• juli 11, 2017
  • 123 views
Warmte van afvalcentrale verwarmt Amsterdamse nieuwbouwwijk

Afgelopen week is het warmtenet van de Amsterdamse nieuwbouwwijk Houthaven gekoppeld aan de nieuwe warmtetransportleiding. Deze leiding, afkomstig van het AEB Afvalenergiebedrijf, brengt milieuvriendelijke warmte de wijk in en realiseert daarmee een CO2-besparing van minimaal zeventig procent in vergelijking met hr-ketels per woning. De woningen in deze klimaatneutrale wijk worden in de zomermaanden gekoeld met koude gemaakt met koud IJ-water.

Klimaatneutraal
Het warmte- en koelingsysteem van Westpoort Warmte – een joint venture van Nuon en AEB Amsterdam – staat aan de basis van de klimaatneutraliteit in deze wijk. De eerste jaren is een beperkt aantal woningen voorzien van warmte vanuit een tijdelijke warmtecentrale. De koeling is vanaf het begin lokaal en duurzaam opgewekt.

Verschillende warmtebronnen
Nu Houthaven een aansluiting heeft op de nieuwe warmtetransportleiding, krijgt de wijk warmte die gemaakt wordt van onder meer Amsterdams huisafval. Maar ook een bedrijf als Orgaworld levert warmte aan het stadswarmtenet. Orgaworld verwerkt organisch afval dat bijvoorbeeld afkomstig is van Amsterdamse restaurants. Dit gebeurt door vergisting. Bij dit proces ontstaat warmte, dat Orgaworld levert aan het stadswarmtenetwerk van Westpoort Warmte.

Koud IJ-water
De woningen in Houthaven zijn daarnaast aangesloten op het koudenet. Hiermee worden de woningen duurzaam gekoeld in de zomermaanden. De koude wordt gemaakt met koud IJ-water en gedeeltelijk ook in de bodem opgeslagen als buffer tijdens de warme zomerdagen. Het is voor het eerst dat stadswarmte en duurzame koeling op zo’n grote schaal in een wijk worden toegepast.

De aanleg van de warmtetransportleiding naar Houthaven is dit jaar uitgevoerd. “Het was een uitdaging om alles, vooral het verkeer, in goede banen te leiden,” zegt Gijs van der Zon, projectmanager bij Nuon Warmte, over de klus. “We moesten een aantal keren de weg kruisen, en dat op een drukke verkeersader richting het centrum. Ik ben trots op iedereen die in de voorbereiding en uitvoering heeft meegewerkt en vind het mooi dat we Amsterdam weer een beetje duurzamer maken.” Komend jaar zullen circa 700 woningen opgeleverd worden. Uiteindelijk komen er 2.200 woningen in Houthaven.

  • juli 7, 2017
  • 133 views
Energieneutrale woontoren opgeleverd

Hurks heeft een energieneutrale woontoren opgeleverd. ‘De Spakler’ staat in de nieuwe Amsterdamse woonwijk Amstelkwartier. Het 73 meter hoge gebouw heeft een energieprestatie-coëfficiënt (EPC) van nul. De energieprestatie-coëfficiënt (EPC) van nul wordt onder meer bereikt door de toepassing van ongeveer 2.500 m2 PV-panelen. Om elektriciteit op te wekken voor de woningen zijn zowel op het dak als op een deel van de gevels panelen in het gevelontwerp geïntegreerd. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van stadsverwarming en heeft de woontoren een hoogwaardig geïsoleerde gebouwschil van prefab betonnen sandwich gevelelementen.

  • juli 6, 2017
  • 127 views
Nul op de Meter met stadswarmte voor hoogbouw

Woningcorporatie Portaal en energiebedrijf Eneco tekenen een intentieovereenkomst om de haalbaarheid te onderzoeken voor de realisatie van Nul op de Meter (NOM) hoogbouwwoningen met stadswarmte in Utrecht Overvecht. De woningcorporatie heeft de ambitie om een groot deel van haar woningbezit duurzamer te maken. De eerste Nul op de Meter eengezinswoningen zijn inmiddels gerealiseerd of in aanbouw. De volgende uitdaging is nu het aanpakken van appartementengebouwen. Portaal wil zo’n 800 hoogbouwwoningen in Utrecht Overvecht duurzamer maken, die nu al aangesloten zijn op stadswarmte.

NOM in combinatie met stadswarmte
NOM is tot nu toe gebaseerd op all-electric varianten, maar dit biedt geen oplossing voor hoogbouw hoger dan vijf lagen. Het dakoppervlak is dan bijvoorbeeld te klein om voor het hele gebouw voldoende zonne-energie op te wekken. In deze intentieovereenkomst wordt NOM in combinatie met stadswarmte onderzocht. Hiermee kunnen Nul op de Meter woningen ook mogelijk worden voor hoogbouw.

Verduurzamen energiebron
Eneco heeft de ambitie om haar stadswarmtenet in Utrecht en Nieuwegein in de toekomst volledig van duurzame warmte te voorzien. Voor deze transitie zijn vele nieuwe duurzame warmtebronnen nodig. De gewenste verduurzamingsslag kan daarom alleen stapsgewijs plaatsvinden. Het NOM concept, dat een oplossing moet bieden voor hoogbouw van meer dan vijf lagen, werkt alleen als de betreffende hoogbouw nu al voorzien kan worden van warmte die volledig duurzaam is. Om dit op te lossen moet de warmte van een nieuwe duurzame warmtebron aan deze woningen worden toegewezen.

Uitdagingen
Portaal en Eneco willen graag snel met dit concept aan de slag, maar bestaande wet- en regelgeving staan nog in de weg. Om het NOM concept voor hoogbouw succesvol toe te kunnen passen, moet het mogelijk worden om een duurzame bron toe te wijzen aan specifieke afnemers op een warmtenet, is er een werkbare Energie Prestatie Vergoeding nodig en zal er binnen de kaders van de Warmtewet ruimte moeten worden gecreëerd om varianten in tarieven te mogen aanbieden. Voor het aangaan van deze uitdagingen werken Portaal en Eneco mee aan het initiatief van de Warmteversnelling, waarin woningcorporaties, bouwers en warmtebedrijven samen serieuze stappen te zetten in de energietransitie van de gebouwde omgeving.

Het onderzoek van Portaal en Eneco richt zich nu specifiek op Utrecht Overvecht, met de intentie om bij succes deze mogelijkheid ook in andere wijken en gemeenten in te zetten.

  • juli 3, 2017
  • 125 views
Bewoners flat in Breda kiezen voor duurzaamheid en gaan van gas af

De 241 woningen van flat Moerwijkzicht in Breda gaan van het gas af. Op dit moment hebben de bewoners een gezamenlijk warmtesysteem met één warmteaansluiting op de begane grond. Ook is er een gezamenlijk warmwatersysteem. Het merendeel van de woningen heeft daarnaast nog een gasaansluiting. Ruim 70% van de bewoners koos voor de duurzame oplossing van een afleverset waarbij gebruik wordt gemaakt van restwarmte van de Amercentrale. Belangrijke argumenten voor deze keuze waren dat een cv-ketel ruimte inneemt, aardgas opraakt en het een duurzame oplossing is.

In mei 2017 is de beheerder gestart met het groot onderhoud aan de 241 woningen. Het streven is om voor het einde van het jaar hiermee helemaal klaar te zijn. Vanaf dan wordt ruim 30% aan CO2-uitstoot bespaard.

  • juni 28, 2017
  • 129 views
Passiefhuis wint ontwerpprijs van jubilerende specialist in elektrische vloerverwarming

Ter gelegenheid van haar 20-jarig bestaan organiseerde Speedheat Nederland vorig jaar een ontwerpwedstrijd voor architecten. Het ontwerp mocht fictief, maar moest wel realistisch zijn. Bovendien moest er een rol zijn weggelegd voor de elektrische verwarming van het jubilerende bedrijf. Het winnende ontwerp is een passief huis met rieten kap geworden van architect Wolter Heijligers van DSH Architecten, dat oorspronkelijk een warmtepomp zou krijgen. Dit ‘Passiefhuis’ verbruikt jaarlijks niet meer dan 15 kWh/m² voor ruimteverwarming.

Uiteindelijk werd dus toch gekozen voor elektrische vloer- en wandverwarming. De energie hiervoor wordt opgewekt door het grote platte dak maximaal te benutten voor zonnepanelen. Alleen boven de loggia is ruimte gereserveerd voor drie lichtkoepels, om de buitenruimte aangenaam licht te houden.

De elektrische vloerverwarming van Speeheat is een dun systeem dat zowel op vloeren als achter wanden en op plafonds kan worden aangebracht. Het systeem wordt niet in maar op de ondervloer aangelegd. Om energie te besparen kunnen vertrekken apart en via smartphone worden verwarmd en aangestuurd met slimme klokthermostaten.

De in het oog springende vorm van het winnende ontwerp is gebaseerd op de vorm van het kavel, met voor de kenners een knipoog naar de Amsterdamse school. De rondingen van de straat werden doorgezet in het ontwerp. Aan de straatzijde heeft de gevel een gesloten karakter, aan de tuinzijde is de gevel meer open. Door de lichtstroken op de begane grond, lijkt de markante rieten kap als het ware te zweven.

 

  • juni 27, 2017
  • 142 views
Installateur failliet, geen energieneutrale installatie

Acht gezinnen die hun woning energieneutraal wilden laten maken door installatiebedrijf ’Nederland Kiest Groen BV’, moeten toch op gas en stroom blijven stoken. Het Duivense bedrijf is failliet verklaard zonder maar één warmtepomp te hebben geleverd, meldt Omroep Gelderland op haar website. De gedupeerden betaalden tussen de 5 en 12.000 euro voor hun groene installatie. Ze dachten daarmee hun energierekening naar nul te kunnen brengen. De verwachting is dat zich de nog meer gedupeerden bij de curator zullen melden.

De directeur is volgens een assistent van de curator in verband te brengen met dubieuze beleggingsbedrijven. Vrijwel allemaal bieden ze ‘groene’ producten en investeringen aan die via callcenters verkocht worden. Het gaat om zo’n twintig personen die bedrijfjes oprichten en dan bestuurder of werknemer worden. Enkelen zouden betrokken zijn bij een bekende motorclub.

  • juni 22, 2017
  • 144 views
CO2-arme koeling voor mediapark

Vandaag tekenden duurzame-energieleverancier Ennatuurlijk en mediatechnologiebedrijf NEP The Netherlands de overeenkomst voor het leveren van CO2-arme koude aan NEP op het Media Park. Hiermee hebben beide partijen het startschot gegeven voor een duurzamer energiegebruik van het mediahart van Nederland en de gemeente Hilversum in het algemeen.

Met de ondertekening van de leveringsovereenkomst verzekeren Ennatuurlijk en NEP het gebruik van CO2-arme koude voor de koeling van het datahotel van NEP op het Media Park; het Tier 3-datacenter met meer dan tachtig racks aan servers en andere technische mediasystemen. Herman Exalto, commercieel directeur van Ennatuurlijk, Nico Roest, coo van NEP plaatsten hun handtekening onder de leveringsovereenkomst. “Per jaar vraagt ons datahotel 1.325.100 kilowattuur aan koude; dezelfde hoeveelheid energie die 400 huishoudens gemiddeld per jaar verbruiken”, aldus Roest. “Ennatuurlijk en NEP verlagen met de overeenkomst de CO2-uitstoot van ons datahotel met 60 procent.” De gemeente Hilversum ondersteunt de overeenkomst. Namens de gemeente was Nicolien van Vroonhoven aanwezig, wethouder van de portefeuille wonen, natuur en duurzaamheid en monumentenzorg.

Twee vliegen in één klap
De techniek achter de koeling van het datahotel zorgt ook voor duurzamere warmte voor de verwarming van de NEP kantoren in het Studio Centrum van het Media Park. Het datacenter vraagt stroom en koeling en produceert restwarmte. Water van 13 graden Celsius dat uit een ondergrondse koudwaterbron komt, neemt de restwarmte van het datacenter op en koelt zo de apparatuur. Het water warmt op tot 19 graden Celsius, wat de juiste temperatuur is om in de volgende stap van het proces de gebouwen op het Media Park te verwarmen.

Duurzaamheidsambitie
Het Media Park en de gemeente Hilversum richten hun pijlen al langer op duurzaamheid. Zo levert Ennatuurlijk al CO2-arme warmte en koude aan andere gebouwen op het Media Park en vinden er verkennende gesprekken plaats om energiebesparende maatregelen te treffen in de gemeente. “Dit is een hele slimme manier om op weg te gaan naar een zuinige mediasector. Dit soort creatieve oplossingen zijn nodig voor een CO2 neutraal Hilversum”, aldus wethouder Nicolien van Vroonhoven. Herman Exalto: “Samen met de gemeente pakken we kansen om te verduurzamen op. Naast het Media Park zullen ook projecten bij woningcorporaties een belangrijke rol spelen in het behalen van de duurzaamheidsambitie van Hilversum.”

  • juni 21, 2017
  • 129 views
Papierfabriek gaat warmte voor productie en huizen van 6 km diepte halen

Parenco in Renkum wil ultradiepe geothermie inzetten om warmte op te wekken voor haar productieproces van papier en om duizenden huishoudens te voorzien van warmte. De fabriek gebruikt stoom van 180 graden Celsius voor haar productieproces. Om duurzaam aan zo veel warmte te komen, moet tot 6 kilometer in de grond worden geboord. Het project in Renkum is één van de 7 consortia die deze week met het Ministerie van Economische Zaken de Green Deal voor ultradiepe geothermie ondertekenden.

Economische Zaken ziet veel potentie in ultradiepe geothermie om onze afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen. Het stimuleren van ultradiepe geothermie in Nederland is onderdeel van de Energieagenda, waarin de route wordt geschetst naar een CO2-arme samenleving in 2050.

Op dit moment zijn er al succesvolle projecten met geothermie op minder dan 4.000 meter diepte. Hierdoor kan de warmtevoorziening op basis van fossiele brandstoffen worden vervangen door een duurzaam alternatief. De warmte van deze diepte is echter niet toereikend voor toepassing in procesindustrie, zoals ook het geval voor Parenco die 180 graden warmte nodig heeft. Om verduurzaming van de hoge temperatuur warmtevoorziening te realiseren kan ultradiepe geothermie, waarbij warmte gewonnen wordt op meer dan 4.000 meter diepte, een oplossing bieden.

Nog weinig kennis
De kennis over de ondergrond op meer dan 4.000 meter diepte is echter nog onbekend waardoor UDG-projecten complex zijn om te ontwikkelen en steun vanuit Economische Zaken nodig is. Parenco, QNQ, Vito en Alliander DGO vormen sinds 2016 een consortium waarmee ze gezamenlijk een onderzoek zijn gestart om de mogelijkheden voor ultradiepe geothermie voor Parenco in Renkum, en de omliggende bebouwde omgeving, in kaart te brengen. Samen hebben deze partijen, als consortium, de Green Deal voor Ultradiepe Geothermie ondertekend.

Synergievoordelen
Het ondertekenen van de Green Deal ondersteunt het consortium bij het delen van kennis met de partijen in andere regio’s in Nederland die ook onderzoek doen naar UDG. Alle deelnemende partijen streven naar het behalen van synergievoordelen. Verduurzaming productieproces Het consortium beoogt met een ultradiepe geothermiebron zowel het productieproces van Parenco te verduurzamen, als de regio met behulp van een regionaal duurzaam warmtenet. Dit warmtenet zal gevoed worden met de aardwarmte, waarmee een forse verduurzaming in de regio van de energievraag zal plaatsvinden.

Meerdere partijen, waaronder gemeenten Wageningen, Ede en Renkum, zijn betrokken bij het initiatief van een duurzaam regionaal warmtenet.

  • juni 20, 2017
  • 116 views
Wijzigingsblad A1 bij NEN 7120 gepubliceerd

Als het gaat om de bepaling van de energieprestatie van gebouwen (EPG) is NEN 7120 sinds 2011 een begrip in de Nederlandse markt. Na de publicatie van een aantal correctiebladen is er nu voor het eerst een wijzigingsblad (A1) gepubliceerd. Aanleiding voor dit wijzigingsblad is om een aantal nieuwe technieken, die in toenemende mate in de praktijk gebruikt wordt, in de norm op te nemen en de methodiek op een aantal aspecten te verbeteren.

Aanvullingen
Naast een aantal kleine onderwerpen zijn in het wijzigingsblad onder andere de volgende onderwerpen opgenomen/aangepast:
– de waardering van biomassa;
– een aanpassing van de getalswaarde voor de primaire energiefactor voor elektriciteit;
– de waardering van booster warmtepompen;
– de herziene waardering van W/W (water/water) en B/W (brine/water) en L/W (lucht/water) warmtepompen voor ruimteverwarming;
– de waardering van ventilatieconvectoren; de waardering van de elektrische voorverwarming van een natuurlijke toevoerluchtvolumestroom.

Deze aanpassing van NEN 7120 is naar verwachting de laatste grote inhoudelijke aanpassing van de norm. Dit heeft alles te maken met de ontwikkeling van de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen (NTA 8800), gebaseerd op de Europese normen vanuit de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) in de komende jaren en de introductie van de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG).

Dit nieuwe wijzigingsblad A1 bij NEN 7120 wordt gelijktijdig met NEN 7125 gepubliceerd.

  • juni 17, 2017
  • 135 views
Oorspronkelijk samenwerkingsverband Stroomversnelling stopt ermee

De leden van de Deal Stroomversnelling, een samenwerkingsverband van zes woningcorporaties en vier bouwbedrijven, hebben besloten hun verenigingsverband op te heffen. De vereniging Stroomversnelling zette zich vier jaar geleden in de markt als een breed gedragen coalitie van partijen die gezamenlijk hun schouders onder de energietransitie willen zetten. “De Brede Stroomversnelling blijft wel bestaan, maar de oorspronkelijke innovatiebeweging van vier aannemers en zes corporaties heeft volgens hem weinig toegevoegde waarde”, vertelt voorzitter Lex de Boer in Cobouw. “Dit werkt zelfs steeds vaker remmend in plaats van stimulerend. Probeer maar eens een afspraak met tien partijen te maken.” In kleinere samenwerkingsverbanden gaan aannemers en corporaties nog door met het verduurzamen van huurwoningen. Maar de leden werken niet meer in verenigingsverband aan nul-op-de-meter concepten.

In een tussenevaluatie stelden corporaties Portaal, Lefier, Woonwaard, Stadlander, Tiwos en Wonen Limburg en bouwbedrijven VolkerWessels, BAM, Ballast Nedam en Dura Vermeer vast, dat de maatschappelijke doelen van de Deal Stroomversnelling zijn gerealiseerd en zijn opgepakt in de markt en de vereniging Brede Stroomversnelling, de plannen voor realisatie van de resterende woningen concreet genoeg zijn en daarmee de toegevoegde waarde van de vereniging als vliegwiel van deze ontwikkeling te beperkt en deels zelfs hinderlijk. Het verder verbeteren van de condities voor nul-op-de-meterrenovaties vinden zij bovendien in goede handen van de Brede Stroomversnelling liggen.

Verschillende redenen voor opheffing
Ing. Ron Bosch, Docent ‘Installatie Technologie’ aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en eigenaar van Technisch Ingenieurs Adviesbureau Bosch te Rosmalen, spreekt in een eerste reactie zijn vermoeden uit dat er verschillende redenen zijn waarom de vereniging zichzelf heeft opgeheven. De eerste reden betreft volgens hem het kosten-baten-plaatje: “In hoeverre is het al daadwerkelijk mogelijk om woningen met een NOM-status te realiseren die echt duurzaam zijn tegen aantrekkelijke kosten?”
Een tweede struikelblok is dat de betrokken partijen bij de deal aanhikken tegen de kwaliteitsborging; ofwel, wordt de NOM-status wel echt behaald? Bosch: “Kwaliteitsborging heeft een hoge vlucht genomen de afgelopen jaren. Meer en meer bedrijven specialiseren zich erin. Dit is onafwendbaar, vanwege de voortdurend aangescherpte regelgeving. Bovendien brengt kwaliteitsborging extra kosten met zich mee. Dit drukt weer op totale kostenplaatje van een NOM-renovatie.” Voor NOM-nieuwbouw geldt hetzelfde denkt Bosch: “Kwaliteitsborging brengt extra inzet met zich mee van personeel. Die kosten zullen aannemers verwerken in de prijs van de nieuwbouwwoning.”

Uiteenlopende belangen
Als derde punt noemt Bosch vaak uiteenlopende belangen die de betrokken partijen hebben, waardoor ze elkaar kunnen remmen in het ontwerp- en realisatieproces. Verder wijst hij erop dat er in de markt veel onduidelijkheid is over wat een NOM-woning nu behelst. Ga je bijvoorbeeld helemaal decentraal energie opwekken of blijf je, zoals bij het salderen, nog aangesloten op het energienet? Nog een punt is dat de marketing en conceptontwikkeling niet altijd goed aansluit op de marktvraag. Dit blijkt bijvoorbeeld uit onderzoeken van afstudeerders die Bosch onder zijn hoede heeft. Zo ontwikkelen grote bouwers soms concepten waar totaal geen behoefte aan is in de markt. Bosch vraagt zich af of er wel gedegen onderzoek wordt verricht voordat een nieuw concept wordt ontwikkeld en gelanceerd.
Hij denkt overigens wel dat de regelgeving op het gebied van duurzaamheid een stimulerend effect heeft op de verdere verduurzaming en versnelling van de woningvoorraad. Kernpunt van zijn betoog is dat partijen meer gestructureerd moeten samenwerken volgens duidelijk uitgestippelde lijnen.

Versnelling door schaalvergroting
De vereniging voor de Deal Stroomversnelling werd in 2013 opgericht door vier bouwbedrijven (BAM, VolkerWessels, Dura Vermeer en het inmiddels gestopte Ballast Nedam) en zes woningcorporaties (Lefier, Portaal, Stadlander, Tiwos, Wonen Limburg en Woonwaard). Doel van de vereniging was versnelling door schaalvergroting van het renovatieproces van jaren ’60 en ’70 woningen naar een zeer hoog duurzaamheidsniveau.  Deze NOM-woningen zouden na renovatie genoeg energie moeten opwekken voor het totale verbruik bij normale bewoning; vandaar Nul op de Meter. Een ambitie, die op dat moment nog ver af lag van de bestaande praktijk. Om dit mogelijk te maken waren zowel technische innovaties nodig, als ander opdrachtgeverschap, standaardisering van de NOM-norm en nieuwe wettelijke condities, om energieprestatievergoedingen (EPV) te kunnen vragen. De afspraak om 10.000 woningen voor deze zes corporaties te renoveren, gaf de bouwbedrijven de mogelijkheid in de noodzakelijke innovaties te investeren.