- november 20, 2020
- 171 views
Branche verdiept zich nog nauwelijks in geothermie
Uit een studie van Energie Beheer Nederland blijkt dat 2,6 miljoen huizen en gebouwen van warmte kunnen worden voorzien door geothermie. Waarom zijn er dan nog nauwelijks projecten gerealiseerd met aardwarmte in de gebouwde omgeving? Adviseur Runa Lentz van Merosch weet er meer over.
Lentz is bij Merosch de contactpersoon voor begeleiding van geothermieprojecten. Volgens de adviseur zijn er verschillende redenen aan te wijzen waarom aardwarmte nog nauwelijks voet aan de grond heeft gekregen in Nederland.
Zo’n enorme potentie en toch staat de techniek hier nog in de kinderschoenen. Hoe komt dat?
“Allereerst omdat we relatief weinig weten over de aardlagen dieper dan 3 kilometer. De afgelopen decennia hebben we ons vooral geconcentreerd op de ondiepe aardlagen, omdat daar gas te vinden viel. Daarmee kom je ook bij het volgende punt: we hebben onszelf jarenlang beholpen met gas, onze infrastructuur was daar ook op uitgelegd. Er was dus geen reden om onszelf te gaan verdiepen in geothermie.”
Wat komt er allemaal bij kijken om een geothermische installatie aan te leggen?
“Het is een complexe operatie. Eerst worden er twee putten geboord tot een diepte van maximaal ongeveer 4000 m. Uit de ene put wordt warm water omhoog gepompt. De warmte wordt via een warmtewisselaar afgegeven, waarna het afgekoelde water de andere put in gaat. Naast de installatie moet ook een technische ruimte worden gerealiseerd. Al met al ben je gemiddeld tussen de 6 maanden tot 2 jaar kwijt om een geothermische installatie aan te leggen.”
Kan je een dergelijk systeem zowel in de nieuwbouw als bestaande bouw toepassen?
“Eigenlijk is geothermie vooral interessant om de warmtevoorziening van woningen in de bestaande bouw snel te verduurzamen. Je kan namelijk water leveren met een temperatuur van 70°C of hoger. Dat is gunstig, want je hoeft dan geen verwarmingsinstallaties in bestaande woningen te vervangen.”
En hoe zit het dan met de concurrentie van warmtepompen en op termijn waterstofketels?
“Waterstof is nog te duur voor de gebouwde omgeving. Ik zie daar vooral een toekomst voor weggelegd in de industrie. Warmtepompen kan je niet overal toepassen. In de centra van steden is er veel potentie voor warmtenetwerken. Die kan je van warmte voorzien via geothermie.”
Het is ook mogelijk om met geothermie elektriciteit op te wekken. Hoe gaat dat proces in zijn werk?
“In Nederland gebeurt dit nog niet, maar het kan wel. Ultradiepe geothermie (UDG) wordt op 5 tot 7 kilometer diepte gewonnen en levert een temperatuur hoger dan 120°C op, waarmee een aanvullende installatie elektriciteit kan opwekken. Maar dit is alleen interessant al er een subsidieregeling van kracht is. Anders kan je niet concurreren met wind- en zonne-energie. In Nederland kennen wij geen subsidieregeling.”
Tot slot, wat dient de installateur nu al te weten over geothermie?
“Dat het om collectieve systemen gaat, die vooral interessant zijn voor de bestaande bouw. Op dit moment is nog maar één project gerealiseerd, dus het loont nog nauwelijks om je er echt in te gaan verdiepen.”
Meer weten over geothermie? Lees dan het hele artikel in de december-editie van IZ. Deze is vanaf 2 december digitaal te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl.
Afbeelding: Diepe Geothermie. Bron: Merosch
- november 19, 2020
- 126 views
Afsluiten gasleiding kost bewoner voortaan niets
Consumenten hoeven de hoge kosten die gepaard gaan met het afsluiten van de gasleiding niet langer zelf te betalen. Wie van zijn gasaansluiting af wilde moest, daar nog enkele honderden euro’s voor betalen. Vanaf nu worden deze kosten gedragen door de netbeheerder.
GroenLinks heeft aangedrongen op deze regeling. De partij vond het oneerlijk om voorlopers in duurzaamheid een rekening van enkele honderden euro’s te presenteren. GroenLinks Kamerlid Tom van der Lee: “We moeten de komende decennia allemaal van het aardgas af. Het is belangrijk dat we burgers helpen deze stap te zetten en niet met deze onnodige en oneerlijke kosten op te zadelen. Deze stap is alvast geregeld voor iedereen die voorop loopt en gasvrij wil gaan wonen.”
[pt_view id="da5b9231fi"]
- november 16, 2020
- 136 views
De Nederlandse Verwarmingsindustrie krijgt nieuwe voorman
Met ingang van 1 januari 2021 zal Anne Jaap Deinum aantreden als branchemanager van de Nederlandse Verwarmingsindustrie. Hij volgt daarmee Coen van de Sande op. Deinum is een nieuw gezicht in de branche maar binnen FME vertrouwd met verenigingsmanagement én met fabrikanten van metaalverwerkende bedrijven.
Henk Sijbring, voorzitter van de Nederlandse Verwarmingsindustrie, is content met de opvolging. “Ik heb er alle vertrouwen in dat Anne Jaap een waardevolle toevoeging gaat zijn en zich snel zal thuis voelen binnen de branche”.
Handen uit de mouwen
Deinum heeft zin in de nieuwe uitdaging: “De energietransitie is een groot maatschappelijk thema, die zeker ook invloed heeft op de gebouwde omgeving en dus de Nederlandse Verwarmingsindustrie. Er is al heel wat bereikt, zeker op het gebied van lobby, maar nu moeten de handen uit de mouwen om het 3-stappenplan concreet vorm te geven. In de gebouwde omgeving zijn behoorlijke energiereducties te realiseren, zowel op warmte- als tapwaterverbruik”.
Van de Sande, in de afgelopen drie jaar intensief betrokken bij het vormgeven en realiseren van de Nederlandse Verwarmingsindustrie, start op 1 januari 2021 als directeur van de Nederlandse Vereniging van Koeltechnische Leveranciers (NVKL), waar hij Henry Kruiper opvolgt. “Onze wegen zullen niet definitief scheiden”, aldus Van de Sande. “Beide brancheorganisaties zijn gevestigd in het FME huis waar we op meerdere dossiers binnen de gebouwde omgeving samenwerken met FME en collega-branches FEDET, Binnenklimaat Nederland, VLR en WCM.”
[pt_view id="824c5acagx"]
- november 13, 2020
- 149 views
Luxe appartementen nu gasloos dankzij luchtwarmtepompen
Op de Koemarkt in Purmerend staat een compleet nieuwe, multifunctionele evenementenlocatie: De Markthal. De naam en de uitstraling van het gebouw zijn een ode aan de historische functie van Purmerend als marktstad. Erboven zijn zeven luxe appartementen gerealiseerd. Voor verwarming, warm water en koeling zijn ze stuk voor stuk voorzien van een luchtwarmtepomp.
Als sinds 1645 is de Koemarkt de centrale plek van Purmerend. Tegenwoordig is de Koemarkt een van de belangrijkste uitgaanspleinen van de stad. Als centrale locatie voor evenementen ontwikkelde Attica Vastgoed hier De Markthal. Een nieuwbouwcomplex van zeshonderd vierkante meter waar straks onder meer markten, festivals en feesten georganiseerd kunnen worden. Boven De Markthal werden zeven luxe appartementen gerealiseerd.
Vloerverwarming en zone-regeling
Knook Totaal Techniek verzorgde in de evenementenhal en appartementen alle elektrische en watertechnische installatiewerkzaamheden. In de zeven gasloze appartementen werd vloerverwarming aangelegd, inclusief een zone-regeling. Knook koos voor de Nefit EnviLine luchtwarmtepomp vanwege eerdere goede ervaringen. In zes appartementen draait een EnviLine Tower (5 kW), in het grootste appartement een EnviLine Tower (7 kW) in combinatie met een 300 liter boiler.
Stille Monoblock buitenunits
Op het dak zijn, naast PV-panelen ook de zeven buitenunits geplaatst. De buitenunits gaan keurig op in de stijl van het dak, zijn achter een bijpassende afrastering geplaatst. De installateur heeft gekozen voor stille Monoblock buitenunits, zodat bewoners en omwonenden geen geluidshinder zullen ondervinden. De service-engineers van Nefit Bosch zorgden samen met installateur Knook voor het inregelen en een optimale energie-efficiëntie. Voor warmtepompinstallaties die door service-engineers van Nefit Bosch inbedrijf worden gesteld, geldt de mogelijkheid van 5 jaar garantie.
[pt_view id="9fc13353f2"]
- november 12, 2020
- 129 views
Vaillant gaat installateurs certificeren met ‘Bewijs van Vakmanschap’
Vaillant gaat installateurs van cv-ketels certificeren met een ‘Bewijs van Vakmanschap’. Sinds 1 oktober 2020 is de Gasketelwet van kracht. Die wet verbiedt consumenten zelf een cv-ketel te installeren of repareren. Elke installateur die een cv-ketel plaatst, onderhoudt, repareert of inspecteert moet per 1 april 2022 voorzien zijn van dit certificaat.
Gunduz Yilmaz, manager field services bij Vaillant: “Wij besteden veel aandacht aan de veiligheid en kwaliteit van onze producten en vinden het natuurlijk ook belangrijk dat deze producten vervolgens veilig geïnstalleerd en op de juiste manier onderhouden worden. Het installeren van cv-ketels vereist vakmanschap. Door het opleiden en certificeren van de installateurs dragen wij bij aan het waarborgen van de veiligheid.”
Koolmonoxidevergiftiging
De Gasketelwet en de certificering komen voort uit een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid in 2015, waarin de gevaren van koolmonoxide in kaart zijn gebracht. Volgens www.brandweer.nl belanden elk jaar enkele honderden Nederlanders in het ziekenhuis door koolmonoxidevergiftiging. De wet en certificering moet onveilige situaties en hierdoor nieuwe slachtoffers voorkomen.
Eerst het online theorie-examen
Het Bewijs van Vakmanschap is geldig voor werkzaamheden aan ketels tot 100 KW en is vijf jaar geldig. Om examen te mogen doen moeten installateurs eerst het online theorie-examen succesvol afronden. Binnen de certificering voor het bewijs biedt Vaillant de praktijkexamens aan voor het profiel ‘Service en Onderhoud’, niveau 2 en niveau 3/4. De certificering duurt één dag en bestaat uit een voorbereidende training en een praktijkexamen. De kosten voor de hele dag, inclusief examen en certificaat, bedragen €495. Ook is het mogelijk om alleen het praktijkexamen zonder aanvullende training af te nemen. De kosten bedragen dan €300. De vereiste tijdsinvestering is dan één dagdeel. Aanmelden voor de training en/of het praktijkexamen is mogelijk via: www.vaillant.nl/co-certificering
[pt_view id="32b70d15b2"]
- november 3, 2020
- 226 views
Eén miljoen cv-ketels, “en daar blijft het niet bij”
Sinds 1997 zijn er één miljoen cv-ketels van Atag geproduceerd en verkocht. Het productienummer van de miljoenste ketel is geregistreerd en de installateur die deze plaatst en de garantiekaart registreert, krijgt een bedrijfsuitje cadeau. De consument bij wie de ketel is geïnstalleerd, krijgt deze geheel gratis.
CEO van de ketelfabrikant, Carl Berlo, over deze mijlpaal: “Ik ben bijzonder trots op het feit dat we dit aantal samen met de Atag SelectDealer hebben gerealiseerd. Een moment op bij stil te staan, mede doordat de markt in een snel tempo verandert. Niemand die nu weet welk verwarmingssysteem leidend zal worden. Eén ding is zeker: Inzetten op één systeem is niet wenselijk. Daarom zal de komende jaren de cv-ketel – al dan niet in combinatie met een hybride warmtepomp – nog steeds een belangrijke rol spelen bij het verwarmen van woningen”.
“Ook de komende jaren nog cv-ketels”
Atag blijft actief in de aardgasmarkt, omdat – zo stelt de fabrikant – de vervangingsmarkt, met ruim 400.000 ketels, ook de komende jaren zal blijven bestaan. Berlo: “Cv-ketels zijn nog niet uitontwikkeld. Zo is bijvoorbeeld het rendement van tapwater te verbeteren, naast het feit dat een hybride systeem nu een combinatie is van twee componenten, waarbij dit ook één component kan worden. Daarom speelt de cv-ketel nog steeds een belangrijke rol in ons assortiment, naast de hybride warmteoplossing die een lange toekomst voor zich heeft en een uitstekend alternatief kan zijn om stapsgewijs afscheid te nemen van het aardgas.”
Vier duurzaamheidsstappen
Overigens ligt de Atag focus nu meer en meer op andere – duurzamere – oplossingen dan aardgas. Berlo: “Het is het niet wenselijk om in te zetten op slechts één verwarmingssysteem. Iedere woning vraagt om een eigen warmteoplossing, waarbij het belangrijk is om opties aan te bieden die het beste passen bij de specifieke woonsituatie. Onze visie is gebaseerd op vier duurzaamheidsstappen, die leiden naar een CO2-neutrale leefomgeving. Van verwarmen met aardgas, met zon, hybride tot een all-electric oplossing; alle mogelijkheden zijn bespreekbaar.”
[pt_view id="dfe28a4tjq"]
- oktober 28, 2020
- 135 views
100 miljoen voor aardgasvrije wijken
Negentien gemeenten hebben geld gekregen om een dorp, wijk of buurt aardgasvrij of ‘aardgasvrij-ready’ te maken. Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties trok in totaal een bedrag van 100 miljoen euro uit voor de tweede ronde van 'proeftuinen aardgasvrij'. 71 gemeenten hadden een voorstel ingediend om in aanmerking te komen voor een bijdrage van de minister.
Techniek Nederland reageert middels voorzitter Doekle Terpstra verheugd op dit nieuws: “Met expertise van installateurs en technisch dienstverleners kunnen we resultaat boeken. Cruciaal is dat we zorgen voor draagvlak bij bewoners. Dat vergt inzet van alle betrokken partijen.”
Leren door doen
De proeftuinen zijn onderdeel van het Programma aardgasvrije wijken (PAW). Met dit programma doen gemeenten kennis en ervaring op. Daardoor wordt het mogelijk om bestaande wijken haalbaar en betaalbaar te verduurzamen. In oktober 2018 zijn de eerste proeftuinen gestart in 27 gemeenten. Het PAW draagt bij aan de doelstelling uit het Klimaatakkoord om 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen te verduurzamen tot en met 2030. Het doel van het programma is om te leren hoe het aardgasvrij maken van wijken kan worden ingericht en opgeschaald. Daarvoor is het noodzakelijk dat er daadwerkelijk aardgasvrije woningen en andere gebouwen via een wijkgerichte aanpak gerealiseerd worden. Met deze tweede ronde komt het aantal proeftuinen in totaal op 46. Die omvatten in totaal circa 35.000 woningen en andere gebouwen. Uiteindelijk moeten binnen het PAW zo’n 50.000 woningen en andere gebouwen duurzaam worden gemaakt.
Klimaatadaptatie en circulair bouwen
De negentien nieuwe proeftuinen zorgen niet alleen voor meer volume, maar ook voor meer variatie. Er zijn verschillende warmtetechnieken, de bewoners doen op verschillende manieren mee en de projecten vinden plaats in verschillende soorten wijken en woningen. De keus is ook op bepaalde proeftuinen gevallen omdat de verbinding wordt gemaakt met bijvoorbeeld klimaatadaptatie en circulair bouwen. Doordat er meer proeftuinen komen, wordt het mogelijk om 'rode draden' beter in kaart te brengen. Waar kan het best worden begonnen? Welke aanpak werkt in welke situatie?
Derde ronde proeftuinen in 2021
In 2021 volgt een derde ronde proeftuinen. De evaluatie van deze ronde zal daarvoor de basis zijn. In de derde ronde zal meer nadruk liggen op stapsgewijze oplossingen die veel CO2 kunnen besparen.
Lees hier de Kamerbrief van minister Ollongren en bekijk het overzicht van de proeftuinen.
[pt_view id="f471ad0zh8"]
- oktober 28, 2020
- 150 views
Schone hulpwarmte voor duurzaam stadswarmtenet
Zaanstad wil in 2040 klimaatneutraal zijn. De eerste stap is de aanleg van een open stadswarmtenet voor 2.200 huishoudens. Een duurzame biomassacentrale zorgt voor warmte. Maar om pieken in de warmtevraag op te vangen en tijdens hele koude periodes is een back-up nodig. Daarvoor worden twee hulpwarmtecentrales geïnstalleerd met een uitzonderlijk lage stikstofuitstoot.
In Zaandam fungeert een biomassacentrale als primaire duurzame warmtebron. Deze ‘stadskachel’ draait op het hergebruik van resthout: gecertificeerde houtsnippers afkomstig uit onderhoud aan Nederlandse bossen, parken en tuinen. Er worden voor de warmtevoorziening geen bomen gekapt, het gaat puur om hergebruik van resthout. Voor de distributie van de duurzaam opgewekte warmte is een drie kilometer lang leidingnetwerk gelegd. In totaal worden op den duur 2.200 woningen verwarmd via het nieuwe stadswarmtenet. ENGIE is de eerste warmteleverancier en verantwoordelijk voor de engineering, de constructie, het beheer en de exploitatie van twee hulpwarmtecentrales en koos voor samenwerking met Bosch Thermotechniek.
Direct opschakelen tijdens piekvraag
In twee hulpwarmtecentrales staan in totaal vier Bosch UT-M ketels 24/7 stand-by. Ze vormen de back-up van het stadswarmtenet tijdens pieken in de warmtevraag, tijdens strenge winterdagen en bij onverhoopte storingen. Dat is nodig, omdat een biomassacentrale een stabiele hoeveelheid warmte kan leveren, maar niet in staat is direct en snel op te schakelen om extra warmte te leveren. De Bosch UT-M ketels garanderen die extra warmtelevering zodra dat nodig is.
Hoge NOx-normen
Tijdens de aanleg van Stadswarmtenet Zaanstad laaide de stikstofdiscussie in Nederland op. De engineering van de installatie was in dit opzicht een uitdaging. Vanwege de zeer beperkte ruimte in de bestaande gebouwen in combinatie met het relatief grote benodigde vermogen én zo laag mogelijke NOx-emissies. In de regel geldt: hoe groter de ketel, hoe hoger de emissies. De combinatie van de Bosch UT-M ketel (2.100 kW) en een Weishaupt premixbrander met een vermogen van 2.300 kW zorgt voor NOx-emissies waarmee de hulpcentrale voldoet aan de meest actuele, flink aangescherpte NOx-normen.
Keuring en inspectie
Naast de installatiewerkzaamheden namen de specialisten van Bosch Thermotechniek ook de montage en aansluiting van elektrische componenten, de opstart en het droogstoken van de ketels, de verplichte EBI-keuring (Eerste Bijzondere Inspectie) en de verplichte NOx-keuring voor hun rekening. Het team van Bosch Thermotechniek is voor het uitvoeren van dergelijke keuringen en inspecties gecertificeerd.
Specificaties
4 x Bosch UT-M heetwaterketel (vermogensrange: 750 - 19.200 kW)
Betrokken partijen:
- BioForte
- ENGIE
- Gemeente Zaanstad
- Provincie Noord-Holland
- Bosch Thermotechniek
[pt_view id="8baf5cfgxr"]
- oktober 26, 2020
- 135 views
Direct weten of een warmtepomp ook kan
Technische Unie lanceert een selectietool voor warmtepompen. Hiermee kan een volledige transmissieberekening van een woning worden gemaakt, waarna direct duidelijk is of een warmtepomp in deze woning te realiseren is én welk type warmtepomp benodigd is.
De berekening met deze selectietool gebeurt op basis van zo betrouwbaar mogelijke gegevens en indien vereist op basis van gecertificeerde gegevens. Op basis van de transmissie-uitkomst kan een compleet merkonafhankelijk advies worden aangeboden.
Hoe werkt de selectietool?
Voor de warmtepomp selectietool zijn een aantal vragen benodigd. Bijvoorbeeld de oppervlakte en het bouwjaar van de woning en/of eventuele eerdere aanpassingen aan de bouwkundige staat van de woning. Bij nieuwbouw volstaat een EPC-rapport gemaakt met het UNIEC berekeningsprogramma.
Na het invoeren van de woninggegevens rolt er een zo precies mogelijke transmissie uit de tool. Bij renovatie wordt inzichtelijk gemaakt welke besparingen er mogelijk zijn en welk type warmtepomp toegepast kan worden in de woning van de eindklant. Met behulp van dit ontwerp kunnen klanten van Technische Unie vervolgens direct de benodigde materialen samenstellen en een offerte uitbrengen aan de eindklant.
Er zijn twee varianten van de selectietool: EASY en de PRO.
EASY berekening
De EASY is op basis van bestaande bouw of nieuwbouw en wordt vaak gehanteerd om toch een betrouwbare offerte uit te kunnen brengen, zelfs in de aanbestedingsfase. De berekening wordt gemaakt aan de hand van GEO data, het huidige verbruik óf oppervlaktes van de verschillende verdiepingen.
Bij GEO data wordt er gekeken naar de postcode van de woning. Naar aanleiding hiervan worden gegevens gehaald uit een database waarin alle geregistreerde bestaande bouw is ondergebracht. Die data van bestaande bouw kan worden aangepast op basis van vragen over eventuele aanpassingen van de bouwkundige staat.
De EASY berekening, ook wel snelberekening genoemd, kost €50,-.
PRO berekening
De PRO berekening wordt gemaakt aan de hand van twee methodes, afhankelijk van wat gewenst is. Is er een transmissieverlies op gebouwniveau vereist en is er een EPC-rapport beschikbaar, dan kan er beroep worden gedaan op de genormeerde schilmethode. Deze berekening is gecertificeerd aan de hand van de ISSO 51 en kost €100,-.
De tweede methode is een berekening op gebouw- en ruimteniveau. Gecertificeerd op basis van de ISSO 51, 53 en 57. Door middel van deze berekening wordt exact per ruimte het warmte-, ventilatie- en opstartverlies inzichtelijk gemaakt. De kosten hiervoor zijn €199,50.
[pt_view id="37c00eegip"]
- oktober 21, 2020
- 175 views
Praktijkrichtlijn Gasinstallaties gepubliceerd
Deel 1 van de serie NPR 3378 ‘Praktijkrichtlijn Gasinstallaties’ is gepubliceerd. Deze NPR is bedoeld voor installateurs, ontwerpers en inspecteurs van verbrandingstoestellen en rookgasafvoersystemen. De richtlijn geeft praktische toelichting op de normen en eisen in de Bouwregelgeving die voor gasleidingen in gebouwen van belang zijn. De titel van deel 1 is ‘Praktijkrichtlijn gasinstallaties - Sectie gasleidingen - Deel 1: Bepaling van de gasdichtheid van de gasinstallatie - Leidraad bij NEN 1078 en NEN 8078’. NPR 3378-2 komt hierbij te vervallen.
Wat is er gewijzigd
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige editie zijn:
- De NPR 3378-1 en NPR 3378-2 zijn samengevoegd tot één deel.
- De beschrijving van de beproeving is op verschillende plaatsen verduidelijkt.
- De beproeving voor bestaande gasinstallaties is vereenvoudigd en aangepast aan NEN8078+A1:2018.
- Het werkblad is volledig toegespitst op de in de installatie heersende werkdrukken. Het werken met een andere druk dan de werkdruk is hiermee komen te vervallen.
De Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 3378-1 is van belang voor een goede en dus veilige installatie van de gasinstallatie. De NPR 3378-delen maken deel uit van de webtool 'Werken-met-NPR-3378'.
[pt_view id="f16d407cjb"]







