Energie besparen volgens de wet
Een eigenaar, (ver)huurder of gebruiker van een bestaand bedrijfsgebouw is volgens wet verplicht om energie te besparen. Maar welke wetten en regels gelden er precies. Met alle verschillende regels, uitzonderingen en vrijstellingen is het lastig om door de bomen het bos te zien. Het Platform Duurzame Huisvesting ontwikkelde een interactieve tool, Kompas Energiewetgeving, die overzicht biedt in de wetgeving voor specifieke gebouwen. Concrete tips, links en hulpmiddelen helpen om daaraan te kunnen voldoen.
Het Kompas wordt continu gevuld met nieuwe informatie. Op dit moment is het eerste deel voor ‘kantoren’ compleet. Dit deel van het Kompas gaat in op de wetgeving met bijbehorende hulpmiddelen en tips voor bestaande kantoorgebouwen. De komende maanden wordt het interactieve Kompas Energiewetgeving verder uitgebreid met alle regels, uitzonderingen en vrijstellingen die gelden voor retail- en zorgvastgoed, onderwijsgebouwen en bedrijfshallen.
[related_post themes=”text”]
Groene energielabels hebben gunstige invloed op verkoop van woningen
Na bestudering van ruim 60.000 woningverkopen uit 2016, concluderen de onderzoekers van TIAS dat groene energielabels de verkoop van Nederlandse koopwoningen gunstig hebben beïnvloed. Ook na correctie voor leeftijd, locatie en kwaliteit, bleken woningen verkocht met een A- en B-label ruim een maand sneller te verkopen dan het gemiddelde D-labelalternatief. Bovendien brachten A- en B-labelwoningen ruim €7.000,- extra op bij de verkoop.
Energielabels zijn inmiddels gemeengoed in de Nederlandse woningmarkt. Sinds de Rijksoverheid in 2015 alle woningen heeft voorzien van voorlopige energielabels, is het leeuwendeel van alle woningverkopen voorzien van informatie ten aanzien van de energiezuinigheid van het pand. Informatie die de kopers op voorhand helpt een beeld te vormen van hun toekomstige kosten ten aanzien van stroom- en gasverbruik op het nieuwe adres. Een energierekening die voor een doorsnee D-labelwoning maandelijks gemiddeld €150,- bedraagt, varieert tussen €35,- en €180,- voor dezelfde woningen voorzien van A- en G-labels. “De energiestatus van Nederlandse woningen is een belangrijke kostenpost, waarop mensen kunnen besparen indien ze op voorhand goed geïnformeerde keuzes kunnen maken”, aldus prof.dr. Dirk Brounen, onderzoeksleider van deze labelimpactstudie. “Vooral oudere woningen kunnen grote verschillen vertonen met betrekking tot hun energiestatus. De gemiddelde nieuwbouwwoning is prima geïsoleerd, maar 70% van de Nederlandse woningmarkt stamt van voor 1980, een periode waarin energiestandaarden aanzienlijk lager lagen. Het label helpt kopers die met het blote oog deze verschillen zelf niet kunnen waarnemen om de zuinige woningen te herkennen en daardoor beter geïnformeerde keuzes te maken bij hun aankoop.”
Van de gelabelde verkopen uit de eerste helft van 2016 was ruim 36% voorzien van een ongunstig E-, F- of G-label. Deze woningen stonden gemiddeld genomen 32 dagen langer te koop dan de gemiddelde D-labelwoning. A- en B-labelwoningen verkochten juist een maand sneller dan gemiddeld. Wanneer deze transactie eenmaal plaats had gevonden bleek ook de prijs samen te hangen met de uitkomst van het energielabel. Gunstig gelabelde woningen verkochten voor meer, ook wanneer gecorrigeerd werd voor de verschillen in leeftijd, kwaliteit en locatie van de woning. Groene (A en B) gelabelde eengezinswoningen verkochten voor bijna €10.000,- meer dan de gemiddelde eengezinswoning met een D-label. Voor appartementen was deze ‘groene premie’ kleiner.
[related_post themes=”text”]
Brabantse gemeenten zorgen samen voor 200 ‘nul-op-de-meter’ woningen
In navolging van het landelijk Energieakkoord waarbij in 2013 werd afgesproken dat gemeenten zelf werk moeten maken van het verduurzamen van de woonvoorraad, hebben de negen Noord-Brabantse gemeenten van de regio Hart van Brabant werk gemaakt van gedeelde ambities en een gezamenlijk doel gesteld. In een vorig jaar gesloten deal tussen overheden, burgers, onderwijsinstellingen en bedrijven is afgesproken samen 200 ‘nul-op-de-meter’ woningen op te leveren en aanzienlijke besparingen door te voeren bij 3000 bestaande huizen. Deze doelstellingen van Dongen, Gilze-Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk moeten al in 2017 voltooid zijn.
Volgens wethouder Jan van Groos van de Gemeente Waalwijk gaat dat lukken. Mede dankzij de inzet van innovatieknooppunt KIEN heeft het verduurzamen de noodzakelijke duw in de rug gekregen. “Nu wordt door bedrijven en consumenten veel enthousiaster naar duurzaamheid gekeken. Er is in deze regio echt een flinke ontwikkeling gaande”, zegt hij. “Vooral het energiegebruik van bestaande woningen wordt dankzij de kracht van dit collectief sterk omlaag gebracht, wat voor het milieu een goede zaak is.”
Het project zet in op radicale renovatie van naoorlogse huur- en koopwoningen en het bouwen van meer energieneutrale woningen met ‘nul-op-de-meter’. De inmiddels vijfendertig betrokken partijen stellen aan elkaar ‘denk-en-doe-capaciteit’ ter beschikking en het verbond is nog steeds groeiende. Naast nieuwe lokale energiecoöperaties, neemt ook het aantal verbonden bedrijven nog steeds toe, omdat ze kansen zien nu deelnemers aan het project met elkaar ervaringen over succesvolle bouwtrajecten delen. Vraag en aanbod komen daardoor dichter bij elkaar.
Zo kiezen veel bewoners er bijvoorbeeld voor hun woning niet in één keer compleet te verduurzamen, maar kiezen zij voor de meest interessante stappen. De ervaring leert dat er nu al tal van maatregelen kunnen worden genomen, die latere aanpassingen niet blokkeren. “Niet alleen is het vanuit klimaatoogpunt belangrijk om zuiniger om te gaan met energie, maar ook dreigt dat huur- of hypotheeklasten straks vooral worden bepaald door de energiekosten en daardoor de pan uitrijzen”, zegt Van Groos. “Nu hebben we daar vanwege de lage olieprijs nog weinig last van, maar het is onvermijdelijk dat de prijzen weer omhooggaan, dus kun je maar beter vroeg beginnen met uitvoeren in plaats van uitstellen.”
In de deal zijn een zevental projecten beschreven waaraan de deelnemers bijdragen. Per gemeente is een lokale aanpak gedefinieerd om tot energiereductie te komen. Zo zijn bijvoorbeeld in de gemeente Heusden in honderd huizen energiescans gemaakt en worden daar nu de eerste energiebesparende maatregelen toegepast. En in Gilze-Rijen is reeds besloten aanvullende middelen te reserveren om een meer duurzame woningbouw zowel in 2016 als 2017 financieel te ondersteunen.
“Overal in de keten zie je dat projecten handen en voeten beginnen te krijgen”, licht Paul van Dijk, Beleidsadviseur Energie en Klimaat van de Gemeente Tilburg toe. “Sommige betrokken gemeenten zitten nog in de planvormingsfase, terwijl in Tilburg al enige tijd woningen worden opgeleverd en verbeterd.”
Directeur Adrie van Duijne van KIEN geeft aan dat Hart van Brabant een belangrijke voortrekkersrol vervult in de landelijke plannen tot verdere verduurzaming van woningen. “Ruim een half jaar geleden is er een convenant ondertekend met de KennisPartnerCoalitie om voor 2020 in Nederland 100.000 woningen met nul-op-de-meter te realiseren. Hiervoor zijn tientallen van dit soort initiatieven nodig. Hart van Brabant laat zien dat als gemeenten, bedrijven en particulieren samenwerken, ze veel sterker staan.”
[related_post themes=”text”]
‘Negatieve reactie op besluit minister om EPV uit te breiden is onnodig’
Een aantal partijen reageert negatief op het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken op de uitbreiding van de Energie Prestatie Vergoeding (EPV), die sinds 1 september jl. van kracht is. De uitbreiding betreft huizen met een gasaansluiting. ‘Die negatieve reactie is onnodig’, stelt een vijftiental bedrijven in een gezamenlijk persbericht. ‘Elke maatregel die een meetbaar significante verlaging van de CO2-uitstoot realiseert verdient het om ondersteund te worden. Het specifiek ondersteunen van één oplossingsrichting leidt niet tot de gewenste en versnelde CO2 verlaging. Het breder stimuleren van maatregelen die meetbaar bijdragen aan de doelstellingen is daarom essentieel.’
Nederland loopt achter op de verwachtingen als het gaat om de reductie van CO2. De doelstelling is een wereldwijd niveau van 1 a 2 ton CO2 per hoofd. Vergelijk dat met de huidige emissie van 11 ton CO2 per hoofd in Nederland voor alle sectoren samen. De Nederlandse gebouwde omgeving biedt veel gelegenheid om die reductie te realiseren.
Om de verduurzaming in de bouw te stimuleren initieerde het Ministerie van Binnenlandse Zaken een Energie Prestatie Vergoeding (EPV). Een vergoeding die de bewoner van een woningcorporatie woning betaalt in plaats van de afgenomen energiekosten om de duurzame renovatie van een woning te financieren. Overigens bij gelijkblijvende woonlasten. Om die verduurzaming van de Nederlandse woningvoorraad mogelijk te maken is o.a. het initiatief de Stroomversnelling opgericht. Een strategisch samenwerkingsverband van o.a. bouwbedrijven, toeleveranciers, corporaties die een ‘Nul op de Meter’ all electric oplossing hebben bedacht.
Het ministerie heeft recent besloten de EPV, die per 1 september van kracht is, uit te breiden met de EPV voor huizen met een gasaansluiting om andere initiatieven, met gelijkwaardige prestaties, gelijkwaardige ondersteuning te bieden. ‘Dit besluit wordt door een groot deel van de markt als zeer positief ervaren’, stellen de vijftien bedrijven (zie onderaan dit bericht). ‘Immers alle maatregelen die bijdragen aan een verminderde CO2 uitstoot zijn welkom. De uitbreiding van de EPV met gas heeft minimaal dezelfde reductie van de CO2 uitstoot als bijvoorbeeld de all electric oplossing.’
In Nederlandse woningen kan en moet nog veel gebeuren, aldus de vijftien bedrijven. ‘Met echt goede isolatie van ramen en dichte delen, ventilatie met warmteterugwinning en passieve benutting van zonne-energie wordt de warmtevraag van woningen 80% lager; De energiebehoefte voor warm tapwater wordt 50% lager bij gebruik van zon thermische energie die de opgevangen warmte in de woningen opslaat en de dagen daarna gebruikt. Het huishoudelijk gebruik van elektriciteit is moeilijk te reduceren, omdat veel gebruik is gekoppeld aan de toenemende comfortvraag naar elektrische apparatuur. Zonnepanelen helpen om duurzaam stroom op te wekken. Maar omdat het elektriciteitsverbruik niet gelijktijdig is met de opwekking, heb je voor het merendeel van het stroomgebruik in de oplossing van de all electric in de praktijk nog steeds fossiele energie nodig. Immers elektriciteit in Nederland wordt voor het grootste gedeelte nog steeds opgewekt door gebruik van fossiele brandstoffen (kolen en gas).
De EPV uitbreiding wordt ondersteund door de volgende bedrijven:
- AgNova architecten
- Bouwbedrijf Van Dillen
- Built4U – innovatief renovatieconcept
- FME – ondernemersorganisatie voor de technologische industrie
- Gasunie
- Heijmans Woningbouw BV
- Kingspan – fabrikant van duurzame bouwproducten
- Remeha B.V. – Producent van warmtepompen, zonneboilers en ketels
- SolidPower: producent van brandstofcellen
- SSW – woningcorporatie
- Trecodome – adviseur op gebied van passief bouwen
- The Source – business catalyst
- De Verduurzamers – comfortabel, duurzaam en betaalbaar wonen
- VFK – belangenorganisatie voor Nederlandse fabrikanten van cv-ketels en andere warmte- en warmwater voorzieningen
- Zehnder Group Nederland – Energie-efficiënte oplossingen voor verwarming, ventilatie, koeling en filtering
[related_post themes=”text”]
Nul-op-de-meter woning als demonstratiewoning
De Enschedese wethouder Eerenberg (portefeuillehouder duurzaamheid) heeft een nul-op-de-meter woning aan de Usselerweg in Enschede officieel in gebruik genomen. Van Wijnen Eibergen en haar partners realiseerde in opdracht van Woningcorporatie De Woonplaats vijf energiezuinige woningen, waarvan de middelste volledig nul-op-de-meter is gerealiseerd. De nul-op-de-meter woning zal het komende half jaar door De Woonplaats en Van Wijnen tezamen als demonstratiewoning gebruikt worden. De woning is bedoeld om belangstellenden te laten zien en te laten ervaren wat een nul-op-de-meter woning inhoudt en om voorlichting te geven over duurzaam bouwen en wonen.
Wethouder Eerenberg opende de woning door het in ontvangst nemen van een duurzame koffer. Van Wijnen Oost heeft duurzaamheid hoog op de agenda staan en is intern gestart met de Maand van de Duurzaamheid. In de koffer zitten negen duurzame thema’s waar Van Wijnen Oost deze maand speciale aandacht aan gaat geven zodat het nog meer in het DNA van haar medewerkers komt.
[related_post themes=”text”]
Subsidie voor bijvoorbeeld WTW of vraaggestuurd ventileren bij isoleren huis
Huiseigenaren die zelf in hun huis wonen, kunnen subsidie van het Rijk krijgen voor energiebesparende maatregelen. Ze moeten dan minstens twee verschillende soorten isolatie van voldoende omvang toepassen: isolatie van dak, gevel, vloer/bodem of spouwmuur of hoogrendementsglas aanbrengen. De subsidie is ongeveer 20 procent van de isolatiekosten, bij een kwalitatief en prijstechnisch goed bedrijf. Wie subsidie krijgt voor het toepassen van minstens twee verschillende soorten isolatie, kan daarnaast ook subsidie krijgen voor aanvullende maatregelen, zoals warmteterugwinning of een vraaggestuurd ventilatiesysteem. Wie zijn héle huis of gebouw voorziet van een zeer energiezuinig pakket aan maatregelen, krijgt een bonus van 4.000 euro bovenop de subsidie. Subsidie aanvragen is vanaf 15 september 2016 mogelijk via internet bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Voor verenigingen van eigenaren geldt die bonus per appartement. Daarnaast is er voor VvE’s subsidie voor energieadvies, het maken van een duurzaam meerjarig onderhoudsplan en begeleiding.
Het is ook mogelijk een gunstige lening af te sluiten om energiebesparende maatregelen te financieren. De nieuwe subsidie en zo’n lening zijn te combineren. Ook een combinatie van de rijkssubsidie met bijdragen van een gemeente of provincie is mogelijk.
Voor de aanschaf van een zonneboiler, warmtepomp, biomassaketel of pelletkachel is een investeringssubsidie duurzame energie beschikbaar.
Voor verhuurders van woningen zijn er al andere subsidieregelingen voor energiebesparende maatregelen.
Medio oktober start het Rijk een driejarige campagne over energiebesparing. De campagne richt zich op huiseigenaren die al wel energiebesparende maatregelen overwegen, maar die nog niet hebben genomen. In de eerste deelcampagne komt ook de nieuwe subsidiemogelijkheid aan de orde. Een campagnesite bundelt informatie over energiebesparing en biedt in een aantal stappen een overzicht van de mogelijkheden op maat aan. De campagne stelt komende jaren verschillende thema’s binnen energiebesparing centraal.
Energieprestatievergoeding voor nul-op-de-meter woning
Verhuurders die hun woningen tot een (bijna) nul-op-de-meter woning renoveren, mogen vanaf 1 september een energieprestatievergoeding van hun huurders vragen. Bij zo’n woning worden energiebesparende maatregelen gecombineerd met energieopwekkende voorzieningen, zoals zonnepanelen, zonneboilers of warmtepompen. Via de energieprestatievergoeding kan de verhuurder de forse investeringen in de huurwoning terugverdienen. Over de hoogte van de vergoeding moeten de verhuurder en de huurder het eens worden. De wet over de energieprestatievergoeding van de ministers Blok (Wonen en Rijksdienst) en Van der Steur (Veiligheid en Justitie) treedt morgen in werking.
De wet geeft verhuurders meer zekerheid dat zij een deel van hun investeringen via de energieprestatievergoeding kunnen terugverdienen. Daarnaast krijgt de huurder duidelijkheid over de redelijkheid van de vergoeding en de woonlasten na renovatie.
Op verzoek van de Tweede en de Eerste Kamer werkt minister Blok nog aan een regeling die huurders de garantie biedt dat hun totale woonlasten niet of beperkt omhoog gaan. Ze betalen dan weliswaar een energieprestatievergoeding, maar geven ongeveer net zo veel minder uit aan energie.
Binnenkort zal de energieprestatievergoeding ook mogelijk worden voor zeer goed geïsoleerde huizen met een aansluiting op aardgas. Voorwaarde is dat het huis zo veel duurzame energie opwekt dat er elektriciteit terug gaat naar het net. Op die manier wordt het verbruik van aardgas dan gecompenseerd. Hierover loopt tot 11 september een openbare internetconsultatie.
In het Energieakkoord is afgesproken dat de sociale huurwoningen van woningbouwcorporaties in Nederland in 2020 gemiddeld energielabel B zijn. Om dat te bereiken zijn op grote schaal renovaties van woningen nodig. De wet is daarmee ook een stimulans voor innovatie en werkgelegenheid in de bouw.
[related_post themes=”text”]
‘Bodemenergiesystemen presteren beter dan voorheen’
Uit recent onderzoek naar het functioneren van bodemenergiesystemen, dat in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) werd uitgevoerd, komt naar voren dat bodemenergiesystemen beter presteren dan voorheen. Ook lijkt het erop dat gebouwbeheerders beter vat krijgen op hun systemen. Dat het rendement van de bodemenergiesystemen beter wordt blijkt uit diverse factoren. In het onderzoek, dat een update was van een eerder het onderzoek uit 2006 en 2009, werden 125 open systemen voor warmte- en koudeopslag (WKO) aan een nadere analyse onderworpen. Uit de update komt naar voren dat de systemen veel minder water verpompen tussen de warmte- en koudebron. Deze verbetering wordt met name toegeschreven aan het verbeterde beheer en onderhoud van de systemen.
Belangrijke punten die in het onderzoek naar voren kwamen zijn:
- Het temperatuurverschil tussen de warmte- en koudebron.
Globaal geldt: hoe groter het verschil, hoe beter;
- De energiebalans.
Een goede balans zorgt ervoor dat de brontemperaturen goed blijven;
- De verpompte hoeveelheid grondwater.
Hoe meer energie per verpompte kuub water eruit wordt gehaald, hoe beter.
Ook blijkt uit het onderzoek dat het gemiddelde temperatuurverschil over de bronnen nagenoeg gelijk blijft: van 4,4 graden Celsius naar 4,6 graden Celsius. Een positief punt daarbij is wel dat er ook systemen zijn met een temperatuurverschil tussen 7 en 10 graden Celsius. Verder zijn de open WKO-systemen in Nederland over het geheel gezien nu meer in balans dan bij het eerdere onderzoek in 2006 en 2009.
Het op een juiste wijze ontwerpen, realiseren en/of beheren van bodemenergiesystemen is cruciaal om te zorgen dat de systemen in de praktijk ook waar maken wat ze beloven. Het daarbij beschikken over de nodige vakkennis is dan ook van groot belang. Het is dan ook niet voor niets dat per 1 oktober 2014 alle marktpartijen die bodemenergiesystemen ontwerpen, realiseren, onderhouden en beheren, hiervoor dienen te zijn gecertificeerd. Daarnaast dienen de bedrijven aantoonbaar te beschikken over de juiste vakkennis die binnen de speciaal hiervoor ontwikkelde Leergang Bodemenergie beschikbaar is.
[related_post themes=”text”]
Londense metrolijnen moeten kantoren en woningen gaan verwarmen
Ook in Groot-Brittannië is men naarstig op zoek naar alternatieve manieren om huizen en kantoorgebouwen te verwarmen. Ongeveer vier op de vijf woningen wordt momenteel verwarmd door cv-ketels. Deze zullen moeten worden vervangen door groenere vormen van verwarming om de Britse klimaatdoelstellingen in 2050 te halen. Bij onze overzeese buren is er daarom veel aandacht voor warmtenetwerken die gebruik maken van bijvoorbeeld geothermische energie of restwarmte van industriële installaties. Opmerkelijk is dat zelfs de warmte in de metrolijnen (tubes) voor de Britten een potentiële groene energiebron is. Voor de Londense Northern Line zijn er al plannen in de maak. Wie ooit in Londen met ‘the tube’ heeft gereisd, weet dat hier inderdaad een hoop warmte te winnen is.
Meer dan een derde van de lokale autoriteiten in Engeland en Wales maakt momenteel plannen om warmte via leidingen van de ene bron naar honderden huizen of bedrijfspanden te transporteren, zo meldt The Daily Telegraph. Hoewel benadrukt wordt dat warmtenetwerken nog steeds CO2 produceren, vindt men het verstandiger de warmte te gebruiken in plaats van zomaar te verspillen. Bovendien is het een goedkopere manier om per huishouden warmte te leveren dan met een eigen verwarmingsketel.
[related_post themes=”text”]
Publieke investeringen in energieonderzoek weer op niveau
In 2015 investeerde de Rijksoverheid €181 miljoen in energieonderzoek en demonstratie. Een totale stijging van 18% ten opzichte van 2014. Hiermee zijn de publieke investeringen weer terug op het gemiddelde niveau van de periode 2011- 2013. Dit staat in de jaarlijkse ‘Monitor publiek gefinancierd energieonderzoek’ van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Deze monitor laat zien hoeveel geld er naar de verschillende typen onderzoek gaat en naar welke energiethema’s.
Meer dan de helft (54%) van de publieke middelen was voor het energieonderzoek naar de productie van duurzame energie. Dit komt vooral door de Hernieuwbare energieregeling. Ruim een kwart ging naar onderzoek voor energiebesparing. Dit is vrijwel gelijk aan de afgelopen jaren. 9% ging naar onderzoek voor de inzet van aardgas als schone fossiele energiebron. Deze stijging is vooral terug te voeren op activiteiten in het TKI Gas (Topsector Energie), dat zich richt op de ontwikkeling van LNG toepassingen, verhoogde gaswinning en CO2-opslag. Er ging geen geld naar onderzoek naar kolen of andere fossiele brandstoffen in 2015.
[related_post themes=”text”]