• september 3, 2025
  • 444 views
Netcongestie aanpakken met een warmtepomp

De energietransitie is in volle gang. Aardgas als energiebron maakt steeds vaker plaats voor elektra. Dat is nodig om de klimaatdoelstellingen te halen, maar veroorzaakt wel een nieuw probleem: netcongestie. De nieuwe Whitepaper Netcongestie Utiliteit van Alklima vertelt installateurs en adviseurs hoe dit probleem grotendeels kan worden ondervangen via warmtepompen in combinatie met slim energiemanagement.

De all-electric warmtepomp wordt soms als een van de ‘schuldigen’ aangewezen als het gaat om netcongestie, aldus Alklima. ‘Maar het is belangrijk dat we de all-electric warmtepomp juist als oplossing zien. Daartoe is dit toestel in staat, zodra we het energiegebruik ervan slim aansturen. We kunnen bijvoorbeeld het elektriciteitsgebruik door de warmtepomp op piekmomenten vermijden en zo ervoor zorgen dat een zwaardere netaansluiting niet altijd nodig is. In 2024 publiceerde Alklima al de Whitepaper Netcongestie Woningbouw, die praktisch beschreef hoe we warmtepompen in de woningbouw kunnen inzetten om netcongestie te verminderen. De Whitepaper Netcongestie Utiliteit doet hetzelfde, maar dan gericht op toepassing in utiliteitsgebouwen.’

Peak shaving
Netcongestie treedt op wanneer veel gebouwen tegelijk veel stroom nodig hebben. Buiten deze piekmomenten is er meestal geen sprake van een probleem. Het is daarom zaak om het verbruik zoveel mogelijk te verplaatsen naar buiten de piektijden: peak shaving dus. De (H)VRF-warmtepompsystemen van Mitsubishi Electric zijn geschikt om dit principe toe te passen. Dankzij regeltechniek schakelen deze toestellen op piekmomenten – wanneer je dit instelt – tijdelijk terug in vermogen, zonder dat dit ten koste gaat van het comfort in het gebouw.

Vijf scenario’s instellen
In de whitepaper lezen installateurs, adviseurs en gebouweigenaren hoe ze met de centrale regelingen van Mitsubishi Electric (EW-C50E en AE-C400E) vijf verschillende scenario’s kunnen programmeren. Binnen deze scenario’s passen ze de instellingen van het binnen- en buitendeel van de warmtepomp aan. Zo kunnen ze het vermogen van de installatie tijdelijk verlagen en piekbelasting voorkomen. Het document legt stap voor stap uit hoe dit werkt. Aan de hand van afbeeldingen ziet de lezer daarbij hoe de schermen van de regelaar zijn ingedeeld en welke functies hierop te vinden zijn.

Koppelingen met kWh-meter
Bij het reduceren van het opgenomen vermogen van de warmtepomp, is input nodig vanuit een externe kWh-meter. Daarom laat de whitepaper ook zien op welke verschillende manieren de installateur een koppeling met zo’n elektriciteitsmeter kan maken. Een andere mogelijkheid die wordt besproken, is om zónder ingestelde scenario’s toch eenvoudig een basisregeling voor vermogensreductie toe te passen. De installateur past dan alleen vermogensreductie toe op de buitendelen van de warmtepomp. Ook hier legt het document helder uit hoe de vakman dit doet.

Extra mogelijkheden met vloerverwarming
Een combinatie van een lucht/lucht-warmtepomp met een lucht/water-warmtepomp voor de vloerverwarming komt vaak voor. Dit levert een mix op van het comfort van stralingsverwarming en de snelheid van luchtverwarming. Omdat de lucht/water-warmtepomp Ecodan van Mitsubishi Electric wordt uitgevoerd met een buffer, geeft deze nog meer mogelijkheden op het gebied van peak shaving. Zodra er een piek op het stroomnet ontstaat, kan deze warmtepomp zijn vermogen reduceren of volledig uitschakelen en de warmte uit de buffer gebruiken. In de whitepaper staat hoe de installateur deze regeling instelt.

De Whitepaper Netcongestie Utiliteit is gratis te downloaden. Ga hiervoor naar https://hello.alklima.nl/whitepaper-netcongestie-utiliteit.

  • maart 22, 2023
  • 166 views
Verduurzaming door flexibel te voorzien in energie

De energieflexibiliteit van een gebouw is de mate waarin de energiebehoefte en de energieproductie van een gebouw kunnen reageren op externe prikkels. Een (prijs)prikkel moet ervoor zorgen dat gebouwen extra vermogen vragen als er bijvoorbeeld een te groot aanbod van duurzame energie is of juist de vraag verminderen als er te weinig aanbod is. Dat staat in het TVVL Klimaattechniek (/KT) - 42 rapport ‘Energieflexibiliteit in gebouwen’. Het rapport biedt inzicht in hoe gebouwen kunnen bijdragen aan het verduurzamen van de energievoorziening door het flexibiliseren van de energiebehoefte. Voor dit rapport is ook een aanvullend document beschikbaar waarin een projectmatige aanpak wordt beschreven voor het in kaart brengen en ontsluiten van de energieflexibiliteit van een gebouw.

In de traditionele energievoorziening volgt de energieproductie de energiebehoefte. Bij de duurzame energievoorziening is het aanbod van duurzame energie niet stuurbaar. Om zo veel mogelijk gebruik te maken van de beschikbare duurzame energie is het zinvol als de energiebehoefte de duurzame energieproductie enigszins kan volgen. Dit is het doel van energieflexibiliteit. TVVL Expertgroep Klimaattechniek heeft met medewerking van de expertgroepen Gebouwbeheer en – automatisering en Elektrotechniek een rapport samengesteld dat inzicht biedt in manieren waarop de flexibilisering van de energiebehoefte ertoe leidt dat gebouwen kunnen bijdragen aan het verduurzamen van de energievoorziening.

Vorm van energieopslag
Energieflexibiliteit wordt in zijn algemeenheid gerealiseerd door een vorm van energieopslag. Dit kan een batterij zijn, maar ook een voorraadvat met warmwater. Het rapport beschrijft dat de massa van het gebouw zelf een thermische buffer is die gebruikt kan worden om energieflexibiliteit te realiseren. Daarnaast kan door het clusteren van vele gebouwen in combinatie met min of meer flexibel te schakelen apparatuur energieflexibiliteit opleveren. Ook is gekeken naar complexe factoren zoals energieflexibiliteit in samenhang met de andere gebouwsystemen en innovaties op het gebied van voorspellende regelingen.

Zowel het technische rapport als het aanvullende document is beschikbaar via het online platform van TVVL.
Technisch Rapport Energieflexibiliteit van gebouwen
Technisch Rapport Energieflexibiliteit van gebouwen, aanpak

[pt_view id="6347064lqv"]

  • februari 17, 2023
  • 159 views
Uitdaging: energieneutrale ijsbanen

Kunstijsbanen en energieprijzen, daar is veel over te doen. Hoe zorg je ervoor dat ijsbanen snel verduurzamen, dat ze klimaatneutraal en energiezuinig worden? De KNSB breekt zich daar het hoofd over. Daikin, hoofdsponsor en specialist in koelen en verwarmen, denkt mee. “In 2040 moeten alle ijsbanen energieneutraal kunnen zijn.”

Op de vraag of het mogelijk is om in 2040 alle ijsbanen in Nederland energieneutraal te maken, antwoorden de Daikin-experts Alphons Stevens en Bauke Hulsebosch volmondig: Ja. “Zeker als er een dak op die ijsbaan zit”, zegt Hulsebosch. Stevens: “Voor bestaande bouw zal het wel lastig zijn, maar voor nieuwbouw moet dit kunnen. Zeker!” Ze geven wel eerlijk toe dat er op weg naar dat ideale plaatje ‘nog wat uitdagingen’ te overwinnen zijn.

Taskforce
Maar daaraan wordt al hard gewerkt. Eind 2021 richtte de KNSB, samen met onder meer NOC*NSF en de Vereniging Kunstijsbanen Nederland, de Taskforce Verduurzaming IJsbanen op. Dat was voordat Poetin Oekraïne binnenviel. Als gevolg van die oorlog stegen de energieprijzen, wat ook de 22 kunstijsbanen in ons land raakt. Een versnelde verduurzaming van deze accommodaties, onmisbaar voor de schaatssport, blijkt ineens hard nodig. Het actieplan van de taskforce kwam geen dag te vroeg…

Hart voor het schaatsen
Bij Daikin volgen ze dit verhaal op de voet. Het van oorsprong Japanse bedrijf, actief op het gebied van airconditioningsystemen, is sinds 2018 hoofdsponsor van de KNSB. “Wij hebben hart voor het schaatsen en de kennis in huis om echt mee te helpen aan het verduurzamen van ijsbanen”, zegt Edwin Hoogerwerf, Managing Director van Daikin Nederland. “We denken graag mee, om ervoor te zorgen dat de schaatssport in Nederland kan blijven bestaan.”

Ervaring
Met name bij de Italiaanse tak van Daikin bestaat al ruime ervaring met ijsbanen. Dochterbedrijf Zanotti was betrokken bij de bouw van meer dan 25 ijs(hockey)stadions. Het leverde onder meer de koelinstallaties voor ijshockey- en curlinghal bij de Winterspelen van Turijn in 2006. Later volgden grote stadions in onder meer Astana (Kazachstan), Minsk (Wit-Rusland) en Moskou (Rusland). Daikin levert ook de vriesinstallaties voor mobiele ijsbanen, bijvoorbeeld van Disney on Ice. Het bedrijf is geen aannemer die stadions bouwt, maar zorgt binnen die gebouwen wel voor de installaties die het ijs maken en de lucht behandelen.

Totaaloplossing
“We praten het liefst over het hele complex”, zegt Bauke Hulsebosch, Manager Consulting Sales bij Daikin. “Het gaat om koelen, verwarmen, ventileren en wat ook belangrijk is: monitoren en regelen. De totaaloplossing moet energetisch zijn: wat voor energie gebruik je en wat doe je ermee? En het moet passen bij de situatie. Daar zit per ijsbaan wel verschil in.” Dat laatste is helemaal waar: alle 22 ijsbanen in Nederland hebben een compleet andere (energie)huishouding. De ene is al best ver met het verduurzamen van zijn installaties, bij de andere staat dit proces nog in de kinderschoenen.

Betrokken
Daikin maakt geen deel uit van de Taskforce, maar is wel betrokken bij diverse werkgroepen. Het bedrijf geeft cursussen aan ijsmeesters en adviseert sommige ijsbanen om het proces van verduurzaming in gang te zetten. “We raken steeds meer bij de ijsbanen betrokken, en dan vooral op de vraag hoe verduurzaamd kan worden”, vertelt Alphons Stevens, Manager SBU Applied bij Daikin (SBU staat voor strategische business unit). “Een grote aannemer kijkt bouwkundig mee, wij doen de energetische kant.”

Simpel verhaal
De energiehuishouding van een ijsbaan is ingewikkeld en voer voor specialisten. Maar als je het terugbrengt tot de kern is het best een simpel verhaal, vertelt Hulsebosch. “Je maakt ijs, dat is bevroren water, en voor die vriesinstallatie heb je energie nodig: gas of elektra. Om het ijspakket in stand te houden, moet je blijven vriezen. Om sporters en publiek een beetje aangenaam in de hal te laten vertoeven, moet je de lucht binnen verwarmen. Als je een slim systeem hebt, benut je daarvoor… de warmte die vrijkomt bij het ijs maken.”

Benutten van restwarmte
Hulsebosch: “Denk maar aan je koelkast thuis: die is van binnen koud en aan de achterkant warm. Energie gaat nooit verloren. Bij het maken van ijs, ofwel het koelen van water, komt warmte vrij. Daar kun je wat mee.” Dit is natuurlijk geen nieuwe ontdekking. Zo zijn er voorbeelden van ijsbanen die al gekoppeld zijn aan zwembaden. Met de warmte die vrijkomt bij het ijsmaken wordt het zwemwater op een aangename temperatuur gebracht. Toch zijn zulke combinaties meer uitzondering dan regel. Het benutten van de restwarmte kan nog veel verder worden doorgevoerd.

Nul CO2-uitstoot
In Alkmaar zetten ze al grote stappen bij sportcomplex De Meent. Daar wordt groene energie opgewekt, onder meer via een grote massa zonnepanelen, waarop de koelmachines draaien. De ijsbaan levert zijn restwarmte aan de aangrenzende  sporthal, wielerbaan en andere gebouwen. Op termijn zorgt dit complex voor nul CO2-uitstoot en levert het dus zelf opgewekte energie aan zijn directe omgeving. Hulsebosch: “Dit is een voorbeeld van zo’n moderne ijsbaan die straks geen energieslurper meer is, maar juist onderdeel van een energieneutraal gebouw, ENG in vakjargon, die zelfs restwarmte aan de omgeving levert.”

Energieneutraal
“Een ijsbaan ENG maken, ofwel energieneutraal krijgen, dat is heel goed mogelijk”, zegt Stevens. “Als je een goede schil neerzet, een slim gebouw, dan kun je het daarbinnen met de koelmachines en luchtbehandelingskasten heel goed energieneutraal maken. Als we nu naar de tekentafel gaan, zou dat bij wijze van spreken volgende week al kunnen.”

Combinatie
Hulsebosch: “Maar dan moet alles er omheen ook kloppen. De apparatuur is er nu al geschikt voor en die ontwikkelt zich nog verder door. Maar stand alone een ijsbaan neerzetten moet je niet meer doen. Je zult altijd een combinatie moeten maken: liefst bouw je een ijsbaan in combinatie met een zwembad, met daarbij ook woningen en/of kantoren. Plaats daar zonnepanelen en een windmolen bij en maak een gesloten circuit, waarin je de restwarmte van de ijsbaan benut voor die woningen/kantoren. Die maken ook dat het totale complex geld oplevert. Dit verhaal klinkt eenvoudig en dat is het eigenlijk ook. Wij zijn klaar voor de toekomst.”

Water door de Maas
De mannen van Daikin beseffen dat er nog wel wat water door de Maas zal stromen, voordat deze ideale ijsbaanwereld is gerealiseerd. Het bouwen ervan, of het omtoveren van bestaande banen tot zulke multifunctionele gebouwen, dat kost (vele) jaren en is afhankelijk van politiek draagvlak en particulier initiatief. In de tussentijd is het, zeker nu de energiemarkt ongewis blijft, noodzaak om in de dagelijkse bedrijfsvoering al besparingen te realiseren. Hulsebosch: “De overheid adviseert om thuis de thermostaat van de cv een graadje lager te zetten. Ook bij ijsbanen kun je kijken hoe je je energiegebruik kunt terugdringen.”

Deken over het ijs
Een ijsbaan die restwarmte van de koelmachine nog gewoon ‘affakkelt’, ofwel de buitenlucht in blaast, is eigenlijk niet meer van deze tijd. Moeten banen nog wel open zijn van begin oktober tot eind maart? Kan het ijs toe met iets minder harde koeling? Zijn er ook technische aanpassingen die energiegebruik kunnen besparen? Stevens: “We bekijken nu samen met een aannemer ook de mogelijkheid om ’s nachts, als er niet geschaatst wordt, een soort deken over het ijs te leggen. Daarmee voorkom je dat kou weglekt naar de lucht in de hal. Je hebt minder energie nodig om je ijspakket dik genoeg te houden en het kost je ook minder energie om de hal te verwarmen.”

Coole ijsbanen
Zo zijn er nog tal van besparingen te bedenken, waarmee niet alleen Daikin bezig is, maar waaraan ook vanuit de Taskforce Verduurzaming IJsbanen hard wordt gewerkt. Op het hoofdkantoor van de KNSB-hoofdsponsor in Capelle aan den IJssel blijven ze nauw betrokken bij die ontwikkelingen.
Hulsebosch: “Wij praten niet alleen over die koelmachine, warmtepomp of luchtbehandelingskast, maar over totaaloplossingen. Wij praten over geconditioneerde lucht: koelen, verwarmen en ventileren. In feite verkopen we lucht: geen gebakken lucht, maar aangename lucht. En dus ook ijs. We zorgen voor frisse scholen, gezonde kantoren en ook coole ijsbanen.”
Managing director Edwin Hoogerwerf: “Maar als er op korte termijn niks gebeurt, weten we zeker dat er ijsbanen afvallen. Dat moeten we met zijn allen zien te voorkomen, daarom is dit proces van verduurzaming zo belangrijk. Het liefst realiseer je er zelfs nog een paar ijsbanen bij.”

  • mei 3, 2022
  • 157 views
Nederlandse huishoudens beperken energieverbruik

Uit een onderzoek van tado°, actief op het gebied van intelligent klimaatbeheer voor woningen, blijkt dat 61,1% van de huishoudens in Nederland in maart minder energie hebben verbruikt dan in de voorgaande jaren¹. 58,2% van de Nederlandse tado°-gebruikers zegt dat geld besparen de voornaamste reden is om hun energieverbruik te verminderen. 24,9% wil minder afhankelijk zijn van Russisch gas en 16,9% doet het vanwege het milieu.

Het onderzoek keek naar energiebesparingen en vroeg aan 3.300 Nederlandse tado°-gebruikers (in totaal aan meer dan 15.000 Europese tado°-gebruikers) of recente gebeurtenissen invloed hebben gehad op hun persoonlijke energieverbruik. Jaarlijks wordt voor grofweg €3,7 miljard aan gas en kolen naar Nederland geïmporteerd vanuit Rusland². Een andere bron spreekt over 5 miljard kuub gas³.

Afhankelijkheid verminderen
Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zoeken overheden, bedrijven en huishoudens manieren om hun afhankelijkheid van geïmporteerde energie te verminderen, met name aardgas. De resultaten van het onderzoek laten zien dat Europeanen energie-efficiëntie serieus nemen en actie ondernemen, concludeert tado°. Van alle Europese respondenten die in de poll hebben aangegeven dat ze hun energieverbruik hebben verminderd, wil 65,6% hoge energieprijzen vermijden, 18% wil minder afhankelijk zijn van geïmporteerd gas uit Rusland en 16,4% wil energie besparen vanwege het milieu.
Volgens de EU wordt 79% van het energieverbruik van een huis gebruikt voor verwarming en warm water, wat meestal met gas gebeurt⁴. Deze afhankelijkheid van gas voor verwarming creëert een directe link tussen recente politieke gebeurtenissen en het comfortniveau in Europese huizen. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat Europese huishoudens in actie komen en actief proberen hun impact te verminderen.

¹ 3.300 Nederlandse tado°-gebruikers ondervraagd in april 2022
² Hoeveel gas Nederland jaarlijks uit Rusland haalt, is voor de buitenwereld geheim
³ Nederlanders willen massaal van het gas vanwege oorlog in Oekraïne | Energiecrisis | AD.nl
Heating and cooling

 

[pt_view id="b12af81h7b"]

  • maart 22, 2022
  • 143 views
Voor 500 euro de thermostaat 2 graden lager

Er moet wel wat tegenover staan, wil de gemiddelde Nederlander de thermostaat twee graden lager zetten. Dit blijkt uit onderzoek van Zonneplan. Het energiebedrijf vroeg in samenwerking met onafhankelijk veldwerkbureau Panel Inzicht aan 2000 Nederlanders onder welke voorwaarde zij dit zouden doen. Eén op de vijf Nederlanders geeft aan er minimaal 500 euro aan energiekosten mee te willen besparen, terwijl een kwart ook al genoegen neemt met 250 euro. Ruim één op de vijf Nederlanders geeft daarentegen aan de thermostaat onder geen beding lager te zetten.

Volgens energiespecialist Glenn van der Linde van Zonneplan bespaart het lager zetten van de thermostaat per graad zeven procent aan gasverbruik. Twee graden lager scheelt een gemiddeld huishouden dus 168 kuub gas, wat bij de huidige gasprijs gelijkstaat aan 378 euro. Van der Linde: “Een besparing van 500 euro is dus een vrij realistisch scenario, ervan uitgaande dat er ook gezinnen zijn die nog aanzienlijk meer betalen dan 2,25 per kuub.”

Groene motieven
Voor 8 procent van de Nederlanders moet de besparing echter minstens 1000 euro bedragen, willen zij twee graden kouder gaan wonen. Een andere groep, 21 procent, hecht niet zozeer waarde aan de financiële besparing, zo blijkt uit het onderzoek van Zonneplan. Zij stellen als voorwaarde dat er een significante bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelstellingen tegenover moet staan. Volgens Van der Linde is dit het geval. “Met het verbranden van een kuub gas gaat ongeveer 1,8 kilo CO2-uitstoot gepaard. Twee graden lager - dus 168 kuub minder - scheelt dus ruim 300 kilo CO2-uitstoot. Daarvoor kan een dieselauto twee keer op en neer van Utrecht naar Parijs rijden.”

Consument toch prijselastisch?
Jarenlang werd verondersteld dat de Nederlandse consument prijsinelastisch is als het op energie aankomt. Hogere prijzen leidden niet of nauwelijks tot minder verbruik en vice versa, zo schreef lector Energietransitie Martien Visser in 2016. Dat lijkt met de huidige energieprijzen echter wel degelijk het geval. Van der Linde: “De doorsnee consument was zich eenvoudigweg nooit bewust van de kosten van energie. Maar met de huidige prijsexplosie en de grote hoeveelheid media-aandacht hiervoor, valt het niet te missen. Het moet schijnbaar eerst écht misgaan voordat mensen wat gaan doen.”

[pt_view id="0e66d5bn0f"]

  • maart 18, 2022
  • 132 views
Interpretatie ‘Energieprestatie van Gebouwen’

Op de site van NEN is een interpretatiedocument te downloaden bij NTA 8800:2022 ‘Energieprestatie van Gebouwen’. Het document sorteert voor op de inwerkingtreding van het Besluit bouwwerken leefomgeving en is de basis van het Stelsel EPG.

In plaats van ‘Bouwbesluit 2012’ moet vanaf het moment van inwerkingtreding worden gelezen: ‘Besluit bouwwerken leefomgeving’. In sommige gevallen wordt in NTA 8800:2022 verwezen naar specifieke artikelen in het Bouwbesluit. Welke dat zijn, en welke dit worden in het Bbl, staat in het interpretatiedocument. Daarnaast bevat het interpretatiedocument enkele redactionele aanpassingen voor NTA 8800:2022.

Gevolgen
De redactionele aanpassingen in het interpretatiedocument bij NTA 8800:2022 hebben geen effect op de andere documenten en onderdelen van het EPG-stelsel zoals de opnameprotocollen en de software. De definitieve versies van de Wijzigingsbladen voor BRL9500-W, U en de BRL9501, zullen verwijzen naar het interpretatiedocument van NEN. Deze Wijzigingsbladen liggen momenteel bij de Raad voor Accreditatie ter beoordeling, en de definitieve versies zijn derhalve nog niet gepubliceerd.
Op de website van Energieprestatie van gebouwen staat meer informatie over het Stelsel EPG. Hier is ook het interpretatiedocument te downloaden.

  • januari 28, 2022
  • 134 views
Brede coalitie wil grootste knelpunten op stroomnet aanpakken

Een brede coalitie van 14 partijen waaronder Techniek Nederland, netbeheerders, een aantal andere branches en overheid wil de komende kabinetsperiode structurele oplossingen realiseren voor de huidige knelpunten op het elektriciteitsnet. Daarmee wordt meer grootschalige productie van energie uit zon en wind mogelijk en kan de elektrificatie van woningen, vervoer en de industrie versnellen. Dat is belangrijk voor de verduurzaming van onze energiehuishouding en voor het vestigingsklimaat in ons land. De coalitie, onder de naam ‘Actieteam Netcapaciteit’, vraagt minister Jetten voor Klimaat en Energie onder meer om een aantal wettelijke aanpassingen. Ook is voor een stimuleringsprogramma voor innovatieve oplossingen 200 miljoen euro per jaar nodig uit de nieuwe middelen voor klimaatbeleid.

Nederland investeert nu al jaarlijks gemiddeld circa 3 miljard euro in het elektriciteitsnet om zon- en windparken te kunnen aansluiten en elektrificatie van zowel huishoudens als bedrijven mogelijk te maken. Daardoor is ons land wereldwijd één van de koplopers als het gaat om zonnestroom. Veel grote zon- en windparken, ondernemers en woningbouwprojecten wachten als gevolg van schaarste op het elektriciteitsnet echter op aansluiting. Ook voor de industrie moet vanwege de verduurzamingsplannen in het MIEK (Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat) veel capaciteit beschikbaar komen op het elektriciteitsnet. Voor de plannen van gemeenten en provincies, gebundeld in de RES’en (regionale Energie Strategie) is ruimte op het net ook onmisbaar.

Belemmeringen
Grote tekorten aan technici, lange realisatietermijnen en regelgeving belemmeren echter snelle verzwaring en aanpassing van het net. Ook kunnen domweg niet overal tegelijk de straten open. Voor de komende drie jaar staan er veel grote zon- en windparken op de planning die zonder creatieve oplossingen vooralsnog niet aangesloten kunnen worden. Het gaat dan om ruim 10 Gigawatt aan zonnestroom en 3,7 Gigawatt aan windprojecten die in de pijplijn zitten, goed voor het elektriciteitsverbruik van ruim 6 miljoen huishoudens.

Snelle oplossingen zijn nodig
Het nieuwe Actieteam Netcapaciteit wil voor de grootste knelpunten snelle oplossingen zoeken in de komende kabinetsperiode en schetst in haar voorstel de hoofdlijnen waarlangs dit kan. Daarbij ligt er een kans voor bestaande en nieuwe marktpartijen om slimme technieken in te zetten. Denk aan lokale opslag van energie, vraagstimulering of curtailment (regeltechnieken op basis van data, waarbij bijvoorbeeld aanbod-  of vraagpieken worden afgevlakt). Daarnaast blijven verzwaring van het net en congestiemanagement structurele oplossingen.

Randvoorwaarden
De 14 partijen nemen met hun voorstel verantwoordelijkheid voor gezamenlijke oplossingen maar vragen tegelijkertijd minister Jetten voor Klimaat en Energie om mede-eigenaarschap en concrete acties. Zo is op korte termijn invulling nodig van een aantal randvoorwaarden:
-           het verkorten van realisatietermijnen voor netuitbreiding, bijvoorbeeld door het inrichten van een fast lane met gespecialiseerde (juridische) beleidsmedewerkers;
-           De mogelijkheid voor overheden om – in overleg met betrokkenen – maatschappelijk afgewogen keuzes te maken bij het verdelen van de schaarse elektriciteit.
-           Snellere aanpassing van wet- en regelgeving die het mogelijk maakt dat netbeheerders en marktpartijen samen optimaal flexibiliteit (zoals batterijen) kunnen inzetten;
-           Onderzoek naar het effect van financiële prikkels in het technisch beroepsonderwijs. Denk bijvoorbeeld aan een afstudeerbonus voor mbo’ers techniek en extra financiering voor techniekopleidingen. Er zijn ook nu al veel te weinig technische vakmensen voor netverzwaring, maar óók om zonnepanelen en warmtepompen te plaatsen.

Stimuleringsprogramma
Voor de inzet van flexibiliteit en creatieve oplossingen adviseert het Actieteam Netcapaciteit een stimuleringsprogramma van jaarlijks 200 miljoen euro gedurende deze kabinetsperiode. Hiermee kan de invoering van bestaande en nieuwe technieken bij grote knelpunten in het net een impuls krijgen. Denk bijvoorbeeld aan grootschalige opslag of het sturen van de lokale vraag.

De volledige coalitie bestaat uit: Energie-Nederland, Energie Samen, Energy Storage NL, FME, Holland Solar, IPO, Koninklijke Bouwend Nederland, Netbeheer Nederland, NVDE, NWEA, Techniek Nederland, VNG, VNO-NCW/MKB Nederland en WENB.

 

  • maart 30, 2021
  • 148 views
Twee jaar om oude verklaringen voor kwaliteit en gelijkwaardigheid over te zetten

De stelselwijziging voor het berekenen van de energieprestatie, die op 1 januari 2021 in werking trad, heeft ook gevolgen voor gecontroleerde kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen. Nu de energieprestatieberekeningen volgens de NTA 8800 worden gemaakt, moeten ook de toegepaste producten en systemen aan die eisen voldoen. Desondanks hanteert Bureau CRG, de beheerder van de database met gecontroleerde kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen, in samenspraak met het ministerie van Binnenlandse Zaken voor specifieke situaties een overgangsperiode van twee jaar.

De verklaringen van producten en systemen die BCRG tot 31 december controleerde en in haar database opnam, moesten aan de NEN 7120 voldoen. Nu de berekening van de nieuwe energie-eis, de BENG, volgens de NTA 8800 gebeurt, moeten ook de kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen van producten in die berekening aan de NTA 8800 voldoen. Dat betekent dat veel van de ‘oude’ verklaringen moeten worden omgezet.

Overgangsperiode
“Voor het overzetten van die verklaringen hanteren we een overgangsperiode”, vertelt Kees Arkesteijn, secretaris van BCRG. “Deze is bedoeld om bedrijven de tijd te geven om die omzetting in orde te maken. De overgangsregeling is van toepassing op producten en systemen waarvoor is aangetoond dat de energieprestatie via de NEN 7120-verklaring van het systeem of product gelijk of conservatiever is dan energieprestatie conform de methoden in de NTA 8800.”

Ingrijpend
Volgens Arkesteijn was het zonder de overgangsregeling voor veel leveranciers met producten in de database erg ingrijpend om overal nieuwe kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen voor aan te leveren. “Nu zie je dat voor warmtepompen en combiketels, zo toonde een studie aan, de energieprestatie conform de NTA 8800 nagenoeg gelijk is aan die van NEN 7120. In een aantal gevallen zijn de methode voor het bepalen van de energieprestatie van het product of systeem in de NTA 8800 gelijk aan de methode in de NEN 7120. Dit geldt onder meer voor douche-wtw’s en pv-panelen. Voor zonneboilersystemen of ventilatie-wtw is het weer anders; daar zijn er wel aanzienlijke verschillen tussen de methode in NEN 7120 en NTA 8800, en zullen de leveranciers dus echt wel wat moeite moeten doen voor nieuwe verklaringen.”

Nog twee jaar in de databank
“Daarnaast speelt ook nog dat de verklaringen, die zijn opgesteld voor het Nader Voorschrift (NEN 7120), ook de komende twee jaar nog in de databank blijven staan. Dit doen we voor woningbouwcorporaties die voor 1 januari 2021 een nulmeting van woningen hebben laten uitvoeren voor de aanvraag van een subsidie. De eindmeting van deze woningen met specifieke energiebesparende maatregelen moet namelijk ook worden uitgevoerd met het Nader Voorschrift dat zij voor de nulmeting gebruikten. De NEN 7120 verklaringen spelen dus nog een belangrijke rol bij deze eindmeting. De eindmeting kan de komende twee jaar nog plaatsvinden.”

Speciale filters
In de database van BCRG kunnen de gebruikers snel en eenvoudig de verschillende verklaringen opzoeken. Om het verschil tussen ‘oude’ en nieuwe verklaringen te kunnen zien, heeft BCRG speciale filters ingebouwd. Zoals je ook kunt zoeken op gelijkwaardigheid, kwaliteit of EMG-verklaring, kun je nu ook op richtlijn filteren, dus op NEN 7120 of NTA 8800. De afgelopen maanden was het meteen al erg druk bij BCRG, omdat veel leveranciers hun verklaringen zo snel mogelijk up-to-date in de database willen krijgen. Arkesteijn schat dat inmiddels 70% van de verklaringen is omgezet of in de overgangsregeling zit, en daarmee dus aan de NTA 8800 voldoet.

[pt_view id="b3cc22fi1m"]

  • maart 23, 2021
  • 132 views
Meten en sturen op werkelijk energiegebruik

Er is een uniforme rekenmethode ontwikkeld die is het mogelijk maakt gebouwen snel te beoordelen op het werkelijke energiegebruik. staat voor De Werkelijke Energie intensiteit indicator, kortweg WEii, maakt inzichtelijk wat een gebouw per vierkante meter per jaar aan energie gebruikt. Gebouweigenaren en -gebruikers krijgen zo direct inzicht in de werkelijke energieprestaties van hun pand in relatie tot gelijkwaardige panden in hun sector, in plaats van een theoretisch inzicht. Daarnaast ontstaat direct een beeld van hoe ver ze verwijderd zijn van de Parijse klimaatdoelstellingen of zelfs een energieneutraal gebouw.

De ambitie van het Klimaatakkoord is een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in 2050 met 95% ten opzichte van 1990. Voor utiliteitsgebouwen wordt voor het realiseren van deze doelstelling vooral ingezet op het vaststellen van een wettelijke eindnorm voor de energetische kwaliteit van gebouwen in 2050. Daarom moet bijvoorbeeld nieuwbouw voldoen aan de BENG-norm, die is vastgesteld aan de hand van de methode NTA 8800. In de praktijk blijkt er echter een mismatch te zijn tussen het werkelijke energiegebruik van gebouwen en het energiegebruik dat verwacht wordt op basis van een theoretische berekening. WEii is, in tegenstelling tot BENG, ontwikkeld om wel inzicht te geven op de werkelijke energie-intensiteit van gebouwen.

Paris Proof-aanpak
WEii is een initiatief van DGBC en TVVL. Beide organisaties zijn overtuigd van het belang van meten op werkelijk energiegebruik. En ze werken dan ook al volgens dat principe: DGBC introduceerde in 2017 de Paris Proof-aanpak en TVVL is de initiator van WENG (Werkelijk EnergieNeutraal Gebouw). Die twee doelstellingen voor gebouwen zijn nu verwerkt tot scores op de WEii-ladder, die loopt van heel onzuinig via Paris Proof tot WENG.

Voor en door de markt
WEii is ontwikkeld voor en door de markt. Diverse overheidsinstanties en gezaghebbende marktpartijen hebben de afgelopen jaren in allerlei vormen meegewerkt aan de ontwikkeling van de rekenmethode, van TNO tot E-Nolis en van DWA tot het Rijksvastgoedbedrijf. Daarnaast is er voor de methode al interesse onder handhavers. Bijvoorbeeld omgevingsdiensten kunnen WEii gebruiken om de energieprestaties van gebouwen snel en correct in beeld te brengen en daarop te handhaven.

Eenvoudig en laagdrempelig
Martin Mooij is als programmamanager namens DGBC bij de ontwikkeling van WEii betrokken. Hij ziet grote kansen als het gaat om de toepasbaarheid van de tool. “Het is echt eenvoudig, je hoeft geen techneut te zijn om dit in te vullen.” Dat is volgens hem van groot belang, omdat de energietransitie ‘voor iedereen begrijpelijk moet zijn’. Daarom blijft hij ook hameren op het meten op het werkelijke energiegebruik: “Het is toch niet meer uit te leggen dat een gebouw een goed energielabel heeft, maar toch te veel energie gebruikt. Het theoretische en gebruik in de praktijk is met WEii direct terug te brengen tot één eenheid: het werkelijke energiegebruik.”

[pt_view id="70c75a85pb"]

  • maart 5, 2021
  • 124 views
Test met opwekking én opslag van duurzame energie in pilotwoning

Een geïntegreerd systeem voor PV-thermische energieopwekking met seizoensgebonden energieopslag. In Helmond bouwen studenten van de TU EIndhoven samen met woningcorporatie Woonbedrijf en bouwbedrijf Hurks een pilotwoning met dit systeem.

Brainport Smart District moet de slimste wijk ter wereld worden. In dit deel van de Helmondse wijk Brandevoort worden allerlei nieuwe technieken en inzichten toegepast om een duurzame en mooie leef- en werkomgeving te creëren. Studenten van de Technische Universiteit Eindhoven (Team CASA) bouwen hier samen met woningcorporatie Woonbedrijf en bouwbedrijf Hurks een woning (CASA 1.0) met technologie die door de studenten is bedacht. Het project ontvangt subsidie vanuit Europa, de provincie Noord-Brabant en het ministerie van EZK. Doel is om een alternatief voor sociale huurwoningen te bouwen dat Comfortable, Affordable en Sustainable Alternative (CASA) is. Bedenker en teammanager Antoine Post: “In deze pilot testen we de juiste dimensionering van bouwkundige en installatietechnische technieken met als doel deze voor toekomstige woningbouw te kunnen opschalen.”

Installatietechniek
In de woning met drie appartementen worden verschillende bestaande technieken samengevoegd, veelal gebaseerd op vernieuwende technologieën. Op installatiegebied komt er een systeem voor de opwekking én opslag van duurzame energie. Het systeem is opgebouwd uit bestaande componenten die echter op een unieke manier worden geïntegreerd ten behoeve van verwarming, koeling en ventilatie. Zonne-energie wordt via het PV-thermische dak (PV-panelen met onderliggend buizenstelsel) opgewekt om de woning te verwarmen en van elektriciteit te voorzien. Het opgewarmde water wordt opgeslagen in een enorme tank (100.000 liter) onder de woning. Zo kan er in de winter warmte onttrokken worden om het gebouw energieneutraal te verwarmen en van warm tapwater te voorzien. “Het water wordt door een warmtepomp opgewarmd tot 75 graden Celsius en blijft door de grote buffer minimaal 30 graden. Mocht de temperatuur toch daaronder komen, dan kunnen we met de warmtepomp bijverwarmen”, zegt Post. Door het energiesurplus van de zomer ‘s winters te gebruiken, worden piekbelastingen van het elektriciteitsnet voorkomen.

Componenten en monitoring
Flamco levert verschillende componenten van dit systeem, zoals een Flexcon Premium expansievat met 15 jaar garantie, energiebesparende XStream lucht- en vuilafscheiders, buffervaten, mengvaten, vul- en tapkranen, filters, flowsensoren en beveiligingen. Ook de energiemeters die de thermische prestaties van het systeem (opslag en verbruik) monitoren, komen van deze fabrikant. De data kan op afstand worden uitgelezen via Flamconnect Remote Rervice. Daarmee heeft de installateur real time inzicht in en controle over de conditie van het systeem. Zo kan hij pro-actief op (storings)meldingen reageren en die op afstand verhelpen.

Blijven leren
De woning is begin mei 2021 klaar. Het grote appartement op de begane grond (60 m2) betrekt Post zelf, ook om uit eerste hand te kunnen evalueren. “Wij hebben redelijk vertrouwen in het systeem, want het zijn vertrouwde componenten. We testen in de praktijk wat wij berekend hebben, want de systeemintegratie is nieuw. Mocht het nodig zijn, dan kunnen we de dimensionering aanpassen. Maar het project is nu al geslaagd, want we hebben veel geleerd.”

[pt_view id="d6c08f6i7p"]