• februari 25, 2022
  • 19 views
Woning op waterstof moet draagvlak creëren voor aardgasvrij gasnet

Sinds deze week stroomt er via een container waterstof naar een woning in het Zuid-Hollandse Stad aan ’t Haringvliet. In dit zogenaamde Inspiratiehuis, midden in een woonwijk, kunnen de inwoners bekijken hoe een woning met waterstof wordt verwarmd. In het project Stad Aardgasvrij werkt Stedin samen met onder meer de gemeente Goeree-Overflakkee en inwoners van Stad aan ‘t Haringvliet om in 2025 volledig aardgasvrij te zijn. Voorwaarde is dat minimaal 70% van de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties in Stad aan ’t Haringvliet al in 2025 van het aardgas af wil. Daarom volgt er later dit jaar vanuit Stad Aardgasvrij een draagvlakmeting onder de inwoners en ondernemers in het dorp.

Stad Aardgasvrij is voor Stedin een belangrijk demonstratieproject. In dit project werkt Stedin onder andere samen met de gemeente Goeree-Overflakkee, Remeha, GasTerra en Nefit-Bosch die de waterstof cv-ketels leveren, energieconsultant DNV, installateur Kievit Warmte en woningcorporatie Oost West Wonen die de woning beschikbaar heeft gesteld. Met de lokale brandweer, DCMR en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond zijn alle vereisten op het gebied van veiligheid geborgd.

Draagvlak
“In 2020 hebben we 14 sloopwoningen in Uithoorn verwarmd met waterstof en aangetoond dat het mogelijk is om het bestaande aardgasnet om te bouwen naar waterstof”, vertelt David Peters, CTO van Stedin. “In Stad aan ’t Haringvliet doen we het onderzoek in een tussenwoning waar links en rechts buren wonen. Hiermee laten we zien dat ons gasnet in de praktijk geschikt is om van aardgas naar waterstof over te gaan. Bij voldoende draagvlak, is het dan mogelijk dat alle woningen in het dorp in 2025 verwarmd worden met waterstof. Voor Stedin is dit project belangrijk om te laten zien dat we waterstof door het bestaande gasnet kunnen transporteren voor de verwarming van woningen.”

Goede optie
“Ik ben erg trots op dit project, vooral om hoe er wordt samengewerkt met de inwoners van Stad aan ’t Haringvliet. Want dat maakt het project Stad Aardgasvrij zo bijzonder, vertelt wethouder Tea Both-Verhoeven (Duurzaamheid en Innovatie) van de gemeente Goeree-Overflakkee. “Een groep inwoners van Stad onderzocht samen met de gemeente en deskundigen uit het bedrijfsleven hoe hun dorp het beste van het aardgas af kan, en waterstof bleek een goede optie. We produceren veel groene energie op ons eiland, waardoor waterstof hier op een duurzame manier gemaakt kan worden. En we blijven intensief samenwerken met de inwoners van Stad en gaan ze ook vragen om hun stem. Als minimaal 70% uiteindelijk achter het plan staat, gaan we door.”

Ombouw naar waterstof
Aangezien er nog geen waterstof via het bestaande aardgasnet beschikbaar is, wordt voor de ombouwproef in Stad aan ’t Haringvliet waterstof gebruikt die is opgeslagen in een container (zie foto). Vanuit de waterstofcontainer gaat de waterstof via de bestaande gasleiding onder de grond naar het Inspiratiehuis. In de ombouw naar waterstof is de gasleiding zorgvuldig gecontroleerd op lekdichtheid. Door de leiding eerst te spoelen en te beproeven met stikstof en vervolgens met waterstof, is vastgesteld dat de leidingen lekdicht zijn. In het Inspiratiehuis hangen drie waterstof cv-ketels. Deze ketels zijn geïnstalleerd op de eerste verdieping in een van de kamers en uitgebreid getest. De komende twee maanden wordt de woning verwarmd met waterstof.

Rol waterstof in de gebouwde omgeving
Vóór 2030 verwacht Stedin niet dat waterstof een grote rol gaat spelen in de gebouwde omgeving, maar wel een belangrijke. Om na 2030 waterstof als volwaardig alternatief in te kunnen zetten is het daarom belangrijk om kennis en ervaring op te doen en te ontdekken welke rol waterstof kan krijgen. Innoveren en experimenteren.

  • januari 28, 2022
  • 22 views
Brede coalitie wil grootste knelpunten op stroomnet aanpakken

Een brede coalitie van 14 partijen waaronder Techniek Nederland, netbeheerders, een aantal andere branches en overheid wil de komende kabinetsperiode structurele oplossingen realiseren voor de huidige knelpunten op het elektriciteitsnet. Daarmee wordt meer grootschalige productie van energie uit zon en wind mogelijk en kan de elektrificatie van woningen, vervoer en de industrie versnellen. Dat is belangrijk voor de verduurzaming van onze energiehuishouding en voor het vestigingsklimaat in ons land. De coalitie, onder de naam ‘Actieteam Netcapaciteit’, vraagt minister Jetten voor Klimaat en Energie onder meer om een aantal wettelijke aanpassingen. Ook is voor een stimuleringsprogramma voor innovatieve oplossingen 200 miljoen euro per jaar nodig uit de nieuwe middelen voor klimaatbeleid.

Nederland investeert nu al jaarlijks gemiddeld circa 3 miljard euro in het elektriciteitsnet om zon- en windparken te kunnen aansluiten en elektrificatie van zowel huishoudens als bedrijven mogelijk te maken. Daardoor is ons land wereldwijd één van de koplopers als het gaat om zonnestroom. Veel grote zon- en windparken, ondernemers en woningbouwprojecten wachten als gevolg van schaarste op het elektriciteitsnet echter op aansluiting. Ook voor de industrie moet vanwege de verduurzamingsplannen in het MIEK (Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat) veel capaciteit beschikbaar komen op het elektriciteitsnet. Voor de plannen van gemeenten en provincies, gebundeld in de RES’en (regionale Energie Strategie) is ruimte op het net ook onmisbaar.

Belemmeringen
Grote tekorten aan technici, lange realisatietermijnen en regelgeving belemmeren echter snelle verzwaring en aanpassing van het net. Ook kunnen domweg niet overal tegelijk de straten open. Voor de komende drie jaar staan er veel grote zon- en windparken op de planning die zonder creatieve oplossingen vooralsnog niet aangesloten kunnen worden. Het gaat dan om ruim 10 Gigawatt aan zonnestroom en 3,7 Gigawatt aan windprojecten die in de pijplijn zitten, goed voor het elektriciteitsverbruik van ruim 6 miljoen huishoudens.

Snelle oplossingen zijn nodig
Het nieuwe Actieteam Netcapaciteit wil voor de grootste knelpunten snelle oplossingen zoeken in de komende kabinetsperiode en schetst in haar voorstel de hoofdlijnen waarlangs dit kan. Daarbij ligt er een kans voor bestaande en nieuwe marktpartijen om slimme technieken in te zetten. Denk aan lokale opslag van energie, vraagstimulering of curtailment (regeltechnieken op basis van data, waarbij bijvoorbeeld aanbod-  of vraagpieken worden afgevlakt). Daarnaast blijven verzwaring van het net en congestiemanagement structurele oplossingen.

Randvoorwaarden
De 14 partijen nemen met hun voorstel verantwoordelijkheid voor gezamenlijke oplossingen maar vragen tegelijkertijd minister Jetten voor Klimaat en Energie om mede-eigenaarschap en concrete acties. Zo is op korte termijn invulling nodig van een aantal randvoorwaarden:
-           het verkorten van realisatietermijnen voor netuitbreiding, bijvoorbeeld door het inrichten van een fast lane met gespecialiseerde (juridische) beleidsmedewerkers;
-           De mogelijkheid voor overheden om – in overleg met betrokkenen – maatschappelijk afgewogen keuzes te maken bij het verdelen van de schaarse elektriciteit.
-           Snellere aanpassing van wet- en regelgeving die het mogelijk maakt dat netbeheerders en marktpartijen samen optimaal flexibiliteit (zoals batterijen) kunnen inzetten;
-           Onderzoek naar het effect van financiële prikkels in het technisch beroepsonderwijs. Denk bijvoorbeeld aan een afstudeerbonus voor mbo’ers techniek en extra financiering voor techniekopleidingen. Er zijn ook nu al veel te weinig technische vakmensen voor netverzwaring, maar óók om zonnepanelen en warmtepompen te plaatsen.

Stimuleringsprogramma
Voor de inzet van flexibiliteit en creatieve oplossingen adviseert het Actieteam Netcapaciteit een stimuleringsprogramma van jaarlijks 200 miljoen euro gedurende deze kabinetsperiode. Hiermee kan de invoering van bestaande en nieuwe technieken bij grote knelpunten in het net een impuls krijgen. Denk bijvoorbeeld aan grootschalige opslag of het sturen van de lokale vraag.

De volledige coalitie bestaat uit: Energie-Nederland, Energie Samen, Energy Storage NL, FME, Holland Solar, IPO, Koninklijke Bouwend Nederland, Netbeheer Nederland, NVDE, NWEA, Techniek Nederland, VNG, VNO-NCW/MKB Nederland en WENB.

 

  • januari 20, 2022
  • 19 views
Geen planning bij woningcorporaties om woningen te verduurzamen

Woningcorporaties worstelen met de vraag hoe ze hun bestaande woningvoorraad moeten verduurzamen. Met name de onzekerheid over technische oplossingen en onduidelijkheid op beleidsniveau zorgen ervoor dat driekwart van de ondervraagde woningcorporaties nog geen planning heeft gemaakt voor het gasarm of gasloos maken van hun woningvoorraad. Dit en meer blijkt uit het vandaag gepresenteerde ‘Marktonderzoek Verduurzaming Warmtevoorziening’ dat econic, met de financiële steun van de Rijksdienst voor Ondernemers (RVO) en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), onder 60 woningcorporaties in Nederland heeft uitgevoerd.

Om inzichtelijk te krijgen op welke manieren woningcorporaties invulling geven aan het Klimaatakkoord, hoe zij de verduurzaming van hun woningen organiseren en welke mogelijkheden er zijn om het overstappen op duurzame alternatieven toegankelijker en attractiever te maken, verleenden RVO en EZK in 2021 subsidie aan een consortium van partijen die met hun projectplan ‘In twee stappen naar een aardgasvrije en comfortabele Nederlandse woonomgeving’ technische en financiële oplossingen zoeken om vastgoedpartijen te helpen bij hun verduurzamingsopgave. Het vandaag gepresenteerde marktonderzoek is de eerste output van het consortium, dat de markt onder andere inzicht moet geven in de rol die een hybride warmtepomp en de bijbehorende dienstverlening kunnen spelen in de verduurzamingsopgave van woningcorporaties.

Betrokkenheid is groot, uitvoering is een worsteling
Wat opvalt in de onderzoeksresultaten is dat de betrokkenheid van woningcorporaties bij de thema’s duurzaamheid, klimaat en CO2-reductie groot is. Doorrekeningen zijn gemaakt, visies opgesteld, adviseurs zijn ingeschakeld en er wordt volop samengewerkt, maar ondanks alle inspanningen wordt er duidelijk geworsteld met de vraag hoe de verduurzaming van de warmtevoorziening het best uitgevoerd kan worden en of deze haalbaar is. Met name voor hun bestaande woningvoorraad. Ook is het de vraag wat de beste technische oplossing per woningproject is: warmtenet, all-electric of hybride, individuele of collectieve systemen? Vaak zijn er verschillende oplossingen nodig voor het diverse woningbestand dat zich in meerdere gemeenten bevindt.

Routekaart voor de verduurzaming ontbreekt
Mede door de onduidelijkheden op zowel beleids- als oplossingenniveau heeft driekwart van de ondervraagde woningcorporaties nog geen concrete planning gemaakt voor het gasarm of gasloos maken van hun woningvoorraad. Het merendeel van de ondervraagden geeft aan dat het toepassen van nieuwe installatietechnieken om woningen gasarm of gasloos te maken pas gebeurt als alle woningen energetisch op niveau zijn gebracht door extra isolatie aan te brengen én wanneer corporaties er zeker van zijn dat ze spijtvrij kunnen investeren.

CO2-neutraal in 2050 is financieel niet haalbaar
Ruim 50 procent van de ondervraagden geeft aan dat de opgave van CO2-neutraal in 2050 voor hun organisatie financieel niet haalbaar is. De ondervraagden maken zich grote zorgen over de almaar stijgende bouwkosten en het gebrek aan menskracht en expertise in de bouwkolom, in hun eigen organisatie en bij gemeenten. Als gevolg daarvan kloppen eerdere doorrekeningen niet meer en zijn de kosten veel hoger dan waar eerder mee is gerekend. Daarbij komt nog de onzekerheid over de toe te passen technieken – all-electric of hybride, individueel of collectief. Ook geven de woningcorporaties aan  dat zij hun investeringen, die steeds groter worden door stijgende kosten, niet kunnen terugverdienen.

Het volledige marktonderzoek met daarin de belangrijkste observaties en conclusies is vanaf vandaag gratis te downloaden op econic.homes 

 

[pt_view id="461ed0fwis"]

  • januari 14, 2022
  • 19 views
Circulaire basisschool met duurzame installatietechniek

Basisschool De Verwondering in Almere is een circulair en duurzaam gebouw. Dat betekent dat het gebouw makkelijk is te demonteren aan het einde van zijn levensduur. Bovendien zijn er de nodige passieve bouwkundige maatregelen genomen om ongewenste opwarming of warmteverlies te voorkomen. Gekozen is verder voor een ijsbuffer warmteopslagsysteem, geïntegreerd ontworpen met zonnecollectoren en andere energiebesparende systemen.

Rondom de basisschool staan bomen die het daglicht filteren. De centrale ruimte heeft overstekken. Klaslokalen met glaspartijen op het zuiden en zuidwesten hebben passieve zonwering bestaande uit een semitransparante luifel die directe zoninstraling verhindert. Ook de vegetatie op het dak en de klimrekken met beplanting op zonrijke gevels gaan oververhitting van het gebouw tegen.

Isolatie
De ramen zijn van dubbel of triple glas. De lemen binnenwanden hebben als extra voordeel dat ze de warmte of koude langer vasthouden. Ze fungeren dus dankzij hun thermische massa als buffers.

Stroom
Op het dak liggen onder andere PV-panelen. Ze leveren voldoende energie om aan de gebouwgebonden vraag te voldoen. De Verwondering kan de resterende stroomvraag invullen via het reguliere net. Het is behoorlijk druk op het dak. Naast de PV-panelen, liggen er ook zonnecollectoren en wordt een deel benut als groen dak. De Verwondering heeft daar een buitenspeellokaal op laten plaatsen, bovendien lopen er kippen rond en worden er onder andere tomaten gekweekt.

Warmteopwekking
Bijzonder is ook de verwarmingsinstallatie met een ijsbuffer, die een variatie is op een warmteopslagsysteem. Dit ijsbuffer warmteopslagsysteem is geïntegreerd ontworpen met zonnecollectoren en andere energiebesparende systemen. Het opslagsysteem verwarmt en koelt gebouwen door slimme toepassing van bestaande natuurwetten. De clou: bij de overgang van koud water naar ijs wordt een enorme hoeveelheid energie omgezet, de zogenaamde kristallisatiewarmte. Zodra het volledig geautomatiseerde systeem signaleert dat de energie van de zon en de lucht niet langer toereikend is om de warmtebehoefte te dekken, onttrekt het systeem extra energie uit de ijsbuffer. De ijsbuffertank staat in een betonnen kelder onder het buitenterrein.

Afgiftesysteem
Voor de warmteafgifte zijn verschillende opties de revue gepasseerd. Vloerverwarming lag voor de hand, maar viel af, omdat het een te traag werkend systeem is. Vandaar dat er is gekozen voor een combinatie van luchtverwarming met elektrische naverwarming. Het pand heeft een gebalanceerd ventilatiesysteem met WTW, per cluster staat er een LBK opgesteld. Via airsocks worden in de lokalen grote hoeveelheden lucht aangevoerd met een lage snelheid. De gebruikte lucht gaat via de gangen naar de centrale ruimte en wordt daar afgezogen.

Zomernachtventilatie
De basisschool heeft daarnaast een natuurlijk ventilatiesysteem. Ieder lokaal heeft een ventilatienachtluik. Dat is een inbraakwerend ventilatierooster met thermisch onderbroken klep. Deze is zo hoog mogelijk in het raamkozijn geïntegreerd. Als je overdag intensief wilt ventileren, dan zet je het luik open en schakelt de basisventilatie uit. Noodzakelijk, want anders krijg je kortsluiting in de luchtstroom. 's Avonds gaan sowieso de luiken open, maar ook de dakkappen. Zo ontstaat er een thermische trek, waardoor de school ieder uur met 5 tot 7 keer het gebouwvolume aan lucht ververst wordt. En dat met een snelheid vanaf 2 meter per seconde.

Meer weten over dit project? Het uitgebreide artikel is terug te vinden in het praktijkblad InstallateursZaken van januari. Ontvangt u het blad nog niet? Vraag dan hier een gratis proefabonnement aan.

  • december 2, 2021
  • 19 views
Diverse onderdelen stelsel EPG geactualiseerd

Vanaf begin 2022 worden verschillende geactualiseerde onderdelen van het Stelsel Energieprestatie van gebouwen (EPG) beschikbaar gesteld aan de markt. Na een gewenningsperiode van vijf maanden is het voornemen om de onderdelen op 1 juni 2022 wettelijk in werking te laten treden.

Sinds het Stelsel EPG op 1 januari 2021 van kracht werd, zijn kleine aanpassingen en verduidelijkingen verwerkt in bepalingsmethode NTA 8800, opnameprotocollen en BRL-en. In samenwerking met het ministerie van BZK worden begin 2022 nieuwe versies of wijzigings- en interpretatiedocumenten gepubliceerd bij NTA 8800, de opnameprotocollen en de BRL’en van het stelsel.

Gewenningsperiode
Voor een soepele overgang voor marktpartijen en adviseurs, is er een gewenningsperiode van vijf maanden. Het voornemen is om de onderdelen op 1 juni 2022 wettelijk in werking te laten treden, waarna gewerkt moet worden op basis van de nieuwste wijzigingen en interpretaties.

Actualisatie van de verschillende onderdelen
Vanaf 1 januari 2022 zijn de volgende geactualiseerde onderdelen beschikbaar:

  • Een nieuwe versie van de bepalingsmethode, NTA 8800:2022, waarin interpretaties, omissies en aanvullende inhoudelijke wijzigingen zijn geïntegreerd. Om inzichtelijk te maken welke wijzigingen zijn aangebracht, wordt een informele versie van de NTA gepubliceerd op gebouwenergieprestatie.nl. Hierin zijn de aanpassingen met track changes bijgehouden.
    • Interpretatie- en wijzigingsbladen bij de opnameprotocollen, te weten ISSO-publicatie 75.1 voor utiliteitsbouw en ISSO-publicatie 82.1 voor woningen en woongebouwen. In januari komen de geïntegreerde versies van de opnameprotocollen beschikbaar voor de markt.
    •             Wijzigingsbladen bij de beoordelingsrichtlijnen BRL 9500 Utiliteitsbouw en Woningbouw.
    Vanaf 15 februari 2022 is geattesteerde software op de markt:
    •             Deze software is geattesteerd volgens BRL 9501 en het meest actuele wijzigingsblad, dat aansluit bij NTA 8800:2022, is geschikt voor het berekenen van de energieprestatie van een gebouw volgens NTA 8800.
    •             Tussen 15 februari 2022 en 1 juni 2022 zijn twee versies van de software voor de markt beschikbaar. De nieuwe geattesteerde versie is beschikbaar om voor te bereiden op de voorgenomen regelgeving.

Opfriscursus EP-adviseurs
Beoogd wordt dat vanaf 1 juni 2022 de geactualiseerde versies van NTA:8800, BRL 9500 Utiliteitsbouw en Woningbouw en BRL 9501 wettelijk in werking treden. Begin april kunnen adviseurs een opfriscursus volgen, te vinden op de websites van de verschillende opleiders. Hierin worden zij geïnformeerd over de wijzigingen en veelgemaakte fouten. Het is voor de markt van belang dat de wijzigingen zo snel mogelijk worden toegepast, daarom kunnen adviseurs hier al voor 1 juni mee aan de slag. Adviseurs dienen deze opfriscursus uiterlijk op 1 oktober gevolgd te hebben.

Voor 2023 werken de betrokken partijen aan een jaarlijkse cyclus voor het verwerken van aanpassingen in NTA 8800, de opnameprotocollen, software en BRL’en.

[pt_view id="0bdb3775jv"]

  • november 10, 2021
  • 25 views
Eerste woning met individuele aansluiting op ondergronds waterstofnet

Medio november krijgt voor het eerst in Europa een bestaande woning een individuele aansluiting op een lokaal, ondergronds waterstofnet. Daardoor kunnen de bewoners hun huis en tapwater volledig met waterstof verwarmen. Waterstof is een alternatief voor aardgas, waarvan de levering en prijs momenteel onder druk staan. In de proefwoning onderzoekt consortium H2@Home ‘live’ hoe je waterstof zo optimaal en veilig mogelijk in een woonomgeving toepast.

“Er is geen enkele reden om aan de veiligheid van waterstof te twijfelen, en dat gaan we in dit huis aantonen”, zegt Ben Mureau namens H2@Home1. De woning is onderdeel van een replica jaren-70 woonblok van het DreamHûs dat op het terrein van fieldlab The Green Village (TGV) van de TU Delft Campus staat. Afgelopen zomer ondertekenden de partners van het H2@Home-consortium meerdere overeenkomsten voor het project. Doorslaggevend voor de start was de toestemming van Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) om het lokale waterstofnet te gebruiken. Sindsdien leggen de consortiumpartners de waterstofinstallatie en testfaciliteiten in de woning aan. Na aansluiting op het net zullen de bewoners in gebruik, warmte en comfort geen verschil merken ten opzichte van hun huidige cv-installatie.

Primeur: de eerste woning op waterstof
De proefopstelling van H2@Home is een primeur op het Europese vasteland. Volgens H2@Home zit dat unieke karakter in een combinatie van factoren: de waterstof wordt via een ondergronds leidingnet (vergelijkbaar met een aardgasnet) aangevoerd, de woning is bewoond, het gaat om een individuele woonaansluiting en de waterstofleidingen lopen ook door de meterkast en gebruiksruimten van het huis. Juist deze combinatie maakt de testomgeving realistisch en de resultaten van groot belang om huishoudens in de toekomst toegang tot waterstof te kunnen bieden.

Reële testomgeving
Waterstof is een alternatief voor aardgas, maar speelt momenteel nog slechts een zeer beperkte rol in de gebouwde omgeving. Waarschijnlijk gaat dit na 2030 veranderen. Het overzetten van een aardgasinstallatie op waterstof is nog onbekend terrein. De standaard procedures voor de installatie en het gebruik van aardgas zijn niet zonder meer op waterstof toepasbaar. Juist de brede expertise van het H2@Home consortium2, dat uit netbeheerders, fabrikanten en andere partijen bestaat, maakt het mogelijk om gezamenlijk allerlei facetten te onderzoeken. Wat is er nodig om veilig en betrouwbaar te installeren en monteren? Hoe reageren de leidingen en apparaten op waterstof? Welke eisen moeten in wet- en regelgeving verankerd worden? Enzovoorts. “Wij kunnen in deze reële omgeving perfect leren hoe we met waterstof moeten omgaan; de risico-analyses zijn uitvoeriger dan straks nodig is.”

Veiligheid boven alles
Vanaf medio november gaat H2@Home intensief testen en zullen er incidenteel calamiteitenoefeningen plaatsvinden, zoals met het uitvallen van de waterstofketel. Sensoren in de woning meten onder meer druk en temperatuur en de leidingen worden gecontroleerd op met name trillingen en lekkages. Tevens worden nieuwe modules getest, zoals een beveiliging die de waterstoftoevoer bij eventuele lekkage meteen afsluit. De proef wordt in juli 2022 afgerond.

[pt_view id="ba9a45colw"]

  • november 2, 2021
  • 15 views
Nieuwe vakdiscipline: Verduurzamer

Tijdens Building Holland is de oprichting van het Gilde van Verduurzamers aangekondigd. Initiatiefnemers Wietse Walinga (Smart Workplace/Duurzaam Gebouwd), John Lens (TVVL) en Harm Valk (Nieman Raadgevende Ingenieurs) presenteerden het Gilde van Verduurzamers en haar eerste voorzitter: Suze Gehem (foto, Groene Grachten). Het gilde wil zich ontwikkelen tot de beroepsvereniging van alle professionals in de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Het zet zich in voor kennisdeling en kennisontwikkeling dwars door alle branches in de sector heen: van bouwers en installateurs tot beleidsmakers en adviseurs.

De aankondiging van het Gilde van Verduurzamers viel samen met de afsluiting van de vijfde editie van de cursus Basiscertificaat Energietransitie Gebouw Omgeving, waarin de initiatiefnemers intensief samenwerken met de transitiemakers van Squarewise. De deelnemers horen bij de eerste Verduurzamers, net als hun voorgangers van de afgelopen jaren. Daarmee maken de Verduurzamers een vliegende start. Vanaf begin 2022 kunnen ook andere professionals zich aanmelden.

Het verschil maken
Voorzitter Suze Gehem: “Onze maatschappij heeft een schreeuwend tekort aan goede vakmensen om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te realiseren. Van duurzame planvorming tot aan de uitvoering. Het gilde gaat daarom samen met talentvolle vakmensen aan de slag om het verschil te maken, want alleen samen kunnen we grenzen verleggen en de ambitieuze doelstellingen behalen.”

Gedreven professionals
Daarmee benadrukt ze dat de Verduurzamers een groeiende groep is van gedreven professionals, die samenwerking en kennisuitwisseling in hun DNA hebben. Het Gilde van Verduurzamers faciliteert het onderlinge contact, schoolt bij, geeft een podium, maakt herkenbaar. Het gilde wil Verduurzamer als vak op de kaart zetten, zodat iedereen kan antwoorden op de vraag ‘Wat wil je worden?’ Verduurzamer! Hiervoor gaan de Verduurzamers intensieve gesprekken voeren met onderwijs, kennisinstellingen, overheden en brancheverenigingen. Het gilde heeft de ambitie te groeien naar een omvang van 3000 leden in drie jaar, zodat het een betekenisvolle speler is in kennisontwikkeling en opleiding.

Nieuwe discipline
Gideon Jan Willem van de Groep herkent de noodzaak van professionals met een brede blik: “Het verduurzamen van de gebouwde omgeving is niet iets wat aannemers en installateurs ‘er bij’ kunnen en moeten doen. Verduurzamen is een vak en het verduurzamingsbedrijf een nieuwe discipline. De vakmensen zijn kennisrijke generalisten die worden opgeleid om van alles wat te kunnen, ze hoeven immers niet een heel gebouw te kunnen maken. Wellicht gespecialiseerd in specifieke woningtypes en technieken. De vertegenwoordiging van deze nieuwe vakdiscipline bestond nog niet, nu wel!”

[pt_view id="9d5ec2474x"]

  • oktober 28, 2021
  • 19 views
Haagse vastgoedprojecten aangesloten op duurzame energievoorziening

In Den Haag slaan ontwikkelaar Stebru en Eneco de handen ineen. Er worden 1141 woningen en 9.311 m2 nieuw te realiseren commercieel vastgoed aangesloten op een duurzame energievoorziening. Het project ‘Frank is een Binck’ wordt aangesloten op BinckNet® en de projecten ‘Maestro’ en ‘Levels’ krijgen een warmte- en koudeopslag (WKO).

De Binckhorst wordt in de toekomst CO2-vrij dankzij een netwerk voor verwarmen en koelen dat vanaf 2024 beschikbaar is. De slimheid van het BinckNet zit in het optimaal inzetten van diverse lokale bronnen, afgestemd op de vraag voor Warmte & Koude vanuit de eindgebruikers. BinckNet groeit flexibel mee in het tempo dat de woningen gebouwd worden en koppelt uiteindelijk alle energienetwerken van de gebouwen in deze stadswijk aan elkaar. De energie die nodig is in het gebied, wordt lokaal opgewekt en opgeslagen. Denk aan warmte- en koudeopslag (WKO) en warmtepompen, maar ook aan aquathermie en/of geothermie. Bestaande woningen, bedrijven en voorzieningen krijgen in de toekomst duurzame warmte uit BinckNet, zonder dat ingrijpende wijzigingen nodig zijn. Het resultaat is een duurzame, betaalbare en lokale energievoorziening die zorgt voor een comfortabel binnenklimaat: verwarming in de winter en koeling in de zomer.

Samenwerking Stebru en Eneco
Projectontwikkelaar Stebru en Eneco starten met drie nieuwbouwprojecten in Den Haag: ‘Frank is een Binck’, ‘Maestro’ en ‘Levels’. Dit is de eerste stap. De samenwerking wordt in de toekomst verder uitgebreid, zodat ook nieuwe projecten aangesloten worden op duurzame energievoorziening. Bart Snijders, Adjunct Directeur Ontwikkeling van Stebru, en Martijn van der Zande, Commercieel Directeur Warmte & Koude van Eneco, tekenden hiervoor op 27 oktober op de Provada Vastgoedbeurs in de RAI de overeenkomst.

Start 2021
De realisatie van de drie projecten start deze maand met het project ‘Frank is een Binck’ en wordt gefaseerd opgeleverd. ‘Frank is een Binck’ is naar verwachting klaar in het tweede kwartaal van 2024. Daarna volgen in 2025 ‘Maestro’ en ‘Levels’.

  • oktober 21, 2021
  • 22 views
Online een eigen PvE samenstellen

Na het uitbrengen van het rapport Programma van Eisen (PvE) Gezonde Kantoren kan nu ook online een eigen PvE worden samengesteld. De nieuwe tool biedt de mogelijkheid van een maatwerk PvE op basis van de eisen uit de publicatie. Per deelaspect kan het gewenste ambitieniveau worden gekozen. Zo ontstaat er een PvE, specifiek gericht een gebouw.

Met het PvE, ontwikkeld door Binnenklimaat Nederland, Platform Duurzame Huisvesting, RVO en TVVL, krijgt de gebouweigenaar handvatten om een gezond, comfortabel en productiviteit-bevorderend binnenklimaat te waarborgen. Regels en eisen voor kantoorgebouwen waren er altijd al, maar niet overzichtelijk bij elkaar gebracht in een document. Met deze reden werd in 2018 het Programma van Eisen Gezonde Kantoren opgesteld. Inmiddels is het PvE Gezonde kantoren door veel installateurs, adviseurs en opdrachtgevers toegepast.

Vooraf eisen formuleren
Uitgangspunt is dat bij nieuwbouw en renovaties van kantoren vooraf eisen worden geformuleerd waarop ontwerpers, installateurs en aannemers hun plannen kunnen baseren. Het PvE bestaat uit vier onderdelen: lucht, klimaat (thermisch binnenklimaat), licht en geluid, waarbij voor elk onderdeel wordt gewerkt met drie ambitieniveaus (A t/m C).

Kijk voor meer informatie op de website van Platform Binnenklimaattechniek https://www.binnenklimaattechniek.nl/kwaliteit/pve-gezonde-kantoren/

[pt_view id="3ee46aac38"]

  • september 28, 2021
  • 19 views
Kantoor DWA Gouda voorzien van eerste Binnenklimaat Label

Het verduurzaamde kantoorgebouw van DWA aan de Harderwijkweg in Gouda is als eerste in Nederland voorzien van een gecertificeerd Binnenklimaat Label. Het gebouw heeft het allerhoogste niveau gekregen: Binnenklimaat Label A ‘zeer goed’. Met het label kunnen zowel gebouweigenaren als werkgevers aantonen dat de werkplek gezond en comfortabel is.

Jaap Dijkgraaf, algemeen directeur bij DWA: “Bij de renovatie van ons kantoor in Gouda is vanzelfsprekend aandacht besteed aan gezondheid en comfort. Het is voor ons buitengewoon inspirerend dat onze resultaten getoetst en gewogen zijn en bekroond met Binnenklimaat Label A ‘zeer goed’. Opnieuw hebben we daarmee aangetoond dat met vakmanschap, creativiteit en doorzettingsvermogen ook bij renovatie hoge standaarden zijn te halen.”

Tweede leven
Reinier van Kooten, directeur bij Duijnstede Beheer: “Wij zijn enorm trots op deze certificering voor een kantoorpand uit de jaren ’80. Velen hadden dit pand al afgeschreven, maar zowel DWA als Duijnstede waren ervan overtuigd dat we met onze gezamenlijke ambitie en de professionele kennis van DWA dit pand een tweede leven zouden kunnen geven. Gezien de bijzonder goede certificering kunnen we niet anders dan concluderen dat dit is gelukt. Zo’n resultaat is ook voor ons weer een inspiratiebron om binnen onze portefeuille verder te verduurzamen en op zo’n wijze onze bijdrage te leveren aan het klimaat.”

Klasse A-gebouw
Of een kantoor voldoet aan de normen van het Binnenklimaat Label, wordt getoetst aan de hand van vier onderdelen uit het Programma van Eisen Gezonde Kantoren: lucht, licht, klimaat en geluid. Het PvE Gezonde Kantoren is een handreiking voor het ontwikkelen en herontwikkelen van kantoren die niet alleen energiezuinig moeten worden, maar ook gezond en comfortabel moeten zijn. Voor de vier onderdelen zijn drie ambitieniveaus geformuleerd. Klasse C geeft een ‘voldoende’ aan, klasse B betekent ‘goed’ en de beste beoordeling is klasse A, met een ‘zeer goed'.

[pt_view id="53f14cdw9n"]