• maart 3, 2022
  • 133 views
Kennis over individuele cv-installaties geactualiseerd

ISSO heeft de kennis in ISSO-kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen een update gegeven. De verduurzaming van het vastgoed heeft veel gevolgen voor cv-systemen. Warmtepompen zijn niet meer weg te denken, en ook bouwkundige verbeteringen aan woningen hebben invloed op het functioneren van het cv-systeem. Dat vraagt ook om andere kennis. Die kennis is na een update terug te vinden in ISSO-kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen.

De kennis biedt professionals veel hulp bij het installeren en onderhouden van cv-installaties. Ook voor advisering in cv-installaties is deze kennis geschikt. Toen de publicatie verscheen, in 2006, bepaalden alleen nog gasgestookte cv-ketels en aansluitingen op de stadsverwarming de eisen voor cv-installaties. De komst van de warmtepomp heeft die eisen veranderd. In combinatie met bouwkundige verbeteringen aan woningen, zoals betere isolatie en kierdichting, heeft dat gezorgd voor heel anders functionerende cv-systemen. Voldoende aanleiding voor ISSO om de kennis te updaten. Een andere reden daarvoor, waren nieuwe of aangepaste wetgeving en kwaliteitseisen.

Installaties achter de opwekker
Na de update van de kennis is het Kleintje weer in lijn met de verduurzamingsslag. Het zwaartepunt van dit vernieuwde Kleintje ligt bij de installaties achter de opwekker. Andere onderwerpen die in Kleintje CV aan bod komen, zijn onder meer:
-Installatieconcepten met warmtepomp, cv-ketel en warmtenet;
-Het benodigde vermogen bepalen en dimensionering van het afgiftesysteem;
-Selectie (LT) radiatoren/ convectoren en vloerverwarming;
-Waterzijdig inregelen;
-Luchtdoorlatendheid testen en infraroodmetingen;
-Ventilatie;
-Beveiliging en drukverlies;
-Aandachtspunten verduurzaming.

Ruimtes apart regelen
In dit nieuwe Kleintje heeft ISSO ook het regelen van het klimaat per ruimte beschreven. Met moderne thermostaatknoppen en zoneregelaars is het comfort voor bewoners en werknemers flink te vergroten. De vraag naar apart te regelen ruimtes groeit.

ISSO-kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen is te vinden in ISSO Open.

  • maart 2, 2022
  • 134 views
Helmondse wijken schakelen over op aquathermie als warmtebron

In de Helmondse wijken Rijpelberg en Brouwhuis ontwikkelt warmtebedrijf Ennatuurlijk de grootste toepassing van aquathermie als warmtebron in de Benelux. Het bestaande warmtenet is er één van de eerste generatie, dus nog volledig gasgestookt. Het draait nu nog op twee stoom- en gasturbines (STEG’s), waarin bij verbranding van gas, elektriciteit wordt opgewekt. Rob Verhappen, key accountmanager bij Ennatuurlijk: “We gaan de gasturbines voorlopig wel behouden, maar dat zal in de toekomst alleen zijn voor piekmomenten of storingen. Het aardgas hiervoor zal dan op termijn vervangen moeten worden door bijvoorbeeld biogas of waterstof. Andere innovatieve bronnen, zoals aquathermie of lokale warmte uit de industrie, hebben in Helmond de échte toekomst.”

Ennatuurlijk onderzoekt momenteel de mogelijkheid om warmte uit het oppervlaktewater van de Zuid-Willemsvaart te halen. Met aquathermie slaat een warmte/koudeopslag (WKO) in de zomer warmte uit het water op in de bodem, om die in de winter te kunnen gebruiken. Hoewel de technologie niet meer helemaal nieuw is, is het in de Benelux nog niet zo groot toegepast als Ennatuurlijk het wil gaan doen. “Aquathermie heeft veel voordelen”, aldus Rob Verhappen. “Het gebruikt bijvoorbeeld relatief weinig stroom om de warmte te onttrekken, en het heeft ecologisch weinig impact.” Volgens hem kan een goede toepassing van alléén aquathermie al 50 procent CO2-reductie betekenen voor de warmtevraag in Helmond. “De benodigde elektriciteit willen we graag zo veel mogelijk duurzaam opwekken. En het is niet de enige bron die we voor de toekomst voor ogen hebben.”

Andere lokale bronnen van warmte
Verspreid over heel Nederland haalt Ennatuurlijk op veel verschillende manieren warmte uit de omgeving. Warmte uit de industrie bijvoorbeeld, waar vrijgekomen warmte uit bijvoorbeeld lokale industriële processen het warmtenet voeden, is voor Helmond óók een optie. “Maar ook ondiepe aardwarmte belooft veel goeds voor de toekomst”, zegt Verhappen. “We willen tot 2040 flink groeien. Niet alleen in Helmond, maar in heel Nederland. Het is daarom goed om te zien hoeveel duurzame innovaties er ontstaan om alternatieve energiebronnen aan te boren. In Helmond komen die de komende jaren samen om de stad een heel stuk duurzamer te maken.”

  • maart 2, 2022
  • 144 views
Nederlandse startup introduceert AI gedreven hybride warmtepomp

De Nederlandse startup Quatt heeft de ambitie om de komende tien jaar één miljoen Nederlandse woningen te verduurzamen met een door kunstmatige intelligentie (AI) gedreven hybride warmtepomp. Hiervoor heeft het bedrijf €265.000 aan financiering opgehaald. Opvallend is dat Quatt de hybride warmtepomp direct online aan de consument gaat aanbieden.

De benodigde hoge investering voor de installatie van warmtepompen in bestaande woningen weerhoudt dit segment van de beoogde energietransitie. Deze woningen zijn onvoldoende geïsoleerd om over te stappen op een volledig elektrische warmtepomp. Daarnaast heb je hiervoor aangepaste radiatoren of vloerverwarming nodig. Voor startup Quatt reden om in te zetten op hybride warmtepompen, waarbij de cv-ketel in gebruik blijft en er geen additionele aanpassingen nodig zijn in de woning. Hiermee kunnen de naar schatting 7.5 miljoen bestaande woningen in Nederland zonder warmtepomp, voor minder dan een kwart van de kosten, zonder additionele investering in de woning tot 80% van het gas af, aldus de startup.

Innovatie is kind van de rekening
Dit maakt de positieve milieu-impact van de hybride warmtepomp op nationale schaal vele malen groter dan die van all-electric warmtepompen, zo bedachten de broers, Bas en Marijn Flipse, oprichters van de startup. “De hybride warmtepomp bestaat al enige tijd, maar is de afgelopen jaren nauwelijks doorontwikkeld. En dat heeft alles te maken met de markt en de leveringsketen, die innovatie in de weg staat,” aldus Bas. “Wanneer niemand een substantieel deel van de leveringsketen beheerst en de productontwikkeling ver van de eindgebruiker staat, is innovatie het kind van de rekening. Traditionele partijen blijven dan gewoon doen waar ze goed in zijn: importeren, verkopen of installeren.”
En dus namen de broers met startup Quatt het heft in eigen handen door het concept van de hybride warmtepomp verder te ontwikkelen, te innoveren en deze direct online aan de consument aan te bieden. Met €265.000 aan opgehaalde financiering staat de startup in de startblokken om de adoptie van warmtepompen te accelereren en duurzame impact te maken. De stip op de horizon is om de hybride warmtepompen van Quatt te installeren in tot 1.000.000 Nederlandse woningen.

Complex aansturingsprobleem
De belangrijkste innovatie bij de nieuwe hybride warmtepomp van Quatt zit in de regeltechniek voor efficiënte inzet en lagere energiekosten voor de consument. Marijn legt uit: “Bij het toepassen van een hybride warmtepomp ontstaat een complex aansturingsprobleem. Ieder huis is verschillend, qua volume, isolatie en verwarmingstype. Daarnaast heb je te maken met twee verwarmingsbronnen: de warmtepomp en de cv-ketel. In principe wil je de warmtepomp zoveel mogelijk gebruiken, maar de efficiëntie van de warmtepomp is niet constant en wordt lager naarmate de buitentemperatuur daalt. Ook werkt een warmtepomp op relatief lage temperaturen. Er zijn dus momenten waarop het voordeliger of noodzakelijk wordt om de cv-ketel toch even aan te zetten. Tot slot heb je ook nog eens te maken met externe factoren, zoals fluctuerende elektriciteitsprijzen en natuurlijk het weer. Je wilt dus dat jouw warmtepomp hier allemaal rekening mee houdt, zodat deze vaker en efficiënter wordt ingezet, bijvoorbeeld wanneer de elektriciteitsprijzen laag zijn.”

Artificial Intelligence
Quatt denkt een adequate oplossing te bieden voor dit regelprobleem met een op Artificial Intelligence en Machine Learning gebaseerd aansturingssysteem. Hierdoor wordt de inzet van de hybride warmtepomp verhoogd, wat kan leiden tot een additionele kostenbesparing van tot ongeveer 20% ten opzichte van traditionele hybride warmtepompen, denken de mannen van Quatt. Ten slotte worden de hybride warmtepompen van Quatt direct aan de consument geleverd, waardoor de huidige lange leveringsketens via fabrikant naar installateur naar de woning achterwege blijft. Dit resulteert in een prijs die gemiddeld 30-50% lager ligt dan die van traditionele hybride warmtepompen, aldus de startup.

‘All-electric ready’
Het argument dat Nederland met hybride warmtepompen niet écht van het gas af gaat leggen oprichters Marijn en Bas naast zich neer: “Natuurlijk wil je uiteindelijk helemaal van het gas af. Daarom maken we onze warmtepomp ‘all-electric ready’. De hardware en software is voorbereid op het aansluiten van een hoge-temperatuur warmtepomp die we in de toekomst op de markt zullen brengen. Hiermee kunnen de Nederlandse woningen stapsgewijs, makkelijk en betaalbaar helemaal van het gas af.”
Inmiddels zijn er bij Quatt in de afgelopen maand ruim 100 pre-orders voor de hybride warmtepompen geplaatst, die naar verwachting in de herfst van 2022 worden geïnstalleerd.

 

 

  • februari 25, 2022
  • 148 views
Woning op waterstof moet draagvlak creëren voor aardgasvrij gasnet

Sinds deze week stroomt er via een container waterstof naar een woning in het Zuid-Hollandse Stad aan ’t Haringvliet. In dit zogenaamde Inspiratiehuis, midden in een woonwijk, kunnen de inwoners bekijken hoe een woning met waterstof wordt verwarmd. In het project Stad Aardgasvrij werkt Stedin samen met onder meer de gemeente Goeree-Overflakkee en inwoners van Stad aan ‘t Haringvliet om in 2025 volledig aardgasvrij te zijn. Voorwaarde is dat minimaal 70% van de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties in Stad aan ’t Haringvliet al in 2025 van het aardgas af wil. Daarom volgt er later dit jaar vanuit Stad Aardgasvrij een draagvlakmeting onder de inwoners en ondernemers in het dorp.

Stad Aardgasvrij is voor Stedin een belangrijk demonstratieproject. In dit project werkt Stedin onder andere samen met de gemeente Goeree-Overflakkee, Remeha, GasTerra en Nefit-Bosch die de waterstof cv-ketels leveren, energieconsultant DNV, installateur Kievit Warmte en woningcorporatie Oost West Wonen die de woning beschikbaar heeft gesteld. Met de lokale brandweer, DCMR en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond zijn alle vereisten op het gebied van veiligheid geborgd.

Draagvlak
“In 2020 hebben we 14 sloopwoningen in Uithoorn verwarmd met waterstof en aangetoond dat het mogelijk is om het bestaande aardgasnet om te bouwen naar waterstof”, vertelt David Peters, CTO van Stedin. “In Stad aan ’t Haringvliet doen we het onderzoek in een tussenwoning waar links en rechts buren wonen. Hiermee laten we zien dat ons gasnet in de praktijk geschikt is om van aardgas naar waterstof over te gaan. Bij voldoende draagvlak, is het dan mogelijk dat alle woningen in het dorp in 2025 verwarmd worden met waterstof. Voor Stedin is dit project belangrijk om te laten zien dat we waterstof door het bestaande gasnet kunnen transporteren voor de verwarming van woningen.”

Goede optie
“Ik ben erg trots op dit project, vooral om hoe er wordt samengewerkt met de inwoners van Stad aan ’t Haringvliet. Want dat maakt het project Stad Aardgasvrij zo bijzonder, vertelt wethouder Tea Both-Verhoeven (Duurzaamheid en Innovatie) van de gemeente Goeree-Overflakkee. “Een groep inwoners van Stad onderzocht samen met de gemeente en deskundigen uit het bedrijfsleven hoe hun dorp het beste van het aardgas af kan, en waterstof bleek een goede optie. We produceren veel groene energie op ons eiland, waardoor waterstof hier op een duurzame manier gemaakt kan worden. En we blijven intensief samenwerken met de inwoners van Stad en gaan ze ook vragen om hun stem. Als minimaal 70% uiteindelijk achter het plan staat, gaan we door.”

Ombouw naar waterstof
Aangezien er nog geen waterstof via het bestaande aardgasnet beschikbaar is, wordt voor de ombouwproef in Stad aan ’t Haringvliet waterstof gebruikt die is opgeslagen in een container (zie foto). Vanuit de waterstofcontainer gaat de waterstof via de bestaande gasleiding onder de grond naar het Inspiratiehuis. In de ombouw naar waterstof is de gasleiding zorgvuldig gecontroleerd op lekdichtheid. Door de leiding eerst te spoelen en te beproeven met stikstof en vervolgens met waterstof, is vastgesteld dat de leidingen lekdicht zijn. In het Inspiratiehuis hangen drie waterstof cv-ketels. Deze ketels zijn geïnstalleerd op de eerste verdieping in een van de kamers en uitgebreid getest. De komende twee maanden wordt de woning verwarmd met waterstof.

Rol waterstof in de gebouwde omgeving
Vóór 2030 verwacht Stedin niet dat waterstof een grote rol gaat spelen in de gebouwde omgeving, maar wel een belangrijke. Om na 2030 waterstof als volwaardig alternatief in te kunnen zetten is het daarom belangrijk om kennis en ervaring op te doen en te ontdekken welke rol waterstof kan krijgen. Innoveren en experimenteren.

  • februari 9, 2022
  • 131 views
Praktijkrichtlijn voor rookgasafvoer herzien

Deel 60 van de serie NPR 3378 ‘Praktijkrichtlijn Gasinstallaties – Sectie uitmondingen’ is herzien. Hierin staan aanwijzingen voor goede werking, hinderafstand en verdunningsafstand van rookgasafvoeren van installaties die op gas worden gestookt. Dit deel specificeert de plaats van de uitmonding van rookgasafvoersystemen zodat het toestel en de voorziening voor rookgasafvoer goed werken en hinder door rookgas wordt voorkomen. In het bijzonder geldt dat de plekken waar ventilatielucht langs gaat, niet door rookgas worden verontreinigd.

Deel 60 wordt toegepast bij nieuwe rookgasafvoersystemen en bij systemen die worden gewijzigd en is bovendien van toepassing op toestellen die zijn aangesloten op zowel een individuele als een collectieve rookgasafvoer.

Wijzigingen
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige versie uit 2015 zijn:

  • NPR 3378-60 (hinder) en NPR 3378-61 (goede werking) zijn samengevoegd tot één deel. Deel 61 wordt daarmee ingetrokken.
    • Een uitmonding onder een balkon die doorloopt tot de voorzijde van een balkon, is niet meer toegestaan.
    •             De tekst is op een aantal punten verduidelijkt.
    •             Er is rekening gehouden met het toekomstige Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
    •             Verwijzingen naar NEN 2757-1 en NEN 2757-2 zijn geactualiseerd.

Alle delen van de serie NPR 3378 horen bij de webtool 'Werken-met-NPR-3378'. Een aantal delen, zoals deel 60, geven een toelichting op en voorbeelden van rookgasafvoersystemen voor installaties die op gas worden gestookt. Voor toelichting op installaties voor andere brandstoffen wordt binnenkort een aparte praktijkrichtlijn, NPR 2758, gepubliceerd.

[pt_view id="d6c2c33wgi"]

  • januari 26, 2022
  • 169 views
Herziene norm voor verbrandingsinstallaties

NEN 3028 ‘Eisen voor verbrandingsinstallaties’ is herzien en gepubliceerd ter commentaar. Tot nu toe was de norm van toepassing op installaties die op gas of vloeibare brandstof werken. In de aangepaste versie zijn ook eisen opgenomen voor installaties die gestookt worden op vaste brandstoffen, zoals pelletketels en pelletkachels.

NEN 3028 beschrijft waar opstellingsruimten en stookruimten van gebouwgebonden- en industriële verbrandingsinstallaties aan moeten voldoen. In de norm staat ook welke veiligheidsmaatregelen nodig zijn - zoals een expansievat of een veiligheidsklep - en wat de eisen zijn voor de brandstoftoevoerinstallatie. Daarnaast komt het beheer, periodiek onderhoud en de inspectie van verbrandingsinstallaties aan bod.

Aanpassingen
De belangrijkste wijziging is de toevoeging van eisen voor installaties die gestookt worden op vaste brandstoffen. De aanvullende eisen voor gasmotoren in opstellingsruimten en stookruimten (in bijlage C van NEN 3028:2016) vallen onder het Warenwetbesluit machines en zijn daarom geschrapt. De rekenmethodiek in bijlage D van NEN 3028:2016 werd bijna nooit gebruikt en is daarom ook geschrapt.

Belanghebbenden kunnen tot 1 april 2022 commentaar indienen op het normontwerp.

[pt_view id="5352506x5p"]

  • december 7, 2021
  • 134 views
Daikin Europe breidt uit in opslag, trainingen en leveringen

Daikin Europe ziet een versnelde groei van warmtepompen in Europa. Het jaarlijks aantal geïnstalleerde warmtepompen zal in 2030 gegroeid zijn naar 4 miljoen tegenover 1 miljoen in 2021. De fabrikant speelt hierop in door te investeren in productie- en innovatiecapaciteit, opslag en logistiek en opleidingen voor installateurs en servicetechnici. Patrick Crombez, General Manager Heating and Renewables bij Daikin hierover: “De overgang van cv-ketels naar warmtepompen betekent een historische transformatie naar uiteindelijk emissievrije verwarming, met alle bijbehorende voordelen voor het klimaat en een gezondere leefomgeving.”

De businessunit 'Heating & Renewables' van Daikin Europe groeit snel. “Voor ons was 2021 een keerpunt voor warmtepompen”, zegt Patrick Crombez. "Consumenten en beleidsmakers waren nog nooit zo gemotiveerd als nu om verwarmingssystemen emissie-neutraal te maken." Met een jaarlijkse groei van 10% (CAGR) van 2011 tot 2020, is de Europese markt voor warmtepompen in de afgelopen tien jaar flink toegenomen. In 2021 worden naar verwachting 1 miljoen warmtepompen geïnstalleerd.

Keerpunt
In de komende jaren verwacht Daikin een verdere sterke toename in de installatie van warmtepompen. Men verwacht dat er tegen 2030 elk jaar 4 miljoen warmtepompen worden geïnstalleerd. Dat komt neer op een jaarlijkse groei van 20% (CAGR). Tegen die tijd zal één op de drie geïnstalleerde verwarmingssystemen een warmtepomp zijn. Dat is een stijging van één op tien ten opzichte van 2020. Daikin Europe stelt dat deze forse groei minimaal nodig is om de transitie naar een toekomstige residentiële verwarmingsmarkt zonder CO2-uitstoot in Europa te garanderen. Patrick Crombez: "Uit alle beschikbare gegevens blijkt duidelijk dat de overgang naar warmtepompen dit jaar een keerpunt bereikt en dat de toch al stevige groei ervan alleen maar zal versnellen."

Nieuwe wetgeving
Een belangrijke impuls voor de groei van warmtepompen is de introductie van nieuwe wetgeving voor nieuwbouwwoningen in veel Europese landen. De nieuwe wetgeving varieert van algemene regelgeving in Frankrijk (zoals RT2012: een nieuwe minimumnorm voor isolatie van woningen), tot gasloos bouwen in Nederland. Maatregelen om het installeren van warmtepompen in de vervangings- en renovatiemarkt te stimuleren, hebben positief gewerkt in Nederland, Frankrijk, Duitsland en Italië. Bovendien is de warmtepomptechnologie inmiddels zo doorontwikkeld, dat warmtepompen een steeds aantrekkelijkere optie zijn ten opzichte van bestaande installaties. De komst van 'hoge temperatuur'-warmtepompen maakt het mogelijk cv-ketels te vervangen, zonder dat daarvoor de bestaande afgiftesystemen aangepast hoeven worden.

Investeren in productiecapaciteit en innovatie
Daikin is van plan om in de komende jaren haar Europese productiecapaciteit meer dan te verdrievoudigen. Tegen 2025 zullen de verwarmingsactiviteiten een van de belangrijkste pijlers van de omzet van Daikin zijn, zo is de verwachting. Op dit moment produceren 5 van de 14 Daikin-fabrieken in de EMEA-regio warmtepompen. Alle Daikin-warmtepompen die in Europa worden verkocht, worden ook in Europa ontwikkeld en geproduceerd, voornamelijk in Duitsland, België en Tsjechië. Een recent aangekondigd investeringsplan voor de komende 5 jaar omvat een omvangrijke investering in het warmtepompsegment.

Uitbreiding productiecapaciteit
Patrick Crombez, Daikin Europe: “Zonder in details te treden over onze investeringen, mogen we zeggen dat een aanzienlijk deel van de geplande investering van € 840 miljoen van Daikin EMEA de komende vijf jaar zal worden toegewezen aan de productie van warmtepompen. Een deel van de investering is bestemd voor uitbreiding van de productiecapaciteit om aan de vraag uit de markt te kunnen blijven voldoen. Een ander deel van de investering is gereserveerd voor de bouw van een geavanceerd ontwikkelingscomplex, het 'European Development Centre (EDC)' in Gent, België.” Vanuit dit centrum versterkt Daikin haar leiderschap op het gebied van innovatie en werkt het bedrijf aan snellere en bredere ontwikkeling van warmtepompen. Het EDC-complex vertegenwoordigt een investering van € 140 miljoen, biedt lokaal 380 banen en zal het wereldwijde centrum worden voor de ontwikkeling van verwarmingsproducten van Daikin.

Opschalen
In 2021 produceert Daikin Europe in de EU 1,5 miljoen residentiële, commerciële en industriële lucht/water warmtepompen. Op dit moment verwerkt Daikin zo'n 71.000 leveringen per dag vanuit dertig magazijnen in heel Europa. En de organisatie is klaar om dit op te schalen om aan de vraag te voldoen. Patrick Crombez: “In de komende jaren breiden we ons aantal magazijnen uit om de leveringsafstand tot onze klanten te verkleinen. Dankzij onze geïntegreerde aanpak van voorraad- en magazijnbeheer kunnen we de voorraad sneller verplaatsen, een betere service bieden en de logistieke kosten verlagen.”
Daarnaast biedt Daikin Europe ondersteuning en training aan installateurs in 54 opleidingscentra in heel Europa. De trainingen variëren van beginnerscursussen voor de installatie van warmtepompen en directe expansietechnologie tot geavanceerde trainingen voor probleemoplossing en servicecontroles voor nieuwe producten. Patrick Crombez legt uit: "Ondanks de moeilijke omstandigheden als gevolg van COVID-19 zijn we trots te kunnen melden dat het aantal deelnemers - zowel online als fysiek aanwezig - in 2020 is verdubbeld. Onze investeringen versterken ons bestaande productie- en distributienetwerk en stellen ons in staat met vertrouwen en enthousiasme uit te kijken naar het volgende decennium.”

Ondersteuning van een "historische transitie"
De investeringen en groeiplannen van Heating & Renewables passen in de missie van Daikin Europe om de verwarming van woningen in heel Europa emissievrij te maken. Omdat fossiele brandstoffen voor de verwarming van woningen de uitstoot van broeikasgassen verhogen, helpt deze transitie Europa om de ambitieuze klimaatdoelstellingen voor 2030 te halen. Patrick Crombez zegt daarover: “De komende jaren zijn cruciaal voor het emissievrij maken van de verwarming van woningen en commerciële gebouwen. Het is een werkelijk historische transitie die zal bijdragen aan een beter klimaat, veiligere en gezondere woningen en een beter betaalbare energierekening. Met trots en enthousiasme nemen wij het voortouw in deze transitie in Europa.”

[pt_view id="1948998ic5"]

  • december 2, 2021
  • 146 views
Gescheiden boren naar aardwarmte en drinkwater

Klimaatverandering, een groeiende drinkwatervraag en bedreigingen van drinkwaterbronnen zorgen ervoor dat aanvullende grondwatervoorraden aangewezen moeten worden voor de drinkwatervoorziening. Mijnbouwactiviteiten zoals boren naar aardwarmte (geothermie) kunnen een risico vormen voor grondwater voor de drinkwatervoorziening. Uitgangspunt moet daarom zijn dat zij ruimtelijk van elkaar worden gescheiden. De provincies en drinkwaterbedrijven roepen het Rijk daarom op te zorgen voor een goede bescherming van de toekomstige voorraden voor ons drinkwater.

Provincies en drinkwaterbedrijven hebben een verkenning Robuuste drinkwatervoorziening opgesteld. Doel hiervan is de toekomstige drinkwatervoorziening veiligstellen. Hiertoe zijn aanvullende grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening aangewezen en zorgen we voor voldoende beschikbaarheid van drinkwater. De drinkwatervraag kan tot 2040 met gemiddeld 30% stijgen maar de beschikbaarheid van voldoende kwalitatief goed water voor drinkwater is niet vanzelfsprekend.
Ook de energietransitie heeft ruimte nodig in de ondergrond. Door middel van geothermie wordt warmte van diep in de aarde gebruikt voor de verwarming van huizen, kassen of industrie. Boren voor mijnbouw, waaronder geothermie, kan risico’s opleveren voor het grondwater. Bij deze aanwijzing van grondwatervoorraden voor de drinkwatervoorziening is daar zorgvuldig rekening mee gehouden.

Mijnbouw en drinkwatervoorziening náást elkaar
Functiescheiding tussen mijnbouw en drinkwater is van belang voor de Aanvullende Strategische Voorraden (ASV's). Uitgangspunt moet zijn dat het Rijk dit dient te respecteren bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Dat is het advies van provincies en drinkwaterbedrijven in de verkenning Robuuste drinkwatervoorziening. Bij de aanwijzing van de ASV’s is rekening gehouden met bestaand gebruik van de gebieden en nieuwe ontwikkelingen als geothermie. Hiermee is zorgvuldig beoordeeld hoeveel en waar extra reserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening nodig zijn en welk beschermingsbeleid daarbij gewenst is.
Jelle Hannema, directievoorzitter Vitens en voorzitter stuurgroep Bodem & Infrastructuur Vewin: “Voor een goede bescherming van de ASV’s en het veiligstellen van de drinkwatervoorziening op lange termijn moet functiescheiding ook gelden bij vergunningverlening voor mijnbouwactiviteiten. Daarom vragen we het Rijk uitsluiting van mijnbouw in de toekomstige voorraadgebieden voor de drinkwatervoorziening op te nemen in de Mijnbouwwet. Mijnbouw en drinkwaterproductie kunnen náást elkaar plaatsvinden, sámen gaat niet.”

‘Beschermen om te blijven’
Jeannette Baljeu, gedeputeerde provincie Zuid-Holland en lid van de gezamenlijke provincies in de Stuurgroep water: “Provincies zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van voldoende drinkwaterbronnen van voldoende kwaliteit. De bevolkingsgroei en toename van drinkwatergebruik vergroten de vraag naar voldoende zoetwaterbronnen. Dit verhoogt het belang tot bescherming van bestaande en gereserveerde drinkwaterbronnen vanuit het principe `beschermen om te blijven’. Provincies erkennen ook het belang van geothermie voor de energietransitie. En staan open voor mogelijkheden van maatwerk die beide belangen ten goede komen. Uitgangspunt voor de provincies blijft daarbij wel de ruimtelijke scheiding van deze functies.”

Vermijd risico’s op onomkeerbare schade
Grondwater is een belangrijke bron voor ons drinkwater. Ongeveer 60% van het drinkwater in Nederland wordt van grondwater gemaakt. Gebruik van de diepe ondergrond door geothermie vormt een risico voor de kwaliteit van deze grondwaterbronnen. De verwachting is dat de komende decennia het aantal geothermieprojecten toeneemt vanwege de energietransitie. Wanneer grondwater eenmaal vervuild raakt, kan het voor altijd onbruikbaar worden voor de drinkwaterproductie. Vanuit het voorzorgsbeginsel – ook de Structuurvisie Ondergrond sluit elk risico zoveel mogelijk uit – is een goede bescherming van de grondwatervoorraden van groot belang.

Drinkwaterbehoefte in de toekomst
Het rapport is een uitwerking van de Structuurvisie Ondergrond (STRONG). Hierin heeft het Rijk aan provincies en drinkwaterbedrijven gevraagd aan te geven waar aanvullende grondwaterreserves voor de toekomstige drinkwatervoorziening noodzakelijk zijn. En wat daarvoor het beschermingsbeleid moet zijn. In het rapport is per provincie uitgewerkt hoe groot de extra drinkwaterbehoefte is richting 2040/2050 en hoe daarin kan worden voorzien. Deels gebeurt dit door Aanvullende Strategische Voorraden aan te wijzen. Ook wordt gekeken hoe de drinkwatervraag te verminderen via waterbesparing en een passender gebruik van drinkwater.
“Er is sprake van een groeiende drinkwatervraag. Klimaatverandering zorgt voor toenemende droogte en we zien dat bronnen voor drinkwater vervuild zijn. We willen Nederland in de toekomst ook van goed en voldoende drinkwater voorzien. Maar dat betekent wel dat we zuinig om moeten gaan met de bronnen die we hebben deze goed moeten beschermen. Onnodig risico’s nemen is daarbij geen optie!” aldus Hannema.

Eindrapportage Verkenning Robuuste Drinkwatervoorziening 2040

 

[pt_view id="6769bb6u3f"]

  • november 26, 2021
  • 134 views
Van Dorp investeert in ketelvervanger met superrendement

De Van Dorp Groep investeert in een compacte adsorptiewarmtepomp die de huidige hr-ketel kan vervangen zonder dat daar grote aanpassingen voor nodig zijn. De investering is onderdeel van een financieringsronde die moet leiden tot opschaling en een grootschalige wereldwijde marktintroductie. Van Dorp gaat hiervoor een langetermijnsamenwerking aan met de producent van deze warmtepomp, Cooll. De eerste serie warmtepompen zal bij 50 woningen worden geïnstalleerd.

De uit de Universiteit Twente voortgekomen onderneming Cooll Sustainable Energy Solutions heeft warmtepomptechnologie ontwikkeld die de huidige hr-ketel één op één kan vervangen en tot 50% gas bespaart. Deze uitvinding, ook wel ‘superrendementsketel’ genoemd, is bij uitstek geschikt voor bestaande woningen. De adsorptiewarmtepomp van Cooll verwarmt nu nog met aardgas, maar kan ook verwarmen met andere groene gassen zoals waterstofgas.

Toekomstbestendig alternatief
Van Dorp is al 10 jaar betrokken bij de ontwikkeling en maakt met deze investering nu ook de opschaling mogelijk. Henk Willem van Dorp: “Vanuit onze intrinsieke motivatie om de wereld beter achter te laten, besteden wij veel aandacht aan de verduurzaming van installaties en gebouwen. We zetten hierbij in op duurzame technieken en kiezen voor all-electric waar het kan, maar geloven we ook in de technologie van Cooll omdat het een toekomstbestendig alternatief is voor gebouwen waarvoor een elektrisch of hybride warmtepompsysteem nog niet haalbaar is. Daarnaast is het systeem geschikt gemaakt om te verwarmen met waterstofgas, een ontwikkeling waar wij veel vertrouwen in hebben en graag in mee pionieren.”

Mooie eerste stap
CEO Stefan van Uffelen van Cooll: “Na meer dan tien jaar ontwikkeling van onze gepatenteerde thermische warmtepomptechnologie gaan wij nu de markt op. De eerste series zijn al volledig toegekend aan woningbeleggers en woningcorporaties, maar we zijn al gestart met de voorbereidingen voor grootschalige productie, die wij met onze productiepartners realiseren. Wij zijn dan ook enorm blij met het vertrouwen dat Van Dorp in ons uitspreekt. Om onze technologie en het productieproces op te schalen is een grote financiering nodig, in totaal 16 miljoen euro. Hiervoor benaderen wij in samenwerking met No Five Trees momenteel verschillende partijen die net als Van Dorp in de energietransitie willen investeren. Met de investering van Van Dorp hebben wij een mooie eerste stap gezet, wat vertrouwen geeft voor een duurzame toekomst.”

[pt_view id="4cca02cw7s"]

  • november 10, 2021
  • 206 views
Eerste woning met individuele aansluiting op ondergronds waterstofnet

Medio november krijgt voor het eerst in Europa een bestaande woning een individuele aansluiting op een lokaal, ondergronds waterstofnet. Daardoor kunnen de bewoners hun huis en tapwater volledig met waterstof verwarmen. Waterstof is een alternatief voor aardgas, waarvan de levering en prijs momenteel onder druk staan. In de proefwoning onderzoekt consortium H2@Home ‘live’ hoe je waterstof zo optimaal en veilig mogelijk in een woonomgeving toepast.

“Er is geen enkele reden om aan de veiligheid van waterstof te twijfelen, en dat gaan we in dit huis aantonen”, zegt Ben Mureau namens H2@Home1. De woning is onderdeel van een replica jaren-70 woonblok van het DreamHûs dat op het terrein van fieldlab The Green Village (TGV) van de TU Delft Campus staat. Afgelopen zomer ondertekenden de partners van het H2@Home-consortium meerdere overeenkomsten voor het project. Doorslaggevend voor de start was de toestemming van Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) om het lokale waterstofnet te gebruiken. Sindsdien leggen de consortiumpartners de waterstofinstallatie en testfaciliteiten in de woning aan. Na aansluiting op het net zullen de bewoners in gebruik, warmte en comfort geen verschil merken ten opzichte van hun huidige cv-installatie.

Primeur: de eerste woning op waterstof
De proefopstelling van H2@Home is een primeur op het Europese vasteland. Volgens H2@Home zit dat unieke karakter in een combinatie van factoren: de waterstof wordt via een ondergronds leidingnet (vergelijkbaar met een aardgasnet) aangevoerd, de woning is bewoond, het gaat om een individuele woonaansluiting en de waterstofleidingen lopen ook door de meterkast en gebruiksruimten van het huis. Juist deze combinatie maakt de testomgeving realistisch en de resultaten van groot belang om huishoudens in de toekomst toegang tot waterstof te kunnen bieden.

Reële testomgeving
Waterstof is een alternatief voor aardgas, maar speelt momenteel nog slechts een zeer beperkte rol in de gebouwde omgeving. Waarschijnlijk gaat dit na 2030 veranderen. Het overzetten van een aardgasinstallatie op waterstof is nog onbekend terrein. De standaard procedures voor de installatie en het gebruik van aardgas zijn niet zonder meer op waterstof toepasbaar. Juist de brede expertise van het H2@Home consortium2, dat uit netbeheerders, fabrikanten en andere partijen bestaat, maakt het mogelijk om gezamenlijk allerlei facetten te onderzoeken. Wat is er nodig om veilig en betrouwbaar te installeren en monteren? Hoe reageren de leidingen en apparaten op waterstof? Welke eisen moeten in wet- en regelgeving verankerd worden? Enzovoorts. “Wij kunnen in deze reële omgeving perfect leren hoe we met waterstof moeten omgaan; de risico-analyses zijn uitvoeriger dan straks nodig is.”

Veiligheid boven alles
Vanaf medio november gaat H2@Home intensief testen en zullen er incidenteel calamiteitenoefeningen plaatsvinden, zoals met het uitvallen van de waterstofketel. Sensoren in de woning meten onder meer druk en temperatuur en de leidingen worden gecontroleerd op met name trillingen en lekkages. Tevens worden nieuwe modules getest, zoals een beveiliging die de waterstoftoevoer bij eventuele lekkage meteen afsluit. De proef wordt in juli 2022 afgerond.

[pt_view id="ba9a45colw"]