Amsterdam verhoogt subsidie op groene daken
De gemeente Amsterdam heeft de subsidieregeling voor groene daken in 2018 verhoogd met 4 ton. Dit om de aanleg ervan te stimuleren. Groene daken en gevels werken energiebesparend. Bij regen wordt het water opgevangen en bij zon blijft het huis koel. Planten houden de gevel koel in de zomer en niet-bladverliezende soorten isoleren in de winter. Bijkomstig effect: groen is ook goed voor de biodiversiteit omdat het insecten en vogels aantrekt.
De subsidie is alleen bestemd voor bestaande gebouwen van minimaal 5 jaar oud en bedraagt maximaal 50 procent van de kosten. Het project moet wel een beetje omvang hebben, namelijk minimaal 30 m2. En het groene dak moet een waterbergend vermogen hebben van minimaal 20 liter per m2.
Glastuinbouw Westland gaat van aardgas af
Warmtebedrijf Westland gaat de kassen in het glastuinbouwgebied verwarmen met restwarmte uit de Rotterdamse haven gecombineerd met geothermie. Hierdoor zullen glastuinbouwbedrijven in het Westland vanaf 2021 ruim 300 miljoen kubieke meter aardgas kunnen besparen, oplopend tot 900 miljoen kubieke meter in de jaren daarna. Het hele Westland zou daarmee van het aardgas af kunnen.
Warmtebedrijf Westland werkt in de plannen samen met netbeheerder Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling en Evides Industriewater voor het realiseren van de infrastructuur en het beschikbaar krijgen van de restwarmte uit de haven. Het initiatief sluit aan bij het verzoek van LTO Glaskracht Nederland in hun brief aan minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. Volgens LTO Glaskracht kunnen de glastuinbouwbedrijven op deze manier helpen om het gebruik van Gronings gas te reduceren. Tegelijkertijd wordt hiermee 900 kiloton CO2 per jaar bespaard.
Glastuinbouwbedrijven gebruiken nu veelal WKK-installaties (warmtekrachtkoppeling) om op een relatief efficiënte manier energie op te wekken. Daarnaast gebruikt een aantal glastuinbouwbedrijven warmte van aardwarmtebronnen (geothermie).
Alle bronnen nodig
Warmtebedrijf Westland wil de komende tijd meer glastuinbouwbedrijven over de streep trekken. In 2020 moet de aanleg van het warmtenet vanuit de Rotterdamse haven beginnen, waarna bedrijven stap voor stap, van zuid naar noord, worden aangesloten. Warmtebedrijf Westland wil langdurige contracten afsluiten voor een vaste lage prijs. “Wij willen het met en voor ondernemers doen. Alle bronnen ‒ zoals restwarmte en geothermie ‒ zijn nodig om Westland te voorzien van warmte. Samen leveren we een bijdrage aan het oplossen van klimaatproblemen en de problemen van de Groningers én vergroten we de concurrentiekracht van de Westlandse glastuinbouw”, zegt directeur Gerard Hofman van Warmtebedrijf Westland.
Huiseigenaren schatten kosten verduurzaming woning veel te laag in
Zo’n driekwart van de Nederlanders verwacht dat de komende tien jaar hun energiehuishouding zal veranderen, maar zij schatten de kosten die nodig zijn om het huis volledig van duurzame energie te voorzien veel te laag in. Men denkt dat daar ruim €10.000,- voor nodig is, terwijl experts dat op bijna het dubbele inschatten. Dat terwijl de hoogte van de benodigde investering het grootste obstakel voor bewoners is om in actie te komen. Dit blijkt uit de Nationale Monitor Energietransitie, een representatief onderzoek onder het Nederlands publiek, uitgevoerd in opdracht van installatiebedrijf Feenstra door marktonderzoeksbureau MWM2.
“De energietransitie staat voor de deur, maar bewoners weten vaak nog niet wat dat voor hen persoonlijk gaat betekenen. Het is daarom belangrijk dat we het nog dichterbij brengen en mensen aan de hand gaan meenemen in de stappen die ze zelf kunnen zetten in het verduurzamen van hun energiehuishouding”, zegt Henjo Groenewegen, algemeen directeur van Feenstra.
Gevoel van urgentie aanwezig
De helft van de Nederlanders maakt zich zorgen om de klimaatveranderingen. Tegelijkertijd denkt maar 2% dat hun huis helemaal klaar is voor de toekomst. De helft van de Nederlanders vindt dat hun huis (helemaal) nog niet klaar is voor de toekomst. Op een schaal van 1 op 10 is de urgentie om nu actie te ondernemen en de eigen energiehuishouding aan te passen een 6,7. Bij mensen die zeggen meer kennis van de materie te hebben is dat hoger (7,0).
Grotere ingrepen blijven achterwege
7 op de 10 Nederlanders zegt in meer of mindere mate bezig te zijn met het verminderen van energiegebruik om CO2-uitstoot tegen te gaan. In gedrag vertaalt zich dat vooral naar kleinere maatregelen zoals het uitzetten van lampen en het omlaag draaien van de verwarming. Grotere ingrepen als goede isolatie en zonnepanelen worden veel minder genoemd. Nieuwere technieken als zonneboilers, pelletkachels en warmtepompen worden logischerwijs nog minder genoemd, en ook duidelijk minder vaak overwogen.
Energietransitie is nog een grote onbekende
Slechts een kwart van de Nederlanders vindt van zichzelf dat ze veel kennis heeft over wat de energietransitie van hen vraagt. Bijna driekwart vindt dat ze geen of maar een beetje kennis heeft. Ook vindt een meerderheid nu nog dat anderen eerder verantwoordelijkheid op dit vlak hebben dan zijzelf. 73% vindt dat de Rijksoverheid initiatief moet nemen, terwijl maar 33% de verantwoordelijkheid bij zichzelf legt.
“Men heeft het wel over het verduurzamen van de energiehuishouding, maar het blijft toch vaak nog een ver van m’n bed show. Het is zaak dat we daar in de komende tijd meer betekenis aan gaan geven. Door goede informatie toegesneden op het eigen huishouden”, aldus Groenewegen.
Kosten belangrijkste barrière én belangrijkste stimulans
Een grote meerderheid zegt het belangrijk te vinden om hun energiegebruik te verduurzamen en zo het milieu te verbeteren. De belangrijkste redenen om wel of niet in actie te komen zijn echter de kosten. Als men de investering als te hoog ervaart is dat een reden om niets te doen. Subsidies en lagere maandelijkse kosten zijn de meest genoemde redenen om wel iets te doen. Men heeft dan ook vooral behoefte aan ondersteuning in de vorm van een persoonlijk inzicht in de mogelijke ingrepen, de kosten en de terugverdientijd.
Hybride oplossingen: schone schijn?
Veel aandacht gisteren voor het pleidooi van onder andere Uneto-VNI om de ‘solo cv-ketel’ binnen drie jaar uit te bannen. In de landelijke media waren er vooral zorgen over de ‘forse’ kosten die dit voor huiseigenaren mee zou brengen. Ook al omdat in veel gevallen de woning bijvoorbeeld beter geïsoleerd zou moeten worden. Op onze LinkedIn-pagina vielen woorden als ‘rampscenario’, ‘misleidend’, ‘gedachteloos’ en ‘opportunistisch’ op te tekenen. Maar er is ook het besef dat apathie zo langzamerhand plaats begint te maken voor actiegerichtheid.
‘Vanaf 2021 mogen huiseigenaren hun cv-ketel alléén nog vervangen in combinatie met een hybride warmtepomp, een zonneboiler of een ander duurzaam alternatief’, zo meldt het manifest dat Uneto-VNI en een groot aantal andere organisaties presenteerden. Voorzitter Terpstra van Uneto-VNI wijst erop dat de toepassing van hybride warmtepompen inmiddels relatief eenvoudig is. Pijnpuntje is nog wel de financiering ervan. Om de plaatsing van duurzame cv-systemen voor iedereen financieel haalbaar te maken, pleit het manifest daarom voor de snelle introductie van gebouw-gebonden financiering.
‘Uitspraken zonder uitzicht’
‘Inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraken zonder uitzicht’, dacht Chris Zijdeveld van de stichting Passief Bouwen meteen toen hij van dit manifest hoorde. ‘Onmiskenbaar ontvouwt zich het rampscenario van mensen die duizenden euro’s investeren maar er geen betere woning voor terugkrijgen. Als ze pech hebben zullen ze het ’s winters koud hebben en een gigantische elektriciteitsrekening krijgen. Elektriciteit van kolencentrales. Wie een warmtepomp inbouwt zonder eerst de woning drastisch te verbeteren, is bezig als een kip zonder kop. De enige verantwoorde weg om Nederland van het gas af te krijgen is de energievraag fundamenteel verlagen. Bij een goede aanpak geeft dat ook een enorme woningverbetering, een hoger thermisch comfort en een betere kwaliteit binnenlucht. De misleidende term hybride warmtepomp die wordt gebruikt haalt Nederland helemaal niet van het gas af. Het is een gasketel voor de koude dagen met een kleine warmtepomp voor de basislast. Behoud ons voor kretologie, verlaag de energievraag van het casco in plaats van te kiezen voor schijnoplossingen.
Cv-ketels niet gedachteloos vervangen
Marjet Rutten, aanjager, innovator en marketeer voor de bouw-, installatie- en vastgoedsector, benadrukt vooral dat cv-ketels niet gedachteloos vervangen zouden moeten worden. ‘De komende 15 jaar gaan mensen niet investeren in iets anders. Dat betekent dat die woningen voor 2021 + 15 = 2036 niet van het gas los komen. Dat maakt het voor gemeenten ook lastiger. Maar die gemeenten zijn wel als eerste aan zet. Die moeten eerst hun plannen presenteren hoe en wanneer ze verwachten in iedere wijk van het (fossiele) gas los te gaan. Dan kunnen mensen daarop ook anticiperen. Wat verder een nadeel van cv-ketels is, is dat ze vaak snel vervangen moeten worden. Mensen zitten in de kou en nemen helemaal niet de tijd om over een oplossing na te denken. De hybride ketel is volgens mij al helemaal geen oplossing, want dan koop je nog steeds een nieuwe ketel en ga je een luchtwarmtepomp toepassen, terwijl geothermie mogelijk veel geschikter is. En, wat doe je als er geen plek is voor een hybride warmtepomp of zonnecollectoren? Met andere woorden: het bespreekbaar maken juich ik toe, maar dan ben je er nog niet.’
Meer dan alleen warmtepompen
Bas Hasselaar, adviseur Bouwfysica en Duurzaamheid bij DGMR, kijkt ook nog wat verder dan alleen maar warmtepompen. ‘Alle reacties hebben betrekking op het onvermogen van warmtepompen om slecht geïsoleerde huizen te verwarmen. Terecht natuurlijk, maar het manifest rept ook over zonneboilers of andere duurzame alternatieven (nieuw glas, isoleren?). Het voorstel daarom afbranden omdat gedachteloos warmtepompen plaatsen niet de oplossing is, lijkt me wat kort door de bocht. Eerst de uitwerking van het voorstel maar eens afwachten. Ik vind het een positieve ontwikkeling.’
Waarop Chris Zijdeveld reageert: ‘Het gaat om het beeld dat in de samenleving blijft hangen en daarvan hebben we nu genoeg ongelukken gezien. Het misverstand dat een lage EPC tot een woning leidt met een laag energiegebruik; het misverstand dat een woning met zonnepanelen een fantastische oplossing is; het misverstand dat een mooi Breeam-getal leidt tot een milieuvriendelijk gebouw; en dan nu dat het vervangen van een gasketel door een warmtepomp leidt tot een duurzame woning. Ik werkte gisteren met de radio naast me en die laatste boodschap is keihard het beeld dat er in de samenleving achterblijft als er geen tegengas wordt gegeven.’
Bas Hasselaar kan zich hier wel enigszins in vinden. ‘Natuurlijk gaat het pas om een eerste aanzet, maar zo wordt in woningen waar anders helemaal niets zou gebeuren in ieder geval een eerste stap gezet. Verwarming naar lage temperatuur vereist gebouwaanpassingen. Maar als deze niet genomen worden, laat dan in ieder geval het warme tapwater duurzaam opgewekt worden.’
‘Misschien moeten we de cv-ketel 1.000 euro duurder maken’
Guido Bartelink, managing partner bij Holland Climate Ventures ziet dat apathie zo langzamerhand plaats begint te maken voor actiegerichtheid. ‘Heel goed. Van Gas los is een thema dat bij ons zeer leeft. Ons ontwikkelcentrum ligt midden in het aardbevingsgebied! Toch moet deze benadering snel en vakkundig genuanceerd worden. Een one-size-fits-all benadering zal snel tot grote problemen en desillusie leiden. Misschien moeten we de cv-ketel gewoon 1.000 euro duurder maken en het geld gebruiken voor subsidie in energetisch betere oplossingen en waar nodig verdere ontwikkeling van alternatieven? Denk dat we snel veel warmtepompen gaan zien, maar ook een hele rij andere oplossingen. De gekozen benadering is een typische installateursbenadering is. We vervangen de ene doos door de andere en het probleem is opgelost. De warmtepomp is niet nieuw maar al 15 jaar een bewezen techniek. Het doet wel heel opportunistisch aan nu te pleiten voor een wettelijke maatregel. Het feit dat we het over verplichten hebben geeft aan dat we een gemankeerde verhouding hebben tot onze klanten. Er is een enorm oor bij mensen om te leren over verduurzaming en een enorme bereidheid maatregelen te nemen. Laten we nu met deze actie geen ING-tje maken en zelf de kar trekken om meer en betere oplossingen aan te bieden.’
Tot slot, op het twitteraccount #INGnlEconomie is ondertussen het volgende plaatje zien:
Van hybride verwarmingssystemen tot groen gas
Feenstra reageerde gisteren direct op het manifest van een brede coalitie om alleen nog cv-ketels in combinatie met een duurzame techniek te installeren. Het installatiebedrijf gaat zich inzetten om geen gasgestookte cv-ketels meer als enige warmtevoorziening in de woning te installeren. Goois Verwarmings- en Installatiebedrijf Robert van der Poel reageerde terughoudender: ‘Zorg eerst dat de techniek dusdanig is dat deze ook voor de gemiddelde Nederlander betaalbaar is’. Ketelfabrikant ATAG liet ons desgevraagd weten maximaal in te gaan zetten op hybride verwarmingssystemen.
“Wij maken ons sterk om zo spoedig mogelijk alleen nog cv-ketels in combinatie met een duurzame aanvulling, zoals een hybride warmtepomp, zonneboiler of andere aardgasbesparende producten, te installeren’, liet Ernie van Dalen, directeur bij Feenstra, gistermorgen weten. “Uiteraard vervangen wij waar mogelijk ook zoveel mogelijk cv-ketels door een duurzaam alternatief. De mogelijke opkomst van groen gas blijft Feenstra echter ook zien als een goed alternatief voor de vervanging van aardgas als brandstof voor de gasgestookte cv-ketel. Cv-installaties die, nu of in de toekomst, op groen gas worden gestookt, blijven wij installeren, ook wanneer dit de enige verwarmingsbron van de woning is. Daarnaast blijven wij uiteraard onze klanten wijzen op andere energiebesparende mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld isolatie, waterzijdig inregelen en zonnepanelen.”
Voortouw in de energietransitie
Feenstra wil het voortouw in de energietransitie nemen. Het moet sneller, slimmer en betaalbaarder, aldus één van ’s lands grootse installatiebedrijven. “Wij zijn als eerste bekend met nieuwe initiatieven en mogelijkheden. Het gaat voor ons niet alleen om het verkopen van installaties. Zo kunnen wij woningcorporaties nog actiever adviseren bij het realiseren van CO2-reducerende maatregelen en onderzoeken wij de mogelijkheden voor een passende huurpropositie voor bijvoorbeeld hybride warmtepompen. Het investeren in de opleiding van onze vakmensen op het gebied van duurzame technieken heeft onze volle aandacht. Onze opleidingscentra zijn inmiddels uitgerust met de laatste technieken op het gebied van duurzaamheid”, legt Van Dalen uit.
Verder kijken dan neus lang is
Goois Verwarmings- en Installatiebedrijf Robert van der Poel reageerde op onze Facebook-pagina wat terughoudender. ‘Huiseigenaren zullen niet alleen in de warmtepompen moeten gaan investeren maar ook in isolatie, en hun vloerverwarming – als ze die hebben – moeten aanpassen etc. Het lijkt wel of de opstellers van dit manifest niet verder kijken dan hun neus lang is. De financiën van de meeste mensen zijn niet dusdanig dat ze zich zulke drastische investeringen kunnen veroorloven. De meesten hebben al problemen met de betaling van het jaarlijks onderhoud. Super leuk al die ideeën en milieu-verbeterende dingen in Nederland terwijl de rest van de wereld er een zooitje van maakt. Laten we eens bij het begin beginnen en niet van die onnozele termijnen stellen van drie jaar. Begin met nieuwbouw en zorg dat de techniek dusdanig is dat die ook voor de gemiddelde Nederlander betaalbaar is. Ik ben helemaal voor duurzaam, maar dan wel met goed doorontwikkelde en beproefde technieken en niet met haasje-repje-acties!’
Maximaal inzetten op hybride verwarmingssystemen
In een reactie op het manifest dat gisteren is aangeboden laat ketelfabrikant ATAG weten maximaal te zullen inzetten op het realiseren van duurzame, comfortabele hybride verwarmingssystemen. Hybride warmtepompen gaan volgens deze fabrikant een belangrijke rol spelen in de energietransitie. ‘Nederland volledig ‘omzetten’ naar All-Electric is – lettend op de huidige omstandigheden – nu nog niet mogelijk. Dit levert problemen op in de energievoorziening, aangezien het bestaande elektriciteitsnetwerk op dit moment nog niet beschikt over de juiste capaciteit.’ ATAG wil geen vooringenomen keuze maken voor een energiedrager en techniek. Het belangrijkste van de ‘van gas los discussie’ is volgens de fabrikant dat een keuze wordt gemaakt op basis van een maximale reductie van de CO2-uitstoot tegen minimale kosten. Van bron tot gebruiker. En hierbij wordt geen enkele samenwerking tussen energievormen uitgesloten. Alleen op deze manier is het volgens de fabrikant mogelijk om ‘vol gas naar CO2 neutraal’ te gaan.
Overigens benadrukt ATAG dat de cv-ketel blijft bestaan, alleen gaat deze samenwerken met een hybride warmtepomp. ‘Cv-ketels zijn zeker niet taboe.’
Elektriciteitsopwekking vergroenen
Remeha antwoordt desgevraagd het manifest een goed initiatief te vinden en zal hierin participeren. Hierbij hanteert de verwarmingsfabrikant als uitgangspunt: zo snel en zoveel mogelijk CO2-reductie tegen de best mogelijke maatschappelijke investeringen, gericht op uitbanning van fossiele grondstoffen. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is voor Remeha dat de elektriciteitsopwekking wordt vergroend. ‘Warmtepompen zijn (op dit moment) niet schoner dan cv-ketels, dus ook daar zal aan de opwekkingskant het nodige moeten gebeuren. Opwekking van elektriciteit door steenkoolcentrales is de meest vervuilende CO2-vorm van energieopwekking. Remeha is dan ook voorstander van het bijplaatsen van wind- en zonne-energie om de elektriciteitsopwekking te vergroenen.’
De cv technologie zal zich aanpassen aan de beschikbare duurzame energievormen die er zijn. Remeha vindt dat er geen ’technology lock’ in mag zijn. Alle mogelijkheden moeten uitgenut worden om Nederland slim, snel en betaalbaar te verduurzamen. ‘Als producent van energie-apparaten hebben wij dan ook vele oplossingen in huis: groene cv-ketel met hoger rendement of werkzaam op groen gas of een combinatie met ander calorisch gas of in de toekomst waterstof. Hybride oplossingen (een combinatie van cv- en warmtepomp technologie), warmtepompen en combinaties met PV/zonlichttechnologie of WKK. Elke situatie is anders.’
‘Vanaf 2021 alléén nog cv-ketel in combinatie met duurzame techniek’
Vanaf 2021 mogen huiseigenaren hun cv-ketel alléén nog vervangen in combinatie met een hybride warmtepomp, een zonneboiler of een ander duurzaam alternatief. Dat staat in een manifest dat installateurskoepel Uneto-VNI, Energie Nederland, Greenpeace en een groot aantal andere organisaties vandaag presenteren. De brede klimaatcoalitie wil op die manier woningen en andere gebouwen sneller verduurzamen. In Nederland zijn jaarlijks circa 350.000 cv-ketels aan vervanging toe. Feenstra omarmt het initiatief en zegt geen gasgestookte cv-ketels meer als enige warmtevoorziening in de woning te willen installeren.
Om het klimaatverdrag van Parijs te kunnen realiseren én de aardgaswinning in Groningen te verlagen, moet Nederland het aardgasverbruik fors terugdringen. Daarvoor zijn hogere rendementseisen aan nieuwe cv-ketels onvermijdelijk. De traditionele, gasgestookte installaties kunnen aan die eisen niet voldoen. Het manifest dat de brede klimaatcoalitie heeft opgesteld, pleit er daarom voor al vanaf 2021 alleen nog cv-ketels te plaatsen in combinatie met energiezuinige (hybride) warmtepompen of andere duurzame alternatieven te plaatsen, zoals zonneboilers.
Relatief eenvoudig
Voorzitter Terpstra van installateurskoepel Uneto-VNI wijst erop dat de toepassing van hybride warmtepompen inmiddels relatief eenvoudig is: “Als woningen straks grotendeels hun eigen, duurzame energie opwekken is de cv-ketel als onderdeel van een hybride systeem alleen nog nodig om piekbelasting op te vangen, zoals bij strenge vorst en op momenten dat er geen groene stroom beschikbaar is.” Om de plaatsing van duurzame cv-systemen voor iedereen financieel haalbaar te maken, pleit het manifest ook voor de snelle introductie van gebouw-gebonden financiering. De woningeigenaar betaalt daarbij op basis van een servicecontract een vast bedrag per maand voor de installaties die voor warmte en stroom zorgen. Bij verkoop van de woning neemt de koper het servicecontract over.
Randvoorwaarden
Om de alternatieven voor de traditionele cv-ketel snel te kunnen ontwikkelen en op grote schaal te plaatsen, wijst de brede coalitie op een aantal randvoorwaarden. Zo staat in het manifest de toezegging om de (hybride) warmtepomp te verbeteren als het gaat om bijvoorbeeld het geluidsniveau, de netbelasting en het ruimtebeslag. Bij de uitvoering van de plannen kan het gebrek aan geschoolde technici een belangrijk knelpunt vormen. Zonder voldoende vakmensen om de alternatieve technieken en systemen te installeren, komen de klimaatdoelstellingen in gevaar.
Directeur Greenpeace Anna Schoemakers namens de deelnemende milieuorganisaties: “Veel van de initiatiefnemers nemen deel aan de totstandkoming van het Klimaat- en Energieakkoord, waar de komende maanden afspraken gemaakt worden om de CO2-uitstoot met 49 tot 55 procent terug te brengen. Het stellen van een verplichtende maatregel zoals een rendementseis, is nodig om sneller om te schakelen naar duurzame energie.”
Energie-Nederland voorzitter Medy van der Laan: “Verduurzamen moet je doen tegen de laagst mogelijke kosten. Een hybride warmtepomp biedt, net als warmtenetten, groen gas en all electric warmtepompen, een goed alternatief voor traditionele cv-ketels, waarbij je voor elke situatie de oplossing kiest die het beste past.”
Reactie Feenstra
Feenstra, één van de grotere installateurs van ons land, meldde vanmorgen direct het Manifest ‘Rendementseis cv-ketels een warm hart toe te dragen. Het installatiebedrijf staat achter de doelstellingen van dit manifest om de energietransitie binnen Nederland te versnellen door het invoeren van een rendementseis voor nieuw te installeren gasgestookte verwarmingsinstallaties. Dit betekent dat Feenstra zich gaat inzetten geen gasgestookte cv-ketels meer als enige warmtevoorziening in de woning te installeren.
Ook vervangen waar mogelijk
“Wij maken ons sterk om zo spoedig mogelijk alleen nog cv-ketels in combinatie met een duurzame aanvulling, zoals een hybride warmtepomp, zonneboiler of andere aardgasbesparende producten te installeren. Uiteraard vervangen wij waar mogelijk ook zoveel mogelijk cv-ketels door een duurzaam alternatief. De mogelijke opkomst van groen gas blijft Feenstra ook zien als een goed alternatief voor de vervanging van aardgas als brandstof voor de gasgestookte cv-ketel. Cv-installaties die, nu of in de toekomst, op groen gas worden gestookt, blijft Feenstra installeren, ook wanneer dit de enige verwarmingsbron van de woning is”, aldus Ernie van Dalen, directeur bij Feenstra. “Daarnaast blijven wij uiteraard onze klanten wijzen op andere energiebesparende mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld isolatie, waterzijdig inregelen en zonnepanelen”.
Voortouw in de energietransitie
“Als installateur zijn wij van mening dat wij het voortouw in de energietransitie moeten nemen. Het moet sneller, slimmer en betaalbaarder. Wij zijn als eerste bekend met nieuwe initiatieven en mogelijkheden. Het gaat voor ons niet alleen om het verkopen van installaties. Zo kunnen wij woningcorporaties nog actiever adviseren bij het realiseren van CO2-reducerende maatregelen en onderzoeken wij de mogelijkheden voor een passende huurpropositie voor bijvoorbeeld hybride warmtepompen”, aldus Van Dalen. “Het investeren in de opleiding van onze vakmensen op het gebied van duurzame technieken heeft onze volle aandacht. Onze opleidingscentra zijn inmiddels uitgerust met de laatste technieken op het gebied van duurzaamheid”.
Overhandiging
Het manifest is een initiatief van Berenschot. Naast Uneto-VNI, Energie Nederland en Greenpeace hebben de VFK (vereniging van cv-ketelfabrikanten), DHPA (warmtepompfabrikanten), Eneco, Enpuls, Essent, Gasunie, KVGN, Milieudefensie, Natuur & Milieu, NVDE, Stichting STEK en BDH het manifest ondertekend.
Vandaag overhandigen Doekle Terpstra (Installateurskoepel Uneto-VNI), Medy van der Laan (Energie-Nederland) en Anna Schoemakers (Greenpeace Nederland) het manifest aan de Tweede Kamerleden Rob Jetten (D66) en Agnes Mulder (CDA) en aan Diederik Samsom, voorzitter van de sectortafel Gebouwde Omgeving van het Klimaatakkoord.
Kilometers lang warmtenet gaat gasketels uit Enschede verdringen
Om Enschede verder te verduurzamen start energieaanbieder Ennatuurlijk in april dit jaar met de aanleg van de Warmtebaan Enschede. Deze bijna zes kilometer lange uitbreiding van het bestaande warmtenet zorgt ervoor dat duurzame warmte voor zeker de helft van de stad binnen handbereik komt als alternatief voor het verwarmen met aardgas. Naar verwachting duurt de totale aanleg van de Warmtebaan Enschede maximaal 2 jaar.
Het huidige warmtenet van Ennatuurlijk levert duurzame warmte afkomstig van energieproducent Twence. Deze producent haalt op een duurzame manier elektriciteit en warmte uit restafval en biomassa. Met stoom, die wordt opgewekt bij de verbrandingsprocessen, wordt water verwarmd tot 120 °C. Met de aanleg van de Warmtebaan Enschede komt deze duurzame warmte nu ook beschikbaar voor verschillende delen van Enschede. “We gebruiken een deel van de warmte van Twence nu al nuttig om woningen en bedrijven in Enschede te verwarmen. En Twence heeft, als de ombouw van de biomassa-energiecentrale over enkele maanden gereed is, nog meer duurzame warmte beschikbaar. Met de aanleg van de Warmtebaan Enschede kunnen we nog meer van die warmte nuttig inzetten en daarmee een flinke stap maken in de verduurzaming van Enschede.” Aldus Herman Exalto, commercieel directeur Ennatuurlijk.
Met de Warmtebaan Enschede transporteert Ennatuurlijk straks de duurzame warmte ook naar haar andere bestaande warmtenetten. De ruim 1.800 woningen en 16 bedrijven op deze twee warmtenetten ontvangen nu nog warmte die geproduceerd wordt door een warmtekrachtkoppeling in combinatie met gasketels. Met de aanleg van de Warmtebaan Enschede wordt jaarlijks 4 miljoen m3 aardgas bespaard.
Steeds meer animo voor verplaatsbare woningen
Verplaatsbare woningen zijn in opkomst door de groeiende vraag naar kleine, flexibele en kwalitatief goede huisvesting. Dit kwam naar voren tijdens het onlangs gehouden congres ‘Circulair bouwen met verplaatsbare woningen’. Deze woningen presteren beter dan reguliere nieuwbouwwoningen als het gaat om circulariteit. Een verplaatsbare woning kan net zo lang worden geëxploiteerd als een traditioneel gebouwde woning, maar kan als dat nodig is ook opnieuw worden ingezet op een andere locatie.
In 2017 werden ruim 1.200 verplaatsbare woningen gebouwd: 6% van de totale productie van sociale huurwoningen. Het merendeel daarvan is verhuurd aan spoedzoekers: statushouders, gescheiden mensen en starters maar die doelgroep is in ontwikkeling, volgens Wim Reedijk van Expertisecentrum Flexwonen: “Anno 2018 zijn circulaire, verplaatsbare woningen qua comfort en kwaliteit een volwaardig alternatief voor reguliere woningen en daarmee interessant voor een brede doelgroep. Ook al zal de behoefte aan huisvesting voor statushouders afnemen, de vraag naar kleine en betaalbare woningen blijft groot.”
Investeren in verplaatsbare woningen
Bij bouwers, maar ook opdrachtgevers, financiers en gemeenten groeit de interesse om te investeren in verplaatsbare woningen omdat de woningen de flexibiliteit bieden die aansluit bij het woningbeleid van veel steden maar ook uit het perspectief van duurzaamheid. “Daarnaast kan flexibel wonen de oplossing zijn voor de oververhitte woningmarkt”, aldus René de Heer, wethouder in Zwolle: “Bij goede scenarioplanning hoort schaalbaarheid, en dat is wat verplaatsbare woningen bieden.”
Meerdere exploitatietermijnen
De businesscase van circulaire verplaatsbare woningen is een stuk aantrekkelijker als de tweede en derde exploitatietermijn van de woning worden meegerekend. Dat kwam ook naar voren bij het project Sciencepark van Rochdale. “De hoge kwaliteit, in combinatie met de gegarandeerde terugkoopprijs, gaf voor ons de doorslag bij de aanbesteding,” aldus projectleider Arnaud Lykles. Andere corporaties in de zaal, waaronder Wonen Limburg en Delta Wonen, rekenen met een tweede en zelfs derde exploitatietermijn. De kwaliteit staat dit toe en het maakt de businesscase interessant.
Bouwen met restmaterialen
In de traditionele bouw wordt slechts 3% van de materialen hoogwaardig hergebruikt. Met de opkomst van de circulaire verplaatsbare woning kan een significant deel van het beslag op hulpbronnen worden gereduceerd. De volgende stap voor bouwers van verplaatsbare woningen is om deze te bouwen met restmaterialen van traditioneel gebouwde woningen. Dat draagt bij aan de betaalbaarheid van de woningen maar is vooral een volgende stap op weg naar 100% circulariteit.
Utrecht heeft binnenkort primeur met circulair restaurant
The Green House in hartje Utrecht wordthet eerste circulaire restaurant van ons land. Het gebouw, inclusief alle installaties, is na 15 jaar uit elkaar te schroeven en mee te nemen naar een andere locatie, tot aan de fundering toe. Alle leverende partijen investeren samen in de uitrusting van het gebouw en blijven eigenaar van hun spullen.
Naast het restaurant bevindt zich de oude Knoopkazerne, herontwikkeld tot rijkskantoor De Knoop. Dit gebouw dient in veel opzichten als donor. Veel gebruikte materialen uit de kazerne hebben een tweede leven gekregen in het restaurant, zoals de glazen gevelbekleding. Ook zal De Knoop zijn overtollige warmte en koude gaan leveren aan het restaurant.
Een verticale, zwevende tuin in het gebouw zorgt deels voor luchtverversing. In de keuken zijn gas en stroomvreters, zoals diepvriezers, uit den boze. Stekkervrij is het streven, hoewel er nog steeds wel elektriciteit nodig is voor bijvoorbeeld de koeling van de voedingswaar. Maar ook die komt van eigen dak, van de 120 zonnepanelen die zijn geplaatst. Natuurlijke lichtinval en slimme-CO2 gestuurde installaties maken de inzet van licht en lucht efficiënter.
The Green House in Utrecht opent op 9 april zijn deuren.
‘Gekleurde gevels’ als energiebron
Op de campus van de TU Eindhoven onderzoeken Nederlandse wetenschappers en ondernemers de potentie van decoratieve gevels die zijn uitgerust met dunne filmzonnecellen. “Het doel van de praktijkproef is de daadwerkelijke opbrengst van gekleurde PV-gevels te achterhalen”, stelt Henrico van den Boomen van EigenEnergie.net.
De EnergyWall, zoals de gevel wordt genoemd, is opgebouwd uit dunne filmzonnepanelen, al dan niet in verschillende kleuren en met verschillende structuren. Het gevelsysteem is een gepatenteerd systeem met verticale of horizontale aluminium draagprofielen. De zonnepanelen zijn daarnaast via een gecertificeerde tapeverbinding aan de gevel bevestigd en desgewenst kan een mechanische borging aangebracht worden. Doordat de zonnepanelen geïntegreerd worden in prefab gevelelementen kan de bekabeling weggewerkt worden in de bevestigingsmaterialen.
De complete gevel wordt nagenoeg koudebrugvrij bevestigd, heeft hierdoor een hoge isolatiewaarde en gaat zodoende warmteverlies tegen. Daarnaast wekt de gevel zonnestroom op. De energieopbrengst loopt uiteen van 75 kilowattuur per vierkante meter per jaar voor een op het zuiden georiënteerde PV-gevel met full-colour geprinte zonnepanelen tot 85 kilowattuur per vierkante meter per jaar bij volledig zwarte zonnepanelen.
De EnergyWall is een esthetisch gevelsysteem dat zichzelf terugverdient”, vertelt Van den Boomen. “De gebruikte dunne filmzonnepanelen kunnen in talloze kleuren en structuren worden geleverd. Bovendien kunnen ze van een eigen print of logo van de gebruiker voorzien worden.”
Twee routes
Volgens Van den Boomen zijn er technisch gezien twee routes om tot gekleurde PV-gevels te komen. “De eerste route is dunne film zonnecellen uitrusten met verschillende soorten gekleurd voorglas. Bij de tweede route wordt het voorglas voorzien van een gekleurde binnenzijde middels het beprinten of zeefdrukken van een afbeelding opgebouwd uit stippen (dots). Bovendien kan het voorglas in verschillende structuren aangebracht worden.”
Inmiddels zijn verschillende structuren en kleuren bij de testlocatie SolarBEAT op de Eindhovense universiteitscampus PV-gevels geïnstalleerd. Deze praktijktest wordt uitgevoerd binnen het PV OpMaat-project dat kadert in het samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen – Nederland, met financiële ondersteuning vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, de provincies Noord-Brabant, Vlaams Brabant, Vlaams en Nederlands Limburg, het Nederlands ministerie van Economische Zaken, en het ministerie van Noordrijn-Westfalen.
Testopstelling PV-gevel
De testopstelling in Eindhoven bestaat enerzijds uit een standaard dunne filmzonnepaneel en een standaard kristallijn siliciumzonnepaneel om de prestaties van deze twee soorten zonnepanelen in een gevelopstelling te kunnen vergelijken. Daarnaast zijn er als onderdeel van de PV-gevel dunne filmzonnepanelen met verschillende kleuren en structuren geplaatst. “In deze testopstelling moet de veronderstelling geverifieerd worden dat dunne filmzonnepanelen die voorzien zijn van een print beter presteren dan kristallijn siliciumzonnepanelen die voorzien zijn van een print”, stelt Van den Boomen. “De lange parallelcellen zorgen er bij dunne filmzonnepanelen die voorzien zijn van glas met print voor dat zij lineair minder presteren. Bij kristallijn siliciumzonnepanelen leidt diezelfde print ertoe dat van meerdere zonnecellen de opbrengst exponentieel naar beneden gaat. Deze aanname moet dit kalenderjaar in de praktijkproef bevestigd worden. Vooralsnog gaan wij er namelijk van uit dat een op het zuiden georiënteerde gevel jaarlijks 85 kilowattuur per vierkante meter zal opbrengen. Verder verwachten we dat de op de zonnepanelen aangebrachte structuur niet of nauwelijks opbrengstverlies geeft en dat het aanbrengen van kleur bij de zonnepanelen tot een acceptabel opbrengstverlies – te weten van 20 tot 30 procent – zal leiden.”
Van isolatie tot bouw
Naast de testopstelling op de universiteitscampus in Eindhoven is er binnen PV OpMaat ook een ‘on route’-demonstrator gebouwd. Met deze kleine Energywall wil het bedrijvencluster onder meer acte de présence geven op evenementen voor de bouwsector. “Met deze demonstrator laten we de hele (bouw)wereld zien wat de mogelijkheden zijn. We hebben recentelijk al op de Gevelbeurs gestaan en daar viel over belangstelling niet te klagen.”
Samen met het via PV OpMaat ontstane consortium wil Van den Boomen EnergyWall in de komende jaren als merknaam in de markt zetten. “Met dit concept willen we bewijzen dat elke gevel van zonne-energie voorzien kan worden, zonder dat men concessies hoeft te doen aan het gebouwontwerp van de architect. Een zonnegevel is straks in elke kleur, elke maatvoering en elke structuur te bouwen. Ons consortium levert daarbij een complete geveloplossing: van engineering tot isolatie en de uiteindelijke bouw van de gevel. Het is dus veel meer dan enkel een zonnepaneel.”
Vorm- en kleurvrijheid
“Voor architecten is dit een belangrijke mijlpaal op weg naar energieneutrale gebouwen”, vult Harold van de Ven aan, mede-eigenaar van het architectenbureau NBArchitecten. Het bedrijf ontwerpt woningen, bedrijfsgebouwen en gemeentelijke gebouwen. “Sinds begin 2016 is elk ontwerp dat wij uitvoeren nul-op-de-meter (NOM) of zelfs beter. Hiertoe isoleren, elektrificeren en solarficeren wij het volledige gebouw. Dat begint bij zeer goed isoleren; niet alleen het isolatiemateriaal, maar ook drielaagsglas. Bovendien zijn er bij de ramen en deuren zeer goede kierdichten en is er een balansventilatie met warmteterugwinning (WTW). Verder gebeurt de verwarming niet met gas, maar volledig elektrisch. Ten slotte wordt het volledige elektrische verbruik van de woning in het gebouw opgewekt middels zonnepanelen. Omdat niet ieder gebouw voldoende dakoppervlakte heeft voor zonnepanelen, zien we de gevel als een interessant alternatief.”
Harry Tromp, algemeen directeur van TGM onderschrijft de visie van Van de Ven. “In de gevelmarkt komt er meer en meer aandacht voor de gevel als mogelijke energiebron. In de nabije toekomst hoeft de functie van de gevel dus niet langer beperkt te blijven tot een lucht- en waterdichte schil. Er is tot op heden echter geen betaalbare mogelijkheid om zonnepanelen met enige vorm- en kleurvrijheid te integreren in gevels. We hopen dat de binnen PV OpMaat ontwikkelde technologie zal leiden tot zonnepanelen die in elke maat en elke kleur te verwerken zijn. Als aan de voorwaarden van kleur en maat wordt voldaan, is het straks mogelijk om tijdens de initiële montage van de gevel tegen zeer geringe meerkosten een gevel te plaatsen die esthetisch identiek is, maar daarnaast ook stroom opwekt.”
Van Nokia naar Apple
“De behoefte aan mooie en gave PV-producten die we als architecten kunnen toepassen op alle mogelijke gebouwvormen is gigantisch”, vervolgt Van de Ven. “PV-leveranciers concurreren momenteel vrijwel altijd op prijs. Dat is niet nodig en men moet hiermee stoppen. Mensen zijn best bereid om meer te betalen, mits het ontwerp goed is.”
En Van de Ven spreekt uit ervaring. De binnen PV OpMaat ontwikkelde PV-gevel heeft namelijk al zijn eerste toepassing gevonden. In opdracht van woonstichting ‘thuis is BAM Wonen naar ontwerp van NBArchitecten in Best drukdoende met de bouw van 48 sociale nul-op-de-meter (NOM)-huurappartementen die voorzien zijn van PV-gevels. “Je ziet dat dit PV-product dus zelfs bij een corporatiewoning toegepast kan worden. Zonnepanelen zijn niet langer verkrijgbaar in de varianten lelijk, lelijker en lelijkst, maar ook met een gaaf ontwerp verkrijgbaar. Vergelijk het maar met de mobiele telefoon. Eerst had je een Nokia waar je prima mee kon bellen en nu heb je een iPhone van Apple die de consument verleidt om een nieuwe telefoon te kopen. Datzelfde wordt nu dankzij de EnergyWall mogelijk met zonnepanelen.”
Foto: Bram Saeys

