• november 25, 2016
  • 133 views
Meer dan helft kantoorpanden van grootste eigenaren voldoet niet aan energielabel C

centerpointNatuur & Milieu heeft de Nederlandse kantorenportefeuille van de twintig grootste eigenaren onderzocht op energiezuinigheid. Het bleek dat 54 procent van de onderzochte panden niet voldoet aan de norm van label C als minimum. Label C wordt waarschijnlijk met ingang van 2023 verplicht voor alle kantoren. Er zijn duidelijke verschillen tussen de onderzochte partijen. De meerderheid van de twintig onderzochte marktleiders is helaas geen voorloper, zo concludeert Natuur & Milieu.

De twintig eigenaren zijn op basis van de energielabels van hun kantoren in te delen in drie groepen:

Voorlopers: deze zijn goed op weg. Minimaal 66 procent van hun panden heeft label C of beter. Natuur & Milieu heeft slechts zes voorlopers gevonden: • Chaletgroep • Commerz Real Investment • Dutch Office Fund • Gemeente Amsterdam • Schiphol Real Estate • Wölbern Invest

Achterblijvers: deze hebben nog een enorme energie- uitdaging. Minder dan 33 procent van hun panden voldoet aan de norm van label C of beter; twee derde van hun panden voldoet hier nog niet aan. Natuur & Milieu onderscheidt vijf achterlopers: • Breevast • Hanzevast Real Estate • Lonestar • Ping Properties • Rabobank (andere kantoorpanden in eigendom dan eigen bankkantoren) • Rijksoverheid (overige kantoren, waaronder Politie en Defensie)

De overige partijen behoren tot de middenmoot: • ABN AMRO • Achmea Holding • Deka Immobiliën • Fortress Investment Group • ING Bank • Merin • NSI • NS Vastgoed • Rabobank (eigen bankkantoren) • Rijksoverheid (panden van Rijksvastgoedbedrijf)

Lang niet alle kantoren van deze twintig eigenaren hebben een energielabel. Een kwart van de onderzochte panden heeft geen label. Blijkbaar zien deze marktleiders niet altijd de meerwaarde van een energielabel. De Rijksoverheid (voor wat betreft de panden van het Rijksvastgoedbedrijf), Hanzevast, Schiphol Real Estate, ING Bank, NSI en Chaletgroep hebben de meeste kantoren met een energielabel; meer dan 90 procent van hun panden is gelabeld. Breevast en NS Vastgoed hebben nog een flinke achterstand bij het labelen van hun kantoren: slechts minder dan de helft van hun panden heeft een energielabel. Dit geldt ook voor de panden in eigendom bij dochters van de Rabobank. Mogelijk labelen zij hun panden alleen bij mutaties. Kantoren moeten voorzien zijn van een energielabel bij mutatie (verhuur, verkoop, oplevering.

[related_post themes=”text”]

  • november 16, 2016
  • 123 views
Bank wil actieve rol spelen bij verduurzaming woningen

rabobankRabobank Gelderse Vallei doet in haar regio onderzoek naar het energiezuiniger maken van bestaande woningbouw. Het werkgebied van de bank telt veel woningen die in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw zijn gebouwd. Gedacht wordt daarom dat veel woningeigenaren in deze streek hun energierekening kunnen verlagen door energiebesparende maatregelen te treffen. Een projectgroep van de bank kijkt welke rol de bank hierbij kan spelen, zoals de financiering van de energiebesparende maatregelen. Bij het haalbaarheidsonderzoek dat inmiddels is gestart, zullen ook ondernemers uit de regio met kennis van woningverduurzaming worden betrokken. In het eerste kwartaal van 2017 worden de eerste resultaten verwacht. Op basis daarvan zal de bank verdere stappen zetten.

[related_post themes=”text”]

 

  • november 15, 2016
  • 140 views
Groot zonnepark bij Lelystad in voorbereiding

bea_solarpark_rickelshausenBAM Bouw, Techniek bv en businesspark Lelystad Airport bv hebben een overeenkomst getekend voor de ontwikkeling en realisatie van een groot zonnepark in Lelystad. Het project draagt de werknaam Solarcity Lelystad en is gesitueerd tussen de A6 en het vliegveld Lelystad. Het beoogde zonnepark omvat circa 115.000 panelen op een oppervlakte van minimaal 50 ha, met een geïnstalleerd vermogen van ten minste 30 MW. De jaarlijkse duurzame energieproductie bedraagt circa 31 GWh. Dit komt overeen met het gebruik van ongeveer 9.000 huishoudens.

Het plan past binnen het huidige bestemmingsplan Lelystad Larserknoop. Momenteel wordt de aanvraag voor de omgevingsvergunning voorbereid. Naar verwachting zal BAM eind 2017 met de bouw van het zonnepark van start gaan. De eerste levering van duurzame energie wordt medio 2018 verwacht.

Naast het zonnepark in Lelystad onderzoeken businesspark Lelystad Airport en BAM de mogelijkheden om de samenwerking te intensiveren en tevens op andere locaties energieprojecten te realiseren.

[related_post themes=”text”]

  • november 14, 2016
  • 128 views
Partnerships met installatiebedrijven moeten saunabranche helpen verduurzamen

saunaMatthijs Huiskamp van dunergy Nederland is de ‘Groene Wellness’ campagne gestart, bedoeld om de sauna- en wellnessbranche te verduurzamen. In deze branche is relatief veel warmte nodig om sauna’s, zwembaden en gebouwen te verwarmen. “Veelal wordt deze warmte opgewekt door het verstoken van gas”, vertelt Huiskamp, die met zijn bedrijf onderzoek heeft gedaan onder 710 saunaliefhebbers. “Maar er zijn meerdere groene alternatieven die deze warmte kunnen opwekken. De hoge investeringskosten vormen echter één van de belemmeringen om te verduurzamen, hoewel deze zich op termijn terugverdienen door de lagere stookkosten.” Huiskamp is namens dunergy inmiddels op zoek gegaan naar partnerships met installatiebedrijven, en verzorgt  financiering en subsidieaanvragen.

Uit het onderzoek van Huiskamp bleek dat nagenoeg iedereen duurzaamheid binnen de branche belangrijk vindt. Maar het percentage wellnesscentra dat zich bezighoudt met duurzaamheid is nihil. 69% geeft aan een sterke voorkeur te hebben om duurzame centra te bezoeken en meer dan 77% is in staat om zelf bij te dragen aan duurzaamheid in de branche.

Dunergy gelooft dat verduurzaming voor de ondernemer een meerwaarde moet leveren en dat deze meerwaarde niet alleen maar duurzaamheid zelf moet zijn. De ondernemer moet beloond worden voor duurzaamheid en het verduurzamen moet hem zo makkelijk mogelijk gemaakt worden en zonder zorgen.”

[related_post themes=”text”]

 

  • november 4, 2016
  • 130 views
‘All electric NOM-woning draagt niet bij aan reduceren CO2-uitstoot’

Newly build houses with solar panels attached on the roof against a sunny sky

De laatste tijd vindt er steeds meer discussie plaats over de vraag in hoeverre de NOM-woningen echt bijdragen aan het reduceren van de CO2-uitstoot en of het niet gewenst is dat ook andere innovaties een kans krijgen in de zoektocht naar CO2-reductie en verduurzaming. Illustratie hiervan is het voornemen van Minister Blok om ook NOM-concepten op gas toe te laten tot de EPV en de Kamervragen die daar weer over gesteld zijn door Albert de Vries. Ketelfabrikant Remeha mist in de maatschappelijke discussie een groot gebrek aan kennis en inzicht in de energietechniek en hoe de technieken zich in een echt huis eigenlijk gedragen. Hierdoor wordt de belangrijkste energiedoelstelling CO2-reductie niet behaald, volgens de fabrikant, die de feiten en de techniek op een rijtje zet.


Het NOM all electric concept

Het NOM (Nul-op-de-Meter) concept is een benadering waarbij men in de woning evenveel elektriciteit probeert op te wekken als er op jaarbasis wordt gebruikt, dus netto 0 op de meter. De verwarming wordt in deze concepten met een warmtepomp gedaan omdat alleen elektriciteit gesaldeerd kan worden. Dit wordt over een heel jaar bekeken en het totaal moet dan 0 zijn. Bij deze benadering mag er wel aan het elektriciteitsnet worden geleverd als er teveel elektriciteit is, of gekocht als er te weinig is; het elektriciteitsnet wordt als een soort buffer gebruikt. Impliciet wordt er dus ook vanuit gegaan dat de CO2-belasting van elektriciteit altijd hetzelfde is. Deze benadering is veel te simpel en leidt tot een (forse) CO2-uitstoot.


De NOM-woning misbruikt het net als buffer

Uit berekeningen blijkt dat bij de NOM-woning van de hoeveelheid opgewekte elektriciteit van de PV- panelen slechts 20% naar de warmtepomp gaat. De rest wordt dus naar het elektriciteitsnet gestuurd en later weer van het net gehaald. Dit heeft consequenties voor het net en de opwek van elektriciteit.

Het elektriciteitsnet is namelijk geen buffer. Alle energie die via het netwerk wordt getransporteerd moet continu gemanaged en in balans gehouden worden, een taak die vrijwel onzichtbaar is maar cruciaal voor het functioneren. De netwerkbeheerders hebben hierin een zeer belangrijke rol. Dat houdt ook in dat er, wanneer de vraag naar elektriciteit toeneemt extra geproduceerd moet worden, meestal door de kolencentrale met bijbehorende uitstoot. Het net is dus geen buffer.


De NOM-woning zorgt niet voor een serieuze CO2-reductie

De gegevens van de CO2-intensiteit voor geproduceerde elektriciteit in Nederland blijken zeer lastig te verkrijgen. Een zoektocht over onze oostgrens is echter verassend eenvoudig, de cijfers zijn gewoon publiekelijk te vinden op internet. Laten we deze cijfers eens bekijken ervan uitgaande dat onze oosterburen het vast niet slechter doen dan Nederland. Intussen houd ik mij aanbevolen indien iemand de cijfers van Nederland ter beschikking wil stellen.

fig-1In deze grafiek wordt het aantal kilogrammen per kWh weergegeven dat wordt uitgestoten bij de productie van elektriciteit. Dat is dus inclusief alle duurzame opwekkers. Op de as linksonder staan de uren van de dag, op de andere horizontale as de maanden van het jaar en de verticale as geeft de kilogrammen weer. Het is eenvoudig te zien dat de elektriciteit midden op de dag in de zomer het schoonst is en in de winter, en vroeg en laat op de dag, het smerigste.

Dat houdt dus ook in de elektriciteit die we overdag naar het electriciteitnet sturen omdat we thuis teveel hebben een andere ‘CO2’-aarde heeft dan de elektriciteit die we ’s avonds of ’s winters inkopen om de warmtepomp aan te drijven.

De echte prestaties van de warmtepomp onder praktijkcondities in combinatie met de CO2-uitstoot die gepaard gaan met het opwekken van de elektriciteit laten zien dat een NOM-woning helemaal geen CO2 bespaart.


Eerste conclusie:

Wanneer we naar het gebruik van het electriciteitnet als buffer en de CO2-intensiteit kijken kan de conclusie niet anders zijn dan dat het salderen van energie niet toegestaan mag worden, dus ook niet binnen het NOM all electric concept, de CO2-belasting is namelijk niet gelijk en het electriciteitnet is geen buffer. Er is bovendien, anders dan door de besparing door isolatie, geen sprake van CO2-reductie door het NOM concept ondanks dat ‘Nul-op-de-meter’ dat impliciet suggereert.


De netbelasting van een NOM-woning is hoger dan een traditioneel huis

De netbelasting van de NOM-woning op all electric is helaas niet lager maar veel hoger dan een traditioneel huis. In onderstaande grafiek is goed te zien wat een NOM-woning op all electric betekent voor de belasting van het net. Gedurende vele uren en dagen in de winter ligt de belasting rond de 2kW. In de zomer gebeurd het omgekeerde, gedurende vele uren en dagen ligt de export boven de 2kW. Er is eigenlijk zelden een moment in het jaar dat het netjes in balans is. Hierbij is het van belang om te weten dat de capaciteit van het laagspanningsnet is uitgelegd op 1kW per woning.

fig-2Een eenvoudige conclusie is dus dat dit niet past willen we dit grootschalig gaan toepassen in Nederland. Momenteel worden de kosten van netaanpassing en de hieraan gerelateerde miliebelasting voor de NOM-projecten buiten de businesscase gehouden terwijl die kosten wel gemaakt moeten worden.


Hoe dan wel? De NOM-woning op gasvormige brandstof

Willen we een woning naar een uitstoot van 0 brengen dan is eigenlijk wel duidelijk dat we die woning elektrisch gezien niet op jaarbasis maar continu naar 0 moeten brengen. We hebben dus techniek nodig die naast de PV-panelen ook stroom opwekt wanneer we dat echt nodig hebben. Een dergelijk concept wordt inmiddels al getest. Bij dit concept wordt er een installatie bestaande uit een micro-wkk (een HR ketel die stroom maakt) gecombineerd met PV-panelen en een kleine accu.

fig-3De grafiek laat zien wat er nu met de belasting van het net gebeurt zelfs als er nog geen accu wordt toegepast:

Wanneer we een woning continu op 0 kunnen zetten wat elektriciteit betreft vragen we dus geen extra capaciteit van het net maar maken we capaciteit vrij. Hierdoor ontstaat ruimte op het netwerk voor een verdere introductie van elektrisch vervoer, want ook daar loopt men tegen het capaciteitsprobleem aan. Het mes snijdt dan aan meerdere kanten.


NOM-woning op (schoon) gas

Met toepassing van een accu kan de belasting van het net voor 80% worden teruggebracht. Geen belasting van het net betekend ook geen CO2-productie. Door de micro-wkk op groen of schoon gas te stoken wordt ook aan de gas kant elke uitstoot vermeden en ontstaat er een concept dat daadwerkelijk de volledige uitstoot kan voorkomen. Kortom hiermee kan wél CO2 nul worden behaald.


Kosten NOM-woning op gas aanzienlijk goedkoper dan NOM-woning op all electric

Uiteindelijk zullen de kosten van de hele energietransitie gedragen moeten worden door de bevolking. Het is daarom uiterst relevant dat we zowel de maatschappelijke kosten als de kosten per woning zo laag mogelijk houden. Ook vanuit die optiek is het verschil tussen NOM-woning op all electric en een NOM-woning op gas groot. Op dit moment zijn, zelfs zonder de extra kosten van netverzwaring, de investeringskosten van een NOM-woning op all electric aanzienlijk hoger dan een NOM-woning op schoon gas. De kosten van een NOM-woning op all electric zijn namelijk ongeveer 3 keer zo hoog!


Schone energie

Belangrijk in de hele discussie is uiteraard de vraag hoe schoon energie is en hoe dat in de toekomst is. Elektriciteit is slechts een vorm van energie, datzelfde geldt voor gas, de echte vraag is waar komt onze energie vandaan en hoe is dat in de toekomst, en wat is dan de CO2-belasting. Willen we echt naar een uitstoot van 0 dan zullen we weg moeten van alle fossiele bronnen en dus volledig overschakelen naar bronnen waarbij netto geen CO2 meer wordt uitgestoten. De vraag die dan overblijft is hoe brengen we de energie van de plaats van opwek naar de afnemer en hoe gaan we om met het verschil tussen vraag en aanbod. Eenvoudige conclusie is dat we een transportsysteem nodig hebben en een vorm van opslag.  De technieken die ons openstaan voor opslag van energie laten zien dat we elektriciteit goed kunnen opslaan voor de korte termijn in kleine hoeveelheden en dat we energie goed in een gasvorm (‘power to gas’ en biogas) kunnen opslaan voor lange termijn en in grote hoeveelheden. We hebben het geluk dat we voor beide een goede infrastructuur hebben.

fig-4Wanneer we CO2 tot doel maken en niet perse ‘all electric’ tot doel verheffen dan kunnen we dus de huidige gas- en elektriciteitsinfrastructuur gebruiken om ons doel te bereiken. Een eerste evaluatie laat zien dat we binnen de capaciteit van de huidige infrastructuur de gehele gebouwde omgeving naar een uitstoot van 0 kunnen brengen, netverzwaring en bijkomende kosten is dus helemaal niet nodig. Voorwaarde is wel dat we gaan sturen op verlaging van de CO2-uitstoot. De uitdaging naar de gas- en elektriciteitsindustrie moet dus zijn om beide vormen van energie schoon te maken. De technologie om dat te doen is al beschikbaar.


Samenvattend

Het voornemen om schoon gas toe te laten gaat zorgen voor de nieuwe innovaties die hard nodig zijn. Met de all electric aanpak wordt niet de beoogde CO2-doelstelling behaald.

De NOM-aanpak op all electric zorgt voor een onacceptabel grote netverzwaring zonder relevante besparing op de uitstoot.

De NOM-woning op schoon gas zorgt juist wel voor reductie, verlaagt de belasting van het net en maakt capaciteit vrij voor zaken als elektrisch vervoer.

Vanuit die optiek is het dan ook volstrekt onbegrijpelijk dat vanuit partijen die claimen de CO2-reductie na te jagen bezwaar wordt gemaakt tegen schoon gas én uitsluitend de all electric aanpak ondersteunen. Juist alle technieken, energiedragers en infrastructuur samen zijn nodig om onze doelstelling voor CO2 nul in 2050 te behalen en de particuliere en maatschappelijke kosten zo laag mogelijk te houden.


Toelichting

Grafiek: belasting op electriciteitsnet

De grafiek geeft de belasting op het elektriciteitsnet veroorzaakt door een woning. Hieronder een eenvoudiger weergave van wat er gebeurt:

fig-5Op elke dag is er een bepaald aanbod van elektriciteit en vraag naar elektriciteit. Tevens is er een vraag naar verwarming. Wanneer de vraag naar warmte groot is, is het aanbod van duurzame energie laag. Dat is om te rekenen naar een netbelasting van de woning. Wanneer er voor elke dag van het jaar een grafiek wordt gemaakt en die worden achter elkaar gezet ontstaat de 3D grafiek zoals gebruikt in het artikel.

 

Auteur van dit artikel is: ing M.J. Bijkerk, Manager Innovative technologies, Remeha B.V.
Zie ook een eerder verschenen artikel in InstallateursZaken oktober

 

Lees hier de reactie van Jan Willem vd Groep op dit artikel

Lees hier de reactie van Remeha

[related_post themes=”text”]

  • november 4, 2016
  • 115 views
Maatregelen energiebesparing woning steeds vanzelfsprekender

energie-woningAl bijna 2.800 huiseigenaren hebben sinds half september een subsidie aangevraagd voor het isoleren van hun huis. Wie tegelijk twee isolatiemaatregelen neemt, kan ongeveer 20 procent subsidie krijgen. Er is in totaal 60 miljoen beschikbaar voor het nemen van isolatiemaatregelen. De grote interesse komt mede door de nieuwe overheidscampagne ‘Energie besparen doe je nu’. Bijna driekwart (74 procent) van de woningbezitters beschouwt het overigens als vanzelfsprekend om na te denken over energiebesparing bij het kopen en/of verbouwen van de eigen woning. Dat beeld komt naar voren uit onderzoek van TNS NIPO onder ruim duizend huiseigenaren met energielabel C of lager. Veel mensen zien echter op tegen de rommel en overlast.
In de aanloop naar de Dag van de Isolatie (zaterdag 5 november) stimuleert de campagne ‘Energie besparen doe je nu’ mensen nog eens extra om hun dak, vloer, gevel, spouwmuur en/of ramen te isoleren. Ook op lokaal en regionaal niveau zijn er vele initiatieven. Tijdens de Dag van de Isolatie laat men in meer dan honderd woningen zien hoe isoleren in zijn werk gaat. Daarnaast is er op 5 en 12 november een Duurzame Huizen Route waar bijna 700 energiezuinige huizen, van appartementen en rijtjeshuizen tot monumenten, te bezoeken zijn. Verspreid over het hele land organiseren Energieloketten dit najaar veel activiteiten.

[related_post themes=”text”]

  • november 4, 2016
  • 125 views
Vlaamse regering draait decreet terug om Vlaanderen op aardgas aan te sluiten

aardgas-verwarming-640Wie in Vlaanderen zijn een woning wil laten aansluiten op het aardgasnet, zal fors meer moeten gaan betalen dan het huidige aansluitingstarief van 250 euro. De afgelopen jaren hadden twee grote energiebedrijven juist tientallen miljoenen geïnvesteerd om in bijna heel Vlaanderen gasnetten aan te leggen. Een energiedecreet uit 2009 verplichte de beheerders dit. Maar de Vlaamse regering zal dit decreet nu opheffen. De energiebedrijven hadden hier zelf op aangedrongen omdat het veel geld kost om de resterende woningen aan te sluiten die zich veelal in afgelegen gebieden bevinden. Een andere reden is dat de interesse voor aardgas als verwarmingsbron zal afnemen vanwege de strengere regelgeving over de energieprestatie van woningen.

De Vlaamse regering vindt het niet meer gewenst om nieuwe woonwijken nog aan het gasnet te koppelen. Aardgas is niet langer de eerste keuze omdat het als fossiele brandstof hoe dan ook bijdraagt tot de klimaatopwarming. Dat gaat echter niet meteen resulteren in een terugval van het aantal nieuwe gasaansluitingen, zo verwacht een van de energiebedrijven. Aansluiten op gas blijft zeer aantrekkelijk bij renovatie van bestaande woningen die makkelijk aangesloten kunnen worden op het bestaande gasnet. De jongste jaren groeide het aantal gasaansluitingen met 35.000 per jaar.

[related_post themes=”text”]

  • november 1, 2016
  • 110 views
In stappen tot Nul-op-de-meter via modulaire aanpak

meterteller-op-nul-310x200Een groep bedrijven introduceert een aanpak om corporaties te helpen bij het verduurzamen van de bestaande bouw. De modulaire aanpak maakt het mogelijk om in stappen tot Nul-op-de-meter te komen, aldus de initiatiefnemers. Deze ‘Beter Op De Meter’ oplossing kende al een aanpak voor rij- en hoekwoningen, waarbij met een investering van €30.000 euro de bewoner 80% bespaart op zijn energierekening. De slimmigheid van deze aanpak zit in het geïntegreerde prefab gevelconcept waarin de installaties zijn verwerkt. Deze basisingreep zorgt al voor 50% besparing. Met de plusvariant kan dit oplopen tot 80%.

Beter Op De Meter is realiseerbaar in vijf werkdagen en verkrijgbaar vanaf € 30.000,- per woning voor gezinswoningen en vanaf € 37.500,- voor portiekwoningen. Er is ook een Nul-op-de-meter ingreep mogelijk, zodat de Energieprestatievergoeding (EPV) van toepassing is.

Beter Op De Meter is zowel in te zetten per individuele woning (n=1) als per complex. Dit maakt het concept aantrekkelijk voor corporaties die willen verbeteren bij mutaties of in situaties waar draagvlak nodig is voor de aanpak. Met de modulaire opzet van de pakketten is het bovendien mogelijk om, indien gewenst, in stappen naar Nul-op-de-meter te komen. Dat biedt corporaties ruimte om naast energiebesparende maatregelen ook andere noodzakelijke woningverbeteringen door te voeren.

Beter Op De Meter is een initiatief van Hemubo, Smits Vastgoedzorg, Rutges vernieuwt en TBI-ondernemingen ERA Contour, Hazenberg Bouw en Koopmans Bouwgroep.

[related_post themes=”text”]

  • oktober 28, 2016
  • 118 views
Water biedt grote kansen voor koelen en verwarmen van woningen en gebouwen

water-en-woningenEen aanzienlijk deel van de totale hoeveelheid die nodig is om woningen en gebouwen in Nederland te verwarmen of te koelen kan worden gerealiseerd door gebruik te maken van onze wateren. Die kansen moeten optimaal worden benut, vindt de Energiecoalitie die Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen zijn aangegaan op de deze week gehouden Nationale Klimaattop. Ons watersysteem is een enorme potentiële energiebron, naast wind en zon, zo wijst onderzoek uit.

Met de Energiecoalitie willen Rijkswaterstaat en de waterschappen de realisatie van hun klimaat- en energie ambities versnellen. Daarnaast willen zij de potentie van het waterbeheer binnen de duurzame energietransitie in Nederland meer zichtbaar maken. Een voorbeeld is de energiepotentie van warmte- en koude-onttrekking uit oppervlaktewater. Die potentie is enorm, zo blijkt uit onderzoek van de Unie van Waterschappen en Rijkswaterstaat dat op de Klimaattop is gepresenteerd. Er is gekeken naar de warmte en koude die watergangen, (diepe) plassen en poldergemalen kunnen leveren. Grofweg kan vanuit het watersysteem in 54% van de nationale koudevraag (bijvoorbeeld koeling van gebouwen) worden voorzien, namelijk 3,8 van 7 Petajoule. En in 12% van de warmtevraag (bijvoorbeeld verwarming van gebouwen), namelijk 42 van 350 Petajoule. Dat is een aanzienlijk deel van de totale hoeveelheid die nodig is om woningen en gebouwen in Nederland te verwarmen of te koelen. En veel meer dan de waterbeheerders zelf nodig hebben voor hun doelstelling voor energieneutraliteit voor wat betreft het warmteverbruik.

De potentie is met behulp van adviesbureau IF Technology op een digitale kaart van Nederland zichtbaar gemaakt. Het merendeel van de energiepotentie komt uit regionale wateren die waterschappen beheren. Om deze potentie daadwerkelijk te benutten zou deze nieuwe energiebron moeten worden gekoppeld aan de provinciale en gemeentelijke warmteplannen.

Energie winnen uit oppervlaktewater kan naast warmte en koude onttrekkingen ook door het gebruik van waterkracht en zoet-zout verschillen (zoals de ‘blue energy’ centrale op de Afsluitdijk). Daarnaast wordt gedacht aan het ter beschikking stellen van terreinen en oppervlaktewater aan derden voor duurzame energieopwekking, zoals drijvende zonnepanelen. Dit moet dan wel op een verantwoorde wijze in het waterbeheer worden ingepast. De Energiecoalitie zal innovatieve (pilot)projecten stimuleren. En met andere overheden, bedrijven en stakeholders verkennen hoe de energiepotentie van water volwaardig naast wind en zon gepositioneerd kan worden als derde grote energiebron in Nederland.

[related_post themes=”text”]

  • oktober 26, 2016
  • 119 views
NEN nodigt partijen uit om samen te werken aan de energietransitie

jorge-melero-renewable-world-e1470678566616Nederland is bezig met de overgang naar een CO2-arme energievoorziening door inzet van energiebesparing en duurzame energiebronnen. De energietransitie vraagt volgens NEN om een normalisatieagenda met als doel een substantiële bijdrage te leveren aan de beperking van het CO2-uitstoot (Klimaatakkoord Parijs) en om de Nederlandse kennis en expertise verder in de markt te zetten. Samen met Nederlandse bedrijven wil NEN hierover in gesprek om via (internationale) normalisatie deze doelen te realiseren.

De snelheid van de energietransitie, met inbegrip van de samenstelling van de toekomstige energiemix en de integratie met andere systemen, laat zich moeilijk voorspellen. Hierop zijn diverse politieke, economische, sociale en technologische factoren van invloed. De ‘sense of urgency’ om de energietransitie te realiseren is hoog met het oog op klimaatverandering en energieleveringszekerheid. In dit licht zijn diverse trends waar te nemen, waaruit blijkt dat nieuwe afspraken nodig zijn die via normalisatie tot stand kunnen komen. Deze trends heeft NEN beschreven in haar whitepaper ‘Samenwerken aan de energietransitie’.

Normalisatie is een instrument voor een veilige, betrouwbare en betaalbare energievoorziening en via normalisatie worden al de nodige stappen gezet om de energietransitie te realiseren, zo betoogt NEN. ‘Deze ontwikkelingen behoren dan ook onverminderd te worden voortgezet. Waar voorheen normen veelal verticaal werden ontwikkeld (bijvoorbeeld per brandstof), vraagt de energietransitie ook om horizontale en diagonale normen om verschillende systemen met elkaar te verbinden en uitwisseling te borgen (bijvoorbeeld omzetting van overtollige windenergie in gas, ook wel ‘power-to-gas’ genoemd).’

De normalisatieagenda wordt in de komende maanden met industrie, overheid, kennisinstellingen, NGO’s en andere belanghebbende partijen besproken en uitgewerkt. NEN nodigt partijen uit het gesprek aan te gaan. Kijk op nen.nl/energie voor meer informatie en om de whitepaper ‘Samenwerken aan de energietransitie’ te downloaden.

[related_post themes=”text”]