt in het vierde kwartaal niet veel af van het gemiddelde over de afgelopen kwartalen. Bij 38% van de respondenten is het bedrijfsresultaat toegenomen, terwijl dit bij 16% is afgenomen. De waardering van het bedrijfsresultaat is positiever dan in het derde kwartaal. Ruim 60% van de respondenten geeft aan tevreden te zijn met het bedrijfsresultaat in het vierde kwartaal. Slechts drie procent van hen geeft aan ontevreden te zijn over het bedrijfsresultaat.
Het te verwachten bedrijfsresultaat voor het eerste kwartaal van 2019 wordt veel minder positief ingeschat. Hierin volgt het de lijn van de eerder genoemde verwachtingen voor de binnenlandse orderpositie. Per saldo geeft slechts 4% aan een beter bedrijfsresultaat te verwachten.
Dit was in het derde kwartaal nog 27%. 22% van de respondenten verwacht een toename van het bedrijfsresultaat. 18% van de respondenten verwacht een lager bedrijfsresultaat in het eerste kwartaal.
Het aantal bedrijven dat aangeeft winst te maken ligt in het vierde kwartaal op een iets lager niveau dan voorliggende kwartalen. Ruim 70% van de bedrijven geeft aan winst te hebben gemaakt tegenover 6% dat aangeeft verlies te maken.

Investeringen
Sinds het derde kwartaal van 2017 gaven iets meer ondernemers aan het komende halfjaar meer te zullen gaan investeren, dan er ondernemers zijn die verwachten minder te gaan investeren. Dit nam tot het tweede kwartaal van 2018 toe. In het tweede kwartaal nam de groei echter af, in het derde kwartaal gaven net zoveel ondernemers aan meer te denken te gaan investeren dan er ondernemers zijn die minder denken te gaan investeren. In het vierde kwartaal zijn er iets meer ondernemers die verwachten minder te zullen gaan investeren.

Koninklijke Metaalunie is met ruim 14.000 leden de grootste ondernemersorganisatie voor het MKB-metaal. De leden hebben samen een omzet van 30 miljard euro en bieden werkgelegenheid aan ruim 170.000 mensen.