• oktober 6, 2022
  • 133 views
Nieuw bedrijfspand voor fabrikant warmtepompen

Binnenkort zal in opdracht van projectontwikkelaar Prohuis op bedrijventerrein Bagven Park in Breda worden gestart met de bouw van een nieuw bedrijfspand voor NIBE Energietechniek. In Breda krijgt NIBE, dat nu nog is gevestigd in Oosterhout, de ruimte om haar groeiambities te realiseren. Daarnaast maakt de nieuwbouw het mogelijk om het trainingsaanbod van de NIBE Academy te vergroten. Het nieuwe bedrijfspand wordt naar verwachting opgeleverd in de eerste helft van 2024.

Het hart van het nieuwe bedrijfspand van NIBE zal worden gevormd door het NIBE Brand Experience Center. Hier kunnen bezoekers kennismaken met – en zich laten informeren over – de visie en de duurzame energieoplossingen van NIBE. En ook de NIBE Academy – het opleidingscentrum van NIBE – krijgt een prominente plek binnen het gebouw, zodat NIBE nóg meer klanten trainingen kan aanbieden. Het overdragen van kennis en vakmanschap is belangrijk voor NIBE, want zonder vakbekwame professionals loopt de energietransitie vast en worden de klimaatdoelen niet tijdig bereikt. Via de NIBE Academy biedt NIBE daarom diverse technische trainingen aan op het gebied van (ondermeer) installatieontwerp, productkeuze, installeren en inbedrijfstellen. Daarbij wordt niet alleen aandacht besteed aan theoretische kennis, maar krijgen cursisten ook volop de kans om in de praktijk te ‘sleutelen’ aan NIBE producten. In het nieuwe pand zal het aanbod van de NIBE Academy fors worden uitgebreid, zodat er meer professionals kunnen worden getraind.

Ruimte voor groei
Het nieuwe kantoorpand krijgt een omvang van circa 1.700 m2: fors meer ruimte dan het huidige pand in Oosterhout. En dat is volgens Managing Director Rob Spoelman ook hard nodig. “De markt voor warmtepompen is in Nederland en België de laatste jaren exponentieel gegroeid. Deze ontwikkeling zal zich de komende jaren zeker doorzetten en daar willen we uiteraard van profiteren. We hebben dan ook bewust gekozen voor een pand ‘op de groei’, met ruimte voor onze huidige én toekomstige nieuwe medewerkers.” Productieactiviteiten zijn niet voorzien, want de producten worden voornamelijk gefabriceerd bij NIBE in Zweden en bij diverse dochterondernemingen elders in Europa.

  • september 23, 2022
  • 233 views
Collectieve hoog temperatuur warmtepomp nu ook te waarderen in BENG

Het Bureau Controle en Registratie Gelijkwaardigheid (BCRG) heeft de SWP warmtepomp een gelijkwaardigheidsverklaring toegekend voor tapwater en ruimteverwarming. Woningbouwcorporaties en VVE’s die bestaande woningen willen verduurzamen, kunnen hun collectieve cv-ketels nu – zonder grote aanpassingen aan het aangiftesysteem – vervangen door een hoog temperatuur lucht/water-warmtepomp.

Woningcorporaties spelen een belangrijke rol in het verduurzamen van de woningvoorraad in Nederland. De grootste uitdaging vormt het verduurzamen van de bestaande woningen. Na een succesvolle pilot bij Wonen Limburg, waar acht wooncomplexen gasloos zijn gemaakt, is het consortium er in geslaagd om een gelijkwaardigheidsverklaring op de warmtepomp te krijgen.

Geen waardering voor warmtepompen van meer dan 70 kW
Voor het beproeven van warmtepompen tot 70 kW zijn Europese normen en energielabels beschikbaar. Voor grotere warmtepompen ontbreken deze. De norm gaat slechts tot een uitgaande watertemperatuur van 65 °C; voor hogere temperaturen wordt een warmtepomp gelijk gesteld aan elektrische verwarming. Voor warm tapwater speelt hetzelfde, er zijn voor grotere apparaten geen normatieve methode beschikbaar. Bijkomende uitdaging is het ontbreken van onafhankelijke testfaciliteiten die warmtepompen met een vermogen > 70 kW goed kunnen testen. Kortom: het was onmogelijk de collectieve hoog temperatuur warmtepomp te waarderen in een BENG berekening voor het Energielabel.
Door een onafhankelijk onderzoeker en in afstemming met BCRG is een test- en beoordelingsmethodiek ontwikkeld die aansluit bij de EN14511/EN14825 testnormen. De voor warmtepompen opgezette Bijlage Q van de NTA 8800 methodiek is uitgebreid naar hoge afgifte temperaturen. De SWP warmtepomp is onder toezicht getest.
Met de publicatie van de gelijkwaardigheidsverklaring is een vergelijking mogelijk met collectieve verwarmingssystemen op basis van cv-ketels met behoud van het afgiftesysteem.

Voorbeeld berekening
Een appartement van 70 m2, gebouwd in 1970 met een collectief gasgestookt verwarmingssysteem voor ruimteverwarming & tapwater, matig (na)geïsoleerd, dubbelglas. Het bestaande label is Energielabel D met een gasverbruik van 1.750 m3/jaar . In totaal 258 kWh/m2 primaire energie.

De cv-ketel wordt vervangen door de SWP warmtepomp, verder geen wijzigingen. Het energiegebruik voor ruimteverwarming & tapwater samen wordt 5.541 kWh/jaar overeenkomend met 127 kWh/m2 primaire energie. Het nieuwe energielabel wordt A. Het primair energiegebruik halveert.

Prestaties van de warmtepomp
De SWP-DT-U281 lucht/water warmtepomp gebruikt buitenlucht als warmtebron en geeft zijn nuttige warmte af aan cv- en tapwater. Bij de metingen is aangetoond dat zelfs bij een buitentemperatuur van -20°C de cv-temperatuur van +80°C graden behaald wordt. De SWP zorgt ervoor dat bestaande wooncomplexen er altijd warmpjes bij zitten.

Innovatie door samenwerking
Om deze innovatie mogelijk te maken en te zorgen voor een succesvolle inpassing in de markt hebben de partijen Servex (bedenker, productontwikkelaar en producent), installatiebedrijven Kemkens & Feenstra, groothandel Gafco (Rensa groep) en ingenieursbureau Sparkling Projects de handen inééngeslagen. Binnen dit consortium wordt expertise uit de keten bij elkaar gebracht voor een goede inpassing in de gebouwde omgeving. Vanuit Topsector Energie van RVO kreeg dit project MOOI subsidie. De demonstratie bij Wonen Limburg is mogelijk gemaakt door Subsidie van DEI programma. Meer informatie en een factsheet zijn te vinden op de website van het consortium: www.natuurlijkgasloos.nl.

 

  • september 23, 2022
  • 135 views
Verduurzamen van collectieve installaties

Verduurzamen van collectieve installaties Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat het bedrijf flink doorgroeit. Directeur Jan-Maarten Elias legt aan de hand van een project in Spijkenisse uit hoe Energy Bridge te werk gaat. Volgens Elias zijn er drie trends die nu een belangrijke stempel drukken op de bouwkolom. Ten eerste de prijsstijgingen die voortvloeien uit de schaarste aan materialen. Daarnaast is efficiency een belangrijk thema om zo goed mogelijk met bestaande arbeid en grondstoffen om te gaan en verspilling te voorkomen. Tot slot wordt er steeds meer gestuurd op CO2-uitstoot, onder andere vanuit de EPBD III. Adviseur en installateur Energy Bridge is zowel een adviseur als installateur. Elias: “In principe pakken we het gehele traject. Van consultancy tot realisatie. Maar de klant kan ook beslissen om ons slechts in te schakelen voor één van beide.” Nichespeler Het bedrijf richt zich op een niche: het verduurzamen van collectieve installaties. “Vaak gaat het om lange besluitvormingstrajecten voordat er tot realisatie wordt overgegaan”, vertelt Elias. “Energy Bridge wil een toonaangevende speler worden die op termijn ook steeds meer gestandaardiseerde producten en prefaboplossingen kan aanbieden. Project Het bedrijf schakelt het liefst zoveel mogelijk over op all-electric installaties bij verduurzamingsopgaven. Maar dat is niet altijd haalbaar. In Spijkenisse werd er daarom gekozen voor een hybride installatie met twee HT-warmtepompen van ieder 55 kW. Hiermee kan het aardgasgebruik met bijna 80 % worden teruggebracht. Uitdagingen “We werden ingeschakeld om de collectieve ketelinstallatie van een galerijflat van woningcorporatie Woonbron met 10 verdiepingen en 90 woningen te verduurzamen”, legt Elias uit. Hij kreeg daarbij te maken met twee grote uitdagingen. Ten eerste was de aansluiting op het elektriciteitsnet ontoereikend voor de nieuwe installatie. Ten tweede moesten de nieuwe warmtepompen op het dak worden gekoppeld aan de ketels en het buffervat beneden op de begane grond. Oplossingen Het project ging afgelopen mei van start en heeft een doorlooptijd van circa 6 maanden. “We hebben de aansluiting op het net verzwaard”, vertelt Elias. “De nieuwe aanvoer- en retourleidingen van de warmtepompen naar de buffervaten laten we via een aparte schacht naast de lift lopen. Om het transportverlies zoveel mogelijk te beperken worden de leidingen geïsoleerd.” Op het dak komen 140 PV-panelen te liggen, daarmee is het complex nog niet zelfvoorzienend. Bovendien blijft gelijktijdigheid een issue. De warmtepompen draaien vooral als de PV-panelen weinig opbrengen. Met een buffervat ondervangt Energy Bridge dit probleem grotendeels. “As a service” Na oplevering wordt de installatie via remote access continu gemonitord. Mocht er onderhoud en service nodig zijn dan kan de servicemonteur overal bij, mede dankzij nieuwe plateaus bij de leidingen in de lange schacht. Energy Bridge blijft verantwoordelijk voor de thermische en energetische prestaties, want de warmte wordt “as a service” aangeboden. Dit is een verkorte versie van een artikel dat binnenkort verschijnt in het praktijkblad InstallateursZaken, novemberuitgave 2022.

Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat het bedrijf flink doorgroeit. Directeur Jan-Maarten Elias legt aan de hand van een project in Spijkenisse uit hoe Energy Bridge te werk gaat.

Volgens Elias zijn er drie trends die nu een belangrijke stempel drukken op de bouwkolom. Ten eerste de prijsstijgingen die voortvloeien uit de schaarste aan materialen. Daarnaast is efficiency een belangrijk thema om zo goed mogelijk met bestaande arbeid en grondstoffen om te gaan en verspilling te voorkomen. Tot slot wordt er steeds meer gestuurd op CO2-uitstoot, onder andere vanuit de EPBD III.

Adviseur en installateur
Energy Bridge is zowel een adviseur als installateur. Elias: “In principe pakken we het gehele traject. Van consultancy tot realisatie. Maar de klant kan ook beslissen om ons slechts in te schakelen voor één van beide.”

Nichespeler
Het bedrijf richt zich op een niche: het verduurzamen van collectieve installaties. “Vaak gaat het om lange besluitvormingstrajecten voordat er tot realisatie wordt overgegaan”, vertelt Elias. “Energy Bridge wil een toonaangevende speler worden die op termijn ook steeds meer gestandaardiseerde producten en prefaboplossingen kan aanbieden.

Project
Het bedrijf schakelt het liefst zoveel mogelijk over op all-electric installaties bij verduurzamingsopgaven. Maar dat is niet altijd haalbaar. In Spijkenisse werd er daarom gekozen voor een hybride installatie met twee HT-warmtepompen van ieder 55 kW. Hiermee kan het aardgasgebruik met bijna 80 % worden teruggebracht.

Uitdagingen
“We werden ingeschakeld om de collectieve ketelinstallatie van een galerijflat van woningcorporatie Woonbron met 10 verdiepingen en 90 woningen te verduurzamen”, legt Elias uit. Hij kreeg daarbij te maken met twee grote uitdagingen. Ten eerste was de aansluiting op het elektriciteitsnet ontoereikend voor de nieuwe installatie. Ten tweede moesten de nieuwe warmtepompen op het dak worden gekoppeld aan de ketels en het buffervat beneden op de begane grond.

Oplossingen
Het project ging afgelopen mei van start en heeft een doorlooptijd van circa 6 maanden. “We hebben de aansluiting op het net verzwaard”, vertelt Elias. “De nieuwe aanvoer- en retourleidingen van de warmtepompen naar de buffervaten laten we via een aparte schacht naast de lift lopen. Om het transportverlies zoveel mogelijk te beperken worden de leidingen geïsoleerd.” Op het dak komen 140 PV-panelen te liggen, daarmee is het complex nog niet zelfvoorzienend. Bovendien blijft gelijktijdigheid een issue. De warmtepompen draaien vooral als de PV-panelen weinig opbrengen. Met een buffervat ondervangt Energy Bridge dit probleem grotendeels.

“As a service”

Na oplevering wordt de installatie via remote access continu gemonitord. Mocht er onderhoud en service nodig zijn dan kan de servicemonteur overal bij, mede dankzij nieuwe plateaus bij de leidingen in de lange schacht. Energy Bridge blijft verantwoordelijk voor de thermische en energetische prestaties, want de warmte wordt “as a service” aangeboden.

Dit is een verkorte versie van een artikel dat binnenkort verschijnt in het praktijkblad InstallateursZaken, novemberuitgave 2022.

 

 

 

 

 

 

 

 

  • september 22, 2022
  • 126 views
Zuivere waterstofketel voor commerciële toepassingen klaar voor veldtesten

BDR Thermea Group, een fabrikant van binnenklimaatoplossingen, bereidt zich voor op de eerste real-life proeven van ketels op zuivere waterstof voor commerciële toepassingen. Deze stap volgt op succesvolle proeven met 100% waterstofketels voor residentieel gebruik die het bedrijf sinds 2019 in Europa uitvoert. “Groene waterstof is een handige manier om grotere gebouwen CO2-vrij te maken”, zegt Business Director Emilia Cabral. Dit komt omdat we hiermee hernieuwbare energie over langere perioden kunnen opslaan en zware piekbelastingen op het elektriciteitsnet kunnen helpen voorkomen. Omdat commerciële gebouwen aanzienlijk bijdragen aan de CO2-emissies in Europa, is hun overstap naar koolstofneutrale oplossingen cruciaal.”    

Na uitgebreide tests van de waterstoftechnologie in het R&D-centrum in Apeldoorn, bereidt BDR Thermea Group prototypes voor op real-life demonstraties in heel Europa. De eerste daarvan kunnen tegen het einde van dit jaar live zijn. Daarbij zullen de verschillende gebruikerscases van de waterstofketel te zien zijn. Denk dan aan toepassingen op locaties van lokale waterstofopwekking met opslagoplossingen, en/of in een hybride opstelling met een warmtepomp, waarbij de waterstofketel de piekbelastingen op het elektriciteitsnet zal dekken. Deze proeffase biedt ook een kans voor alle belanghebbenden - van nutsbedrijven tot leveranciers van energienetten, overheden en gebouweigenaren. Zij kunnen hierdoor meer te weten komen over het potentieel van waterstof voor verwarming.

Een flexibele oplossing
“Terwijl we de weg naar een fossielvrije samenleving bewandelen, willen we onze klanten flexibiliteit bieden. Met dit in gedachten werken we momenteel aan het 100% waterstof-ready maken van ons volledige assortiment commerciële ketels in Europa. De meeste ketels in ons huidige portfolio zijn 20% waterstof-ready. Maar we zullen ook een conversiekit lanceren voor toekomstige ketels, waarmee zij kunnen overschakelen van aardgas naar 100% waterstof”, zegt Cabral. “Hierdoor kunnen commerciële gebruikers zich voorbereiden op de brandstofwissel en hen volledige flexibiliteit bieden.”
Een andere technologie in de waardepropositie van BDR Thermea is de warmtepomp, die zijn eigen rol speelt bij het CO2-vrij maken van alle soorten gebouwen. “Een hybride opstelling die de pure waterstofketel en de warmtepomp combineert, biedt gebruikers de kans om de vruchten van beide apparaten te plukken. Gezien het vermogen van waterstof om als opslag voor elektriciteit te dienen, kan de waterstofketel de rol van de warmtepomp overnemen op momenten van piekvraag naar elektriciteit”, aldus Cabral.

De rol van schone gassen in de energietransitie
Er zijn meerdere scenario's voor de samenleving om warmte koolstofvrij te maken, variërend van volledige elektrificatie tot het toepassen van hybrides en groene gassen. Recent onderzoek, gepubliceerd door Guidehouse, geeft aan dat een scenario waarin biogas en groene waterstof worden toegepast samen met een hoog niveau van elektrificatie, de snelste, soepelste en meest betaalbare overgang naar hernieuwbare energiebronnen biedt. Het gebruik van schone gassen, zoals waterstof en biomethaan naast een hoog niveau van elektrificatie, biedt voordelen in termen van totale kosten voor de samenleving, bruikbaarheid en sociale acceptatie. Bovendien vermindert dit de piekbelasting van verwarming met meer dan 50% - beoordeeld tijdens een windstille en donkere winterweek. Voor deze momenten, waarop de opwekking van hernieuwbare energie uit natuurlijke bronnen laag is, kunnen groene gassen het overnemen en voldoen aan de energievraag.

Over de zuivere waterstofketel
Voor het concept van de 100% waterstofketel geldt dat zij net zo goed presteren als aardgasketels. Cabral: “Met een modulatiediepte van 1:5 en vergelijkbare output, efficiëntie, responsiviteit, digitale interfaces en afmetingen, hebben servicemonteurs slechts beperkt extra opleiding nodig. Gebruikers kunnen dan ook dezelfde, hoge prestaties verwachten. Zo zijn verschillende interne componenten, zoals de brander en sensoren, opnieuw ontworpen voor het specifieke gebruik van waterstof.”
De zuivere waterstofketels Remeha Quinta ACE/De Dietrich Evodens Pro AMC 45kW kunnen in een cascade-opstelling worden gebruikt. De toestellen maken deel uit van een ketelbereik met een maximaal vermogen van 115kW per ketel. De oplossing is schaalbaar tot acht ketels in één installatie. De ketel is ook hybride-ready, wat betekent dat hij kan worden toegepast in een geoptimaliseerde opstelling met een warmtepomp. Deze toepassing resulteert in een lager gasverbruik en een hoger rendement, aldus de fabrikant.

  • september 22, 2022
  • 141 views
Warmtepomp door prijsplafond bijna 900 euro duurder dan cv-ketel

Het prijsplafond op energie dat het kabinet op Prinsjesdag aankondigde maakt dat veel Nederlanders de aanschaf van een warmtepomp voorlopig zullen uitstellen. Dat vermoedt vergelijkingssite Slimster, na berekend te hebben wat de maatregel betekent voor huishoudens met enerzijds een cv-ketel of anderzijds een (hybride) warmtepomp. Waar zo’n warmtepomp tot meer dan 2000 euro per jaar kon besparen, zijn huishoudens met een cv-ketel in de nieuwe situatie juist tot bijna 900 euro goedkoper uit.

Slimster rekende uit wat de energiekosten voor een gemiddeld huishouden met een cv-ketel, hybride warmtepomp of all-electric warmtepomp zijn in de huidige en in de nieuwe situatie. Het gebruikte daarvoor de gemiddelde tarieven die de drie grootste energieleveranciers in hun modelcontracten hanteren als uitgangspunt en ging uit van het gemiddelde verbruik dat Milieu Centraal noemt. Daaruit blijkt dat huishoudens met een cv-ketel hun energierekening ruimschoots gehalveerd zien worden. Met een hybride warmtepomp bespaar je zo’n 31 procent, terwijl de rekening met een volledig elektrische warmtepomp met slechts 10 procent afneemt.

Elektrisch verwarmen duurder
In de huidige situatie bespaart een gezin met een hybride warmtepomp tot 1417 euro per jaar ten opzichte van een cv-ketel. Wie een all-electric warmtepomp heeft en dus volledig ‘van het gas af’ is, ziet de kosten met 2361 euro per jaar afnemen. Maar wanneer straks het prijsplafond is ingevoerd zijn een hybride en volledig elektrische warmtepomp juist respectievelijk 524 tot 871 euro per jaar duurder dan een gasgestookte cv-ketel.

Verhouding tussen gas- en stroomprijs zoek
De reden voor deze opmerkelijke verschillen is het feit dat het plafond op de gasprijs veel lager ligt dan de ‘cap’ op de stroomprijs. Waar het verschil tussen een modelcontract en het plafondtarief van de overheid wat betreft stroom slechts 24 procent bedraagt, gaat het bij gas om een afname van liefst 65 procent. Voorheen lag de prijs voor een kilowattuur stroom zo’n vier keer lager dan de prijs voor een kuub gas. Nu is dat verschil nog maar een factor twee. Ook bijvoorbeeld elektrisch koken wordt om deze reden oninteressant zolang het prijsplafond geldt.

Bijverwarmen met airco
De uitzondering geldt uiteraard voor huishoudens met zonnepanelen, die het gros van hun huidige elektriciteitsverbruik kunnen wegstrepen. Volgens Slimster tonen zonnepaneleneigenaren de laatste tijd bovendien veel interesse in airco’s. Niet alleen om ‘s zomers te kunnen koelen, maar ook om ‘s winters te kunnen bijverwarmen. De thermostaat kan dan omlaag en de airco verwarmt bijvoorbeeld de woonkamer - de ruimte waar je doorgaans het meest bent - bij tot een aangename temperatuur. Zolang je dit niet de hele dag doet, kan de combi van zonnepanelen en een airco aanzienlijk schelen in de energiekosten.

[pt_view id="994414f8hw"]

  • september 16, 2022
  • 142 views
Belgische woningbezitters overwegen warmtepomp om geld te besparen

Ook onze zuiderburen maken zich druk om de energietransitie, juist nu de energieprijzen de pan uitrijzen. Eén derde van de woningbezitters in België overweegt om van verwarmingsinstallatie te veranderen vanwege de stijgende energiefactuur. Daarvan denkt 41% over te schakelen op een warmtepomp. Twee op drie woningbezitters ziet het zelfs als noodzaak om over te stappen op hernieuwbare energie om de energiefactuur laag te houden. 70% denkt bovendien dat de stijgende prijzen de energietransitie zullen versnellen. Dit blijkt uit een grootschalige enquête die Daikin onlangs afnam.

Onze zuiderburen verwarmen nog heel klassiek. Maar liefst 58% bezit nog een gasketel. Een deel van de verklaring hiervoor ligt bij het verouderd woningbestand. Vier op de vijf Belgische woningbezitters woont namelijk in een woning die ouder is dan 15 jaar. Toch zien veel Belgen het belang in van de overstap naar hernieuwbare energie. 65% vindt het zelfs een noodzaak, gezien de huidige economische situatie.

Hernieuwbare energie
De Belg denkt toekomstgericht en wil bijdragen aan een beter klimaat. Drie kwart van de ondervraagde Belgische woningbezitters vindt dit belangrijk. Twee op de vijf verwarmt zelfs hun woning liever niet met fossiele brandstoffen. Ook al omdat het een manier is om de energiekosten te drukken.
Van degenen die van verwarmingsinstallatie willen veranderen, overweegt 41% over te schakelen op een warmtepomp. Desondanks denkt de helft van de Belgische woningbezitters dat warmtepompen alleen interessant zijn voor nieuwbouw. Roderik Desiere, Managing Director bij Daikin Belgium, is het daar niet mee eens: “Er bestaan duurzame alternatieve verwarmingsoplossingen voor ieder bouwproject of het nu gaat om nieuwbouw of renovatie. Bij een renovatie zijn er wellicht nog bijkomende werkzaamheden nodig om de staat van de woning te verbeteren en zo het hoogst mogelijke rendement uit de warmtepomp te halen.”

Werk aan de winkel
Uit de enquête blijkt dat slechts 5% van de ondervraagden over een warmtepomp beschikt om de woning te verwarmen en koelen. Als voornaamste reden om een warmtepomp te hebben of te overwegen, geven de woningbezitters aan dat ze hiermee geld willen besparen. Eén op de vijf wil vooral zekerheid over de energietoevoer in de toekomst. Iets waar de Belg duidelijk van wakker ligt. Hij/zij is zich bewust van de veranderingen en investeringen die er nodig zijn om futureproof te verwarmen en het hoofd te bieden aan de huidige en toekomstige uitdagingen. Drie op de vijf woningbezitters zijn ervan overtuigd dat dankzij technologische innovaties de huidige energieproblemen in de toekomst opgelost kunnen worden. De keerzijde? Vier op de vijf denkt dat alleen wie veel geld heeft erin zal slagen om de energietransitie te volgen en dat de kloof tussen arm en rijk hierdoor groter zal worden.

[pt_view id="7693b01lt7"]

  • september 9, 2022
  • 216 views
“Eerst lucht en vuil verwijderen”

John Visser uit Vianen is een installateur die zich volledig heeft gespecialiseerd in het waterzijdig inregelen van verwarmingsinstallaties. Hij wordt tegenwoordig vaak benaderd door mensen die energie willen besparen of een probleem met een radiator of vloerverwarming die niet goed warm wordt. “Dan ga ik de installatie eerst analyseren op mogelijke oorzaken en als dat nodig is beter waterzijdig inregelen. Ik verbaas mij nog elke week over standaard ingestelde cv-ketels en warmtepompen en verkeerd aangesloten radiatoren, terwijl goed waterzijdig inregelen al twee jaar verplicht is. Verder presteren veel installaties na enkele jaren slechter door de aanwezigheid van lucht en vuil in het systeemwater.”

Verwarming- en koelinstallaties verliezen na verloop van tijd rendement door het dagelijks gebruik. Uit onderzoek daarnaar blijkt dat lucht- en vuilophoping in de installatie belangrijke veroorzakers zijn. Zonder zich van dit probleem bewust te zijn compenseren veel mensen rendementsverliezen met langer verwarmen op een hogere temperatuur, waardoor ze teveel energiekosten betalen.

Oplossing
“Als er lucht en vuil in de installatie zit, moet dat eerst worden verwijderd met aparte lucht- en vuilafscheiders”, zegt Visser. “Lucht verwijder je namelijk het meest effectief in de aanvoerleiding en vuil in de retourleiding. Vervolgens ga ik ketel- of warmtepompafhankelijk de hele installatie optimaal waterzijdig inregelen. Daarbij meet ik het temperatuursverloop in de installatie en zijn wellicht nieuwe instelbare ventielen nodig. Uiteraard worden verkeerd aangesloten radiatoren ook verbeterd. Omdat er een groot aantal merken en typen cv-ketels en warmtepompen wordt geleverd met allerlei instellingen, is dat specialistisch werk dat je vaak moet doen voor het beste resultaat.”

Voordelen
Waterzijdig inregelen levert tussen de 5 en 10% besparing aan energiekosten op, waardoor het werk dat er in bestaande installaties voor nodig is al in 3 tot 4 jaar wordt terugverdiend. Hoewel het bij nieuwe of te renoveren installaties verplicht is, gebeurt het in de praktijk amper of onvoldoende. Een ander belangrijk voordeel is minder slijtage en storingen van de cv-ketel of warmtepomp, wat de levensduur verlengt. “Waterzijdig inregelen is in mijn visie een nog onbekende basis voor de energietransitie waar iedereen de komende jaren mee te maken krijgt”, concludeert Visser. “Consumenten en bedrijven die energie willen besparen kunnen beter eerst de huidige installatie optimaal laten inregelen, voordat ze gaan investeren in isolatieverbeteringen en zonnepanelen

  • september 5, 2022
  • 242 views
Duurzaam warmte- en koudesysteem voor nieuwbouw

De gemeente Amsterdam en Eneco hebben een overeenkomst gesloten voor de aanleg van een van de grootste duurzame warmte- en koudeprojecten voor nieuwbouwwoningen in Nederland. Het systeem wordt gebouwd op het Amsterdamse Strandeiland. Bij de ontwikkeling van het nieuwste eiland van IJburg wordt een energieneutrale woonomgeving gemaakt, waarin dit duurzame warmte- en koudesysteem een belangrijk element vormt.

De woningen en voorzieningen die op Strandeiland komen, worden aangesloten op een lokale warmte- en koeling-voorziening. Eneco gaat hiervoor de warmte onttrekken uit het oppervlaktewater van het IJmeer, waarna het wordt opgewaardeerd naar warmte geschikt voor het warmtenet of opgeslagen in bodembronnen. Hiermee kunnen de toekomstige bewoners en gebruikers rekenen op een duurzaam systeem voor een comfortabele temperatuurbeheersing van het pand.

Criteria
Onder andere duurzaamheid en klanttevredenheid, voor zowel projectontwikkelaars als toekomstige bewoners, zijn belangrijke criteria in de ontwikkeling van het warmtenet. Eneco voldoet aan deze criteria, wat resulteert in een overeenkomst om 30 jaar lang warmte en koeling te leveren aan de bewoners en commerciële en maatschappelijke voorzieningen. In 2023 starten de eerste werkzaamheden, zodat in 2025 de eerste bewoners van Strandeiland direct gebruik kunnen maken van het nieuwe warmte- en koudesysteem.

Investeren in een duurzame stad
De aanleg van het warmte- en koudesysteem op Strandeiland draagt in belangrijke mate bij aan de ambitie van Amsterdam om in 2040 aardgasvrij te zijn als stad. In Amsterdam zijn meerdere vergelijkbare warmtevoorzieningen al in gebruik, bijvoorbeeld op het naastgelegen Centrumeiland en rond de kantoren van de Zuidas. De WKO voorziening op Strandeiland is straks het grootste duurzame warmtesysteem van Nederland voor 8.000 huizen, waarvan circa 40% sociale huur is, en 120.000 m2 aan voorzieningen zoals scholen, winkels en horeca.

Duurzame stadswijk
Door de ligging aan de IJburgbaai, het lange stadsstrand en de relatie met het water, wordt Strandeiland een ontspannen woonomgeving, uniek in Amsterdam. Duurzaamheid is hier enorm belangrijk. De woningen worden met duurzame materialen gebouwd op een natuur inclusieve wijze, dat wil zeggen met bijvoorbeeld ingebouwde vogelnestkastjes en groene daken. Zonnepanelen op de woningen wekken evenveel energie op als de bewoners nodig hebben. De ambitie is om Strandeiland zelfs energieleverend te maken; het levert meer energie op dan het verbruikt.

[pt_view id="6c6bc4aite"]

  • juli 12, 2022
  • 160 views
Nieuwe versie BRL 6000-25 over gas

De nieuwe versie BRL6000-25 ‘Gebouwgebonden gasverbrandingstoestel en bijbehorende voorzieningen voor de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgas’ van InstallQ is verschenen. Deze versie van 15 juni 2022 is aangewezen door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en is als toegelaten certificatieschema geregistreerd in het Register Gasverbrandingsinstallaties (CS-1001). Met de BRL voldoen bedrijven aan wettelijke eisen.

Ieder jaar vallen er doden en gewonden door koolmonoxide. Om die reden is op 1 oktober 2020 de wettelijke regeling CO-certificering (Gasketelwet) aangenomen. Die stelt dat vanaf 1 januari 2023 alleen gecertificeerde installatiebedrijven en monteurs met een Bewijs van Vakmanschap CO nog bepaalde werkzaamheden mogen uitvoeren aan gasinstallaties, rookgasafvoervoorzieningen of verbrandingsluchttoevoeren. Met een InstallQ-certificering voor BRL6000-25 voldoen bedrijven aantoonbaar aan de wettelijke eisen die worden gesteld in het Bouwbesluit (paragraaf 1.8).

Belangrijke wijzigingen
De betreffende installatiebedrijven behoren zich op de hoogte te stellen van de inhoud van de nieuwste versie van 15 juni 2022. Want als gevolg van de toetsingen door TloKB en de RvA zijn belangrijke verbeteringen en wijzigingen aangebracht in de voorlaatste versie van 3 december 2020 (ingetrokken per 15 juni). De digitale versie van BRL6000-25 en een daarin opgenomen interpretatiebesluit, zijn via Open.ISSO.nl gratis beschikbaar (na registratie met een profiel). De BRL is ook te bestellen in drukwerk.

Zorgvuldige beoordelingsprocedure
Aan de wettelijke goedkeuring van de door InstallQ opgestelde BRL6000-25 gaat een zorgvuldige procedure vooraf. Op 24 juni 2022 heeft de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TLoKB) de nieuwe versie van de BRL6000-25 positief beoordeeld. Het schema was al op 15 juni 2022 bindend verklaard door het bestuur van InstallQ en op 7 juni goedgekeurd door de Raad voor Accreditatie (RvA). Hiermee is de beoordelingsprocedure volledig doorlopen en is het certificatieschema definitief.

[pt_view id="f06ee046o3"]

  • juli 8, 2022
  • 148 views
Daikin start fabriek voor warmtepompen in Polen

Daikin Europe gaat 300 miljoen euro investeren in een nieuwe fabriek in het Poolse Łódź. In juli 2024 gaat de nieuwe fabriek van start met het produceren van residentiële warmtepompen, als vierde locatie naast Daikin’s bestaande Europese productiesites in België, Tsjechië en Duitsland. Deze investeringen komen bovenop de vorig jaar aangekondigde 840 miljoen euro in bestaande fabrieken en het nieuwe Daikin R&D center.

Edwin Hoogerwerf, Managing Director van Daikin Nederland over de nieuwe ontwikkelingen: “Onze warmtepompen worden in onze Europese R&D centra ontwikkeld en in onze Europese fabrieken geproduceerd. Hierbij zijn onze Nederlandse specialisten betrokken, wat maakt dat de warmtepompen naadloos aansluiten op de behoefte van de Nederlandse markt. Met uitbreiding van onze capaciteit in Europa zetten wij onze huidige inspanningen om de door het kabinet gestelde doelstellingen voor een duurzaam Nederland te behalen.”

Topprioriteit
Binnen het global 5 jarenplan van Daikin wordt Europa beschouwd als een regio met topprioriteit voor het uitbreiden van Daikin’s bedrijfsonderdeel voor verwarming middels warmtepompen. Toshitaka Tsubouchi, President van Daikin Europe hierover: “Daikin gaat de uitdaging aan om de  transitie van cv-ketels op fossiele brandstof naar warmtepompen mogelijk te maken. Om dat te realiseren, hebben we onze productontwikkeling en servicemogelijkheden versterkt, en kondigen we aan een nieuwe fabriek in Polen op te richten. Deze fabriek zal de grootste productiecapaciteit warmtepompen voor verwarming binnen de Daikin Europe Group hebben.”

Krachtig antwoord
Hiromitsu Iwasaki, Vice President van Daikin Europe voegt toe: “Door kapitaalinvesteringen en het creëren van meer  werkgelegenheid in onze bestaande warmtepompfabrieken in Europa breiden we onze productiecapaciteit uit. Het besluit om deze gloednieuwe fabriek te openen, toont dat Daikin een krachtig antwoord biedt op de stijgende vraag in Europa. Tegen 2025 zullen in de nieuwe fabriek 1.000 werknemers aan het werk zijn. Dankzij onze inspanningen kunnen we tegen 2025 vier keer ons huidige volume produceren en een productiesysteem creëren dat op een stabiele manier aan een snelgroeiende markt weet te leveren. Met deze nieuwe fabriek zetten we onze nabijheidsstrategie voort, wat betekent dat alle verwarmingsproducten die in Europa worden verkocht ook in Europa worden gemaakt.”

[pt_view id="0835b47vdk"]