Energie-0-Kas maakt energieneutraal telen mogelijk
Afgelopen week vond de officiële oplevering plaats van de eerste Energie-0-Kas in Nederland. De DaglichtKas ‘oogst’ op een actieve wijze zonne-energie die in buffers wordt opgeslagen. Ter Laak Orchids gebruikt deze energie om de kassen op koude dagen te verwarmen en bespaart daarmee 45 tot 50% energie ten opzichte van de meest moderne kassen die nu beschikbaar zijn.
Nadat in de zomer alle installaties waren afgerond en een periode van testen en in bedrijf stellen is uitgevoerd, volgde eind augustus de afronding van de Energie-0-Kas. Naast het energiesysteem realiseerde Technokas ook 49.000 m2 kassen. In deze kassen kan Ter Laak Orchids in diverse afdelingen de juiste omstandigheden creëren voor teelt van Phalaenopsis. Met de oplevering van dit project is de DaglichtKas nu volledig gereed voor een brede marktintroductie.
Dubbel glas met fresnel-lenzen
De innovatie van deze kas zit hem vooral in het kasdek, dat bestaat uit isolatieglas met 4 x anti-reflectiecoating. Bovendien zitten er fresnel-lenzen tussen het dubbele glas op het zuiddek van de kas. Direct onder het glazen dek bevinden zich beweegbare collectoren, gemaakt van zwartgeverfde buizen die gevuld zijn met stromend water. De fresnel-lenzen concentreren het directe zonlicht in dunne brandlijnen. Precies in die brandlijnen hangen de zwartgeverfde buizen met water, dat door de straling opwarmt van 20°C naar 50°C. De buizen bewegen automatisch mee met de zonnestand, zodat ze altijd in de goede positie staan.
Combinatie van innovatieve technieken
De ‘geoogste’ zonne-energie en de verhoogde isolatiewaarde van het dek en de gevels zorgen bij Ter Laak voor een besparing van circa 30 m3 aardgasequivalenten per m2. Het door de zon opgewarmde water stroomt naar de vier bodembronnen met elk een minimale capaciteit van 50 m3/h of naar het dagbuffersysteem van circa 1.800 m3. Een warmtepomp, met een verwarmingscapaciteit van circa 1.900 kW, gebruikt de opgeslagen warmte om de kas op koude dagen te verwarmen. In de teeltafdelingen zijn hiervoor twee afgiftesystemen op lage temperaturen aangelegd. Het ene systeem bestaat uit luchtbehandelingskasten voor Het Nieuwe Telen, die volledig in de kas zijn geïntegreerd. Daarnaast beschikt de kas ook over een vergroot ‘ondernet’, een verwarmingssysteem van stalen buizen.
Geen scherm en minder belichting
Door de afbuiging en onderschepping van het directe licht blijft er voor de planten alleen 100% diffuus licht over. Dit resulteert in een betere lichtverdeling. De kas heeft daardoor geen extra scherminstallatie(s) nodig, in de afdelingen ontstaat een stabiel klimaat. Ook hoeft Ter Laak Orchids in de winter de planten minder uren te belichten. Over het totale oppervlak van 49.000 m2 realiseert de DaglichtKas een berekend piekvermogen van 13 MW. Tijdens de testfase rondom de in bedrijfsstelling is de vooraf berekende hoeveelheid energie die de kas zou kunnen oogsten, ook diverse malen daadwerkelijk gehaald. De geoogste energie wordt voor 100% hergebruikt; niet alleen in de Daglichtkas, maar ook in de energetische gekoppelde afdelingen van de andere kassen van Ter Laak Orchids.
Steun vanuit Topsector Energie
De formele overdracht van de innovatieve installatie gebeurde onder het toeziend oog van de twee betrokken projectleiders van Technokas, Tim van den Boogaard en Rafal Rzyski, en Ewald de Koning, manager Operations van Ter Laak Orchids. Het complete project, inclusief het unieke energieconcept, is ontworpen en uitgewerkt door Technokas Ingenieursbureau, voorheen Bode Project- en Ingenieursbureau. Het innovatieve concept ‘Energie-0-Kas 2020’ kreeg steun uit het programma Topsector Energie – Hernieuwbare Energie (TSE-HE) met als doel om duurzame energieopwekking gecombineerd met seizoensopslag van thermische energie verder te ontwikkelen.
Gereed voor brede marktintroductie
De projecten die subsidie krijgen vanuit de Topsector Energie zijn een combinatie van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling en demonstratie. Het uiteindelijke doel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, die namens de overheid deze regeling uitvoert, is om de Nederlandse concurrentiekracht, de werkgelegenheid en de welvaart te vergroten. Het doel van het TSE-HE-project met de DaglichtKas en bijbehorende energiesystemen was om de potplanten- en snijbloementeelt duurzamer te maken.
Eerste gasloze kassen zijn aanstaande
Met de gekozen samenstelling van systemen is een ontwikkeling in gang gezet die een belangrijke bijdrage zal leveren aan het goedkoper maken van de productie van hernieuwbare energie in de glastuinbouw. Het concept van de DaglichtKas maakt het mogelijk om minder energie-intensieve gewassen al volledig energieneutraal te telen of zelfs met een energie-overschot. Technokas heeft inmiddels al een aantal tuinbouwprojecten met de Daglichtkas in voorbereiding die zonder gasaansluiting zullen worden gerealiseerd.
VFK: Stap over op waterstof
Volgens Kiwa kan waterstof in de toekomst aardgas vervangen. Het huidige gasnet zou hiervoor niet ingrijpend hoeven te veranderen. De belangenorganisatie voor cv-ketelfabrikanten steunt het plan.
Coen van de Sande heeft er wel oren naar. Volgens de Association Manager van de VFK kan er zonder probleem al 20% waterstof worden bijgemengd in het bestaande gasnet waardoor de meeste bestaande ketels gewoon kunnen blijven functioneren en de CO2 uitstoot van de gebouwde omgeving met 15% wordt verlaagd. Een slimme en snelle oplossing voor de bestaande huizenvoorraad, aldus Van de Sande.
“Bestaande cv-ketels ombouwen naar 100% waterstof is technisch mogelijk, maar voor de bulk te complex en te duur. Het is beter om vanaf een bepaald moment in de nabije toekomst alleen nog cv-ketels op de markt te brengen die geschikt zijn voor zowel aardgas als waterstof. Op het moment dat een bepaalde wijk is ingepland om over te stappen op 100% waterstof, gaat het slechts om een kleine aanpassing. Die klus is zo geklaard, we hebben het over minutenwerk.”
“De kosten voor ketels of hybride toestellen die geschikt zijn voor waterstof zullen in eerste instantie hoger zijn dan de conventionele HR-toestellen. Dit komt doordat we aan het begin van een productontwikkelingscyclus zitten. Als de waterstofketel eenmaal verder ontwikkeld is en fabrikanten grote aantallen op de markt kunnen afzetten, zullen de prijzen automatisch gaan dalen.”
Een uitgebreid artikel over dit onderwerp verschijnt in de oktoberuitgave van InstallateursZaken
Salderingsregeling zonnepanelen mogelijk toch met één jaar verlengd
Minister Wiebes van Economische Zaken heeft toegezegd de salderingsregeling met één jaar te willen verlengen. “Het moet niet minder aantrekkelijk worden om zelf kleinschalig te gaan investeren in zonne-energie. Maar het is ook niet nodig om het meer aantrekkelijk te maken. Bij het voorbereiden van die terugleversubsidie begin ik er in alle eerlijkheid een hard hoofd in te krijgen dat 2020 haalbaar is. Ik heb daar grote zorgen over en begin steeds meer te denken dat we de bestaande salderingsregeling nog een jaar lang moeten doorzetten.”
Die verlenging zal betekenen dat er onder dezelfde voorwaarden door dezelfde mensen en door nieuwe toetreders een jaar langer gebruikgemaakt kan blijven worden van deze subsidieregeling, aldus de minister. Het is nu aan het kabinet om in te stemmen met dit voorstel van Wiebes. Eerder dit jaar informeerde de minister de Tweede Kamer per brief dat de salderingsregeling voor zonnepanelen vervangen wordt door een terugleversubsidie. In 2020 zou de terugleversubsidie de huidige salderingsregeling moeten vervangen, waarbij jaarlijks van tevoren een subsidieplafond wordt vastgesteld. Voor gebruikers van de salderingsregeling komt er een soepele overgang.
Technische Unie wil duurzame ketenregisseur zijn
Technische Unie werkt met Clean2Antarctica aan een avontuurlijk project waarbij een schonere wereld centraal staat. Vanuit Amsterdam is een schip richting de Canarische Eilanden vertrokken met twintig jongeren die zich buigen over duurzaamheid-vraagstukken. De reis is de eerste etappe van de ‘Quest for Change’, waarmee bedrijven worden gestimuleerd anders te denken om tot een duurzame wereld te komen. De technische groothandel ziet de reis als een onderdeel van haar ambitie om de groenste kennis- en distributiepartner van ons land te zijn.
De Quest is verdeeld in etappes van vier tot vijf weken waarin gemotiveerde jongeren tussen de 18 en 30 jaar nadenken over creatieve oplossingen voor grote bedrijven. C2A wil hiermee het bedrijfsleven verbinden met duurzaamheid. Later dit jaar maakt C2A een tweede reis. Initiatiefnemer Edwin ter Velde gaat op expeditie naar Antarctica met een wagen die is gemaakt van afvalplastic en die op zonne-energie rijdt. Met de expeditie wil hij duidelijk maken dat weggooien zonde is en dat we met afval veel kunnen doen.
“Werken aan een circulaire economie en een duurzame samenleving vereist verandering, innovatie en lef om het avontuur aan te gaan. En dat is exact waar C2A voor staat. Het initiatief zorgt voor bewustwording van het afvalprobleem en attendeert ons dat we allemaal onze verantwoordelijkheid moeten nemen”, zegt Jan Ferwerda, CEO bij Technische Unie. “Wij staan achter dit project, omdat wij in onze sector verbeteringen willen aanbrengen. Wij zijn ons bewust van het verschil dat wij kunnen maken als technische groothandel van Nederland. Door nog meer te investeren in innovatie en circulaire oplossingen kunnen we onze keten van meer dan 700 leveranciers en 30.000 klanten helpen verduurzamen en ons afval verminderen. De verbindende rol die wij hebben tussen leveranciers en klanten helpt ons dat proces te versnellen én ons als duurzame ketenregisseur te ontwikkelen. We zijn dan ook verheugd dat inmiddels zes van onze leveranciers C2A actief steunen.”
De samenwerking met C2A is onderdeel van een groter MVO beleid van Technische Unie. De groothandel heeft de ambitie om de groenste kennis- en distributiepartner te zijn en besteedt sinds enkele jaren nog meer aandacht aan het milieu. Zo is eind 2017 het Inspiratiecentrum Duurzaamheid geopend. Dit kennis-en belevingscentrum biedt een overzicht van oplossingen op het gebied van bestaande en nieuwe gebouwen. Technische Unie zet ook slimme retourlogistiek in waardoor minder kilometers worden gereden. Daarnaast worden chauffeurs gestimuleerd om schoner te rijden. Hiermee is al een CO2-reductie van 20% bereikt.
Groot deel wagenpark Feenstra over op elektrisch rijden
Technisch dienstverlener Feenstra vervangt een groot deel van het bestaande wagenpark door elektrische voertuigen. Het bedrijf wil met deze stap zijn CO2-uitstoot aanzienlijk verminderen. Vóór 2024 zullen nagenoeg alle bedrijfsauto’s met een ‘geel’ kenteken waar mogelijk 100% elektrisch rijden, hybride rijden is daarnaast het alternatief. De eerste zes 100% elektrische service-busjes (grijs kenteken) zijn inmiddels in opdracht gegeven en gaan in september de weg op.
Feenstra wil een toonaangevende partij zijn in het vormgeven en uitvoeren van de energietransitie. Manager Procurement Norbert Posthumus: “Bij die ambitie horen niet alleen woorden, maar ook daden. Door een groot deel van ons wagenpark elektrisch te maken geven we een duurzaam signaal naar onze eigen medewerkers, maar ook naar onze klanten en toeleveranciers. We geven regelmatig adviezen op het gebied van duurzaamheid. Met deze maatregel laten we zien dat het ons menens is.” In de doelstellingen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) heeft Feenstra expliciet een reductie van de carbon footprint opgenomen.
Alle activiteiten van Feenstra samen zijn op dit moment verantwoordelijk voor een uitstoot van 8.000 kg CO2 per jaar. Ongeveer 80% daarvan is afkomstig van de bedrijfsauto’s. Met de vergroening van het wagenpark verwacht de onderneming al op korte termijn de uitstoot aanzienlijk te verkleinen.
Dankzij de WTW behaaglijk de zomer door
Al dagenlang berichten media dat er volgende week een hittegolf op komst is. Met tropische temperaturen in het vooruitzicht zit natuurlijk niemand te wachten op warmteterugwinning (WTW). Toch kan die WTW-unit juist helpen om de warme dagen geriefelijk door te komen, legt Albert van Lohuizen van Brink Climate Systems uit. Het geheim? Koudeterugwinning. “De installateur kan dus met een gerust hart aan zijn klant adviseren om de WTW door te laten draaien.”
Voorwaarde is wel dat de klant overdag de warmte buitenhoudt door ramen en deuren goed gesloten te houden. Buitenzonwering is ook een pré. “Binnenzonwering bestaat niet”, legt Robbert van Rijswijk, van adviseur Merosch uit. “Als je bijvoorbeeld de gordijnen dicht doet, komt het zonlicht nog steeds door het raam naar binnen. De warmte blijft in dat geval hangen tussen het glas en het gordijn en sijpelt geleidelijk aan de ruimte in.” Vandaar dat Van Rijswijk liever spreekt van ‘lichtwering’.
Heeft een klant balansventilatie met WTW en weet hij de warmte afdoende buiten te houden, dan kan hij profiteren van een onverwacht voordeel. Van Lohuizen: “Bij hoge buitentemperaturen werkt de WTW-unit juist andersom als een soort ‘Sun Block’. In plaats van de koude die wordt buiten gehouden wordt nu juist de warmte buiten gehouden. De aangezogen warme lucht wordt “afgekoeld” door de luchtstroom naar buiten. Hierdoor wordt de relatief koelere lucht van binnen teruggewonnen en de warmte uit de aangezogen lucht weer direct naar buiten afgevoerd. Ventilatie met koudeterugwinning zou je kunnen zeggen. Dit gaat overigens zeker te ver want echt koud en koel is het natuurlijk sowieso niet bij deze temperaturen. Alle beetjes helpen, zullen we maar zeggen.”
Van Lohuizen geeft een voorbeeld: “Stel het is binnen 20 graden Celsius en buiten 30 graden Celsius, dan kan je met de uitgaande binnenlucht de aangezogen lucht koelen tot circa 21 graden Celsius. Je kan dus gerust de WTW aan laten staan in de zomermaanden. Dit is zelfs een must. Het is erg belangrijk om goed te blijven ventileren als ramen en deuren in de woning gesloten zijn. Zo kun je in combinatie met goede zonwering en isolatie, zo lang mogelijk de warmte buiten houden. ” Bij Merosch wordt in toenemende mate gebruikt gemaakt van deze mogelijkheid. Adviseur Van Rijswijk: “Dit geldt echter wel met name voor nieuwe conditioneerde utiliteitsgebouwen en woningen (met koeling dus) en minder voor bestaande woningen/gebouwen zonder koeling waar de temperatuur in zijn algemeenheid inderdaad veel harder oploopt waardoor het ook veel minder zin heeft.”
Maar kost het geen energie en geld om die WTW-unit draaiende te houden? “Nee”, zegt Van Lohuizen. “Sowieso zijn de huidige ventilatiesystemen al extreem energiezuinig. Daarnaast is er naast de draaiende ventilatoren geen extra stroom nodig om de WTW-unit actief te houden in de zomer en winter. Wat betreft de temperatuurinstellingen; je kan zelf instellen bij welke binnentemperatuur je de bypass activeert. In de nachtelijke uren liggen de buitentemperaturen over het algemeen lager. Op dergelijke momenten wordt de bypass automatisch geactiveerd. De koele lucht komt rechtstreeks van buiten naar binnen en de warmte-/koudewisseling wordt ‘overgeslagen’.” Merosch-adviseur Van Rijswijk: “Dat doen wij inderdaad ook.”
“De installateur is hard op weg zichzelf overbodig te maken”
Het artikel “Klimaatakkoord zal grote gevolgen hebben voor de installateur” trok op de LinkedIn-pagina van onze social media-redacteur veel belangstelling. Claudia Reiner, vice-voorzitter van Uneto-VNI en betrokken bij de onderhandelingen over het Klimaatakkoord, raadt in dit artikel installateurs aan om zich nu al voor te bereiden op de grote veranderingen die de branche te wachten staan. “Ik denk dan o.a. aan kennisverwerving over duurzame oplossingen”, zegt ze. “Maar installateurs moeten ook leren om de klant beter te adviseren en samen te werken met ketenpartners.” Voor bijvoorbeeld Jan Willem van de Groep gaat dat niet ver genoeg: “De installateur moet zichzelf opnieuw uitvinden.”
Jan Willem van de Groep vindt dat we last hebben van ouderwetse verdienmodellen. “Die (margemodellen) nopen installateurs om geïntegreerde oplossingen tot op het bod af te kraken, waarna bouwers besluiten duurdere en slechter functionerende oplossingen als losse dozen op de muur te schroeven. Alleen omdat de bouwer bang is de totale garantie niet te kunnen geven. Het zal niet lang duren voordat we de monodisciplinaire vakmensen van installateurs gaan inruilen voor allround vakmensen die van alles iets kunnen. Het complexe werk doen we immers in de fabriek. De installateur is om die twee redenen hard op weg zichzelf overbodig te maken voor wat betreft de verduurzamingsopgave. Het alternatief is jezelf opnieuw uitvinden.”
“Nu al stappen nemen”
Ook Jos den Besten denkt dat installateurs het over een andere boeg moeten gooien. “Ze kiezen voor het oude vertrouwde en voor de marge die daaraan gekoppeld is. Dit terwijl er ondertussen legio oplossingen beschikbaar zijn die daadwerkelijk iets aan energiebesparing doen zonder hier mega-investeringen voor te vragen. In sommige gevallen komt het ook door ‘onbekend = onbemind’. Het oude vertrouwde staat namelijk al in alle rekenmodellen en een calculatie is daarmee dus snel gemaakt. Iets uitzoeken waarvan de uitkomst niet zo zeker is, is voor velen op dit moment een stap te ver. Installateurs en aannemers die nu nog zo denken zullen binnen een jaar om moeten om aan de normeringen te kunnen voldoen. Maar die stappen moeten nu al worden genomen.”
“Nog even niks doen”
Jan Jaap Amsing denkt juist dat het verstandig is om, als het even kan, de komende twee jaren vooral niks doen. “Wacht eerst af wat de lokale overheid doet. Maak daarna pas een keuze, want dan weet je welke manier van verwarmen als beste wordt geacht en kun je daar in mee gaan (of juist niet…).”
Adrie van Duijne sluit daarop aan: “Niet alleen installateurs moeten klaar zijn. Ook de regionale overheden zullen een visie en beleidsplan moeten hebben op o.a. de warmte netten. Hoe kan anders de installateur zijn klant voor de komende jaren een warmtepomp adviseren?”
Zelf meediscussiëren over actuele onderwerpen in de branche, houd dan onze LinkedIn-pagina nauwgezet in de gaten / surf dan regelmatig naar onze LinkedIn-pagina
“Klimaatakkoord zal grote gevolgen hebben voor de installateur”
De installatiebranche gaat een sleutelrol spelen bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Dat blijkt uit het Klimaatakkoord op hoofdlijnen dat Ed Nijpels gisteren presenteerde. Claudia Reiner was als vice-voorzitter van Uneto-VNI betrokken bij de onderhandelingen over het Klimaatakkoord. Zij adviseert installateurs om zich nu al voor te gaan bereiden op de grote veranderingen die de branche te wachten staan.
In het Klimaatakkoord, waarvan de daadwerkelijke uitvoering in 2019 van start moet gaan, wordt gerept van diverse maatregelen om de overstap op duurzame alternatieven aantrekkelijk te maken. Zo gaat de energiebelasting (EB) op gas omhoog, terwijl de belasting op elektriciteit omlaag gaat.
Wijziging energiebelasting
Claudia Reiner was als vice-voorzitter van Uneto-VNI betrokken bij de onderhandelingen over het Klimaatakkoord. “De wijziging van de EB uit het regeerakkoord in 2019 (+ 3 ct/m3 op gas en -0,7 ct/kWh op elektriciteit) wordt direct gevolgd door een wijziging in 2020 in de eerste schijf. Met +5,5 ct/m3 op gas en -2,7 ct/kWh op elektriciteit is de EB in balans, gelet op de CO2-uitstoot door gas en elektriciteit op dat moment. Omgerekend is dat voor beide €196/ton CO2. Verdere stappen zijn wenselijk en nodig. Daarvoor zijn diverse varianten mogelijk. Berekeningen laten zien dat 20 ct/m3 voor aardgas erbij en 7,34 ct/kWh minder voor elektriciteit ervoor zorgt dat isolatie en duurzame verwarmingsopties veel aantrekkelijker worden. Wanneer deze verschuiving wordt gecombineerd met een verhoging van de energiebelastingvermindering van 81 euro, wordt voor alle inkomensgroepen, inclusief de lage inkomens, een neutraal tot positief koopkrachteffect bereikt. Dit voorstel wordt de komende tijd verder uitgewerkt op basis van gedetailleerdere berekeningen over koopkracht, lastenverschuiving tussen burgers en bedrijven in de gebouwde omgeving (een eerste en tweede schijf EB) en rendement op verduurzamingsmaatregelen, inclusief zon-PV.”
Energierekening blijft hetzelfde
De consument die recentelijk nog een gasketel heeft aangeschaft, merkt hier niets van. Volgens Reiner gaat de totale energierekening niet omhoog. Zij was betrokken bij de onderhandelingen over het Klimaatakkoord. “De belasting op gas gaat stapsgewijs omhoog, maar dat wordt gecompenseerd door een daling van de belasting op elektriciteit. Het is een stimuleringsmaatregel om de overstap op duurzame alternatieven aantrekkelijk te maken.”
Stimulering overstap
Het Klimaatakkoord rept van verschillende duurzame alternatieven voor de cv-ketel, zoals warmtepompen, warmtenetten, geo- en aquathermie en bioketels. Via aantrekkelijke leningsvoorwaarden, subsidies en dalende kostprijzen zal de overstap worden vergemakkelijkt. Nu blijkt het totale kostenplaatje vaak nog een belemmering te vormen om een woning te verduurzamen. Voor de aanschaf van duurzame warmteopwekkers en -afgiftesystemen en isolatiemaatregelen moet al snel een bedrag van tienduizenden euro’s worden uitgetrokken. Reiner: “Wij streven uiteindelijk naar een kostenreductie van 30 – 50% in 2030. Technische innovatie, optimale ketensamenwerking en een gefaseerde aanpak moeten dit mogelijk maken.”
Norm warmtevraag
Om de toepassing van onder meer de hybride warmtepomp te stimuleren, komt er dankzij de inzet van Uneto-VNI een norm voor de maximale warmtevraag voor woningen. De norm wordt geïntroduceerd bij aankoop van de woning en bij een vergunningsaanvraag voor een verbouwing en zal gelden voor zowel koop- als huurwoningen. De norm is niet verplicht. Als de regeling niet voldoende oplevert, komt er mogelijk in 2030 een verplichting. Reiner: “We willen bewust nog geen verplichte norm. We gaan de komende jaren eerst kijken in verschillende proefprojecten hoe deze vrijwillige variant uitpakt.”
Eigen ambities
Volgens het norm-concept dat er nu ligt, mag de consument zelf gaan bepalen hoe hoog zijn ambities zijn. En, “hij zal zich geen zorgen hoeven te maken dat hij straks plotseling niet meer mag verwarmen of warm water uit zijn kraan krijgt omdat hij een grenswaarde heeft bereikt. Dat is geenszins de insteek van de norm.”
Warmtepomp
Het Klimaatakkoord noemt verschillende duurzame alternatieven voor de cv-ketel, waarbij er veel aandacht is voor de warmtepomp. Reiner: “We hebben geen voorkeur, er zijn diverse duurzame varianten mogelijk. We weten wel uit ervaring dat de warmtepomp relatief eenvoudig inzetbaar is in nieuwbouw- en renovatietrajecten. Bovendien is het een techniek die al zijn waarde heeft bewezen. Tot slot merken we dat consumenten sneller moeite hebben met collectieve oplossingen, zoals warmtenetten. Bij de aanschaf op een warmtepomp houdt hij zelf de regie.”
Verduurzaming bron
Overigens is het hoe dan ook zaak om ook de bron te verduurzamen. “Gebruik maken van restwarmte die de industrie opwekt voor een warmtenet is prima, maar de industrie zelf zal ook moeten verduurzamen. Ook daar zullen stappen worden gezet.” Sommige bronnen in de woningbouw zullen afvallen. “Zo is de houtpelletketel niet een duurzame oplossing voor de toekomst.”
Aanschaf cv-ketel
Wat betreft de gasgestookte cv-ketel; deze verdwijnt dus niet plotseling van het toneel. “De vraag van de consument blijft leidend. Als hij pertinent een cv-ketel wil, dan kan het nog altijd. Maar ik druk installateurs wel op het hart om tijdens het verkoopgesprek informatie te geven over duurzame alternatieven en aan de hand van berekeningen te laten zien hoe het kostenplaatje er in verschillende gevallen gaat uitzien gedurende de levensfase van de verwarmingsinstallatie.”
Personeelstekort
Hoge ambities dus, maar zijn ze haalbaar? Vanuit de sector wordt er met een zorgelijke blik gekeken naar het gigantische personeelstekort. “We hebben nu 15.000 extra krachten nodig in de branche”, vertelt Reiner. Waar moeten die vandaan komen? “We pleiten in ieder geval voor een gefaseerde aanpak, om grote pieken te vermijden en de klus te kunnen klaren. Daarnaast zullen we van alle kanten mensen moeten aantrekken; vanuit het technisch onderwijs, zij-instromers, maar ook uit het buitenland.”
Voorbereiden
Reiner adviseert de kleine en middelgrote installateur om zich nu al voor te gaan bereiden op de grote veranderingen. “Ik denk dan aan kennisverwerving over duurzame oplossingen, maar ook leren om beter de klant te adviseren en samen te werken met ketenpartners.” Daarnaast zullen werkprocessen veranderen. “Bimmen, beheer en monitoring van installaties en dergelijke gaan allemaal hun stempel drukken op het dagelijks werk van de installateur. Zorg dat je goed op de hoogte bent van alle ontwikkelingen en blijf je hele werkzame leven lang doorleren.”
Klimaatakkoord: geen verplichte maximale warmtevraag woningen
Uneto-VNI is enthousiast over de plannen in het Klimaatakkoord die vandaag zijn gepresenteerd. De subsidie voor gebouw-gebonden financiering en een verschuiving in de energiebelasting zullen verduurzaming aantrekkelijker maken, verwacht de installateurskoepel. Ook komt er bijvoorbeeld een norm voor de maximale warmtevraag van woningen die de toepassing van hybride warmtepompen en zonneboilers moet versnellen. Kanttekening: die norm is geen verplichting. Daarvan zal op z’n vroegst pas in 2030 sprake zijn.
Voorzitter Doekle Terpstra van de installateurskoepel: “De grote verbouwing van Nederland gaat écht beginnen. Nog voor 2021 gaan we 100.000 corporatiewoningen verduurzamen met behulp van warmtenetten en collectieve of individuele (hybride) warmtepompen. Vanaf 2021 moeten jaarlijks 50.000 huizen aangepakt worden. Al ruim voor 2030 verduurzamen we ieder jaar 200.000 woningen. Daarmee reduceren we onze CO2-uitstoot enorm. Een CO2-neutrale gebouwde omgeving in 2050 is geen utopie, het kan echt. Op deze manier zetten we grote stappen om het voor elkaar te krijgen.’
Technici
Op basis van de huidige voorstellen zal het Klimaatakkoord leiden tot een gefaseerde energietransitie, verwacht Uneto-VNI. Terpstra: “Wij zijn blij met de afspraak dat gemeenten in 2021 duidelijk maken of en wanneer een wijk van het gas af gaat en wat de alternatieve bron voor verwarming wordt. Dat is belangrijk voor bewoners, maar óók voor de regionale installateurs die voorbereidingen moeten treffen om klanten voor te lichten of medewerkers bij te scholen. Met dit tempo verwacht ik dat we voldoende capaciteit hebben om de klus te klaren. De komende jaren zetten we bovendien alles op alles om meer technici op te leiden voor de energietransitie.”
Niet automatisch gasloos
Het Klimaatakkoord schrijft het huidige aardgasnetwerk nog niet af. Daarmee blijft de mogelijkheid open in de toekomst gebruik te maken van duurzaam gas, stelt de installateurskoepel. Het huidige gasnetwerk is daarvoor uitermate geschikt. In het akkoord is op aandringen van Uneto-VNI opgenomen dat er demonstratieprojecten komen voor duurzaam gas en waterstof. De installateurskoepel verwacht dat dit een belangrijke bijdrage gaat leveren aan de energietransitie.
Financieel aantrekkelijk
Uneto-VNI vindt het van groot belang dat het Klimaatakkoord het verduurzamen van de woning aantrekkelijk maakt. De belasting op gas zal stapsgewijs omhoog gaan vanaf 2020 terwijl de elektriciteitsbelasting omlaag gaat. Dat bevordert de toepassing van duurzame energie met bijvoorbeeld warmtepompen en zonnepanelen. Daarnaast zijn in het akkoord afspraken opgenomen over de invoering van een financiering die gekoppeld is aan het huis en niet aan de eigenaar. De kosten van de lening mogen niet hoger worden dan wat de verlaging van de energierekening oplevert. Terpstra: “Zo maken we de energietransitie ook haalbaar voor Nederlanders met een krappere portemonnee.”
Duurzame warmtetechnieken
Woningen zullen worden verwarmd door warmtenetten en collectieve of individuele (hybride) warmtepompen. Dat betekent dat de aardgasgestookte cv-ketel op termijn verdwijnt als enige vorm van warmtevoorziening. Terpstra: “De combinatie van duurzame techniek en een cv-ketel kan de CO2-uitstoot met de helft reduceren. Uneto-VNI heeft zich hiervoor hard gemaakt. In 2021 evalueren we of de beoogde kostenreductie wordt gerealiseerd en de systemen compacter en dus eenvoudiger inpasbaar zijn.”
Norm voor woningen
Om de toepassing van onder meer de hybride warmtepomp te stimuleren, komt er een norm voor de maximale warmtevraag voor woningen. De norm wordt geïntroduceerd bij aankoop van de woning en bij een vergunningsaanvraag voor een verbouwing. Tegelijkertijd hebben de installatiebranche en de bouwsector hun commitment uitgesproken om de kostprijs van duurzame verwarmingssystemen te verlagen en de rendementen te verbeteren. Met name warmtepompen en zonneboilers zullen daardoor nog aantrekkelijker worden. De norm is niet verplicht en wordt in 2025 geëvalueerd. Als de regeling niet voldoende oplevert, komt er mogelijk in 2030 een verplichting.
Innovatie
Innovatie speelt een cruciale rol in het Klimaatakkoord. De installatiebranche blijft ook de komende jaren veel aandacht besteden aan stillere en meer compacte warmtepompen, mogelijkheden voor compacte warmte-opslag, industrialisering van renovaties en specialistische technieken als aquathermie en geothermie. Terpstra: “Het Klimaatakkoord is tot op zekere hoogte een momentopname. De techniek staat niet stil en zal steeds betere oplossingen aandragen. Onze branche blijft daar een voortrekkersrol in vervullen.”
Naar de Tweede Kamer
Minister Wiebes laat het Klimaatakkoord op hoofdlijnen nu doorrekenen door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB). Na de zomer gaan de plannen met commentaar van het kabinet naar de Tweede Kamer, die het vervolgens met aanvullende opdrachten terugstuurt naar de onderhandelaars. Bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties moeten de maatregelen dan nog dit jaar uitwerken en ondertekenen.
Klimaatakkoord: “Weg vrij voor vertienvoudiging zonne-energie”
Holland Solar is blij met de erkenning van zonne-energie in de van het Klimaatakkoord. Ed Nijpels presenteert de hoofdlijnen van dit akkoord momenteel aan minister Wiebes van Economische Zaken. In een eerste reactie zegt voorzitter Jaap Baarsma van de branchevereniging: “Met het ambitieus en stabiel beleid zoals voorgesteld in het concepthoofdlijnenakkoord wordt het mogelijk gemaakt om de bijdrage van zonne-energie in Nederland meer dan te vertienvoudigen.”
Ed Nijpels presenteert de voorstellen voor de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord samen met de vijf voorzitters van de sectortafels van het Klimaatberaad. Het definitieve Klimaatakkoord wordt dit najaar opgeleverd. Met de hoofdlijnen wordt invulling gegeven aan de doelstelling van het kabinet om in 2030 een CO2-reductie van 49% te realiseren.
Vergaande plannen
Zowel de sectortafel Elektriciteit als de sectortafel Gebouwde omgeving laten verregaande plannen zien die de verduurzaming van de energievoorziening grote stappen voorwaarts zullen brengen, constateert Holland Solar. “Als brancheorganisatie werken we in de komende periode graag constructief mee aan het uitwerken van de hoofdlijnen tot werkende maatregelen voor de zonne-energiesector”, aldus Baarsma.
Holland Solar is ervan overtuigd dat het potentieel van zonne-energie nog fors hoger ligt dan in de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord vooralsnog voorgesteld wordt. De snelle uitrol van zonne-energie wordt mogelijk gemaakt door de blijvende prijsdaling van zonnepanelen (zon-PV), de voorgenomen verhoging van de gasbelasting en de ontwikkeling van nieuwe toepassingsgebieden zoals zon op water, gebouwgeïntegreerde zonne-energiesystemen en zonnewarmte voor warmtenetten. Door de maatregelen in het Klimaatakkoord zal de groei nog sneller toenemen. “Zonne-energie kan dé verrassing zijn richting het jaar 2030”, stelt Baarsma. “Want in de concepthoofdlijnen van het Klimaatakkoord wordt een groot aantal maatregelen voorgesteld, die het mogelijk maken om de groei van zonne-energie te versnellen.”
Handreiking voor regionale energiestrategieën (RES)
Het hoofdlijnenakkoord van de sectortafel Elektriciteit voorziet in een groei van de hernieuwbare elektriciteitsopwekking van 14% nu naar 70% in 2030. Lokale overheden gaan via zogenaamde regionale energiestrategieën (RES) bepalen hoe en waar de duurzame stroomopwekking plaats gaat vinden. “Wij ondersteunen de keuze dat lokale en regionale overheden in samenspraak met burgers gaan bepalen hoe hun energielandschap er in de toekomst uit gaat zien”, stelt Baarsma. “Wat daarbij van groot belang is, is dat de huidige implementatiesnelheid wordt vastgehouden of zelfs verhoogd. Er is bij burgers, gemeenten en bedrijven veel vraag naar meer zonne-energie op land en op daken. Op korte termijn vraagt dit duidelijkheid over de terugleversubsidie voor zonnepanelen en de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) voor zonneboilers, over verbeteringen in de subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) en over snellere aansluiting van zonne-energie op de elektriciteitsnetten.”
Holland Solar werkt momenteel aan een handreiking voor overheden die zij kunnen gebruiken bij het opstellen van de regionale energiestrategieën. Baarsma hierover: “De handreiking voorziet in de landschappelijke, ecologische en maatschappelijke inpassing van zon op land en op daken. In het document komen ook netinpassing en lokale participatie aan de orde. We verwachten samen met de verschillende stakeholders aan het einde van de zomer de handreiking op te leveren.”
Hernieuwbaar op land: 35 terawattuur
In de voorgestelde hoofdlijnen van het Klimaatakkoord wordt gesproken over 35 terawattuur (TWh) ‘hernieuwbaar op land’ in 2030 (noot: dit is wind en zon-PV op land, exclusief zon-PV op daken). Bovendien is in de hoofdlijnen een post ‘Pro memorie’ (PM, wat betekent dat de hoogte hiervan nog niet bekend is) opgenomen voor ‘overige hernieuwbare opties’ die met name gericht is op zon-PV op daken. “Wij geloven dat er met de beschreven aanpak een blijvend grote groei van zon-PV mogelijk is”, stelt Baarsma. “De elektrificatie én de hoeveelheid inpasbare zon-PV gaat in 2030 zelfs hoger worden dan men verwacht. Impliciet schat de sectortafel Elektriciteit de bijdrage van zon-PV op 21 tot 23 gigawattpiek (GWp, circa 22 TWh per jaar) in 2030.”
Holland Solar heeft echter eerder al een scenario van 58 GWp (circa 58 TWh per jaar) in 2030 gepresenteerd. “Bij een geplande combinatie van wind op land en zon-PV op land én zon op water – waarbij de inpassing op het elektriciteitsnet en de ruimtelijke inpassing goed voorbereid worden – zal 58 GWp zeker mogelijk zijn en dat is meer dan een vertienvoudiging van het huidige opgestelde zon-PV-vermogen”, besluit Baarsma.
Grote rol voor klein- en grootschalige zonnewarmte
Met een door de sectortafel Gebouwde omgeving voorgestelde integrale wijkaanpak, een gebouwgebonden financiering tegen lage rente, voorzetting van de ISDE-regeling en verhoogde gasbelasting, zal ook de verduurzaming van de gebouwde omgeving door zonnewarmte versneld worden. “De contouren van dit akkoord bieden potentie”, stelt Marcel Cloosterman, bestuurslid Zonnewarmte van Holland Solar. “Voor de verduurzaming van gebouwen zijn er tal van oplossingen zoals isolatie, warmtepompen en zonneboilers op gebouwniveau en warmtenetten op wijkniveau. Holland Solar is ook kritisch; een warmtenet op zichzelf is niet duurzaam. Alleen als de warmte die er doorheen stroomt duurzaam is, heeft dit nut. Bij de verdere uitwerking van het akkoord moet hier aandacht voor zijn en moeten noodzakelijke voorwaarden worden gesteld aan het duurzaam voeden van de warmtenetten; zoals met zonnewarmte. Dit geldt overigens eveneens voor de elektrificatie van de gebouwde omgeving. Naast de gebouwde omgeving is ook voor de sectoren industrie en landbouw is elke vorm van duurzame energie nodig. Want hier kan zonnewarmte eveneens een rol vervullen zoals voor de procesindustrie en glastuinbouw.”
Expertisecentrum Warmte
De kennis over duurzame warmte zal beheerd worden door een Expertisecentrum Warmte om burgers en gemeenten te ondersteunen bij het besluiten over lokale oplossingen. Cloosterman hierover: “Als Holland Solar geloven wij in deze aanpak en zullen we bijdragen aan de verdere uitwerking van het Klimaatakkoord. We zien een grote rol weggelegd voor zonnewarmte, samen met de warmtebatterij, zon-PV en energiemanagement achter en voor de meter. Zon-PV en zonnewarmte zijn bij uitstek goed te combineren in samenhang met zowel fossiele als andere duurzame technieken. Zon-PV en zonnewarmte passen daarmee prima in het transitiepad.”