• maart 3, 2017
  • 154 views
Cao onderhandelingen voor het technisch installatiebedrijf deze maand van start

Deze maand beginnen de onderhandelingen over een nieuwe cao voor het technisch installatiebedrijf, onderdeel van de cao’s in de Metaal en Techniek. De onderhandelingen vinden plaats op 8, 15 en 29 maart. Een reservedatum is gepland op 12 april. De huidige cao loopt op 30 april aanstaande af. De Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT) voert de onderhandelingen namens de werkgevers. Uneto-VNI is via het lidmaatschap van FWT direct betrokken bij de onderhandelingen over de nieuwe cao.

De cao’s in de Metaal en Techniek hebben betrekking op vijf sectoren, te weten het metaalbewerkingsbedrijf, de installatietechniek, het isolatiebedrijf, het carrosseriebedrijf en de goud- en zilvernijverheid. De cao’s vormen tezamen de grootste cao in de marktsector. De bedrijfstak Metaal en Techniek vertegenwoordigt in totaal circa 27.500 ondernemingen met circa 330.000 werknemers.

[related_post themes=”text”]

  • februari 23, 2017
  • 123 views
Omzet in de burgerlijke en utiliteitsbouw fors toegenomen vorig jaar

De omzet van de bouw steeg in 2016 met 6,3 procent ten opzichte van een jaar eerder, meldt het CBS. Vooral bedrijven in de burgerlijke en utiliteitsbouw zagen hun omzet stijgen. Het omzetniveau van de bouw lag nog wel zo’n 8 procent onder dat van voor de crisis in 2008. Voor 2017 zijn bouwondernemers ook positief gestemd. Veel ondernemers verwachten dat hun omzet in 2017 verder zal stijgen.

Van de drie belangrijkste bouwsectoren steeg in 2016 de omzet het meest bij bedrijven in de burgerlijke en utiliteitsbouw (B&U), waaronder bijvoorbeeld de bouw van woningen en gebouwen valt. Deze steeg met 9,3 procent vergeleken met een jaar eerder. Ten opzichte van topjaar 2008 ligt de omzet van de B&U-sector nog wel een stuk lager (-18,1%).

Gespecialiseerde bouwbedrijven (zoals sloop- en afwerkingsbedrijven) kwamen met een omzetstijging van 7,8 procent weer richting het niveau van 2008 (-3,4%). Bij bedrijven in de grond-, weg- en waterbouw had de crisis veel minder gevolgen voor de omzet. Hoewel zij dit jaar te maken hadden met een omzetdaling van bijna 2 procent, ligt die nog altijd boven het niveau van 2008.

[related_post themes=”text”]

  • februari 22, 2017
  • 129 views
“Wet Kwaliteitsborging biedt kansen om beunhazen eruit te filteren”

De Tweede Kamer stemde gisteren in met de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. De controle op de kwaliteit van gerealiseerde woningen zal daarmee bij private partijen komen te liggen. De Vereniging Eigen Huis (VEH) deed vorige week nog een dringende oproep aan de Tweede Kamer om het wetsvoorstel niet aan te nemen. ‘De invoering van een scherpere aansprakelijkheid is heel goed. Maar het ingewikkelde systeem van privaat toezicht op de bouw leidt in elk experiment tot gebrekkige kwaliteit en bovendien tot hoge kosten.’ Gevraagd om een reactie zegt Steven Wayenberg, jurist bij VEH, nog steeds teleurgesteld te zijn, maar ziet hij ook wat lichtpuntjes. Zo verwacht hij dat beunhazen er eerder worden uitgefilterd.

Op zich is VEH wel voor directe invoering van een grotere aansprakelijkheid. Wayenberg: “Tijdens een opleveringskeuring van drie kwartier kun je mogelijke gebreken mislopen en die zijn op dit moment moeilijk te verhalen. Zeker bij installatiewerk, dat grotendeels is weggewerkt. Door een scherpere aansprakelijkheid te introduceren worden bouwende partijen gestimuleerd om kwaliteit te leveren.”

“De nieuwe wet  biedt  de installateur kansen om zich te onderscheiden. De projectontwikkelaar moet de consument straks bij oplevering een dossier overhandigen. Als de installateur nou zorgt dat hij een overzicht aanlevert van de gecertificeerde producten die hij gebruikt, met foto’s van de montage en een inregelrapport dan toont hij daarmee aan  deugdelijk werk te leveren. Uiteindelijk kan dit leiden tot een schifting, waarbij de beunhazen er eerder worden uitgefilterd.”

De invoering van de kwaliteitsborging zelf kan niet op begrip van VEH rekenen. Wayenberg: “Uit diverse pilots in o.a. Den Haag en A’dam is keer op keer gebleken dat het toezicht bij private partijen niet werkt. Bouw- en Woningtoezicht die over de schouder meekeek, moest herhaaldelijk ingrijpen. Het leidde niet tot extra kwaliteit, maar bracht wel extra kosten met zich mee. Ons advies is dit pas in te voeren als experimenten hebben aangetoond dat het ook echt werkt.”

[related_post themes=”text”]

 

  • februari 22, 2017
  • 128 views
Kantoren vorig jaar weer meer in trek

De Nederlandse kantorenmarkt heeft het afgelopen jaar een positieve ontwikkeling laten zien. De totale opname van kantoorruimte ging in 2016 met circa 25% omhoog, terwijl het aanbod van leegstaande kantoren met 9% daalde. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van NVM Business. De verhoogde vraag naar kantoren in Nederland had vorig jaar tot resultaat dat op de vrije markt – eigenbouw niet meegerekend – circa 1,16 miljoen m2 kantoorruimte werd verhuurd en verkocht.

Dat de vraag naar kantoren zich gunstig ontwikkelde, kwam onder meer doordat het herstel van de economie doorzette. Daarnaast speelde een rol dat als gevolg van veranderde kwaliteitseisen meer bedrijven ertoe overgingen hun bestaande huisvesting te verwisselen voor hoogwaardige kantoorruimte, veelal in combinatie met een betere bereikbaarheid per openbaar vervoer en meer voorzieningen. Behalve de totale afzet van kantoren steeg ook het aantal gerealiseerde huur- en kooptransacties. Ook het feit dat vorig jaar nogal wat grote transacties tot stand kwamen, droeg bij aan de verhoogde opname.

Hoewel de markt in zijn totaliteit een positief beeld opleverde, waren er geografisch gezien wel duidelijk tegengestelde tendensen waarneembaar. Wat daarbij opviel was dat met name de noordelijke provincies van ons land met een afnemende vraag werden geconfronteerd, terwijl in de Randstad de vraag naar kantoren sterk verbeterde. Overigens kon in de Randstad de grotere vraag naar kantoorruimte vooral op het conto van Amsterdam worden geschreven. In de hoofdstad steeg de afzet van kantoorruimte met 70% tot 383.000 m2.

[related_post themes=”text”]

  • februari 21, 2017
  • 123 views
Ruime meerderheid Tweede Kamer stemt in met Wet Kwaliteitsborging

De Tweede Kamer heeft met een ruime meerderheid ingestemd met de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. De kern van de nieuwe wet is dat de controle op de kwaliteit van gerealiseerde woningen niet langer gebeurt door de overheid, maar door private partijen. Uneto-VNI laat inmiddels weten positief te zijn over de kwaliteitsimpuls die uitgaat van het nieuwe stelsel, maar plaatst wel een aantal kanttekeningen. In plaats van een papieren controle vooraf, gaan kwaliteitsborgers de woning of het bouwwerk controleren. De opdrachtgever krijgt zo een bewijs van de gerealiseerde kwaliteit en de bouwer krijgt meer mogelijkheden om processen te optimaliseren. Uneto-VNI is blij dat het bestaande stelsel van Erkende kwaliteitsregelingen intact blijft. Daarvoor had de branchevereniging, mede gezien de investeringen van leden in hun kwaliteitssystemen, nadrukkelijk gepleit.

Private kwaliteitsborgers nemen de rol van de afdeling bouw en woningtoezicht over. Die worden op hun beurt gecontroleerd door een nog op te richten toelatingsorganisatie vanuit de overheid.

Keerzijde van het nieuwe stelsel is volgens de brancheorganiosatie dat kwaliteitsbewaking, procedures en protocollen extra geld gaan kosten. Bovendien is Uneto-VNI bezorgd dat de angst voor een langere aansprakelijkheid ontaardt in meer bureaucratie. Daarom wil de branchevereniging zo snel mogelijk in gesprek met organisaties van opdrachtgevers en aannemers om de administratieve lastendruk van het nieuwe stelsel zoveel mogelijk te beperken.

Het belangrijkste kritiekpunt van Uneto-VNI is de forse toename van de aansprakelijkheid bij professionele opdrachtgevers. Als zij niet expliciet anders bedingen, geldt aansprakelijkheid tot maar liefst twintig jaar na afronding van het project voor zowel verborgen als zichtbare gebreken. Dat vindt Uneto-VNI buitensporig lang en onnodig. Extra bescherming zou uitsluitend moeten gelden voor de consument. Want professionele opdrachtgevers hebben al veel invloed op het project, sterker nog, zij bepalen meestal ook de juridische voorwaarden.

Er volgen nog wijzigingen op het wetsvoorstel. Op aandringen van de PvdA wordt het opleverdossier uitgebreid tot consumentendossier. Dit betekent dat installateurs meer informatie moeten gaan aanleveren, bijvoorbeeld over dimensionering en onderhoud en beheer van de technische installaties.

Later dit jaar moet de Eerste Kamer zich nog uitspreken over het wetsvoorstel.

[related_post themes=”text”]

  • februari 21, 2017
  • 125 views
‘Bouwtempo woningen blijft achter bij behoefte’

Er is tot 2020 behoefte aan 350.000 extra nieuwbouwwoningen, schrijft minister Plasterk (Wonen) in een brief aan de Tweede Kamer. Dat is meer dan de helft van de geraamde stijging van de woningbehoefte tot 2025. De komende tien jaar moeten er 610.000 nieuwe woningen bijkomen. Het gaat bijna uitsluitend om koopwoningen. Plasterk signaleert dat het bouwtempo achter blijft bij de geraamde behoefte. Als er niets verandert zal het woningtekort oplopen naar 2,1 procent in 2025. Nu is dit 1,8 procent van de bestaande voorraad.

[related_post themes=”text”]

  • februari 17, 2017
  • 129 views
Tweede Kamer lijkt de Wet kwaliteitsborging te gaan steunen

Het lijkt erop dat de Tweede Kamer de Wet kwaliteitsborging zal steunen. Gisteravond vond het debat over deze bouwwet plaats. De PvdA wil nog steeds dat een aantal zaken gewijzigd worden, maar voor de VVD lijken die wijzigingen geen obstakel te vormen. De PvdA wil bijvoorbeeld een waarschuwingsplicht voor aannemers, waaruit blijkt dat ze een woning of verbouwing zo goed als foutloos kunnen maken. Ook een consumentendossier bij oplevering, naast het opleverdossier met gebruikersaanwijzing, staat op het wensenlijstje. Dinsdag stemt de Tweede Kamer over het wetsvoorstel en verschillende aanpassingen. Daarna is de Eerste Kamer nog aan de beurt.

In het voorgestelde wetsvoorstel wordt het toezicht op de bouwkwaliteit van nieuwbouw niet langer aan de overheid maar aan private partijen overgelaten. De eerste termijn van deze behandeling werd twee weken geleden afgebroken. Uitstel bleek nodig om de meningsverschillen tussen de PvdA en de VVD te overbruggen. Struikelpunt is met name de mate van aansprakelijkheid die bouwers straks krijgen. De PvdA vindt dat bouwbedrijven altijd volledig verantwoordelijk moeten zijn voor bouwfouten. Blok vindt dit veel te ver gaan.

Uneto-VNI is in grote lijnen positief over het wetsvoorstel, maar zet wel vraagtekens bij de toename van de administratieve lasten en aansprakelijkheid en de samenstelling van de toelatingsorganisatie. Het belangrijkste bezwaar van de brancheorganisatie is dat de wetgever een nieuw systeem opstelt voor kwaliteitsborging, dat voorbijgaat aan de huidige certificaten en erkenningen. Als het aan Uneto-VNI ligt, blijft het bestaande stelsel van Erkende Kwaliteitsverklaringen bestaan.

Op Valentijnsdag deed Vereniging Eigen Huis nog een oproep aan de Tweede Kamer om niet achter het wetsvoorstel te gaan staan. Het doordrukken van het nieuwe stelsel leidt naar de stellige verwachting van de vereniging tot grote nadelen voor de bouwconsument. Die gaat meer betalen voor zijn nieuwbouwhuis terwijl de kwaliteit minder geborgd wordt. Ervaringen opgedaan met pilotprojecten zijn dermate desastreus, dat niet alleen de bouwkwaliteit, maar ook de wetgevingskwaliteit in het geding is.

Verantwoorde invoering van zo’n grote stelselwijziging is volgens Vereniging Eigen Huis alleen denkbaar als eerst uit goed verlopen experimenten blijkt dat van alle fouten en onvolkomenheden daadwerkelijk is geleerd. Eerder is in de Kamer al gesuggereerd dat “de wal het schip maar moet keren”. Directeur belangenbehartiging Rob Mulder: “Dat is toch ongehoord! In de praktijk springen alle seinen op rood. Wij kunnen het ons eigenlijk niet voorstellen dat de Tweede Kamer werkelijk van mening is dat het verantwoord en zorgvuldig zou zijn om de stelselwijziging maar gewoon over Nederland uit te rollen ten koste van de bouwconsument en zijn woning.”

Vereniging Eigen Huis pleitte eerder al voor een knip in het wetsvoorstel. “Het toezichtsysteem met private kwaliteitsborgers zou moeten worden uitgesteld totdat het aantoonbaar werkt. Het wetsvoorstel regelt echter ook dat aannemers veel makkelijker door consumenten aansprakelijk worden gesteld voor de fouten die ze maken. Bovendien wordt de toetsing aan de bouwregels uitgebreid naar wat er daadwerkelijk gebouwd is. Deze onderdelen verdienen snelle invoering, omdat daarmee de positie van de consument direct verbetert.”

[related_post themes=”text”]

 

  • januari 27, 2017
  • 118 views
Uneto-VNI ondertekent grondstoffenakkoord

Installateurskoepel Uneto-VNI heeft het grondstoffenakkoord ondertekend. In dit akkoord spreken overheid en bedrijfsleven af om nog dit jaar aanbevelingen te formuleren voor de ontwikkeling naar een circulaire economie in 2050. Het nieuwe kabinet kan vervolgens met deze aanbevelingen aan de slag. Meer dan 180 partijen hebben het akkoord inmiddels getekend. VNO-NCW is hoofdondertekenaar namens het Nederlandse bedrijfsleven. Uneto-VNI heeft ondertekend als ondersteunende partij. De brancheorganisatie gaat meedenken over de grote kansen die een circulaire economie de installatiebranche en de technische detailhandel kunnen opleveren.

Volgens Uneto-VNI moet een analyse van de huidige situatie in de sector en de kansen en knelpunten het uitgangspunt zijn voor de discussie over een circulaire economie. De toeleverende industrie bepaalt in de installatiebranche en de technische detailhandel in hoge mate het gebruik van materialen en grondstoffen. Uneto-VNI wil in overleg met deze ketenpartners de mogelijkheden van het gebruik van duurzame materialen bevorderen.

De ontwikkeling naar smart buildings kan bijdragen aan een omslag naar een circulaire economie. Dat geldt ook voor de digitalisering en de ontwikkeling van het Bouw Informatie Model die het mogelijk maken op maat te produceren en materiaalverlies te beperken.

De installateurskoepel vindt extra aandacht voor beheer en onderhoud van technische installaties belangrijk. Door predictief onderhoud en het nemen van innovatieve maatregelen neemt de technische levensduur van de installaties toe en zijn minder schaarse grondstoffen nodig.

De overheid kan volgens Uneto-VNI een rol spelen als launching customer door zoveel mogelijk circulair in te kopen. Uneto-VNI vraagt specifieke aandacht voor de vertaling van de definitieve aanbevelingen naar de dagelijkse praktijk. De overgang naar een circulaire economie moet ook voor het mkb haalbaar zijn en niet leiden tot extra regel- en lastendruk.

Ondertekening van het grondstoffenakkoord sluit aan op eerdere initiatieven van Uneto-VNI om een circulaire economie te bevorderen. Zo heeft de ondernemersorganisatie aan de wieg gestaan van de Nationale Milieudatabase. Hiermee is het mogelijk om de milieueffecten van producten en gebouwen inzichtelijk te maken.

[related_post themes=”text”]

  • januari 27, 2017
  • 140 views
Eén derde installateurs ziet weinig toekomst voor prestatiecontracten

Contracten op basis van geleverde prestaties in plaats van geleverde arbeid vormen in de bouw een relatief nieuw verdienmodel, dat de laatste tijd veel aandacht geniet. Opvallend is dat bijna één derde van de installateurs niet verwacht dat prestatiecontracten aan terrein zullen winnen. Het zijn met name de architecten en aannemers GWW (respectievelijk 36% en 33%) die hier al voorbeelden van zien. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy dat is uitgevoerd onder 700 bedrijven uit de bouw- en installatiesector.

Ruim één derde van de partijen in de bouwsector ziet nu al voorbeelden van samenwerking met een beperkte groep bedrijven. Tegelijkertijd verwacht 20% van de bedrijven in de bouw deze ontwikkeling niet. Meer dan de helft van de bedrijven in de bouwsector ziet of verwacht zeer binnenkort een ontwikkeling te zien waarbij steeds meer prestatiecontracten worden afgesloten; ruim een kwart ziet deze ontwikkeling nu al.

Het zijn met name aannemers B&U, afbouwers en installateurs (respectievelijk 43%, 37% en 36%) die aangeven al voorbeelden te zien dat er steeds meer samengewerkt wordt met een beperkte groep bedrijven. Architecten en handelaren daarentegen zien dit momenteel minder vaak gebeuren en bijna een derde verwacht ook niet dat dit gaat gebeuren; 30% van de architecten en 25% van de handelaren geeft aan geen ontwikkeling te verwachten waarbij men voor samenwerkingsverbanden kiest uit een klein scala aan bedrijven. De samenwerking lijkt dus vooral tussen uitvoerende partijen plaats te vinden.

Voor dit onderzoek zijn in 2016 in totaal 700 telefonische en online enquêtes afgenomen onder architecten, aannemers B&U, aannemers GWW, klusbedrijven, afbouwers, installateurs en handelaren.

[related_post themes=”text”]

 

  • januari 26, 2017
  • 131 views
Woningbouw blijft explosief groeien, utiliteit volgt geleidelijk

In 2016 groeide het productievolume in de bouw met 7%, wat neerkomt op een toename met €4 miljard. De groei werd opnieuw gedragen door de woningbouw, waar een spectaculaire ontwikkeling optrad. In twee jaar tijd zijn de investeringen in de woningbouw met 50% gestegen. De vooruitzichten voor 2017 en 2018 zijn eveneens gunstig. De woningbouw blijft in deze periode de belangrijkste groeisector, maar de groei trekt geleidelijk ook aan bij de utiliteitsbouw en de infrastructuur. Op middellange termijn (2019-2022) kan de bouwsector een solide groei realiseren van gemiddeld 2% per jaar. Het productieniveau komt dan weer boven het niveau te liggen dat voor de crisis werd gerealiseerd. De groei zit in deze periode vooral bij de utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw. Om de voorziene productiegroei in de komende jaren te realiseren zal de werkgelegenheid in de bouw met 57.000 arbeidsjaren moeten toenemen. Dit concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in de zojuist verschenen studie ‘Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2017’.

In 2016 was het opnieuw de woningbouw die een explosieve groei realiseerde. Deze groei volgde op een ook al spectaculaire groei in 2015. In dat jaar was het de nieuwbouw die enorm groeide. In het afgelopen jaar werden de borden hier verhangen. De nieuwbouw groeide weliswaar nog altijd met een fikse 12%, maar de herstel en verbouwproductie nam met 25% toe. De herstel en verbouwproductie profiteerde van de dynamiek op de woningmarkt met veel verhuizingen, veel transformaties van kantoren naar woningen, relatief meer activiteit van corporaties in de bestaande voorraad en extra investeringen in duurzaamheid.

In 2017 en 2018 zet de groei bij de woningbouwinvesteringen door met respectievelijk 8% en 6%, waarbij het zwaartepunt van de groei weer meer komt te liggen bij de nieuwbouw. De utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw trekken ook aan, vooral in 2018. Bij de utiliteitsbouw is het de nieuwbouw die profiteert van economische groei, afnemende leegstand en de lage rente.

Op middellange termijn zet het beeld van robuuste groei bij de utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw door, terwijl de groei bij de woningbouw juist steeds meer afvlakt en tegen het einde van de periode weer lichte krimp kan vertonen. Per saldo groeit de totale bouwproductie gestaag door in de komende jaren. Het productievolume dat in 2016 uitkwam op €62 miljard, stijgt in 2022 naar bijna €73 miljard in constante prijzen. Rond 2019 bereikt het productievolume van de bouwnijverheid dan weer het niveau van voor de crisis om daarna hier bovenuit te stijgen.

Op de bouwarbeidsmarkt werd het afgelopen jaar een stijging van de werkgelegenheid gerealiseerd met 10.000 arbeidsjaren. De groei was geconcentreerd bij de flexibele schil, al was er ook voor het eerst sinds de crisis weer sprake van lichte groei bij de werkgelegenheid van de werknemers. In 2017 en 2018 zal de werkgelegenheid met 34.000 arbeidsjaren kunnen toenemen, waarbij de verdeling over werknemers en zelfstandigen naar verwachting meer evenwichtig gaat worden. In de periode 2019- 2022 zal de werkgelegenheid met nog eens 23.000 arbeidsjaren kunnen toenemen.

[related_post themes=”text”]