“Wij installateurs worden straks onbetaalbaar”
Uneto-VNI, Bouwend Nederland en andere vakorganisaties lieten onlangs weten zich ernstig zorgen te maken over de financiering van het praktijkleren in de beroepsgerichte leerweg (BBL). Het ministerie van OCW heeft al een bezuiniging van €7 miljoen aangekondigd. Dat mag geen opmaat zijn naar het verder uitkleden van de subsidieregeling praktijkleren, vinden de organisaties. Fors bezuinigen op de BBL kost tot 40.000 leer-werkbanen per jaar en met name in het MKB, zo waarschuwen zij. Het bericht veroorzaakte de nodige tumult op onze Social Mediakanalen. De reacties op Facebook en LinkedIn waren over het algemeen niet mals. Zo schrijft Erik De Ridder van installateur Elgro: “Kom eens uit de ivoren toren Arie Slob en kijk wat er aan de hand is. Investeer juist in praktijkleerlingen en minder in wetenschappelijk onderwijs. Anders kan je in de toekomst je eigen plee ontstoppen of lopend naar je werk als je geliefde trein het niet meer doet.”
Vrijwel iedereen deelt de zorg van De Ridder dat de bezuinigingsmaatregelen desastreuze gevolgen zullen hebben. Zo legt Taco Dijkstra, docent Installatietechniek aan het ROC van Amsterdam nog maar eens uit dat je “om een vakman op te leiden, deze ‘vlieguren’ zal moeten maken. Deze ‘vlieguren’ kan hij het beste maken in een bedrijf dat de tijd kan nemen om hem goed te begeleiden. Zonder een gedegen subsidieregeling zal hij productie moeten maken, waardoor hij uiteindelijk niet goed opgeleid kan worden.”
“Je kunt nu al zo lekker aan personeel komen laat staan als er helemaal niemand meer wordt opgeleid”, laat Pascal Wind, zelfstandig loodgieter, weten. “Het gaat absoluut ten koste van de instroom van de broodnodige vakmensen”, beaamt Elly Verburg, voormalig directeur van Otib op LinkedIn. Taco van den Broek, actief als manager en consultant in de bouwsector gaat zelf nog een stap verder: “Niet investeren in het technisch onderwijs remt de nationale economie.”
Jon Westerweel, dga van veiligheidsspecialist HONOR Safety & Consultancy pleit daarom, na een korte aanloop, juist voor het tegendeel. “Het is een eigenaardige eigenschap van veel beleidsmakers (veelal zonder inzicht en ervaring in maakindustrie en echte bedrijfsleven) om vooral te bezuinigen. Investeren is anticiperen op de toekomst die – als het goed gebeurt – meer opbrengt. Voorstel: OCW investeer juist € 70 miljoen, onder andere om vakmensen te laten lesgeven op scholen en docenten werkstages te laten lopen bij bedrijven.”
Al met al zitten we als sector in een penibele situatie dus. Berry Peeters, monteur, kan er op een wrange manier nog wel de humor van inzien: “Ze moeten vooral zo doorgaan. Op die manier worden vakmensen zo zeldzaam dat we straks niet meer te betalen zijn.”
Meer 50-plussers in de techniek
Voor veel technische installatiebedrijven in Noord-Brabant is het vinden van nieuwe vakmensen een lastige opgave. Het aanbod van technische vakmensen is klein, terwijl de vraag naar vakmensen alleen maar toeneemt. Om de instroom van nieuw vaktalent in de technische installatiebranche te bevorderen is OTIB, in samenwerking met Talent4Service, daarom een bijzonder regionaal project gestart: ’Weer aan het Werk’ biedt 50-plussers met interesse in techniek de kans om in Brabant een baan in de technische installatiebranche te vinden.
De 50-plussers van ‘Weer aan het Werk’ hebben levens- en werkervaring en zijn gemotiveerd om een volgende stap in hun leven en werk te zetten. De regionale arbeidsmarktcoaches van het speciaal voor de technische installatiebranche in het leven geroepen Steunpunt Arbeidsmarktmobiliteit brengen de 50-plussers via het project in contact met kleinere technische installatiebedrijven die op zoek zijn naar technisch vaktalent.
Het project ‘Weer aan het werk’ richt zich op 50-plussers die interesse in techniek hebben, graag in de techniek willen werken en bereid zijn om via (om)scholing in een technische functie aan de slag te gaan. Door de 50-plusser gericht op te leiden, hem of haar binnen een bedrijf praktische ervaring op te laten doen en de juiste begeleiding te bieden, wil OTIB nieuwe instroom in de technische installatiebranche stimuleren. Voor het maken van de juiste matches is ‘Weer aan het Werk’ op zoek naar technische installatiebedrijven die aan het project willen deelnemen.
De regionale arbeidsmarktcoaches van het Steunpunt Arbeidsmarktmobiliteit helpen de technische installatiebedrijven in Noord-Brabant graag bij het formuleren van hun specifieke arbeidsvragen. De coaches kennen als geen ander de arbeidsmarkt voor technische installatiebedrijven in Noord-Brabant en weten voor bedrijven en werkzoekenden in de regio de juiste match tussen vraag en aanbod te maken.
OTIB nodigt Noord-Brabantse technische installatiebedrijven die op zoek zijn naar gemotiveerd vaktalent en tegelijkertijd willen bijdragen aan het bieden van (nieuw) perspectief voor 50-plussers met interesse in techniek van harte uit om aan het project ‘Weer aan het Werk’ deel te nemen. Zij kunnen hiervoor contact opnemen met het Steunpunt Arbeidsmarktmobiliteit via 0800-6061 of via steunpuntam@otib.nl. Meer projectinformatie is te vinden op www.weeraanhetwerk.nl.
Bezuinigen op praktijkleren is een “onzalig plan”
MKB-Nederland, VNO-NCW, FNV en de Industriecoalitie (Uneto-VNI, Bouwend Nederland, Metaalunie en FME) maken zich ernstig zorgen over de financiering van het praktijkleren in de beroepsgerichte leerweg (BBL). Het ministerie van OCW heeft al een bezuiniging van €7 miljoen aangekondigd. Dat mag geen opmaat zijn naar het verder uitkleden van de subsidieregeling praktijkleren. Fors bezuinigen op de BBL kost tot 40.000 leer-werkbanen per jaar en met name in het mkb, zo waarschuwen zij.
Het gaat dan om banen voor jongeren, maar ook voor volwassenen die zich willen om- of bijscholen. Dit ondermijnt de eigen ambities van het kabinet om een leven lang ontwikkelen te stimuleren en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een vak te leren en aan het werk te helpen. Bovendien zijn leer-werkbanen juist nu hard nodig om de tekorten in het mkb te bestrijden en de broodnodige vakmensen op te leiden.
Kloof tussen onderwijs en praktijk alleen maar groter
Buf Vaumont, dga van Buf Klimaatbeheersing vind het een “onzalig plan” om te gaan bezuinigen op het praktijkleren. “Ja, het bedrijfsleven boert goed. We kunnen best opleidingskosten betalen, zeker als er een belastingvoordeel aan wordt gekoppeld. In feite betalen we al voor opleidingstrajecten, kijk maar naar een F-gassen certificaat. Maar toch keur ik bezuinigingsmaatregelen af. Ik heb nu net na anderhalf jaar zoeken een leerjongen kunnen krijgen. Ik zou er zo nog twee bij kunnen plaatsen, maar je vindt ze niet. Met het gillend tekort aan mensen is het zaak om juist het onderwijs zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Op deze manier gebeurt dat niet, ik verwacht nog minder instroom als we zo doorgaan. Bovendien zal de kloof tussen het onderwijs en de praktijk alleen maar groter worden. Als we zo doorgaan worden we nog een ontwikkelingsland.”
“Hoe gaan we ooit de energietransitie succesvol en tijdig doorlopen”
Vaumont verwacht dat bezuinigingsmaatregelen ook andere consequenties zullen hebben. “Hoe gaan we ooit de energietransitie succesvol en tijdig doorlopen, nu we al weinig aanwas hebben en de situatie nog verder zou kunnen verslechteren? Kijk eens naar de hoeveelheid warmtepompen die geplaatst moet worden, de elektrakabels die moeten worden aangepakt en ga zo maar door. Kortom, bezuinig niet op onderwijs. Slecht idee.”
Techniekonderwijs wordt populairder bij meisjes
Meisjes op havo, vwo en mbo kiezen vaker dan tien jaar geleden voor een technische richting. Op het vmbo en het hoger onderwijs steeg het percentage meisjes dat voor een technische richting koos licht. Technische opleidingen zijn nog steeds het meest populair bij jongens. Dat blijkt uit CBS-cijfers over het schooljaar 2017/’18.
In het schooljaar 2006/’07 koos 2 procent van de havo-meisjes en 6 procent van de vwo-meisjes voor Natuur en Techniek, waarbij wiskunde b, natuur- en scheikunde verplicht zijn. In 2017/’18 was dit toegenomen tot respectievelijk 10 procent en 28 procent. Deze stijging werd ingezet in het schooljaar 2007/’08, toen de vernieuwde tweede fase werd ingevoerd. Hierdoor werd het eenvoudiger om de profielen Natuur en Techniek én Natuur en Gezondheid te combineren in een vakkenpakket. Vooral meisjes in het vwo kozen na de invoering van de vernieuwde tweede fase voor zo’n dubbelprofiel. Natuur en Techniek is nog steeds het populairst bij jongens. Ook jongens kozen de afgelopen tien jaar vaker voor dit profiel, maar het verschil met de meisjes is kleiner geworden.
Onder meisjes op het vmbo is Techniek de minst gekozen sector. In het schooljaar 2017/’18 koos 4 procent van de meisjes en 33 procent van de jongens in de leerjaren 3 en 4 van vmbo-b, vmbo-k en vmbo–g voor zo’n opleiding. Het percentage techniekmeisjes is tussen de schooljaren 2011/’12 en 2016/’17 toegenomen van 3 procent naar 4 procent. Het percentage techniekjongens daalt al sinds 2003/’04. Sinds 2007/’08 kent het vmbo de intersectorale programma’s, die ten koste van andere sectoren populairder werden. Technische vakken zijn vaak een onderdeel van deze programma’s.
Sinds het schooljaar 2010/’11 halen meisjes op het mbo steeds vaker een technisch diploma. Toen deed 6 procent van de meisjes op het mbo zo’n opleiding en dit groeide naar 11 procent in 2015/’16. Vervolgens daalde het naar 10 procent een jaar later. Bij de jongens daalde dit aandeel juist van 46 procent (schooljaar 2010/’11) naar 41 procent (2016/’17). Meisjes halen meestal techniekdiploma’s op andere terreinen dan jongens, zoals de kleding- en schoenenindustrie en vormgeving en audiovisuele productie.
Hoewel meer meisjes (en jongens) in havo en vwo een technisch profiel kiezen, neemt de keuze voor techniek in het hoger onderwijs nauwelijks toe. Het aandeel vrouwen dat in het hoger onderwijs een diploma Techniek, industrie en bouwkunde haalt, nam tussen de studiejaren 2006/’07 en 2015/’16 toe van 2 procent tot 3 procent. In het laatstgenoemde collegejaar lag dit aandeel bij de jongens op 15 procent. Confectie, textieltechniek, stedenbouwkunde en biotechnologie zijn voorbeelden van studierichtingen die meer door vrouwen dan door mannen worden gekozen.
ROC organiseert symposium over Smart Buildings en onderwijs
In 2016 startte Het Graafschap College in Ulft met een nieuwe opleiding waarin installatietechniek en bouwkunde werden samengevoegd. Tijdens de leergang ‘Smart Building’ verdiepen de ROC-studenten zich onder andere in allerlei ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, zoals Nul op de Meter-concepten, energiebesparende systemen en innovatieve meet- en regeltechniek.
Het Graafschap College is naar eigen zeggen de enige ROC die een dergelijke opleiding aanbiedt in Nederland. Op 30 januari organiseert de school in samenwerking met ‘ONE – Oost Nederland Energie(k)’ een symposium getiteld ‘Het Nieuwe Bouwen, de nieuwe opleiding Smart Building’.
Sprekers zijn onder andere de bekende bouw- en installatiebranchedeskundige Jan Willem van de Groep en Rudy Grevers van klimatiseringsspecialist Alklima. Tijdens het symposium bestaat de gelegenheid om nader kennis te maken met het NOM-concept van Factory Zero, het bedrijf van Van de Groep.
Tevens kunnen installateurs in contact treden met leerlingen die op zoek zijn naar stageplekken. Het symposium begint om 13.45 uur en vindt plaats in het Innovatiecentrum Icer te Ulft. Interesse? Meld u dan nu aan via: https://tinyurl.com/ybcu85x5




