• augustus 1, 2025
  • 573 views
Duidelijkheid over de uitfasering van F-gassen

Nu de EU steeds verder gaat met de overgang naar F-gassen, heeft Aggreko een nieuw rapport gepubliceerd om duidelijkheid te verschaffen over de nieuwste regelgeving en bedrijven advies te geven over de uitfasering. Het rapport, getiteld F-gas afbouw: Navigeren door regelgeving voor een duurzame toekomst, geeft een overzicht van de strategie van de EU voor de uitfasering van F-gassen, waaronder het verbod op het onderhoud of bijvullen van koelmiddelen met een aardopwarmingsvermogen (GWP) van meer dan 2500 en verplichte lekcontroles en emissiebeheersing.

Nu Nederland elke zes maanden verplichte inspecties van koelmiddelen invoert en België streeft naar een vermindering van de F-gascontingenten met 47% tussen 2020 en 2030, moedigen de richtlijnen de invoering van duurzame alternatieven met een laag GWP aan om de veerkracht op lange termijn en de naleving van de regelgeving te waarborgen. Het nieuwe rapport schetst het tijdschema voor de uitfasering en geeft aan welke koelmiddelen het grootste risico lopen om als eerste van de markt te worden gehaald, onder meer vanwege stijgende kosten en toenemende beperkingen. Ook worden de verplichtingen en kansen van de nieuwste regelgeving uiteengezet.

Uitdagingen
Andreas Eßmann, Temperature Control and HVAC Manager bij Aggreko: “De aanscherping van de F-gasregelgeving stelt bedrijven voor verschillende uitdagingen. Met de nieuwe beperkingen kan een groot lek apparatuur onbruikbaar maken, terwijl een geleidelijk lek de werking ervan op lange termijn in gevaar kan brengen. Ons nieuwste rapport is gepubliceerd om besluitvormers te helpen zich proactief voor te bereiden op de uitfasering en daarbij te zorgen voor naleving en operationele uitmuntendheid. Om een naadloze overgang te garanderen, is het echter van cruciaal belang om gebruik te maken van de expertise van derden."

Proactief
Het team van gespecialiseerde verkoopingenieurs en projectmanagers van Aggreko kan de overgang ondersteunen door proactief koeloplossingen te ontwerpen en te implementeren die zijn afgestemd op de operationele behoeften van een bedrijf. Het werkt ook nauw samen met operationele teams om potentiële risico's te identificeren en noodplannen op te stellen in omgevingen waar downtime aanzienlijke financiële schade kan veroorzaken.
Het Greener Upgrades™-portfolio van duurzame koeloplossingen van het bedrijf is proactief aangepast om te anticiperen op de strengere F-gassenregelgeving en deze zelfs te overtreffen, waardoor de koelmiddelemissies van het hele wagenpark met 50% tot 71% zijn verminderd.

Soepele overgang
Andreas Eßmann vervolgt: “Het kiezen van de juiste, betrouwbare partner is belangrijk om risico's te minimaliseren, downtime te voorkomen en het concurrentievermogen op lange termijn te beschermen. Door gebruik te maken van onze gespecialiseerde expertise, op maat gemaakte oplossingen en voortdurende investeringen in onze apparatuur, kan Aggreko een soepele overgang naar koelmiddelen met een lager GWP realiseren.”

  • mei 9, 2025
  • 518 views
Hybride loont

Uit het demonstratieproject Hybride warmtepompen blijkt dat een hybride installatie gemiddeld 75% gas bespaart en jaarlijks 1018 euro op de energierekening scheelt. Correcte installatie en een goed functionerend afgiftesys­teem zijn cruciaal voor optimaal rendement.

Tijdens het congres ‘Hybride in de warmtetransitie’ in januari zijn de definitieve resultaten van het Demonstratieproject Hybride Warmtepompen gepresenteerd. Uit het onderzoek, waarin het energiegebruik van 174 huishoudens is geanalyseerd, is gebleken dat het installeren van een hybride warmtepomp bij een cv-ketel gemiddeld leidt tot een gasbesparing van 75% en een verlaging van de energierekening met 1.018 euro op jaarbasis.

Samenwerking en onderzoeksmethode
Het demonstratieproject is een samenwerking van de Rijksoverheid, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Techniek Nederland en de Vereniging voor Duurzame Warmte. De prestaties van 174 hybride warmtepompen zijn gedurende twee stookseizoenen nauwkeurig geanalyseerd en vergeleken met het energiegebruik vóór de installatie van de hybride warmtepomp. De resultaten zijn wetenschappelijk geverifieerd door de Universiteit Twente.

Belang van correcte installatie
De gemiddelde prestaties hebben de betrokken partijen positief verrast. Tegelijkertijd liet de analyse zien dat bijna 20% van de geïnstalleerde systemen nog beter kon functioneren met enkele aanpassingen aan de installatie. Dit onderstreept hoe belangrijk een correcte installatie en een goed functionerend afgiftesysteem, zoals radiatoren en vloerverwarming, zijn om het maximale rendement te behalen. Bij een hybride warmtepomp speelt dit een nog grotere rol dan bij een cv-ketel. Bovendien is de hybride warmtepomp eenvoudig in te passen in bestaande woningen. De installatie neemt slechts een dag in beslag en vereist geen ingrijpende verbouwing, waardoor het een laagdrempelige verduurzamingsstap is.

Extra inzichten uit het onderzoek
Hoewel het hoofddoel van het onderzoek het vaststellen van de gasbesparing en verlaging van de energierekening betrof, heeft het onderzoek ook inzichten opgeleverd op het gebied van installatiegemak, wooncomfort en netbelasting. Een voordeel van de hybride warmtepomp is dat op koude dagen, wanneer de vraag het grootst is én warmtepompen een lager rendement hebben, wordt bijgestookt met gas. Hierdoor wordt het stroomnet minder zwaar belast. De combinatie van elektriciteit en gas vermindert de piekbelasting op het stroomnet, wat gunstig is voor de stabiliteit van het net.
Bijkomend voordeel van een hybride installatie is dat het een zekere mate van flexibiliteit en zekerheid biedt aan de gebruiker. Met een hybride ben je niet afhankelijk van één energiebron, maar heb je de flexibiliteit van het gebruik van zowel gas als elektriciteit.

Besparingsgarantie voor hybride warmtepompen
Uit het demonstratieproject is een dusdanig hoge gemiddelde gasbesparing vastgesteld dat de leden van de Vereniging voor Duurzame Warmte hebben besloten een vervolg te geven aan het concept van een besparingsgarantie voor hybride warmtepompen. Deze garantie komt voort uit het teruggedraaide beleidsvoornemen om verwarmingsinstallaties per 2026 te normeren, waardoor in veel gevallen een hybride warmtepomp moest worden geïnstalleerd bij het vervangen van een cv-ketel. Hoewel dit plan is teruggedraaid, wordt het concept van een besparingsgarantie door de fabrikanten voortgezet omdat de sector veel vertrouwen heeft in de technologie. Het uitgangspunt is dat de woningbezitter de garantie krijgt dat de hybride warmtepomp optimaal presteert, zowel qua gasbesparing als elektriciteitsverbruik. Hiermee kun je als installateur meer zekerheid bieden aan je klant n
Auteur: Susanne de Ruwe, Vereniging voor Duurzame Warmte

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

  • april 4, 2025
  • 199 views
(Her)certificering in 2025

In het klimaatakkoord van Parijs dat inmiddels is ondertekend door 195 landen, hebben deze zichzelf ten doel gesteld om de CO2-uitstoot in 2030 te verminderen met 49% ten opzichte van 1990. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft berekend dat Nederland nog steeds de hogere doelstelling van 55% kan halen. Daar zal echter veel voor moeten gebeuren in de komende jaren. Naast het verlagen van de uitstoot van de zware industrie, verkeer, luchtvaart en veestapel, zal ook de gebouwde omgeving een flinke bijdrage moeten leveren om deze doelstelling binnen bereik te houden.

Vanuit het perspectief van de gebouwde omgeving gezien zijn er drie knoppen waaraan we kunnen draaien:
1. Energie besparen door optimale isolatie, efficiënte installaties en goed ingeregelde en functionerende installaties. Er geldt immers dat je de energie die je niet gebruikt ook niet hoeft op te wekken.
2. Transitie van aardgas naar duurzaam opgewekte stroom als energiebron voor het verwarmen van gebouwen en woningen.
3. Hergebruik van de in de gebouwde omgeving toegepaste materialen. Dit voorkomt de CO2-uitstoot van winning van basismaterialen tot en met de productie van componenten die wij toepassen in de bouw. Het mag duidelijk zijn dat gezien de te verwachten technische levensduur van installaties ten opzichte van de bouwkundige elementen, de focus ligt op onze sector.
In dit artikel zullen we ons toespitsen op knop 2, al heeft dit uiteraard grote raakvlakken met knop 3. Het toevoegen van meer installatietechniek in gebouwen zorgt namelijk voor meer uitstoot bij de productie hiervan. Dit gegeven moet te allen tijde in afwegingen en ontwerpkeuzes worden meegenomen. Niet voor niets is door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naast de energieprestatie ook de milieuprestatie van installaties in de bouwregelgeving opgenomen.

Verkoopaantallen airco’s en warmtepompen
De transitie van aardgas naar duurzaam opgewekte stroom als energiebron voor het verwarming van gebouwen en woningen is mede door de oorlog in Oekraïne en de daarmee gepaard gaande boycot van Rusland als grootste leverancier van aardgas aardig op gang gekomen. Dit is te zien aan de verkoopaantallen van warmtepompen in de afgelopen vijf jaar (bron: Trendrapport Warmtepompen 2024):
- 2020: 59.000
- 2021: 67.000
- 2022: 112.000
- 2023: 154.000
- 2024: 103.000
Het trendrapport voorspelt in een zogenaamd ‘basisscenario’ dat de verkoopaantallen de komende jaren tussen de 110.000 en 125.000 stuks zullen zijn. Grote oorzaken dat de groei zich niet voortzet zoals in 2023 zijn onder andere het ontbreken van normering in de wetgeving. Het huidige kabinet heeft de verplichting tot het installeren van een duurzaam alternatief bij vervanging van de gasgestookte cv-ketel die per 1-1-2026 zou gaan gelden geschrapt. Ook is per 1-1-2025 de ISDE-subsidie op warmtepompen versobert. Daarnaast is de salderingsregeling voor zonnepanelen, die de businesscase voor de warmtepomp positief beïnvloed, per 1-1-2027 geschrapt door het kabinet. De krimp in de (nieuw)bouw van woningen en gebouwen als gevolg van beperkte stikstofruimte en beperkte capaciteit in het elektriciteitsnetwerk hebben ook een remmend effect op de groei in onze sector en dientengevolge op de transitie en doelstellingen. Dit alles laat eens temeer zien dat een consistent regeringsbeleid een kritische randvoorwaarde is voor een succesvolle energietransitie en het behalen van de doelstellingen. Nu zijn er door marktpartijen zoals fabrikanten, leveranciers en ook installatiebedrijven grote investeringen gedaan om de productie en installatie op te schalen, maar is men door het uitblijven hiervan genoodzaakt om deze weer af te bouwen.
Er is gelukkig ook een positieve trend te melden, want het aantal verkochte airco’s is ook in 2024 weer toegenomen. Er zijn in 2024 350.000 airco’s verkocht en deze zorgen op warme zomerdagen voor een behaaglijk klimaat in woningen en gebouwen. Ook beschikken ze zonder uitzondering over een verwarmingsfunctie, waardoor ze ook uitstekend als verwarmingsbron kunnen functioneren. Steeds meer mensen maken gebruik van deze warmtepompfunctie en leveren daarbij een bijdrage aan de transitie.

Veilig werken met alternatieve koudemiddelen
Er is een groot aandachtspunt in het kader van de genoemde transitie: alle duurzame technieken zoals warmtepompen en airco’s met warmtepompfunctie moeten wel geïnstalleerd en onderhouden worden. Hiervoor zijn in toenemende mate goed opgeleide en gekwalificeerde technici nodig. Daarbij komt dat een publiekelijk minder bekende maatregel is doorgevoerd door de Europese Commissie in de vorm van de F-gassenverordening. In deze verordening is de uitfasering van het gebruik van huidige koudemiddelen, die in warmtepompen en airco’s worden toegepast, geregeld. Er zijn uiteraard vervangende koudemiddelen, maar die zijn brandbaar/explosief (propaan), giftig (ammoniak) of functioneren onder drukken die het tienvoudige zijn van de huidige generatie koudemiddelen (kooldioxide). Deze zogenoemde ‘koudemiddelentransitie’ introduceert een focus op veilig werken met de nieuwe generatie koudemiddelen. Het betekent onder andere dat alle genoemde technici opnieuw gecertificeerd moeten worden voor het veilig werken met deze koudemiddelen voor installatie, service, onderhoud en terugwinning. Een gigantische opgave voor onze sector, omdat we in potentie praten over ca. 30.000 technici. Dit aantal zal alleen maar meer worden als er meer vaart gemaakt wordt met de energietransitie.
Per september 2025 treedt het nieuwe regime al in werking en worden nieuwkomers al opgeleid en gecertificeerd voor het veilig werken met genoemde alternatieve koudemiddelen. Ook zullen technici die al jaren in onze sector werken een certificaat moeten halen voor de koudemiddelen waar zij mee werken. Het is dan ook zaak voor installatiebedrijven om zich tijdig voor te bereiden op deze transitie en zo spoedig mogelijk plannen te maken voor het opleiden en certificeren van de technici die zij in dienst hebben. Daarnaast is het van belang om klanten te informeren over de aanstaande veranderingen. Eigenaren van woningen of gebouwen moeten zich namelijk voorbereiden op het feit dat er op korte of middellange termijn installaties worden geplaatst die veiligheidsrisico’s introduceren binnen hun bedrijfsvoering. Dit vraagt ook bij de eigenaren om het meenemen van medewerkers hierin en waarschijnlijk extra investeringen in veiligheidsmaatregelen n

 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

 

  • april 22, 2022
  • 183 views
Een tweede leven voor ammoniak?

Natuurlijke koudemiddelen zijn in opmars. Met name propaan en CO2 mogen zich verheugen op de nodige belangstelling. Toch moeten we ook niet ammoniak vergeten, zegt professor Henk van der Ree. Waarom eigenlijk?

U bent de voormalige voorzitter van de KNVvK en het International Institute of Refrigeration. Volgens u kan ammoniak al bogen op een lange staat van dienst.

“Inderdaad. Het wordt al sinds 1850 gebruikt. Met de opkomst van chemische koudemiddelen, vooral van R22, verdween het naar de achtergrond. Maar R22 werd uitgefaseerd, waarmee ammoniak weer terug in het vizier komt.”

Over welke gunstige eigenschappen beschikt ammoniak?

“Het is niet explosief, niet corrosief, bij lekkage kan je het ruiken, het heeft uitstekende thermodynamische eigenschappen en is bruikbaar voor vriezen, koelen en warmtepompen. Maar er kleeft wel een nadeel aan ammoniak: het is giftig.”

Maar hoe zit het met CO2 en propaan, daar lijkt veel meer aandacht voor te zijn?

“CO2 presteert goed in de lage temperatuurregionen, maar slecht in warme omstandigheden, wat men probeert op te lossen met gecompliceerde installatieconcepten. Propaan is een uitstekend koudemiddel, alleen wel explosief, erg brandbaar en het is reukloos. Je moet dus de nodige beveiligingsmaatregelen treffen.”

In welke gevallen is het aantrekkelijk om ammoniak toe te passen en in welke gevallen zou u propaan adviseren?

“Ammoniak heeft een te grote verdampingswarmte voor kleine installaties. Dan moet je kleine warmtepompen uitvoeren met superkleine componenten. Bij de gemiddelde rijtjeswoning zul je dus eerder uitkomen op propaan. Maar ammoniak is wel interessant voor warmtepompen die in grotere complexen draaien, denk bijvoorbeeld aan de gestapelde bouw.”

Hoe komt het dan dat je er nauwelijks grote fabrikanten over hoort praten?

“In de chemische koudemiddelenindustrie spelen grote belangen. Ammoniak kost 5 euro per kg, een chemisch koudemiddel 90 euro per kg. Voor veel partijen is de keuze dan wel duidelijk.”

“Als er zo'n sterke lobby is voor chemische koudemiddelen, waarom zou de sector dan überhaupt willen overstappen op natuurlijke koudemiddelen?

“De branche heeft al twee keer bepaalde soorten chemische koudemiddelen moeten uitfaseren. En nu is men, zoals bekend, in Europa bezig om de productie en het gebruik van PFAS verder aan banden te leggen. Enkele nieuwe koudemiddelen (HFO's) zijn als PFAS geclassificeerd en die berichten zorgen voor onzekerheid bij klanten. En dat terwijl ze forse bedragen moeten neertellen voor chemische koudemiddelen. Het is dus geen wonder dat natuurlijke koudemiddelen oprukken. Prognoses wijzen er ook op dat de markt voor natuurlijke koudemiddelen zal doorgroeien.”

Wat adviseert u de kleine en middelgrote installateur?

“Met ammoniak werken is een specialisme. Er komt de nodige regelgeving en technische kennis bij kijken. Ik zou jullie lezers willen adviseren om zich eventueel te specialiseren in ammoniak of een afdeling op te zetten binnen het bedrijf die zich erop toelegt."

Dit is een verkorte weergave van een artikel uit InstallateursZaken mei 2022. De print-editie voortaan op de deurmat? Meld je hier aan.

[pt_view id="98d1593qw6"]

  • oktober 25, 2019
  • 131 views
Winkelketen Action hergebruikt koudemiddelen in nieuwe winkels

Winkelketen Action recycled in samenwerking met Daikin de koudemiddelen uit haar winkels die gerenoveerd worden. In de eerste helft van 2019 is het koudemiddel R410A verzameld uit oude installaties van twaalf Action winkels. Het gewonnen koudemiddel werd opnieuw gebruikt in tien nieuwe Action winkels, verspreid over Europa.

Door tussenkomst van een onafhankelijk laboratorium is Action zeker van de kwaliteit en hoeveelheid van het gewonnen koudemiddel. Uit het onderzoek bleek bovendien dat het gewonnen koudemiddel dezelfde kwaliteit heeft als nieuw geproduceerd koudemiddel en dat het overeenkomt met de AHRI700-standaard. In de fabriek van Daikin Europe worden nieuwe en gerecyclede koudemiddelen gemengd. Maar een onafhankelijk auditproces zorgt ervoor dat de hoeveelheid teruggewonnen koudemiddelen administratief overeenkomt met de fabrieksvulling van de nieuw geïnstalleerde units. Het hele proces – van terugwinning naar onderzoek tot recycling – is gecertificeerd door Daikin.

Gesloten systeem
Michiel Coolen, Group Construction Manager bij Action, over deze recycling: “Door een circulaire economie voor koudemiddelen te creëren binnen ons eigen winkelnetwerk, kunnen we onze milieu-impact verder verkleinen. In plaats van meer afval te produceren door oude koudemiddelen af te voeren en nieuwe te produceren, gebruiken we de middelen die al beschikbaar zijn. Zo hebben we binnen Action een gesloten systeem gemaakt.”

“Circulaire economie is de juiste weg”
Mr. Toshitaka Tsubouchi, vicepresident van Daikin Europe over het initiatief: “De industrie staat eigenlijk nog maar aan het begin van de recycling en het hergebruik van koudemiddelen. Maar ik ben ervan overtuigd dat de ontwikkeling naar een circulaire economie de juiste weg is. Daarom waarderen we het initiatief van Action. De keten staat ervoor open om de Retailbranche en de HVAC-markt te veranderen. We hopen hiermee anderen te inspireren om de grote hoeveelheid koudemiddelen in bestaande installaties een tweede leven te geven.”

Nog meer renovaties
De pilot krijgt een vervolg. Voor de komende periode staan er vijftig renovaties van Action winkels gepland. Het koudemiddel dat daar gewonnen wordt, gaat wederom naar installaties in nieuw te bouwen winkels.