Al steeds minder gasaansluitingen in nieuwbouw
Maar liefst 95 procent van de woningen in ons land is voor verwarming en warm water afhankelijk van aardgas. De overheid wil dit aantal in 2050 naar nul hebben teruggebracht. Dat zal nog een hele klus worden, vooral in de bestaande bouw. Nieuwbouwwijken lijken het probleem niet. Steeds meer nieuwbouwwoningen hebben al geen gasaansluiting meer. De traditionele cv-ketel lijkt daarmee een onzekere toekomst tegemoet te gaan. Lees hier binnekort alles over in de oktoberuitgave van InstallateursZaken. Nu ook als webbased editie beschikbaar.
Van den Bogerd, CEO van Itho Daalderop en Klimaatgarant, vertelt in deze uitgave dat hij vooral gelooft in lokale elektriciteitsopwekking. Elektriciteit opwekken met lokale zonnepanelen en het gebruik van warmtepompen. “De uitdaging zit ‘m in de ongelijktijdigheid tussen opwekking en gebruik. In de zomer wek je meer op met PV-panelen en in de winter gebruik je meer. Dat geldt ook voor overdag en ’s nachts. Het oplossen van die ongelijktijdigheid is een dilemma dat ons nu bezighoudt.”
“De ketelmarkt is uitontwikkeld en uitgekauwd,” vertelt Peter Wagener in een andere artikel, “het is alleen nog maar volume. De voorzitter van de Dutch Heat Pump Association is van mening dat installateurs aanzienlijke kansen laten liggen als ze niet in deze business stappen. Maar er zijn meer kapers op de kust. Zonder compleet te willen zijn passeren in deze uitgave verschillende ‘gasloze’ alternatieve verwarmingstechnieken de revue: van infraroodverwarming naar stoken op houtsnippers tot verwarmen via ventilatie.
En dan is er ook nog een cv-fabrikant die betoogt dat de toekomst zal bestaan uit multi-energie oplossingen. Gas blijft daarbij een rol spelen. Door het slim uitnutten van de infrastructuur van zowel elektrisch als gas kan optimaal gebruik gemaakt worden van zon- en windenergie, waarbij deze omgezet kan worden in (synthetisch) groen gas, zo legt deze fabrikant uit.
Het beloven dus boeiende jaren te worden voor de (verwarmings)installateur. Vooral in de nieuwbouwsector liggen er kansen. Tenminste, als er verder wordt gekeken dan naar alleen de cv-ketel.
[related_post themes=”text”]
Bewoner ecowijk praat mee over energieneutrale woning en wijk
In ecowijk De Kiem praat de toekomstige bewoner mee over ontwerp en realisatie van zijn energieneutrale woning en de hele wijk. Bij alle ontwerpen is er keuze in functionaliteit, indeling en technische snufjes. Op 4 oktober presenteren 10 bouwteams de energieneutrale woningen die zij samen met bewoners willen ontwikkelen. Bewoners en bouwers concretiseren straks samen ook de stedenbouwkundige aanzet van de gemeente Arnhem. Vanaf 2018 worden in ecowijk De Kiem minimaal 50 woningen gebouwd.
Wonen in deze wijk kan bijvoorbeeld in een tinyhouse van 4,7 m hoog, in een huis van stro, hout en vlas, in een gezonde woning zonder gif, in een bio-ecologische woning, of in een huis waarin het altijd lente is. Er zijn in totaal 10 woningtypes voor ecowijk De Kiem. Zowel starters, senioren, stellen, gezinnen als alleenwonenden kunnen in deze autoluwe ecologische buurt komen wonen.
De wijk wordt ingedeeld als een intentieovereenkomst voor 50 woningen is getekend. Daarna besluit de gemeente Arnhem of de ecowijk doorgaat. Bewoners en bouwers concretiseren straks samen ook de stedenbouwkundige aanzet van de gemeente Arnhem. Indien er veel belangstelling is voor De Kiem, is de kans groot dat er meer woningen komen. De bouw start in 2018.
‘Het nieuwe Arnhem’ wordt in ecowijk De Kiem voelbaar en vanzelfsprekend duurzaam; veel meer dan zonnepanelen en driedubbel glas. Op een centrale plek is een buurtvoorziening gepland die de sociale cohesie in de wijk versterkt. Groen is overal; de auto is te gast in de wijk en zal amper zichtbaar zijn in de buurt. De auto parkeert men op centrale plekken in de wijk.
Optimale collegialiteit van de bouwteams is de grondslag voor de ontwikkeling van ecowijk De Kiem. Het algemeen belang van duurzaam en energiezuinig bouwen staat voorop. Dat is goed voor de wijk, voor de bewoner en voor de bouwteams.
[related_post themes=”text”]
Nul-op-de-meter woning als demonstratiewoning
De Enschedese wethouder Eerenberg (portefeuillehouder duurzaamheid) heeft een nul-op-de-meter woning aan de Usselerweg in Enschede officieel in gebruik genomen. Van Wijnen Eibergen en haar partners realiseerde in opdracht van Woningcorporatie De Woonplaats vijf energiezuinige woningen, waarvan de middelste volledig nul-op-de-meter is gerealiseerd. De nul-op-de-meter woning zal het komende half jaar door De Woonplaats en Van Wijnen tezamen als demonstratiewoning gebruikt worden. De woning is bedoeld om belangstellenden te laten zien en te laten ervaren wat een nul-op-de-meter woning inhoudt en om voorlichting te geven over duurzaam bouwen en wonen.
Wethouder Eerenberg opende de woning door het in ontvangst nemen van een duurzame koffer. Van Wijnen Oost heeft duurzaamheid hoog op de agenda staan en is intern gestart met de Maand van de Duurzaamheid. In de koffer zitten negen duurzame thema’s waar Van Wijnen Oost deze maand speciale aandacht aan gaat geven zodat het nog meer in het DNA van haar medewerkers komt.
[related_post themes=”text”]
Subsidie voor bijvoorbeeld WTW of vraaggestuurd ventileren bij isoleren huis
Huiseigenaren die zelf in hun huis wonen, kunnen subsidie van het Rijk krijgen voor energiebesparende maatregelen. Ze moeten dan minstens twee verschillende soorten isolatie van voldoende omvang toepassen: isolatie van dak, gevel, vloer/bodem of spouwmuur of hoogrendementsglas aanbrengen. De subsidie is ongeveer 20 procent van de isolatiekosten, bij een kwalitatief en prijstechnisch goed bedrijf. Wie subsidie krijgt voor het toepassen van minstens twee verschillende soorten isolatie, kan daarnaast ook subsidie krijgen voor aanvullende maatregelen, zoals warmteterugwinning of een vraaggestuurd ventilatiesysteem. Wie zijn héle huis of gebouw voorziet van een zeer energiezuinig pakket aan maatregelen, krijgt een bonus van 4.000 euro bovenop de subsidie. Subsidie aanvragen is vanaf 15 september 2016 mogelijk via internet bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Voor verenigingen van eigenaren geldt die bonus per appartement. Daarnaast is er voor VvE’s subsidie voor energieadvies, het maken van een duurzaam meerjarig onderhoudsplan en begeleiding.
Het is ook mogelijk een gunstige lening af te sluiten om energiebesparende maatregelen te financieren. De nieuwe subsidie en zo’n lening zijn te combineren. Ook een combinatie van de rijkssubsidie met bijdragen van een gemeente of provincie is mogelijk.
Voor de aanschaf van een zonneboiler, warmtepomp, biomassaketel of pelletkachel is een investeringssubsidie duurzame energie beschikbaar.
Voor verhuurders van woningen zijn er al andere subsidieregelingen voor energiebesparende maatregelen.
Medio oktober start het Rijk een driejarige campagne over energiebesparing. De campagne richt zich op huiseigenaren die al wel energiebesparende maatregelen overwegen, maar die nog niet hebben genomen. In de eerste deelcampagne komt ook de nieuwe subsidiemogelijkheid aan de orde. Een campagnesite bundelt informatie over energiebesparing en biedt in een aantal stappen een overzicht van de mogelijkheden op maat aan. De campagne stelt komende jaren verschillende thema’s binnen energiebesparing centraal.
Energieprestatievergoeding voor nul-op-de-meter woning
Verhuurders die hun woningen tot een (bijna) nul-op-de-meter woning renoveren, mogen vanaf 1 september een energieprestatievergoeding van hun huurders vragen. Bij zo’n woning worden energiebesparende maatregelen gecombineerd met energieopwekkende voorzieningen, zoals zonnepanelen, zonneboilers of warmtepompen. Via de energieprestatievergoeding kan de verhuurder de forse investeringen in de huurwoning terugverdienen. Over de hoogte van de vergoeding moeten de verhuurder en de huurder het eens worden. De wet over de energieprestatievergoeding van de ministers Blok (Wonen en Rijksdienst) en Van der Steur (Veiligheid en Justitie) treedt morgen in werking.
De wet geeft verhuurders meer zekerheid dat zij een deel van hun investeringen via de energieprestatievergoeding kunnen terugverdienen. Daarnaast krijgt de huurder duidelijkheid over de redelijkheid van de vergoeding en de woonlasten na renovatie.
Op verzoek van de Tweede en de Eerste Kamer werkt minister Blok nog aan een regeling die huurders de garantie biedt dat hun totale woonlasten niet of beperkt omhoog gaan. Ze betalen dan weliswaar een energieprestatievergoeding, maar geven ongeveer net zo veel minder uit aan energie.
Binnenkort zal de energieprestatievergoeding ook mogelijk worden voor zeer goed geïsoleerde huizen met een aansluiting op aardgas. Voorwaarde is dat het huis zo veel duurzame energie opwekt dat er elektriciteit terug gaat naar het net. Op die manier wordt het verbruik van aardgas dan gecompenseerd. Hierover loopt tot 11 september een openbare internetconsultatie.
In het Energieakkoord is afgesproken dat de sociale huurwoningen van woningbouwcorporaties in Nederland in 2020 gemiddeld energielabel B zijn. Om dat te bereiken zijn op grote schaal renovaties van woningen nodig. De wet is daarmee ook een stimulans voor innovatie en werkgelegenheid in de bouw.
[related_post themes=”text”]
Londense metrolijnen moeten kantoren en woningen gaan verwarmen
Ook in Groot-Brittannië is men naarstig op zoek naar alternatieve manieren om huizen en kantoorgebouwen te verwarmen. Ongeveer vier op de vijf woningen wordt momenteel verwarmd door cv-ketels. Deze zullen moeten worden vervangen door groenere vormen van verwarming om de Britse klimaatdoelstellingen in 2050 te halen. Bij onze overzeese buren is er daarom veel aandacht voor warmtenetwerken die gebruik maken van bijvoorbeeld geothermische energie of restwarmte van industriële installaties. Opmerkelijk is dat zelfs de warmte in de metrolijnen (tubes) voor de Britten een potentiële groene energiebron is. Voor de Londense Northern Line zijn er al plannen in de maak. Wie ooit in Londen met ‘the tube’ heeft gereisd, weet dat hier inderdaad een hoop warmte te winnen is.
Meer dan een derde van de lokale autoriteiten in Engeland en Wales maakt momenteel plannen om warmte via leidingen van de ene bron naar honderden huizen of bedrijfspanden te transporteren, zo meldt The Daily Telegraph. Hoewel benadrukt wordt dat warmtenetwerken nog steeds CO2 produceren, vindt men het verstandiger de warmte te gebruiken in plaats van zomaar te verspillen. Bovendien is het een goedkopere manier om per huishouden warmte te leveren dan met een eigen verwarmingsketel.
[related_post themes=”text”]
Publieke investeringen in energieonderzoek weer op niveau
In 2015 investeerde de Rijksoverheid €181 miljoen in energieonderzoek en demonstratie. Een totale stijging van 18% ten opzichte van 2014. Hiermee zijn de publieke investeringen weer terug op het gemiddelde niveau van de periode 2011- 2013. Dit staat in de jaarlijkse ‘Monitor publiek gefinancierd energieonderzoek’ van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Deze monitor laat zien hoeveel geld er naar de verschillende typen onderzoek gaat en naar welke energiethema’s.
Meer dan de helft (54%) van de publieke middelen was voor het energieonderzoek naar de productie van duurzame energie. Dit komt vooral door de Hernieuwbare energieregeling. Ruim een kwart ging naar onderzoek voor energiebesparing. Dit is vrijwel gelijk aan de afgelopen jaren. 9% ging naar onderzoek voor de inzet van aardgas als schone fossiele energiebron. Deze stijging is vooral terug te voeren op activiteiten in het TKI Gas (Topsector Energie), dat zich richt op de ontwikkeling van LNG toepassingen, verhoogde gaswinning en CO2-opslag. Er ging geen geld naar onderzoek naar kolen of andere fossiele brandstoffen in 2015.
[related_post themes=”text”]
“Nederland is dé voorloper op het gebied van Cradle to Cradle”
Volgens architect William McDounough is ons land dé voorloper op het gebied van Cradle to Cradle. Dat vertelt een van de grondleggers van de Cradle to Cradle-filosofie in een interview met Duurzaambedrijfsleven.nl. “Ik denk dat Nederland en de Verenigde Staten de voorlopende landen zijn op dit gebied. Persoonlijk denk ik zelfs dat Nederland hét leidende land is. Mensen vragen me waar ze moeten kijken om te begrijpen wat er allemaal gebeurt op het gebied van C2C. Dan zeg ik: ‘Kijk naar Nederland’.”
McDounough bracht in 2002 samen met de Duitse chemicus Michael Braungart het boek ‘Cradle to Cradle: remaking the way we make things’ uit. De Cradle to Cradle (C2C)-filosofie die in dit boek werd uitgelegd is het principe van gesloten kringlopen. Elke grondstof en elk materiaal moet volledig kunnen worden hergebruikt zonder verlies van waarde.
“De grootste ontwikkeling is wat mij betreft dat enkele van de grootste certificeringsprogramma’s voor gebouwen, waaronder de Dutch Green Building Council (DGBC) en Leed, het keurmerk Cradle to Cradle Certified hebben geaccepteerd als standaard voor productkwaliteit. Dat is een belangrijke stap om de bouwsector duurzamer te maken.”
[related_post themes=”text”]
Energiebesparing financieel meest haalbaar in huurwoningsector
In het kader van het Energieakkoord is afgesproken om de woningmarkt een reductieopgave van 62 PJ (PetaJoule) mee te geven, wat betekent dat woningen voor het einde van 2020 energiezuiniger moeten worden gerenoveerd. Dit resulteert in een enorme verduurzamingsopgave voor de woningmarkt, die financieel in de koopsector weinig oplevert voor eigenaren en gebruikers van woningen. In de huursector is de investeringsdoelstelling wel haalbaar: corporaties kunnen de investeringen dragen en huurders gaan er in sommige gevallen zelfs licht op vooruit. Dit blijkt uit de recente PBL Studie ‘Energiebesparing in de woningvoorraad’.
De totale opgave voor de woningmarkt om het energiegebruik met een afgesproken 62 PJ (PetaJoule) te reduceren, is in deze studie uitgewerkt voor twee mogelijke investeringspaden. Wanneer men streeft naar grote renovaties resulterend in een gemiddeld jaargebruik van nul op de energiemeter (‘nul-op-de-meter’), dan moeten er 508.000 corporatiewoningen en 660.000 koopwoningen worden gerenoveerd. Dit betekent een financieringsopgave van ten minste € 44,9 miljard. In het geval van renovaties met kleine labelstappen tot energielabel B, dienen 1.131.000 corporatiewoningen en 1.062.000 koopwoningen gerenoveerd te worden voor in totaal € 28,1 miljard.
Dit is een flinke verduurzamingsopgave, die vooral in de huursector kans van slagen heeft: voor beide investeringspaden geldt dat corporaties die daartoe bereid zijn, voldoende draagkracht hebben om de noodzakelijke investeringen te realiseren. Er is dan sprake van een win-win situatie: investeringen leiden niet alleen tot een toename in (rente)uitgaven, maar ook tot een stijging van de waarde van het vastgoed en hogere huurinkomsten. Daarbij geldt ook dat, indien corporaties niet alle kosten van de investering doorrekenen aan de huurder, de huurder er zelfs nog iets op vooruit kan gaan. Het Rijk loopt weliswaar een fors bedrag aan energiebelasting mis, maar ontvangt een – in dit rapport niet berekende – hoeveelheid aan extra belastinginkomsten uit onder meer bouwactiviteit.
In de koopsector ligt het minder voor de hand dat de verduurzamingsopgave kan worden gerealiseerd. Als gevolg van de forse prijsdalingen staan veel eigenaar-bewoners financieel onder water: in deze situatie is geld bij lenen om te investeren in de eigen woning moeilijk. Daarnaast dekt de te verwachten besparing voor eigenaar-bewoners bij de huidige lage rente en energielasten niet of nauwelijks de financieringslasten, ongeacht het gekozen investeringspad. In een ‘nul-op-de-meter’-traject zou de besparing net voldoende zijn. Voor kleinere renovaties naar energielabel B geldt dat de investeringen alleen dekkend zijn voor meergezinswoningen. Een grote financiële prikkel om te verduurzamen hebben eigenaar-bewoners dus niet.
[related_post themes=”text”]
Gemeente Venlo zet C2C bouwen wereldwijd op de kaart
Met de oplevering van het stadskantoor is Venlo hard op weg om Cradle to Cradle (C2C) hoofdstad van de wereld te worden. Het gebouw is volledig gebouwd volgens de principes van C2C en is geheel energieneutraal. Hoewel de officiële opening pas in oktober plaatsvindt, komen er al bijna dagelijks internationale verzoeken om een bezoekje aan het pand te mogen brengen.
Bas van de Westerlo, Cradle to Cradle consultant bij C2C ExpoLAB: “Gemeente Venlo heeft met dit project hoog ingezet op het gebied van C2C en wil graag laten zien dat C2C bouwen veel verder gaat dan een ‘milieudingetje’. Uiteraard is milieu zeker ook een belangrijk punt, maar we willen met deze businesscase aantonen dat het ook economisch gezien interessant is én dat het bijdraagt aan een gezond werkklimaat.”
Hans Goverde, Kraaijvanger Architecten: “Het gebouw is opgeleverd en we zijn erg tevreden. Vanaf nu moet het gebouw zich gaan bewijzen. Meten is ontwikkelen, vooral omdat het de eerste keer is dat we op deze schaal C2C principes hebben toegepast. Testen in het laboratorium van de TU Eindhoven hebben al aangetoond dat de toegepaste groene gevel de buitenlucht zuivert en 30% NOx en CO2 uit de lucht haalt. Dat is natuurlijk fantastisch. We zijn nu ook heel benieuwd wat de effecten zijn op productiviteit en ziekteverzuim. Naast een verbetering van het welzijn van de werknemers, zou 1% minder ziekteverzuim de gemeente op jaarbasis al € 600.000,- kunnen opleveren.”
[related_post themes=”text”]