• oktober 8, 2019
  • 26 views
Duurzaamheid nauwelijks belangrijk bij openbare aanbestedingen

In opdracht van Bouwend Nederland analyseert de Stichting Aanbestedingsinstituut Bouw & Infra sinds 2016 alle openbare aanbestedingen op de mate van gunning op duurzaamheid. Dit onafhankelijke instituut adviseert opdrachtgevers en -nemers om de kwaliteit in aanbestedingen te vergroten. Uit de volledige analyse van 2018 blijkt onder meer dat in 73,1% van alle openbare aanbestedingen duurzaamheid geen rol speelt.

In de overige 26,9% werd wel gewerkt met duurzame gunningscriteria. Maar als er werd gegund op duurzaamheid telde dat in 58,4% van de gevallen voor 15% of minder mee in de gunning. “Ondanks dat de grote lijn teleurstellend is, ben ik blij dat er ook opdrachtgevers zijn die zich positief onderscheiden!”, zegt Helen Visser, Programmamanager Duurzaamheid bij Bouwend Nederland. Zij doelt daarmee onder andere op de provincie Noord-Brabant en de gemeenten Amersfoort en Hollands Kroon. “Daarom zetten wij deze duurzaamheidsambassadeurs graag in het zonnetje, en hopen dat zij als voorbeeld dienen voor publieke opdrachtgevers die buiten deze lijst vallen.”

Achtergrond van analyse

Bouwend Nederland pleit al jaren voor meer kwaliteit in aanbestedingen, met meer aandacht voor duurzaamheid en niet alleen gunnen op laagste prijs. “Vanuit onze achterban horen we al geruime tijd dat duurzame innovaties vaak niet gerealiseerd worden, omdat hier binnen de aanbesteding geen ruimte voor is,” zegt Visser. “Ook horen we dat contracten met langjarig onderhoud en beheer steeds minder worden toegepast. Dergelijke contractvormen stimuleren juist het maken van doordachte duurzame keuzes, waarvan zowel opdrachtgevers en opdrachtnemers langjarig profiteren.”

 

  • oktober 1, 2019
  • 22 views
Corrosiepreventie

In moderne verwarmings- en koelinstallaties worden zeer diverse materialen gebruikt; zowel metalen als kunststoffen, rubbers en gemengde samenstellingen. In combinatie met vaak kleine diameters zijn de systemen hierdoor gevoelig voor vervuiling. Deze vervuiling ontstaat door corrosieprocessen in de installatie. De nieuwe ISSO-publicatie 13 geeft richtlijnen voor de programma-, ontwerp- en uitwerkingsfase om corrosie en samenhangende vervuiling te voorkomen.

Schade door lekkage, vroegtijdige vervanging van componenten, vastzittende regelkleppen en comfortklachten; een greep uit de problemen die corrosie en ketelsteenvorming in watervoerende installaties kunnen veroorzaken. Andere problemen zijn bijvoorbeeld het ontzinken van messing componenten.

Lagere watertemperaturen
De ISSO-publicatie ‘Aanbevelingen ter voorkoming van corrosie en ketelsteenvorming in watervoerende installaties’ bestaat al sinds 1983. Maar 40 jaar geleden werden cv-installaties aangelegd in staal en werd er op hoge temperaturen gestookt. Tegenwoordig bestaan installaties uit veel meer materialen en stoken we op lagere watertemperaturen (LTV). Daardoor was ISSO-publicatie 13 niet langer volledig en actueel. De nieuwe uitgave sluit weer aan bij de hedendaagse installatiepraktijk.

Storingen voorkomen door juiste waterkwaliteit
De nieuwe ISSO-publicatie 13 bevat richtlijnen voor het ontwerp, de realisatie, en het onderhoud en beheer van een storingsvrije installatie. Het voorkomen van zuurstoftoetreding in de installatie is een essentiële factor om corrosie te voorkomen. Afhankelijk van de robuustheid van het systeem en de gebruikte materialen kan de gewenste waterkwaliteit worden bepaald. Verder zijn er aandachtspunten in opgenomen en stappenplannen die helpen bij het maken van keuzes.

Doelgroep
Deze ISSO-publicatie is voornamelijk bedoeld voor vakmensen die gesloten gekoeld- en warmwatersystemen ontwerpen en realiseren, zoals installatieadviseurs, ontwerpers en werkvoorbereiders. Aangezien het handboek ook gaat over de beheerfase, is Publicatie 13 zeer zeker ook van belang voor servicetechnici, waterbehandelaars en gebouwbeheerders.

Input van professionals
Deze herziene uitgave is tot stand gekomen mede dankzij professionals. Zij zijn vertegenwoordigd in een groep crowdfunders, een ISSO-Kontaktgroep en een werkgroep. In de kontaktgroep zijn alle belanghebbenden vertegenwoordigd, van installateur, adviseur tot fabrikant en eindgebruiker. De kleinere werkgroep heeft het schrijfwerk en de redactie voor rekening genomen. De publicatie is beschikbaar via de ISSO-KennisBank.

 

  • juni 21, 2019
  • 22 views
Warmtenetten kunnen sleutelrol krijgen bij energietransitie

De warmtesector in Nederland staat door de energietransitie in het middelpunt van de belangstelling. Een warmtenet kan immers een uitstekend alternatief zijn in een toekomst zonder aardgas. Dat betekent wel dat de sector méér moet doen. Openheid verschaffen. Naar buiten treden. Werken aan klantgerichtheid. Dat was de rode draad tijdens de Jaarbijeenkomst van de Stichting Warmtenetwerk, recentelijk in Utrecht. De sector pakt die handschoen op.

Warmtebedrijven stonden tot voor kort in een relatief onopvallende hoek van het energiespeelveld. Ze zorgden voor betrouwbare levering van bijvoorbeeld stadsverwarming, en werden vooral gekend als technische experts. Hoogstens kwamen ze ongemakkelijk in het nieuws als via de media vragen werden gesteld over al of niet vermeende monopolieposities, onduidelijke kosten en hoge tarieven. Dat er argwaan is, is niet te ontkennen. Het imago van de sector kan soms nog wel enige verbetering gebruiken.

Belangrijke rol
Door de energietransitie kan alles anders worden. In het Klimaatakkoord is een belangrijke rol voor warmtenetten weggelegd. Gemeenten ontwikkelen nu warmtevisies, waarin warmtenetwerken vaak een belangrijke rol spelen. Veelzeggend is dat veel mensen tegenwoordig hun energiebedrijf bellen met vragen als: “Heeft het wel zin om een nieuwe cv-ketel te nemen als ik straks een aansluiting krijg op een warmtenet? En wanneer gaan ze in mijn gemeente eigenlijk met de aanleg van zo’n net beginnen?”

Verduurzaming warmtebronnen
Deelnemers aan de Jaarbijeenkomst in Utrecht vonden elkaar in de wens om te werken aan de verbetering van het maatschappelijk draagvlak, aan duidelijkheid over de kosten en tarieven, aan verduurzaming van de warmtebronnen en aan haalbare verdienmodellen. De steun van een invloedrijke club als Natuur & Milieu is er al: namens Wilma Berends schaarde deze organisatie zich achter de sector, onder de vlag ‘Geef warmte de leiding’. Natuur & Milieu heeft een warmtepact opgesteld waarbij de grote warmtebedrijven Nuon/Vattenfall, Eneco en Ennatuurlijk zich al hebben aangesloten. De ondertekening is half juli.

Draagvlak warmtenetten
Erik Stronk (CEO warmtebedrijf Ennatuurlijk, dagvoorzitter) doet een oproep om de vaart erin te houden. “Laten we als sector beter samenwerken. Laten we voortbouwen op wat er is en vooral werken aan goed draagvlak.” Positieve ervaringen met warmtenetwerken in Scandinavië laten volgens hem zien dat het maatschappelijk draagvlak voor warmtenetten sterk kan zijn – ook in Nederland.

  • juni 19, 2019
  • 18 views
‘Vol gas naar gasloos’

De themadag ‘Vol gas voor gasloos: FEIT of FICTIE?’ van ventilatiefabrikant Duco is vorige week woensdag uitgedraaid op een recordeditie. Niet minder dan 250 professionals kwamen tijdens de themadag met elkaar in contact om de vastgoedwereld van morgen te vormen. De complete Nederlandse woningvoorraad moet van het gas af. Een forse opgave waarvoor samenwerking en kennisdeling essentieel zijn.

Helga van Leur gaf de aftrap van de themadag. Aan de hand van praktische tips bracht Helga het publiek bij hoe je duurzaamheid in gebouwen bewerkstelligt. Vooruitdenken is belangrijk. We willen allemaal veilig zijn en overleven. Dus moeten we zorgen dat de aarde voor toekomstige generaties behouden blijft. Geen “ja maar” meer, maar “oké, hoe dan?” Helga vertelde het publiek ook over omdenken: het denken in termen van kansen en niet van problemen.

Duurzaam verwarmen
Warmte adviseur Rob Verbrugge had het over het comfort van laagtemperatuur-vloerverwarming. Volgens Rob gaat de sector er gemakshalve vanuit dat we weten wat consumenten comfortabel vinden. Met de verbeterde isolatie is de warmtelast van de woningen lager en zou dus eigenlijk ook met een kleiner vermogen verwarmd kunnen worden. LT-vloerverwarming zal een nieuwe dimensie moeten gaan realiseren. Wellicht moet vloerverwarming kantelen naar wandverwarming, moet de traagheid die de vloermassa veroorzaakt worden weggenomen of zullen er combinaties van deels vloer en deels andere afgiftesystemen moeten ontstaan.

Warmtepompen
Als laatste nam Joy den Hartog, technisch-commercieel adviseur bij Duco, het woord. Den Hartog stelde dat de woningbouw gaat en moet veranderen. Op korte termijn gaan de BENG-eisen gelden; op langere termijn ligt er de eis van energieneutraal bouwen. Ondertussen spelen nog discussies als #VanGasLos en de kwaliteit van de binnenlucht. Al die ontwikkelingen gaan onherroepelijk leiden tot veranderingen in de woningbouw, waarbij zwaar wordt ingezet op nieuwe technieken zoals duurzame warmtepompen.

  • juni 13, 2019
  • 16 views
Aanscherping BENG-eisen

Aanscherping BENG-eisen

De ministerraad heeft op voorstel van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ingestemd met een wijziging van het Bouwbesluit over energiezuinige nieuwbouweisen. Met deze wijziging moeten vanaf 1 juli 2020 alle nieuw te bouwen gebouwen voldoen aan de Bijna Energieneutrale Gebouw eisen (BENG). Daarmee worden strengere eisen gesteld om zo het energiegebruik te verlagen. “De installateur krijgt eindelijk grip op het verhaal.”

Gebouwen spelen een belangrijke rol in het Europese energiebeleid vanwege hun grote bijdrage aan het energiegebruik en de daarmee gepaard gaande CO₂ emissies. In Nederland worden nog 1 miljoen woningen bijgebouwd. Met de nieuwe BENG-eisen wordt in Nederland een belangrijke stap gezet om het energiegebruik van woningen en gebouwen te beperken.

Internetconsultatie
De strengere eisen hebben grote consequenties voor ontwikkelaars, architecten en bouwers en vragen om een zorgvuldige invoering. De minister heeft dan ook goed naar de adviezen geluisterd die kwamen uit de internetconsultatie. De reacties op de nieuwe BENG-eisen waren divers. Duidelijk was wel dat de BENG 1 eis, de maximale energiebehoefte van een gebouw, scherper mocht. Ollongren: ‘Ik heb deze eis aangescherpt. De BENG 1 eis voor de meeste tussenwoningen gaat hiermee van 70 kWh/m².jr naar 55kWh/m².jr. Van belang is dat de nieuwe gebouwen zo energiezuinig mogelijk zijn, zodat er niet onnodig energie wordt gebruikt.’

Correctie
Deze differentiatie – waar de Tweede Kamer ook op heeft aangedrongen - leidt verder tot een aanscherping van de eis voor de meeste woongebouwen, voor een deel van hoekwoningen en twee-onder-een-kapwoningen en voor een beperkt deel van de vrijstaande woningen. In de internetconsultatie was verder aangegeven dat lichte bouwwijzen (zoals hout- en skeletbouwwoningen) onnodig worden benadeeld, terwijl op bouwmaterialenniveau de daarbij gebruikte materialen juist goed her te gebruiken zijn. Hieraan is tegemoetgekomen doordat de BENG 1 eis voor lichte bouwmaterialen wordt gecorrigeerd met 5 kWh/m².jr.

De BENG-eisen nu per 1 juli 2020
Partijen hebben via de internetconsultatie aangegeven dat de inwerkingtreding de BENG-eisen minimaal zes maanden na het beschikbaar komen van de noodzakelijke uitgeteste rekensoftware zijn ingang moet vinden, op zijn vroegst per 1 juli 2020. Het is van belang dat de markt zich goed kan voorbereiden op deze nieuwe bouweisen, daarom is de inwerkingtreding zes maanden later.

Gezond binnenklimaat
De minister ziet ook het belang van extra aandacht voor wooncomfort en een gezond binnenklimaat.  In zeer goed geïsoleerde woningen is een gezond binnenklimaat in grote mate afhankelijk van de voorzieningen voor luchtverversing in gebouwen. Veel bewoners hebben de neiging om bij tocht de ventilatieopeningen af te sluiten, waardoor er voor de gezondheid nadelige situatie kan ontstaan. Om dit te voorkomen is er een maximum gesteld aan luchtsnelheid van verse (koude) ventilatielucht in gebouwen, zodat er geen tochtoverlast wordt ervaren.

Wat verandert er?
De nieuwe BENG eisen vervangen de EPC, de huidige eis voor nieuwbouw. De BENG eisen geven meer waarborgen dat een gebouw energiezuinig wordt ontworpen dan de EPC. Bij de EPC zou bijvoorbeeld een matige isolatie van de gebouwschil in een gebouw kunnen worden gezet, waarbij de EPC-eis kan worden gehaald door de energieverliezen te compenseren met zonnepanelen. De EPC-eis houdt namelijk geen rekening met het energieverlies van de woning door de gebouwnorm. Door de invoering van BENG-eisen kan dit niet meer, omdat BENG wel zelfstandige eisen stelt aan de schil van een gebouw en aan het aandeel hernieuwbare energie.

Blij
Carl-peter Goossen is mededirecteur van adviseur BouwNext. Daarnaast zat hij in een werkgroep die de NTA 8800 opstelde, een rekenmethode om de energieprestatie van gebouwen vast te stellen. Goossen is in zijn nopjes met de nieuwe invulling van de BENG-eisen. “Met deze eisen worden bouwers en installateurs gestimuleerd om integrale oplossingen te zoeken. De bouwer levert als het ware het framework voor een energiezuinig gebouw, bijvoorbeeld door goede isolatie aan te brengen en de juiste beglazing en kozijnen toe te passen. En de installateur zorgt vervolgens voor de verdere invulling met bijvoorbeeld warmtepompen, balansventilatie en andere duurzame installatietechnische oplossingen.”

Rekenen
Bovendien krijgt de installateur meer grip op het hele verhaal, aldus Goossen. “Als de concepteisen waren goedgekeurd, zou een installateur met een kanon op een mug gaan schieten. Met de vernieuwde eisen kan hij echter wel heel gericht berekenen hoe groot hij bijvoorbeeld de warmtepomp moet dimensioneren. Dat zal resulteren in lagere faalkosten voor de installateur en meer comfort plus een energiezuinigere woning voor de consument.”

 

 

  • november 23, 2018
  • 24 views
“Soms krijg ik het idee dat het bouwvolume bewust niet hoog wordt opgeschroefd”

Wie nu in de installatiebranche aan de slag gaat, kan goud verdienen. Zo vertelden recruiters eerder dit jaar aan Installatienet dat een beginnend installateur al snel hetzelfde loon krijgt als een beginnend advocaat. Van alle kanten in de branche worden initiatieven op poten gezet om het probleem de wereld uit te helpen. Tegelijkertijd moet er ook meer gebouwd worden. Maar op dat gebied valt er soms een zekere dubbelzinnigheid te bespeuren, zegt Chris Heerius, directeur van Jaga Konvektco. “Soms krijg ik het idee dat het bouwvolume bewust niet wordt opgeschroefd.”

Chris Heerius staat bekend als een eigenzinnige directeur. Samen met mede directeur Bert Kriekels liet hij Jaga Konvecto uitgroeien tot een internationaal opererend bedrijf, dat onder andere betrokken is bij projecten in de VS, China en Canada. Waar Jaga vroeger vooral bekendheid genoot als specialist op het gebied van verwarmingstechniek, is het palet aan diensten de afgelopen jaren danig uitgebreid. Tegenwoordig levert Jaga ook oplossingen voor koeling en ventilatie. Zo werd recentelijk nog de Strada Hybrid gelanceerd (zie links), een radiator die zowel energiezuinig kan verwarmen, koelen als ventileren.

Oplossingen van Jaga zijn zowel in de woningbouw als utiliteit terug te vinden. Zo is onder andere het duurzaamste kantoor ter wereld, The Edge in Amsterdam, voorzien van hun radiatoren. Door zijn betrokkenheid bij de meest uiteenlopende projecten, heeft Heerius door de jaren heen een groot netwerk opgebouwd in de installatiebranche. De laatste tijd hoort hij keer op keer dezelfde geluiden: ‘We willen Nederland in rap tempo verduurzamen, maar waar halen we de vakmensen vandaan?’.

“Je hoort het van alle kanten; er is een schreeuwend gebrek aan goed opgeleid personeel. Ouders zijn terughoudend om hun kinderen naar het technisch onderwijs te sturen. Ik denk dat er meer grootscheepse campagnes nodig zijn om te laten zien dat er volop mogelijkheden zijn in de installatiebranche. Daarnaast moet het beroep beter gewaardeerd worden. Er zijn al initiatieven opgestart om de instroom weer op peil te krijgen, zoals het opleiden van vluchtelingen, prima idee, maar er is meer nodig.”

“En dan het bouwvolume, misschien is de markt ook wel gebaat bij een zekere schaarste, want dan gaan de prijzen omhoog. Ik ben ervan overtuigd dat als we het echt willen, we het bouwvolume wel kunnen opschroeven. Bijvoorbeeld door meer te gaan prefabben, Plug & Play oplossingen te leveren en uiteraard door robotisering.”  

Jaga zelf probeert in ieder geval al haar steentje bij te dragen aan het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen en het opvangen van het tekort aan vakmensen. Onder andere door duurzame systemen op de markt te brengen en continu aandacht te besteden aan installatiegemak. “We zetten vol in op Plug & Play oplossingen om de montagetijd te verkorten. Daarnaast laten we altijd een eigen specialist meegaan als een installateur voor de eerste keer een Jaga-systeem installeert. Zo voorkom je fouten en kostbaar tijdsverlies.”

  • november 23, 2018
  • 24 views
Woningcorporaties investeren honderden miljoenen in verduurzaming

Door forse investeringen in woningverbetering zijn woningcorporaties hard op weg om gemiddeld energielabel B in 2021 te bereiken. Dat blijkt uit het benchmarkonderzoek van branchevereniging Aedes. Investeringen specifiek gericht op het verminderen van energieverbruik zijn gestegen met 268 miljoen euro naar 720 miljoen euro in totaal. Daarbovenop verbeterden corporaties ook de duurzaamheid van woningen bij planmatig onderhoud.

Woningcorporaties plaatsten zonnepanelen op 36.000 woningen, vergelijkbaar met het oppervlak van 50 voetbalvelden. En sloten 26.000 huizen aan op warmtenetten. De zogeheten Energie-Index daalde dankzij dit soort maatregelen opnieuw, naar 1,65. De ambitie uit de Aedes-Woonagenda, om in 2021 sectorbreed uit te komen op gemiddeld energielabel B (Energie-Index 1,40), ligt daarmee binnen handbereik.

Het is de vijfde keer dat Aedes dit jaarlijkse benchmarkonderzoek doet. Maar liefst 90 procent van de woningcorporaties (291) deed mee. Zij vertegenwoordigen 98 procent van alle corporatiewoningen.

  • oktober 5, 2018
  • 21 views
Verduurzamen van een dierenpark: per verblijf of centraal?

HermanDeGroot heeft een afstudeeronderzoek van de Haagse Hogeschool te Delft afgerond, waarin is onderzocht hoe een bestaand Nederlands dierenpark kan worden verduurzaamd. Een dierenpark kent over het algemeen veel (verouderde) gebouwen, waardoor een hoog verbruik aanwezig is om de klimaatcondities van de verschillende (dier-)verblijven te reguleren. In Nederland is de gebouwde omgeving voor 40% verantwoordelijk voor de gehele CO2 uitstoot. Daarbij is een hoge dichtheid per m2 aan dierentuinen en dierenparken aanwezig. Het verduurzamen van een dierentuin is dus een belangrijke factor om het energieverbruik en de CO2 uitstoot in ons land verder omlaag te brengen.

Het onderzoek heeft zich gericht op de energievoorziening en duurzame bronnen. Maar ook elementen zoals dierenwelzijn, gezondheid, hergebruik/circulariteit en educatie zijn belangrijke factoren in dit onderzoek.

In eerste instantie lijkt het realiseren van een individuele oplossing voor ieder verblijf in het dierenpark een logische oplossing, ook al omdat ieder verblijf een uniek gebruiksprofiel en energievraag heeft. Duurzame energiebronnen zouden dus pér individueel verblijf moeten worden gerealiseerd. Maar er zijn onvoldoende ruimte en bronnen beschikbaar om een dergelijke grote hoeveelheid aan energie lokaal op te wekken en te distribueren. Hiermee ontbreekt ook uitwisseling van verschillende energiestromen van energie.

Een centrale oplossing is dus noodzakelijk, waarbij een dierenpark als één complex wordt gezien en er ruimte is voor samenwerking en uitwisseling tussen verschillende elementen. Door (rest-)stromen van energie lokaal op te wekken, uit te wisselen en op te slaan, is het mogelijk om een energie neutrale dierentuin te realiseren.

Kortom, zo concludeert het onderzoek, een dierentuin moet worden gezien als gebiedsontwikkeling, waarbij noodzakelijke ‘synergie’ als belangrijkste voorwaarden geldt.

  • oktober 1, 2018
  • 21 views
Nederlands Warmtepomp Congres 2018

Met de recente ontwikkeling zoals het gasloos bouwen (nieuwbouw) en Gemeenten die streven naar energieneutrale (gasloze) wijken, zal de inzet van Warmtepompen de komende jaren een steeds grotere rol gaan spelen. Langzaam maar zeker gaat de warmtepomp de CV-ketel uit de markt verdringen.

Het Nederlands Platform Warmtepompen (NPW) ondersteunt dit proces door samen met partners het Nederlands Warmtepomp Congres 2018 te organiseren. Tijdens het congres zullen de diverse facetten rond het toepassen van Warmtepompen in de woningbouw (zowel nieuwbouw als bestaande bouw) nader worden belicht.

Het congres start met de Uitreiking van de UNETO-VNI Innovatie Award. Vervolgens zal prof. Dr. Ir. Anke van Hal een presentatie verzorgen, gevolgd door drie rondes met elk tien parallelsessies. Hierbij is gekozen voor een breed scala van onderwerpen rond de ‘Warmtepomp’, zodat er voor iedereen wat wils is. Het programma wordt afgesloten met een paneldiscussie onder leiding van dagvoorzitter Frank Agterberg, waarbij ook de deelnemers in de zaal zullen worden betrokken.

Datum: 10 oktober 2018
Locatie: Congrescentrum 1931, bij de Brabanthallen in ‘s-Hertogenbosch
Tijden: 12.15 – 19.00 uur
www.nederlandswarmtepompcongres.nl

Het congres is gelijktijdig met de Vakbeurs Energie die op 9, 10 & 11 oktober 2018 plaatsvindt in de Brabanthallen te ‘s-Hertogenbosch. Congrescentrum 1931 bevindt zich naast de Brabanthallen. Combineer zo mogelijk uw Congresbezoek met een beursbezoek. Bij inschrijving voor het Warmtepompcongres ontvangt u automatisch een gratis toegangskaart voor de Vakbeurs Energie. 

  • september 28, 2018
  • 22 views
“Succes Klimaatakkoord afhankelijk van installateurs en leenmogelijkheden”

Vandaag presenteren de twee belangrijkste planbureaus van Nederland een analyse van de plannen voor het klimaatakkoord. In het rapport rekenen de bureaus voor wat de klimaatplannen mogelijk opleveren én wat ze kunnen gaan kosten. IZ sprak met een duurzaamheidsexpert van het eerste uur, die inmiddels zowel zijn sporen bij de energie- als watertransitie heeft verdiend.

Het AD nam gisteren al een voorschot op de publicatie van het rapport. Uit een rondgang langs verschillende betrokken partijen, zoals Uneto-VNI en Bouwend Nederland bleek al direct hoe belangrijk financiering is om de doelstellingen van het Klimaatakkoord te gaan behalen.

Het Klimaatakkoord staat nu nog in de steigers, eind 2019 moet er een definitieve versie op tafel liggen. De teneur is al duidelijk. Het uiteindelijke plan is om in alle huizen en gebouwen de gaskraan dicht te draaien. De belasting op gas zou daartoe de komende jaren fors omhoog moeten gaan, om zo huiseigenaren te stimuleren hun huizen beter te isoleren en een elektrische warmtepomp aan te schaffen.

Johan Bel volgt de ontwikkelingen op de voet. Hij was jarenlang mede-eigenaar van Mijn Energiefabriek, een groothandel voor zonne-energiesystemen. Nu de energietransitie in volle gang is, heeft hij zich alweer op de volgende ‘revolutie’ gestort. Volgens Bel wordt het namelijk tijd om ook onze watercyclus te gaan verduurzamen.

“Ik vind het positief dat de regering eindelijk de regel- en wetgeving wil aanpassen om zo de energetische verduurzaming van onze gebouwde omgeving te stimuleren. Maar ze zijn wel rijkelijk laat. De energietransitie is al een jaar of 10 op gang. En voor de watertransitie hebben ze nog helemaal geen oog. Daarnaast mis ik in de huidige plannen een duidelijk onderscheid tussen een aanpak voor de bestaande bouw en de nieuwbouw. In de nieuwbouw kan je met regelgeving betrekkelijk makkelijk de gewenste verduurzaming afdwingen. De bestaande bouw is een compleet ander verhaal. Hoe ga je daar mensen verleiden om te investeren in bijvoorbeeld pv-panelen, warmtepompen en isolatie?”

“Het grote probleem is de financiering”, weet Bel uit ervaring. “Maximaal 10% van de Nederlandse bevolking verduurzaamt zijn woning uit overtuiging. De rest moet je toch echt over de brug zien te krijgen met financiële prikkels. Als je ziet welke bedragen er nu nog moeten worden neergeteld om een woning compleet te verduurzamen – dat loopt al snel in de tienduizenden euro’s – dan snap je wel dat veel woningeigenaren ertegenaan hikken. Je moet de mogelijkheden om eenvoudig en onder aantrekkelijke voorwaarden te kunnen lenen, zien te verruimen met als basis de lagere exploitatiekosten van de woning die gerealiseerd gaan worden. Dat zal een enorme impuls geven.”

“Daarnaast moet natuurlijk de kostprijs van allerlei duurzame oplossingen omlaag door schaalvergroting. En ik denk dat het Energielabel een grotere rol moet gaan spelen bij de waardebepaling tijdens de verkoop van een woning. Ook dat zal een stimulans vormen om te investeren in de verduurzaming van bestaande woningen.”

Bel vindt het uiteindelijke doel van het Klimaatakkoord om in 2050 CO2-neutraal zijn “ambitieus, maar noodzakelijk. Ik sta er helemaal achter om duidelijke doelen te stellen, maar vraag me af of de praktijk niet wat weerbarstiger zal zijn. Behalve een pakket aan maatregelen, zal er constant aan de kar moeten worden getrokken om ook daadwerkelijk die verduurzaming te realiseren.”

De duurzaamheidsexpert maant de installatiebranche om niet lijdzaam te gaan afwachten tot de regering en de andere stakeholders hun zaakjes rond hebben. “Een brancheorganisatie als Uneto-VNI kan ook zelf het voortouw nemen, door samen met banken om de tafel te gaan zitten en aantrekkelijke financieringsproducten op de markt gaan brengen. En ook voor grote installateurs zie ik een rol weggelegd. Zij kunnen lease-modellen ontwikkelen en dan ‘Energy as a service’ gaan aanbieden aan woningbezitters. Bovendien zie ik ze als de voorhoede van de branche. Grote installateurs hebben de capaciteit om mensen voortdurend bij te scholen in duurzame technieken en hun klanten te bewerken die technieken te gaan omarmen. En de kleine installateur, tja, ik weet dat die het al razend druk heeft en de grootst mogelijke moeite moet doen om alle ontwikkelingen bij te benen. Laat hun gewoon volgen in het kielzog van de grote installateurs.”