• april 19, 2018
  • 134 views
‘Onderwijs moet inspelen op veranderend werk vakman door energietransitie’

De SER adviseert dat mbo- en hbo-scholen samen met ondernemers, en gesteund door regionale O&O (opleiding en omscholing) fondsen, meer en sneller dan nu al gebeurt, onderwijsprogramma’s maken die vaklieden afleveren met een goede basisopleiding plus de vaardigheden om zich vlot aan te passen aan veranderend werk. Als voorbeeld noemt het adviesorgaan de samenwerking tussen Rijk, installatiesector en mbo-opleidingen om het tekort aan opleidingsplaatsen voor installateurs weg te werken.

Overheden hebben daarnaast een taak in het helpen bij zoeken naar werk, scholing toegankelijk maken en opvang voor werknemers die mogelijk hun baan verliezen. Zo neemt het Rijk medeverantwoordelijkheid voor een eerlijke transitie, waarin ook de sociale gevolgen van de transitie worden opgevangen.

Mariëtte Hamer, voorzitter SER: “De energietransitie biedt kansen op meer werk, innovatie en een duurzamer klimaat. Daarvoor zijn investeringen nodig in mensen, in technologie en scholing. Knelpunten op de arbeidsmarkt moeten dringend worden opgelost. Er moet veel gebeuren, en gelukkig is er ook al veel gaande. Samen werken aan scholing, aan werkgelegenheid en innovatie, met werkgevers, werknemers, overheid, onderwijsinstellingen, landelijke en regionale organisaties is cruciaal voor het succes. Zodat iedereen mee kan blijven doen.”

Werkgelegenheidsverlies opvangen
De energietransitie gaat ook banen kosten, voorziet de SER. Om dit te voorkomen is het van belang dat werkgevers en werknemers tijdig overleggen om van-werk-naar-werk trajecten te realiseren. Werknemers en werkgevers moeten samen initiatieven nemen, en nadenken over loopbaanadvies, opleidingsbudget en begeleiding van werk naar werk. In bedrijven die werken in de fossiele energiesectoren zoals olie- en kolenwinning kan het gaan om grotere groepen werknemers. Daar is samenwerking met regionale instanties nodig. Het Rijk heeft hierbij een maatschappelijke verantwoordelijkheid om maatwerkregelingen te treffen zoals bijvoorbeeld een sociaal vangnet voor de kolenketen (kolenfonds). De SER stelt voor dat het kabinet met sociale partners overlegt hoe hieraan invulling kan worden gegeven.

Arbeidsvoorwaarden
Goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden zijn voor iedereen van belang, maar vooral in nieuwe sectoren zoals bijvoorbeeld windenergie is het belangrijk om dit goed te regelen, stelt de SER. ‘Soms ontbreekt het nog aan gereguleerd overleg tussen werknemers en werkgevers, daarin moet snel verandering komen.’ De SER signaleert het belang van goede monitoring van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Dat is nodig om toekomstige behoeften tijdig te zien en daarop in te kunnen spelen, en om ingezet beleid te evalueren.

  • april 12, 2018
  • 140 views
Techniekonderwijs wordt populairder bij meisjes

Meisjes op havo, vwo en mbo kiezen vaker dan tien jaar geleden voor een technische richting. Op het vmbo en het hoger onderwijs steeg het percentage meisjes dat voor een technische richting koos licht. Technische opleidingen zijn nog steeds het meest populair bij jongens. Dat blijkt uit CBS-cijfers over het schooljaar 2017/’18.

In het schooljaar 2006/’07 koos 2 procent van de havo-meisjes en 6 procent van de vwo-meisjes voor Natuur en Techniek, waarbij wiskunde b, natuur- en scheikunde verplicht zijn. In 2017/’18 was dit toegenomen tot respectievelijk 10 procent en 28 procent. Deze stijging werd ingezet in het schooljaar 2007/’08, toen de vernieuwde tweede fase werd ingevoerd. Hierdoor werd het eenvoudiger om de profielen Natuur en Techniek én Natuur en Gezondheid te combineren in een vakkenpakket. Vooral meisjes in het vwo kozen na de invoering van de vernieuwde tweede fase voor zo’n dubbelprofiel. Natuur en Techniek is nog steeds het populairst bij jongens. Ook jongens kozen de afgelopen tien jaar vaker voor dit profiel, maar het verschil met de meisjes is kleiner geworden.

Onder meisjes op het vmbo is Techniek de minst gekozen sector. In het schooljaar 2017/’18 koos 4 procent van de meisjes en 33 procent van de jongens in de leerjaren 3 en 4 van vmbo-b, vmbo-k en vmbo–g voor zo’n opleiding. Het percentage techniekmeisjes is tussen de schooljaren 2011/’12 en 2016/’17 toegenomen van 3 procent naar 4 procent. Het percentage techniekjongens daalt al sinds 2003/’04. Sinds 2007/’08 kent het vmbo de intersectorale programma’s, die ten koste van andere sectoren populairder werden. Technische vakken zijn vaak een onderdeel van deze programma’s.

Sinds het schooljaar 2010/’11 halen meisjes op het mbo steeds vaker een technisch diploma. Toen deed 6 procent van de meisjes op het mbo zo’n opleiding en dit groeide naar 11 procent in 2015/’16. Vervolgens daalde het naar 10 procent een jaar later. Bij de jongens daalde dit aandeel juist van 46 procent (schooljaar 2010/’11) naar 41 procent (2016/’17). Meisjes halen meestal techniekdiploma’s op andere terreinen dan jongens, zoals de kleding- en schoenenindustrie en vormgeving en audiovisuele productie.

Hoewel meer meisjes (en jongens) in havo en vwo een technisch profiel kiezen, neemt de keuze voor techniek in het hoger onderwijs nauwelijks toe. Het aandeel vrouwen dat in het hoger onderwijs een diploma Techniek, industrie en bouwkunde haalt, nam tussen de studiejaren 2006/’07 en 2015/’16 toe van 2 procent tot 3 procent. In het laatstgenoemde collegejaar lag dit aandeel bij de jongens op 15 procent. Confectie, textieltechniek, stedenbouwkunde en biotechnologie zijn voorbeelden van studierichtingen die meer door vrouwen dan door mannen worden gekozen.

  • maart 27, 2018
  • 153 views
Op de vierkante meter inzicht in regenwateroverlast

Verzekeraar Achmea, ingenieursbureau Royal HaskoningDHV en adviesbureau Nelen & Schuurmans lanceren vandaag BlueLabel, de eerste waterkwetsbaarheidsscan ter wereld die op de vierkante meter inzicht geeft in regenwateroverlast. BlueLabel is een digitale service die overheden en bedrijven in staat stelt gericht maatregelen te nemen om regenwateroverlast te voorkomen. Rotterdam is de eerste gemeente die met BlueLabel aan de slag gaat.

BlueLabel helpt invulling te geven aan het Deltaprogramma voor een waterrobuuste inrichting van ons land. Gemeenten zijn per 2019 verplicht een stresstest uit te voeren. BlueLabel kan hierbij helpen door eenduidig inzicht te geven waar regenwateroverlast kan voorkomen. Het toont kwetsbare plekken in een gebied, tot op gebouw en straat nauwkeurig. Dit inzicht kan direct worden gebruikt om maatregelen te treffen, waardoor de leefbaarheid wordt verbeterd.

Erik Oostwegel, CEO van Royal HaskoningDHV: “Als ingenieurs hebben we veel kennis van de fysieke wereld. Als we die kennis van de gebouwde omgeving combineren met neerslagdata en deze dan met onze partners en klanten verrijken met algoritmes, komen we tot nog betere inzichten en vooruitzichten. Zo ook bij BlueLabel. We zetten innovatie en digitalisering in om een duurzame impact op de leefomgeving te creëren.”

  • maart 20, 2018
  • 131 views
Tekort aan personeel blijft remmende factor in de bouwsector

De werkvoorraad van de totale bouw is in januari uitgekomen op 9,4 maanden. Dat is een lichte stijging ten opzichte van een maand eerder, zo maakt het Economisch Instituut voor de Bouw bekend. De werkvoorraad in de woningbouw steeg met een tiende maand naar 10,7 en de werkvoorraad in de utiliteitsbouw steeg eveneens met een tiende maand naar 10,3. Vier op de tien bouwbedrijven gaf aan stagnatie in onderhanden werk te ondervinden. In de burgerlijke en utiliteitsbouw was een tekort aan personeel de belangrijkste oorzaak voor stagnatie.

Drie op de tien bedrijven zagen hun productie in de afgelopen drie maanden stijgen, terwijl het maar bij een op de twintig daalde. Ruim zes op de tien bedrijven beoordeelt hun huidige orderpositie als normaal, terwijl drie op de tien bedrijven hun orderpositie groot vindt. Een derde van de bedrijven gaf aan dat ze extra personeel gaan aannemen in de komende drie maanden, terwijl de rest van de bedrijven verwacht dat de personeelsbezetting hetzelfde blijft. Iets meer dan de helft van de bedrijven verwacht dat hun prijzen gaan stijgen in de komende drie maanden, de overige bedrijven verwachten geen veranderingen.

Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van februari 2018 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 275 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

  • maart 16, 2018
  • 131 views
Ziekenhuis voorbeeld van veilig bouwen op Bewust Veilig-dag

Vandaag vond de tweede editie van de landelijke Bewust Veilig-dag plaats. Ruim 58.000 medewerkers in de bouw- en infrasector en de installatiebranche hebben op meer dan 4.300 bouwplaatsen stil gestaan bij veilig werken. In dit kader bezochten staatssecretaris Tamara van Ark (Ministerie van SZW) en Nicole Kroon (directeur Inspectie SZW) de nieuwbouwlocatie van het Amphia ziekenhuis in Breda. Doekle Terpstra (Uneto VNI) en Maxime Verhagen (Bouwend Nederland) waren namens de organisatoren van de Bewust Veilig-dag aanwezig.

Het gezelschap werd in Breda ontvangen door Roos Leber, lid van de raad van bestuur van Amphia, samen met vertegenwoordigers van het Four Care consortium, bestaande uit Unica, ENGIE Services, Trebbe en Van Wijnen. Dit consortium is verantwoordelijk voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis dat in 2019 haar deuren opent. Na een kort welkomstwoord werden alle deelnemers – voorzien van veiligheidshelmen, -hesjes en -schoeisel – rondgeleid over de bouwplaats.

Het Four Care consortium hanteert een duidelijk en strikt veiligheidsbeleid dat in nauw overleg met Amphia ziekenhuis is opgesteld. Iedereen die zich op de bouwplaats bevindt, moet zich vanzelfsprekend houden aan de veiligheidsregels en medewerkers worden op hun veiligheidsgedrag aangesproken. De strikte naleving en handhaving van het veiligheidsbeleid is een belangrijk thema voor het Amphia ziekenhuis, zowel tijdens de bouwperiode als daarna. Ook bij de ingebruikname van het nieuwe Amphia blijft een veilig gebruik van het gebouw door medewerkers, patiënten en bezoekers een speerpunt van het ziekenhuis.

“Veiligheid is vanzelfsprekend een speerpunt bij alle werkzaamheden die wij met onze bouwpartners uitvoeren. Het consortium doet daar geen enkele concessie in, maar we weten ook dat vooral het bewustzijn over veiligheid permanent aandacht nodig heeft. Veilig werken kun je voor een groot deel realiseren met de juiste middelen en maatregelen, maar veiligheid is vooral ook mensenwerk. Initiatieven zoals de Bewust Veilig-dag zijn zeer waardevol om het veiligheidsbewustzijn van alle betrokkenen te vergroten”, vindt John Quist, CEO van Unica, namens het Four Care consortium.

De Bewust Veilig-dag is een initiatief van Bouwend Nederland, Aannemersfederatie Bouw en Infra en Uneto-VNI en vond vandaag voor de tweede keer plaats. De organisaties zijn blij dat er steeds meer keteninitiatieven bestaan waarbij alle bouwpartners een strikt integraal veiligheidsbeleid hanteren, zoals bij het vierkoppige Four Care consortium. Toch is aandacht voor veiligheid en het bewustzijn daarvan onder medewerkers een thema dat permanent aandacht nodig heeft. In de bouw zorgen situaties zoals werken op hoogte, werken met machines en gereedschap en communicatie-uitdagingen voor veiligheidsrisico’s. Tijdens de Bewust Veilig-dag staan werkgevers en werknemers daarom extra stil bij dit thema, met als doel om het veiligheidsbesef structureel te verbeteren.

  • maart 15, 2018
  • 132 views
Online toetsingssysteem als eerste stap naar aantonen vakbekwaamheid

Alleen wanneer je kunt aantonen dat je over de juiste kennis beschikt, mag je straks nog cv-installaties ontwerpen, installeren, inbedrijfstellen en onderhouden. Dit kun je doen door succesvol een theorie- en een praktijkexamen af te leggen. Uneto-VNI heeft hiervoor samen met KvINL, OTIB, opleiders en bedrijfsscholen een traject ontwikkeld. Dit begint met een nulmeting, zodat direct het huidige kennisniveau bekend is. Daarvoor komt vanaf de zomer een gratis online toetsingssysteem beschikbaar.

Blijkt uit deze online test dat er voldoende kennis en kunde in huis is, dan kan meteen het theorie-examen worden afgelegd, ook online. Daarna volgt het praktijkexamen.

Zowel de nulmeting-tool als het theorie- en het praktijkexamen zijn vanuit een gezamenlijke aanpak ontwikkeld en getest. Een aantal van leden van de branchevereniging heeft de afgelopen maanden de tool getest. De examens zijn met de input van bedrijven en opleiders opgesteld. Ze sluiten naadloos aan bij de eisen die in de concept-wet staan en staan heel dicht bij de praktijk, aldus de branchevereniging. Een aantal bedrijfsscholen neemt nu deel aan de pilot; hun monteurs volgen de online-toetsen en beoordelen die.

Landelijke dekking praktijktoetsen
Voor monteurs die een online-toets niet prettig vinden, zijn er ook andere opties. In het hele land stellen opleiders en bedrijfsscholen straks hun locaties beschikbaar voor het afleggen van het praktijkexamen. De aanbieders van een praktijkexamen zullen hiervoor geaccrediteerd zijn.

Kennis bijspijkeren
Uneto-VNI verwacht dat het eerste jaar al enkele duizenden monteurs de examens zullen afleggen. Blijkt uit de nulmeting dat het kennisniveau nog niet voldoende is, dan zal een monteur die kennis kunnen bijspijkeren. Bijvoorbeeld door een dagtraining of een volledige cursus te volgen bij een opleider. Of kennisdagen die door bedrijven zelf worden georganiseerd. Het opleidingenaanbod is ook online te vinden.

  • maart 13, 2018
  • 128 views
Installateurs van klus gehaald om Feyenoord-vlag

De Telegraaf meldt dat werknemers van het Rotterdamse installatiebedrijf Spindler hun klus aan de Amstel Tower in Amsterdam kwijt zijn geraakt. Er bleek op de bovenste verdieping van het gebouw ineens een Feyenoord-vlag te hangen, die deze werknemers hadden opgehangen. De directie van het installatiebedrijf liet aan AT5 weten dat het drie niet meer aan het project mogen werken. Ze zijn op het matje geroepen, maar niet de laan uitgestuurd.

De betrokkenen konden de grap best waarderen, maar Spindler was toch bang dat de veiligheid op de bouwplaats in het geding zou komen. Aanhangers van Ajax zouden verhaal kunnen komen halen. Het ophangen van vlaggen is bovendien tegen de regels.

  • maart 12, 2018
  • 151 views
Installatiebranche presenteert gezamenlijk haar toekomstverkenning

Vanmiddag overhandigde Uneto-VNI-voorzitter Doekle Terpstra het eerste rapport Connect2025 aan Hans de Boer, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW. Connect2025 wil zicht geven op de impact van techniek voor Nederland op weg naar 2025. Deze toekomstverkenning moet als leidraad en inspiratie gaan dienen voor de branche én voor politiek en overheid, onderwijs en wetenschap, klanten, opdrachtgevers en partners in sectoren als de bouw, industrie, energie, infra, mobiliteit en zorg. Achterliggende gedachte is dat de installatiebranche een hoofdrol speelt om Nederland welvarend en gezond te houden. De energietransitie, circulaire economie, verstedelijking, digitalisering zijn stuk voor stuk ontwikkelingen met ingrijpende gevolgen voor de manier waarop we leven, wonen en werken.

Connect2025 geeft een beeld van de rol die techniek gaat spelen in de gebouwde omgeving, infrastructuur, mobiliteit en industrie. Opvallend is de centrale positie die de installatiebranche inneemt bij de aanpak van vrijwel alle grote maatschappelijke uitdagingen. Als het gaat om onderwerpen als de energietransitie en mobiliteitsvraagstukken ligt het voor de hand dat de oplossingen moeten komen van duurzame en vernieuwende techniek. Maar Connect2025 laat zien dat ook op terreinen als zorg, veiligheid en digitalisering deskundigen en beleidsmakers zich in toenemende mate richten op technische innovaties om knelpunten op te lossen en in te spelen op veranderende behoeften. Doekle Terpstra, voorman van de installatiebranche: “Onze sector is proactief. We wachten de ontwikkelingen in de samenleving niet af, maar sturen aan op het toepassen van technische vernieuwingen. Ondernemers in de installatietechniek willen bijdragen aan een gezonder, efficiënter, veiliger en mooier Nederland. Dat blijft gelukkig niet onopgemerkt.”

De stormachtige ontwikkelingen op het gebied van de techniek achter Nederland komen in het rapport voorbij aan de hand van zes thema’s: De stad Nederland, Nul is de norm, Data als grondstof, Branche zonder grenzen, Mensenwerk en Nieuwe werkwijzen. Binnen ieder thema komt het beeld naar voren van een samenleving waarin vrijwel onbegrensde technische mogelijkheden voor grote veranderingen zullen zorgen. Die veranderingen variëren van duurzame technieken om de CO2-uitstoot terug te dringen tot nieuwe zorgconcepten en uiteenlopende toepassingen van het internet of things.

TNO en Panteia maakten in de loop van 2017 voor Connect2025 trendanalyses en organiseerden bijeenkomsten. Daarnaast ondervroegen zij honderden wetenschappers, experts en stakeholders over hun visie op de toekomst van de techniek in Nederland. Het is de derde toekomstverkenning die in deze vorm en omvang met betrekking tot de installatiesector is uitgevoerd. Eerdere rapporten verschenen in 2004 en 2010 onder de naam Radar. Voor Connect2025 was er voor het eerst sprake van een samenwerking tussen alle partijen binnen de branche. Naast branchevereniging Uneto-VNI zijn dat ISSO (kennisinstituut), KIEN (innovatie-aanjager), KvINL (kwaliteitsorganisatie), OTIB (scholing en onderwijs), PIT (promotie) en TVVL (kennispartner). Terpstra: “Ik ben blij met de uitkomsten van het onderzoek, maar óók met de manier waarop het tot stand kwam. Het rapport is het resultaat van een gezamenlijke inspanning van een groot aantal mensen en organisaties, van binnen én buiten de branche.”

De organisaties achter Connect2025 hebben met het rapport een bredere doelgroep op het oog dan alleen de ondernemers in de installatiebranche en hun klanten. De toekomstvisie moet ook politiek en overheid, onderwijs en wetenschap en partners in de bouw, industrie, energie, infra, mobiliteit en zorg inspireren en informeren. Het volledige rapport is inmiddels te vinden op www.connect2025.nl.  

  • maart 12, 2018
  • 123 views
Meisjes kiezen steeds vaker voor het loodgietersvak

Uit onderzoek van Uneto-VNI blijkt dat meisjes tijdens hun technische opleiding steeds vaker kiezen voor het loodgietersvak. Er zijn inmiddels zo’n 500 meisjes actief als loodgieter en dat aantal neemt snel toe. Het beroep van loodgieter is de laatste jaren sterk veranderd; service en communicatie zijn belangrijker dan ooit en daarmee is het vak (ook) voor vrouwen interessanter en aantrekkelijker geworden, aldus de branchevereniging.

Voorzitter Doekle Terpstra van Uneto-VNI vindt het logisch dat meisjes loodgieter willen worden. “Het is een boeiend vak. De loodgieter is al lang niet meer de man die in keukenkastjes en wc’s aan het werk is. Het vakgebied wordt breder, innovatiever en digitaler. De loodgieter bedenkt oplossingen voor een energiezuinig huis en speciale systemen die de riolen controleren. En hij of zij maakt digitale badkamerontwerpen en voorkomt legionellabesmetting met behulp van digitale techniek.”

Maatschappelijk belang
De maatschappelijke betekenis van het loodgietersvak wordt steeds groter. Volgens Terpstra spreekt ook dát aspect meisjes aan. “De loodgieter levert een bijdrage aan de aanpak van belangrijke uitdagingen. Het terugdringen van de CO2-uitstoot bijvoorbeeld, maar ook het voorkomen van wateroverlast in en rond woningen. Loodgieters zijn van groot belang voor de volksgezondheid. Dankzij sanitaire voorzieningen wordt de gemiddelde Nederlander nu twaalf jaar ouder dan een eeuw geleden.”

Om het tekort aan loodgieters tegen te gaan, richt Uneto-VNI zich niet alleen op meisjes, maar ook op andere doelgroepen. De sector leidt dit jaar 150 vluchtelingen met een verblijfsstatus versneld op voor een baan in de installatiesector. Al vijftig statushouders zijn inmiddels als loodgieter aan het werk.

  • maart 9, 2018
  • 125 views
Unica ziet omzet en winst sterk stijgen

Technisch dienstverlener Unica heeft in het afgelopen jaar een sterke groei geboekt. De omzet groeide met meer dan 10% naar €398 miljoen (2016: €359 miljoen) en de nettowinst steeg met bijna 50% naar €17,6 miljoen (2016: €12,0 miljoen). Daarmee was dit voor Unica het beste jaar in zijn bijna 85-jarig bestaan. De omzetstijging en de resultaatverbetering werden gerealiseerd door autonome groei. De effecten van de twee in 2017 gerealiseerde acquisities zullen pas vanaf 2018 zichtbaar worden. Unica voorziet voor de komende jaren een verdere groei van de omzet richting €500 miljoen. 

De marktvraag naar het upgraden, verduurzamen en transformeren van bestaande gebouwen nam verder toe. De investeringen die nodig zijn om de energietransitie mogelijk te maken zullen bovendien in de toekomst alleen maar verder groeien. Unica denkt zich met de diversiteit van zijn dienstverlening op deze thema’s te kunnen onderscheiden. Als integraal aanbieder van oplossingen op het gebied van veiligheid, comfort & gezondheid, ICT, energie en duurzaamheid wil Unica met een groeiend aantal klanten en partners invulling geven aan de duurzame transformatie van gebouwen.

Het operationele resultaat (EBITDA) groeide van €20,7 miljoen naar €29,4 miljoen. Het aantal medewerkers van Unica steeg in 2017 met bijna 10% van 2.017 naar 2.201 FTE. In de komende jaren verwacht Unica een groei naar 2.800 FTE. Unica behoort tot de ‘Top 250 Groeibedrijven van Nederland’, gepubliceerd door NLGroeit, een initiatief van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Netwerk van bedrijven steeds belangrijker
Unica bestaat uit een netwerk van bedrijven die zelfstandig en onafhankelijk opereren en tegelijkertijd nauw samenwerken om klanten integrale oplossingen te kunnen bieden. Door de groeiende behoefte aan integrale dienstverlening neemt het belang van het netwerk steeds verder toe. Het netwerk van bedrijven wordt onderverdeeld in drie segmenten.

Van het onderdeel Building Services groeide de omzet met bijna 10% tot €161 miljoen terwijl tegelijkertijd het rendement steeg. Het onderdeel Building Projects boekte bij een gestegen omzet (€77 miljoen, +10%) een sterk verbeterd resultaat. En ook de gespecialiseerde bedrijven leverden een groeiende bijdrage aan de omzet en het resultaat van Unica. In het afgelopen jaar steeg de omzet naar €159 miljoen, +12%. Deze bedrijven opereren onder hun eigen naam in de markt en deels onder een nieuwe naamgeving:  Unica Fire Safety, Unica Security, Unica Building Automation, Unica Energy Solutions, Unica ICT Solutions, Unica Industry Solutions en Unica Datacenters.

Nieuwe aandeelhouder
In 2017 trad Triton als nieuwe aandeelhouder toe. Dit was een gevolg van het besluit van de familie Van Vliet om, in samenspraak met de Raad van Bestuur, de afhankelijkheid ten aanzien van het bedrijf te verminderen. De dagelijkse leiding van Unica blijft in handen van de ongewijzigde Raad van Bestuur. De familie Van Vliet zal als grootaandeelhouder ook in de komende jaren strategisch betrokken blijven.