- januari 15, 2021
- 130 views
Prefab huis met PVT-panelen als bron voor een warmtepomp
In het Tilburgse natuurgebied Drijflanen staat een duurzaam prefab huis met PVT-panelen als bron voor een warmtepomp. Het is genomineerd als duurzaamste huis van Nederland. De woning is volledig zelfvoorzienend.
De boshut is een duurzame energiecentrale met een combinatie van gewone PV-zonnepanelen en thermische PVT-panelen op het dak. De PVT-panelen zijn aan de bovenkant een gewoon zonnepaneel die zonlicht omzetten in elektriciteit. De achterkant is een thermische wisselaar. Ze zijn de stille bron voor de water/water-warmtepomp. Samen zorgen ze voor zowel verwarming als warm water.
Harmonieus
Het duurzame huis is van architect Joris Verhoeven. Hij ontwierp zijn compacte, geprefabriceerde houten boshut op zo’n manier dat de woning harmonieus opgaat in de omgeving. De ruwe zwarte gevels vallen nauwelijks op naast de omringende boomstammen en de strategisch geplaatste ramen bieden het hele jaar door uitzichten op het steeds veranderende landschap.
Duurzaam geprefabriceerd
De zwarte houten woning van Joris is duurzaam geprefabriceerd uit houten wanden, gevuld met vlasisolatie. De binnenkant is gemaakt van berkenmultiplex. Het ontwerp, waarbij de ruwbouw ook de afwerking is, levert grote voordelen als het gaat om bouwduur en bouwkosten. Na het storten van de funderingsvloer werd het huis in slechts drie dagen geplaatst.
[pt_view id="47a0af83ev"]
- januari 8, 2021
- 132 views
“Waterstof zal Nederland veroveren”
De energietransitie gaat niet over één oplossing. Waterstof is één van de oplossingen. Jan Wijbenga (foto) van het bedrijf Feenstra is ervan overtuigd dat waterstof ook Nederland zal veroveren. Maar het is een weg die we nog met elkaar moeten verkennen. In Uithoorn werd onlangs een proef gestart met het inzetten van waterstof in bestaande (sloop)woningen. Woningen die eerder op aardgas werden verwarmd. Met positief resultaat. Een nieuwe toekomst voor de installateur?
“Er is gewoon niet één oplossing voor de energietransitie”, vertelt Jan Wijbenga. “Dat is echt een illusie. We moeten met elkaar alle mogelijke opties verkennen en inzetten. We moeten experimenteren en vooruit kijken. En vergis je niet: het gaat sneller dan je denkt! Bij Feenstra willen we vooraan lopen, meedenken en mee ontwikkelen. Maar we zorgen er wel voor dat we bij bewoners thuis oplossingen plaatsen, die bewezen zijn. We experimenteren graag met alle oplossingen die er zijn voor verduurzaming! Maar… in huizen waar mensen wonen moet het product dat we neerzetten gegarandeerd werken.”
Waterstof-project
Woningcorporatie Eigen Haard en netwerkbedrijf Stedin startten een waterstof-project en wilden in Uithoorn onderzoeken hoe waterstof in het bestaande aardgasnet in bestaande woningen kan worden toegepast. Er werd aan een aantal partijen gevraagd mee te doen. Feenstra wilde graag de al eerder opgedane kennis inzetten bij dit project en daarmee ook vergroten. Wijbenga: “Het ging om een aantal sloopwoningen; de perfecte plaats om dit met elkaar te verkennen. Door elke keer zo samen te werken, kunnen we kennis stapelen. Niet alleen binnen het bedrijf, maar ook in de keten.” Bij de overstap van aardgas naar waterstof werden de bestaande gasleidingen en verbindingen onderzocht, zowel in de straat als in de woningen. “Het verwarmen van de woningen gebeurde met speciale waterstof cv-ketels. Die worden inmiddels al door verschillende partijen ontwikkeld (o.a. Remeha en Nefit-Bosch) en juist met projecten als deze verder verbeterd. Waterstof vraagt om nieuwe kennis en vaardigheden van onze monteurs. En ook daarvoor gebruiken we de ervaringen in Uithoorn. Hoe kunnen we opleidingen en opleiders voeden op weg naar een toekomst met meer waterstof?”
Innoveren
Wijbenga: “Natuurlijk moeten we kiezen voor de ‘groene’ waterstof; anders is het dweilen met de kraan open. Het is overigens goed te weten dat er bij de verbranding van waterstof geen CO2-uitstoot is. Geen mogelijkheid tot koolmonoxidevergiftiging dus.” De pilot in Uithoorn maar ook andere projecten in Nederland bewijzen dat het mogelijk is. Wijbenga: “Het zijn de eerste stappen. Maar we moeten blijven innoveren. Innoveren en experimenteren helpt ons om ervoor te zorgen dat wij gereed zijn voor de periode na 2030. Er wordt natuurlijk al veel ondernomen; want anders hadden we ook in Uithoorn geen stappen kunnen zetten. Maar er is meer nodig. Uit het project in Uithoorn komen vragen die we met elkaar moeten beantwoorden. Denk dan bijvoorbeeld aan wet- en regelgeving en de ontwikkeling van veiligheidsprotocollen en de opleidingen.”
Leeds
Is het dan een kwestie van de lange adem? Van de verre toekomst? Integendeel volgens Wijbenga. “Ik merk de interesse en het geloof in de energietransitie. Ik zie opleidingscentra schakelen op die nieuwe toekomst. En in Nederland zien we in de mobiliteit al mooie ontwikkelingen. “We zien steeds meer auto’s op waterstof rijden. Geweldig toch? Maar het is grootser… Dat heeft de stad Leeds in Engeland wel bewezen. Onder de noemer ‘project H21’ moeten hier via het oude aardgasnetwerk miljoenen huishoudens en bedrijven worden voorzien van schoon waterstof. In 2028 willen de initiatiefnemers in het noorden van Engeland van start gaan, om in 2050 te eindigen in Londen. De grootste energietransitie van het Verenigd Koninkrijk. Een project dat al vanaf 2017 loopt.”
Leren
Waterstof vergt andere kennis en skills. Maar het begin is al gemaakt. “Bij de Hanze Hoge School wordt kennis ontwikkeld en gedeeld met de vakmensen van de toekomst. Een docent benaderde me met een waterstof-katern. Mijn Feenstra collega’s van onze regionale opleidingscentra en ik hebben graag meegelezen. Het is een gespreksonderwerp onder monteurs merk ik; zij willen leren.” Wat zijn de aandachtsgebieden? Het gaat om kennis over waterstof , de andere manier van installeren en het ontwikkelen van en werken met nieuwe protocollen. “We hoeven niet op punt nul te beginnen. Dat is het mooie. We kunnen vanuit praktijk en theorie stappen zetten.” Wijbenga is enthousiast en dat zal hij blijven: “We gaan nieuwe wegen in en die ontdekkingstocht geeft spanning, kansen en prachtige vergezichten. Mooi toch! Ik werk er graag aan mee.”
Dit is een verkorte versie van een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ januari. Deze editie zal 26 januari 2021 verschijnen, De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
- december 14, 2020
- 133 views
Waarschuwing van toezichthouder voor drie warmtepompmerken
Uit een toezichtactie van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) naar de naleving van de prestatie-eisen voor warmtepompen bleek dat de fabrikanten van drie van de 14 gecontroleerde merken niet konden aantonen dat ze voldeden aan de technische eisen voor energie-efficiëntie, geluid en beperking gevaarlijke stoffen. De overige 11 merken scoorden voldoende tot goed.
De fabrikanten, importeurs en distributeurs van de drie warmtepompmerken ontvingen een waarschuwingsbrief van de ILT, waarop ze direct zijn gestopt met het op de markt brengen van deze producten. Daarnaast is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geïnformeerd omdat deze apparaten op de lijst Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) stonden. De RVO heeft de lijst aangepast op basis van de ILT-bevindingen.
Onvoldoende, onjuiste of onvindbare informatie
Ook blijkt dat door onvolledige of slecht vindbare informatie en/of het gebruik van andere parameters in reclame-uitingen het voor installateurs, consumenten en zakelijke gebruikers moeilijk is om te bepalen welke warmtepomp een goede keuze is voor het gebouw of huis. Daarnaast kunnen zij de prestaties van warmtepompen niet goed vergelijken, omdat ze onvoldoende toegang hebben tot de volledige productinformatie. Het gebrek aan informatie over verplichtingen voor een eigenaar van warmtepompen met gefluoreerde broeikasgassen kan bovendien leiden tot onnodige uitstoot van broeikasgassen tijdens installatie, onderhoud en afdanken van de warmtepomp. De ILT heeft de gecontroleerde fabrikanten, importeurs en distributeurs schriftelijk gewezen op de tekortkomingen. In hun reactie gaven zij aan hoe ze de documentatie gaan verbeteren. Tot slot constateert de ILT dat het lastig is voor consumenten en zakelijke gebruikers om te achterhalen aan welke eisen installateurs moeten voldoen en welke installateur gecertificeerd, erkend en geschikt is.
Mogelijke risico’s warmtepompen
Verwarming heeft met 41% het grootste aandeel op het totale energiegebruik van Nederland. Bij Nederlandse huishoudens heeft verwarming zelfs een aandeel van 80%, waarvan 64% voor verwarming van de woning en 16% voor warm tapwater (Bron: Energie Beheer Nederland, Infographic 2020: Energie in cijfers). In de overgang naar duurzame, alternatieve warmtevoorzieningen is de toepassing van warmtepompen de afgelopen jaren sterk toegenomen. Consumenten en zakelijke gebruikers moeten kunnen rekenen op betrouwbare (informatie over) warmtepompen, vindt ILT. Ook daarom is het belangrijk dat fabrikanten en importeurs zich houden aan de wet- en regelgeving.
Ongewenste effecten en naleeftekorten
In een eerdere verkenning door de ILT naar mogelijke risico’s bij warmtepompen kwamen omstandigheden naar voren die kunnen leiden tot ongewenste effecten en naleeftekorten. Zoals hogere CO2-uitstoot en energiekosten, omdat de efficiëntie lager is dan toegestaan of opgegeven door de fabrikant. Of minder comfort omdat gekozen is voor een warmtepomp die ongeschikt blijkt voor de woning of het gebouw. Andere risico’s zijn lekkage van broeikasgassen en geluidsoverlast.
Wet- en regelgeving
Bij het ontwerp dienen fabrikanten het potentiële, ongewenste milieueffect voor warmtepompen zo laag mogelijk te houden (Richtlijn Ecodesign 2009/125/EG en Verordening EU 813/2013). Daarnaast mogen elektrische en elektronische apparatuur maar een beperkte concentratie van bepaalde gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld lood en kwik) bevatten (Regeling gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur en RoHS-richtlijn EU 2011/65). Tot slot, moet onnodige uitstoot van F-gassen worden voorkomen (Verordening betreffende gefluoreerde broeikasgassen EU 517/2014 en het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen).
Over de toezichtactie
Uitgangspunt voor de selectie was de ISDE-apparatenlijst (december 2018) van de RVO met hierop circa 3.500 type warmtepompen waarvoor subsidie wordt verstrekt. Warmtepompen die in 2018 minder dan 10 keer een subsidie hebben ontvangen, zijn niet meegenomen in de selectie. De resterende 350 types (24 merken) zijn ingedeeld naar grootte van marktaandeel; van elke categorie is de helft van de merken willekeurig geselecteerd voor controle door de ILT. In totaal heeft de ILT warmtepompen van 14 merken gecontroleerd.
Uitgelicht: Vereniging Warmtepompen blij met onderzoek ILT
De Vereniging Warmtepompen (VWP) verwelkomt het vandaag door de Inspectie Leefomgeving en Transport gepubliceerde rapport ‘Warmtepompen; Toezichtactie naleving producteisen’. De VWP vindt het, namens haar leden, belangrijk dat opdrachtgevers, installateurs en eindgebruikers middels het zogenaamde ErP-label over de juiste, objectieve, informatie beschikken om te komen tot een passende apparaatkeuze. De vereniging zegt verder content te zijn dat van de veertien onderzochte merken het overgrote deel voldoet. Tegelijkertijd baart het de VWP zorgen dat er blijkbaar enkele leveranciers zijn waarbij de productinformatie volgens ILT niet direct aan de conformiteitseis voldeed. ‘Wij respecteren de handhaving door ILT omdat misinformatie kan leiden tot verkeerde apparaatkeuzes en dat kan leiden tot onzekerheid of zelfs wantrouwen in de markt en daarmee het behalen van de doelstellingen van de energietransitie hinderen’, aldus de VWP.
[pt_view id="1fa90c4318"]
- december 11, 2020
- 131 views
Stedin start proef met verwarmen van woningen op waterstof
In Uithoorn stroomt vanaf vandaag waterstof door het bestaande aardgasnet. Veertien sloopwoningen zijn gereed gemaakt voor tijdelijke verwarming met waterstof. De techniek wordt voor het eerst in Nederland door Stedin toegepast. Stedin werkt hierbij samen met woningcorporatie Eigen Haard, de gemeente Uithoorn en energieconsultant DNV GL. Feenstra voert werkzaamheden aan de binneninstallatie uit en Nefit Bosch en Remeha leveren de waterstof cv-ketels.
Het verwarmen van woningen met waterstof kan in de toekomst een alternatief zijn naast volledig elektrisch en warmtenetten. In Uithoorn wordt dit nu in de praktijk onderzocht. De ombouw van aardgas naar waterstof bestaat uit een aantal stappen. Het onderzoeken van bestaande gasleidingen en verbindingen zowel in de straat als in de woningen en het verwarmen van woningen met speciale waterstof cv-ketels. Stedin werkt hierbij op basis van strenge veiligheidseisen en in nauwe samenwerking met de lokale brandweer en onder toezicht van de Veiligheidsregio.
Mijlpaal
“In Uithoorn onderzoeken we in de praktijk hoe wij ons bestaande aardgasnet geschikt kunnen maken voor waterstof. Gedurende een aantal weken stroomt er waterstof door de gasleidingen en verwarmen we de huizen met waterstof. Zo leren we over wat een ombouw van aardgas naar waterstof precies betekent voor ons als netbeheerder en voor de partijen waarmee wij samenwerken”, vertelt Marc van der Linden, CEO van Stedin. “Dat dit nu in de praktijk gebeurt is een mijlpaal voor Stedin. Het toont aan dat we de gebouwde omgeving, met de juiste stappen en een aantal aanpassingen in ons netwerk, technisch geschikt kunnen maken voor het gebruik van duurzame gassen en waterstof in de toekomst.”
Rol waterstof in de gebouwde omgeving
Vóór 2030 verwacht Stedin niet dat waterstof een grote rol gaat spelen in de gebouwde omgeving, maar wel een belangrijke. Naast groen gas kunnen andere duurzame gassen op termijn wel een grote rol vervullen in de gebouwde omgeving. Waterstof kan daar zeker onderdeel van zijn. Om na 2030 waterstof als volwaardig alternatief in te kunnen zetten is het daarom belangrijk om nu kennis en ervaring op te doen en te ontdekken welke rol waterstof kan krijgen, denkt Stedin. Van der Linden: “Innoveren en experimenteren helpt ons om ervoor te zorgen dat wij gereed zijn voor de periode na 2030. Het bestaande aardgasnet is hierbij van grote waarde en krijgt een tweede leven. Uit dit project komt een aantal vragen die we moeten beantwoorden voordat we waterstof als volwaardige optie in de gebouwde omgeving kunnen inzetten. Daarbij is ook wet- en regelgeving vanuit de Rijksoverheid een belangrijk aspect.”
Een uitlegvideo van dit project is te vinden op: www.stedin.net/waterstof.
Uitgelicht: H2 Ready ketel van Nefit Bosch
De H2 Ready ketel van Nefit Bosch kan door een installateur binnen een uur worden omgebouwd naar een 100% waterstoftoestel. Het geheim zit hem onder andere in de speciale brander, het gasblok, de ventilator en de elektronica. Jan Rijnen, commercieel directeur van Nefit Bosch: “Wij verwachten dat deze toestellen hun meerwaarde gaan bewijzen in de energietransitie. In Engeland is er zelfs sprake van dat nieuwe gasketels vanaf 2025 voorbereid moeten zijn op waterstof.” Naast het project in Uithoorn worden de toestellen van Bosch ook in projecten in Engeland ingezet.
Een-op-een vervanging
Omdat het toestel ook op aardgas functioneert, is deze oplossing geschikt voor een-op-een vervanging in elke bestaande woning. De H2 Ready ketel van Nefit Bosch kan zonder aanpassingen worden geïnstalleerd. De afmetingen van dit waterstoftoestel zijn vergelijkbaar met die van huidige cv-ketels. Een ander voordeel is dat gebruikers hetzelfde verwarmingscomfort ervaren als dat wat ze gewend waren met de aardgasketel. De waterstofketel levert dezelfde prestaties als een conventionele cv-ketel op gas. Het verschil is dat bij verbranding van waterstof geen kooldioxide (CO2) of koolmonoxide (CO) vrijkomt. De NOx-uitstoot is bij het Nefit Bosch-toestel extreem laag.
Groene waterstof
In Europa, en vooral in Nederland en Engeland, zijn de verwachtingen ten aanzien van waterstof hoog gespannen. De EU heeft plannen voor het bouwen van elektrolysers – waterstoffabrieken - die in 2030 miljoenen tonnen groene waterstof moeten opwekken. Deze ontwikkeling zal mede bepalen in hoeverre waterstof een van de pijlers van de energietransitie gaat worden. Bosch denkt dat waterstof vanaf 2030 een rol kan gaan spelen in de bebouwde omgeving. Het is van belang om nu te kijken naar de implicaties, zoals dat gebeurt in Uithoorn.
Alternatief voor bestaande gebouwen
Voor de gebouwde omgeving zijn er meer verduurzamingsopties dan waterstof. Volgens Nefit Bosch is waterstof vooral interessant wanneer andere opties, zoals warmtenetten en elektrificatie, niet haalbaar zijn. “Wij denken dan onder andere aan de combinatie met een hybride warmtepomp, zodat je met dezelfde hoeveelheid waterstof meer woningen kunt verwarmen”, zegt Rijnen. Als energiedrager kan waterstof voor onbepaalde tijd worden opgeslagen. Onderzoeken hebben aangetoond dat bestaande aardgasleidingen relatief eenvoudig geschikt zijn te maken voor het transport van waterstof. Net als in de jaren zestig, toen Nederland van stadsgas naar aardgas overging, zullen de huidige gastoestellen moeten worden vervangen. De ‘H2 Ready’-ketel biedt die mogelijkheid: eerst op gas en wanneer het zover is binnen een uur om te zetten naar 100% waterstof.
Waterstof bij Bosch
Naast waterstofketels voor woningen ontwikkelt Bosch op tal van andere gebieden emissieloze en op waterstof gebaseerde technologieën. Zo levert Bosch al industriële warmwater- en processtoomketels die werken op waterstof. Ook maakt het bedrijf brandstofcellen die energie opwekken voor industrie, computercentra, woonwijken en laadstations voor elektrische voertuigen. Daarnaast is Bosch ook ver met de ontwikkeling van aandrijfsystemen voor vrachtwagens die gebruikmaken van waterstoftechnologie. “In onze visie gaat waterstof op termijn een rol spelen bij het verwarmen van onze huizen, maar eerste instantie gaat het vooral om industrie en mobiliteit. Waar we kansen zien, zet Bosch in op waterstof”, zegt Jan Rijnen.
[pt_view id="3fe3df132r"]
- december 11, 2020
- 175 views
Bijna 3 kilo ijzer uit de vloerverwarming
Een B&B in Landsmeer kampte al een tijdje met comfortklachten. De verwarming functioneerde niet meer optimaal. Installateur er bijgehaald om het probleem te verhelpen. Dat leverde maar liefst 2,7 kilo ijzer op, afkomstig uit de vloerverwarming.
Wilfred de Regt van Rekon Installatietechniek zag al snel wat er aan de hand was. Met 8 man ging hij aan de slag. Onder andere de bestaande cv-ketel werd beter afgesteld, naar de waterzijdige inregeling ‘gefinetuned’ en de vloerverwarming schoongemaakt. Daar kwam dus maar liefst 2,7 kilo ijzer uit.
Bijzondere klus
De nieuwe verdeler is voorzien van een magneetfilter, die ervoor zorgt dat de platenwisselaar niet vervuild raakt. “Een mooie en vooral ook bijzondere klus”, vindt De Regt. Tijd om ervan te genieten heeft hij echter nauwelijks. Het is momenteel razend druk. Andere klanten staan alweer te trappelen om zijn hulp.
Ook bezig met een bijzondere klus of net afgerond. Laat het ons – en daarmee uw vakgenoten – vooral weten. Dat kan via: redactie@merlijnplus.nl
- december 10, 2020
- 145 views
Zonnewarmtenet kan bestaande wijken energieneutraal maken
Een zonnewarmtenet blijkt technisch en financieel haalbaar om bestaande wijken te verduurzamen en aardgasvrij te maken, zo heeft een consortium van wetenschappers en bedrijven onder leiding van de TU Delft aangetoond. Het consortium heeft dit concept technisch uitgewerkt en voor een bestaande Haarlemse jarendertigwijk technisch en financieel doorgerekend. Daarnaast is in een proefopstelling in The Green Village in Delft aangetoond dat het systeem werkt. Hiermee ligt er een ontwerp klaar voor het duurzaam verwarmen van huizen van een hele wijk, zonder dat een externe warmtebron nodig is.
Om de doelen uit het klimaatakkoord te behalen, wordt hard gezocht naar manieren om bestaande wijken en gebouwen te verduurzamen en van het aardgas te ontkoppelen. Het zonnewarmtenet is een van de mogelijke oplossingen die het afgelopen jaar is ontwikkeld en getest. Dit net bestaat uit PVT-panelen (zonnepanelen die zowel warmte als elektriciteit opwekken) op het dak, een zeer lage temperatuur warmtenet gekoppeld aan een warmte/koudeopslag onder de grond en een warmtepomp in iedere woning. Op deze manier worden de woningen op een energieneutrale manier voorzien van warm water, verwarming in de winter en koeling in de zomer.
Slimme verdeling van warmte
Een speciale ‘afleverset’, een kastje met leidingen, pompjes en kleppen, zorgt ervoor dat de warmte van de het warmtenet en de PVT-panelen optimaal benut wordt. In de zomer wordt alle overtollige PVT-warmte via het netwerk in de ondergrondse opslag opgeslagen. In de tussenseizoenen wordt de warmte zowel geleverd door de PVT-panelen als door het netwerk vanuit de warmte/koudeopslag. In de winter wordt de warmte hoofdzakelijk uit de warmte/koudeopslag geleverd, waardoor de warmtepomp een hoog rendement kan halen. Een proefopstelling van het zonnewarmtenet is gebouwd en succesvol getest op The Green Village op de TU Delft.
Klaar voor duurzame wijkoplossing
De resultaten van de studie in Haarlem en de proefopstelling in Delft zijn overtuigend, aldus de initiatiefnemers. Het ontwerp van het zonnewarmtenet is volledig uitgewerkt. Zo is het benodigde aantal PVT-panelen per woning vastgesteld, maar ook de benodigde temperatuurniveaus voor warmteopslag en warmtedistributie. Daarnaast is getoetst hoe alle regelingen stabiel met elkaar kunnen functioneren. Aan de hand daarvan is geconcludeerd dat het systeem technisch werkt en de huizen in de wijk het hele jaar rond, met behulp van de panelen en het zonnewarmtenet, van genoeg warmte worden voorzien. De opgewekte elektriciteit uit de panelen is voldoende voor het functioneren van de warmtepomp.
Meest duurzame wijkoplossing
Het systeem is daarmee energieneutraal voor de warmtelevering. Ivo Pothof, onderzoeker bij TU Delft en Deltares, is enthousiast over het zonnewarmtenet: “Het is de meest duurzame wijkoplossing voor de bestaande bouw die ik ken, omdat er via de PVT-panelen maximaal gebruik wordt gemaakt van lokale energie. Het concept is uitgebreid vergeleken met andere oplossingen voor bestaande woonwijken en komt in al die vergelijkingen naar boven drijven.’
Financiële haalbaarheid
Ook op financieel gebied blijkt het zonnewarmtenet een interessant concept. Aan het begin moet een forse investering gedaan worden, maar daarna zijn er geen variabele energiekosten meer. Hierdoor is het zonnewarmtenet na enkele jaren goedkoper dan gas en de meeste andere alternatieven. De jaarlijkse kosten bestaan dan alleen uit onderhoud en aflossing van de gedane investering. De eigen elektriciteitsbehoefte van de warmtepomp wordt door de PVT-panelen opgewekt én het elektriciteitsnet hoeft niet te worden verzwaard, omdat er geen piekverbruik is in de winter. Met voldoende participatie uit de wijk en bij een laag rentepercentage is het zonnewarmtenet dus ook financieel een interessante oplossing.
Implementatie
Het consortium, bestaande uit de TU Delft, Deltares, Greenvis, Stichting SpaarGas, Triple Solar, Fortes Energy Systems, de WarmteTRansitieMakers en ENGIE hoopt dat het zonnewarmtenet een gangbare methode wordt om bestaande wijken te verduurzamen.
[pt_view id="33e5d11t4s"]
- december 8, 2020
- 132 views
Nog veel subsidie beschikbaar voor energiebesparing in huis
Het totaalbudget voor de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) is €84 miljoen. Op 1 november 2020 was nog meer dan de helft van dit budget beschikbaar – ruim €50 miljoen – om voor het einde van dit jaar uit te keren. Toon Bouten, CEO van tado°, aanbieder van slimme thermostaten: “De voorlichting over verduurzaming van de overheid naar de burgers moet véél beter. Mensen weten vaak niet wat de opties zijn, wat het kost en wat het oplevert. Terwijl er verschillende subsidies zijn die je kunt ontvangen als je je huis groener maakt, bijvoorbeeld voor isolatie maar ook voor energiezuinig ventilatiesystemen en slimme thermostaten.”
In Nederland kun je €120 subsidie aanvragen voor slimme thermostaten. Deze subsidieregeling voor eigenaar en bewoner geldt nog tot en met 31 december 2020. De subsidie voor Verenigingen van Eigenaren loopt tot en met 31 december 2022. Volgens Bouten kun je gemiddeld 22% aan energie besparen door slimme thermostaten te installeren. “Nederlandse huizen verliezen bijvoorbeeld gemiddeld na 5 uur tijd 2,4°C aan warmte, waardoor ze gedeeltelijk voor niks stoken.” (Onderzoek tado°, uitgevoerd tussen december 2019 en januari 2020 onder 80.000 huizen).
Geen warmte verloren
Slimme thermostaten zijn uitgerust met verschillende intelligente functies om ervoor te zorgen dat er geen warmte verloren gaat. Ze kunnen bijvoorbeeld de verwarming uitschakelen wanneer er niemand meer thuis is, de verwarming lager zetten als er een raam open staat of de verwarming afstemmen op het lokale weer. Verder bieden slimme radiatorthermostaten intelligente verwarmingsschema's voor individuele kamers, waardoor het hele huis niet onnodig wordt verwarmd.
Zelfregulerende apparatuur verplicht
Bouwbesluit 2012 (dat sinds maart 2020 is gewijzigd) stelt aanvullende eisen aan het vervangen van een verwarmingssysteem. Wanneer dit gebeurt, is het verplicht om zelfregulerende apparatuur te installeren die de temperatuur per ruimte of zone kan regelen.
[pt_view id="22b8f6axr9"]
- november 27, 2020
- 138 views
All-Electric: meer dan warmtepomp én vloerverwarming
Het lijkt erop dat de introductie van de NTA 8800 (BENG) leidt tot een blikvernauwing op het gebied van warmteafgiftesystemen. Wijd en zijd wordt een All-Electric installatieconcept met warmtepomp en vloerverwarming gepropageerd als de ideale oplossing. Hiermee ligt namelijk een optimale BENG-score in het verschiet. Maar gaan we daarmee niet voorbij aan het echte doel van verwarmen?, vraagt Rob Verbrugge van Verbrugge Klimaat Advies zich af.
Sinds 2020 mogen nieuwbouwwoningen geen aansluiting meer hebben voor aardgas. Sindsdien winnen All-Electric-concepten met warmtepompen rap aan populariteit. Vandaag is All-Electric gemeengoed geworden en geniet het een hoge mate van populariteit. Maar voldoet het concept wel aan alle wensen? Kloppen de prognoses en levert deze installatie-oplossing ook het zo gewenste eindproduct, namelijk behaaglijke warmte op de plek en het tijdstip dat de bewoner dat wenst?
Wat is een comfortabele woning?
Denken dat All-Electric het vervangen van de cv-ketel is door het plaatsen van een warmtepomp, is te kort door de bocht. Niet alleen verschillen de aanschafkosten, ook op technisch gebied verandert er veel. Het kleinere vermogen van de warmtepomp is namelijk bij installatietechnische onvolkomenheden niet vergevingsgezind, zoals de cv- ketel dat nog wel was. Vloerverwarming als laagtemperatuur-systeem is, mede ingegeven door de mogelijkheden van onder andere warmtepompen, vaak de eerste keuze. Het rendement is heilig, er wordt meestal meer waarde aan gehecht dan aan de bewonerswensen. Bouwers, adviseurs en zelfs de installateur gaan ervan uit dat de luchtkolom in de woning op twintig graden altijd de juiste behaaglijkheid biedt. Helaas klopt deze aanname niet.
Onvoldoende flexibel
Je over deze materie kritisch uitlaten, vraagt bijna om verkettering. De normopstellers, bouwers, adviseurs en fabrikanten van warmtepompen zijn tenslotte allemaal in hun nopjes met de combinatie van warmtepomp en vloerverwarming. Toch zijn er ondertussen ruim voldoende voorbeelden van bewoners die minder goed te spreken zijn over hun verwarmingssysteem. Ze krijgen namelijk de ruimte wel keurig op een temperatuur van twintig graden, maar ervaren nauwelijks behaaglijke warmte. Waar de moderne mens door technische innovaties vrijwel alles op zijn eigen gekozen moment kan regelen, kan dat met zijn All-Electric installatie absoluut niet. Ervaar je in de avonduren tijdens inactieve momenten onvoldoende warmte, dan is de ultra lage temperatuurverwarming niet in staat hier (snel) wat aan te doen.
Vloerbekleding
Daarnaast is dit afgiftesysteem niet met elke vloerbekleding te combineren, hoewel verkopers van hout, laminaat en tapijt dat wel roepen. Stenen vloeren geven door hun lage warmteweerstand nog enigszins warmte af, maar andere vloersoorten doen dit door hun hoge weerstand niet of nauwelijks. De ruimte blijft weliswaar eenvoudig op een temperatuur van 20 graden, maar enige vorm van warmtebeleving wordt niet meer ervaren. All-Electric installaties met vloerverwarming hebben eigenlijk aanvulling nodig van snelle flexibele stralingswarmte op plekken waar de bewoner inactief is.
Verdiepingen
Op de verdiepingen is het vloerverwarmingssysteem vanwege zijn traagheid niet in staat om op een flexibele basis snel warmte af te geven. En dat is problematisch. Zeker in deze tijd van thuiswerken wil de bewoner snel zijn afgiftesysteem kunnen bijsturen en daar zijn andere systemen beter in dan vloerverwarming.
Elektrische vloerverwarming
De elektrische variant van vloerverwarming werkt aanzienlijk sneller, is lokaal inzetbaar en de warmte voelt behaaglijker aan. Maar hier worden de elektriciteitskosten, het benodigde vermogen en de normeisen weer als nadelen ervaren. Het is echter mogelijk om daar creatieve en duurzame warm tapwater- en ventilatieoplossingen voor te bedenken. Daarnaast valt dit in andere verblijfsruimten eenvoudig te combineren met lokale verwarming, waardoor er een minder hoog vermogen nodig is. Bij deze oplossingen wordt vaak te snel gedacht aan het nadeel van COP 1, terwijl er juist volop voordelen en mogelijkheden zijn.
De kern
Het lijkt erop, dat onze zoektocht naar duurzaamheid ons doet vergeten waar verwarmen echt om gaat. De mens wil flexibele voelbare warmte op de plek en het moment dat hij daar behoefte aan heeft. Deze heeft hij al die jaren verkregen door een combinatie van straling en convectie als warmteoverdrachtsoorten. De verwarmingssector heeft haar kennis hierover laten versloffen. Wie weet er nog dat echte warmte immer stralingswarmte is en dat luchttemperatuur slechts alleen het verschil tussen de lucht en de mens kan verkleinen, waardoor men minder warmte verliest? Luchtverwarming is in feite helemaal geen vorm van verwarming, maar een vorm van isolatie.
Experts in warmte
Als de mens kou ervaart, heeft hij behoefte aan snel te verkrijgen voelbare warmte. En dat is uitsluitend te realiseren met installaties die stralingswarmte leveren. In de All-Electric woning kan dat in de vorm van een lokaal warmteafgiftesysteem, bijvoorbeeld boven de zithoek. Nu zien we dat bewoners dit oplossen met fleecedekens, elektrische blaaskacheltjes of het plaatsen van vervuilende houtkachels. Ik pleit ervoor dat installatiebedrijven weer verwarmingsexperts worden. Deskundigen die echt kijken naar wensen en behoeften en daar creatief invulling aan geven met inachtneming van de geldende normen. Warmte is een vak en is méér dan 24 uur per dag dezelfde temperatuur leveren. Als een bewoner kou ervaart, wil hij snel worden opgewarmd. Als dit uitgangspunt weer de standaard wordt, dan wordt iedereen echt happy met All-Electric.
Het hele artikel over All-electric staat in de januari-editie van IZ. Deze special over All-electric is vanaf 26 januari digitaal te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl.
- november 26, 2020
- 137 views
Eerste Friese monteurs op praktijkexamen Vakmanschap CO
Zeven installatiemonteurs leggen vandaag het nieuwe, verplichte praktijkexamen Vakmanschap CO af. Dat gebeurt voor het eerst bij ROC De Friese Poort in Leeuwarden. Het examen is een wettelijke certificering waar alle installateurs vanaf 1 april 2022 aan moeten voldoen. ROC De Friese Poort en IW Contract Onderwijs werken samen om in de noordelijke provincies alle installatiemonteurs tijdig voor te bereiden op de nieuwe certificeringseisen.
De certificering waar de opleidingspartners de monteurs op voorbereiden, komt voort uit wetgeving die in oktober van kracht is geworden. Daarin is geregeld dat vanaf april 2022 alleen gecertificeerde monteurs bepaalde werkzaamheden mogen verrichten aan cv-installaties.
Veiligheidswaarborgen
Het nieuwe wettelijk stelsel voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties beoogt zo de gebruikers van die installaties extra veiligheidswaarborgen te garanderen. Het Rijk en de installatiebranche willen zo vooral ongelukken met koolmonoxidevergiftiging voorkomen.
De installatiemonteurs kunnen voor hun theorie- en praktijktraining terecht bij De Friese Poort in Leeuwarden. Daar wordt ook het theorie-examen Vakmanschap CO afgenomen. De theorie- en praktijkinstructie en het afnemen van het theorie-examen gebeurt in de regel op dezelfde dag. Deelnemers die het theorie-examen hebben gehaald, kunnen bij IW Contract Onderwijs vervolgens het praktijkexamen aanvragen. Ook dat wordt op locatie De Friese Poort in Leeuwarden afgenomen.
Maatwerk
Opleidingspartners IW Contract Onderwijs en De Friese Poort werken samen in maatwerktrajecten waarin monteurs snel en efficiënt op de nieuwe wettelijke eisen worden voorbereid. “We willen installatiebedrijven zo goed mogelijk faciliteren”, zegt Misel Sicic, opleidingsadviseur contractonderwijs van IW Noord, Oost en Flevoland. “Er moeten veel vakmensen gecertificeerd worden. Om dat efficiënt te kunnen doen, moeten soms per bedrijf of per individu maatwerktrajecten aangeboden worden. In de samenwerking met De Friese Poort hebben we de randvoorwaarden geschapen om, heel flexibel, passende maatwerktrajecten te leveren.”
Cruciale veiligheidsaspecten
Het Vakmanschap CO examen omvat alle cruciale veiligheidsaspecten van het werk aan gasinstallaties. Het bereidt voor op het veilig installeren, repareren, onderhouden en in bedrijf stellen van cv-ketels en warmwatertoestellen. Ook de kanalen voor luchttoevoer en rookgasafvoer komen aan bod in de nieuwe wettelijke certificering van de monteurs.
(foto: ©IWnederland)
[pt_view id="0b6b4995ix"]
- november 25, 2020
- 144 views
Doorontwikkelde gasketels voor utiliteit klaar voor waterstof
Remeha lanceert de ketels GAS 320 Ace en GAS 620 Ace. Beide zijn geschikt om te branden op aardgas aangevuld met 20% waterstof. De GAS 320 Ace wordt doorontwikkeld om in de toekomst zelfs op een aansluiting met 100% waterstof te draaien. De GAS 320 Ace en GAS 620 Ace zijn de doorontwikkelde versies van respectievelijk de GAS 310 ECO Pro en de GAS 610 ECO Pro. De ketels zijn vooral geschikt voor het verwarmen van grote utiliteitsgebouwen.
Door de hogere Delta T is de GAS 320/620 Ace onder meer inzetbaar voor hybride systemen, als pieklastketel of voor de tapwatervoorziening. Ook bij collectieve verwarmingssystemen, waar vaak een hogere Delta T van 40 graden gebruikelijk is, biedt deze ketel uitkomst.
Hoge vermogens
De ketels zijn met een vermogen van 285 kW tot meer dan 1 MW vooral geschikt voor het verwarmen van grotere utiliteitsgebouwen zoals ziekenhuizen, grote kantoorpanden en appartementencomplexen. Het hoge vermogen maakt dat ze snel aan de warmtevraag in dergelijke gebouwen kunnen voldoen. Toch zijn de afmetingen beperkt gebleven, waardoor ze door een standaard deuropening passen. Installatie- en onderhoudswerkzaamheden aan de GAS 320/620 Ace zijn gemakkelijk door de eenvoudig bereikbare componenten en de intuïtieve functietoetsen. De installateur heeft door LED-verlichting in het toestel – die ook bij stroomuitval werkt – altijd goed zicht op de onderdelen en functietoetsen van de ketels.
Voorbereid op de toekomst
De GAS 320/620 kunnen nu al (deels) op waterstof draaien. Remeha werkt op dit moment aan een aangepaste GAS 320 Ace die uitsluitend op waterstof kan branden. Tevens werken de GAS 320/620 binnenkort ook op andere duurzame gassen en zijn ze te combineren met warmtepompen of andere, bestaande cv-ketels. Bovendien is het mogelijk om meerdere ketels in cascade aan elkaar te koppelen.
Koppeling met gebouwbeheer
Beide ketels zijn te koppelen met verschillende gebouwbeheersystemen via het Modbus- of Bacnet-protocol. Installateurs kunnen alle informatie van de ketel ter plekke uitlezen of de instellingen aanpassen via de Smart Service Tool en de Smart Service app. De installateur krijgt bovendien direct een melding als de ketel in storing is of als er een onderhoudsbeurt aankomt. Hiervoor zijn deze cv-ketels gekoppeld met het besturingsplatform eSmart Inside.
Lage gebruikskosten
Een condenserende warmtewisselaar van aluminium gietwerk zorgt voor een hoog rendement gedurende een lange periode, aldus de fabrikant, wat resulteert in een laag energiegebruik en lage emissiewaarden. De hoge connectiviteit draagt daarnaast ook bij aan lagere servicekosten en optimale planning voor onderhoudswerkzaamheden.
[pt_view id="45801c4w1p"]








