- oktober 8, 2025
- 408 views
Veilig en verantwoord werken met koolwaterstoffen
De vraag naar trainingen rondom koolwaterstoffen is de afgelopen maanden enorm toegenomen. Bij Opleidingscentrum GO° zat de B1-training daardoor al snel vol. Om toch meer vakmensen de kans te bieden zich te scholen, heeft Keyter Intarcon een B1-trainingsinstallatie ter beschikking gesteld. Zo kunnen meer monteurs worden opgeleid in veilig en verantwoord werken met koolwaterstoffen.
De nieuwe installatie is bewust ontworpen om verder te gaan dan de vereisten voor het examen. Waar een standaardopstelling vooral is gericht op het toetsen van kennis en vaardigheden, is deze machine aangepast om realistische praktijksituaties te simuleren waarin veiligheid altijd voorop staat.
“We trainen niet alleen voor het examen, maar ook dat monteurs veilig het werkveld in kunnen”, zegt trainer Michel van Bronckhorst. “Met deze installatie kunnen we cursisten confronteren met situaties die ze in de praktijk gaan tegenkomen. Ze leren niet alleen wat er moet, maar vooral ook hoe je veilig werkt met koolwaterstoffen.”
Veiligheid als moreel kompas
Voor George Verheijen, oprichter en directeur van Keyter Intarcon Nederland, is die nadruk op veiligheid essentieel. Het was een vanzelfsprekende keuze vanuit ons morele kompas. “Propaan is een uitstekend koudemiddel, maar het brengt ook risico’s met zich mee. Als installaties niet goed worden toegepast door onvoldoende geschoolde monteurs, kan dat levensgevaarlijk zijn. Wij willen geen enkel risico nemen. Veiligheid staat boven alles.” Door de installatie speciaal aan te passen voor onderwijs en examinering, hebben cursisten een veilige en leerzame omgeving. Hier leren ze vullen, leegmaken en controleren, maar ook hoe ze moeten handelen in kritieke situaties.
Samen investeren in de branche
De samenwerking tussen Opleidingscentrum GO° en Keyter Intarcon bouwt voort op een jarenlange relatie en wederzijds vertrouwen. Regelmatig worden trainers en studenten betrokken bij kennisuitwisseling, zowel nationaal als internationaal. Verheijen: “Opleiden is niet alleen een taak voor scholen, maar ook voor fabrikanten. Samen tillen we het vakmanschap en de veiligheid in de branche naar een hoger niveau.”
Volgens Christiaan Zijlstra, accountmanager bij Opleidingscentrum GO°, onderstreept dit project het gezamenlijke belang: “De enorme vraag naar B1-trainingen vroeg om creatieve oplossingen. Met deze installatie vergroten we niet alleen de capaciteit, maar versterken we vooral de kwaliteit van de opleiding en de veiligheid in de praktijk.”
Voorbereid op de toekomst
De koel- en klimaattechniek speelt een sleutelrol in de energietransitie. Het werken met koolwaterstoffen vraagt om vakmensen die verder kijken dan het behalen van een diploma. Ze moeten het werkveld in met kennis, kunde en een sterk veiligheidsbewustzijn. “Onze branche kan niet zonder goed opgeleide monteurs,” zegt Verheijen. “Zij zorgen dat installaties niet alleen duurzaam, maar vooral ook veilig functioneren.”
Met deze samenwerking onderstrepen Opleidingscentrum GO° en Keyter Intarcon hun gezamenlijke doel: het opleiden van vakmensen die klaar zijn voor de praktijk, met veiligheid als hoogste prioriteit.
- mei 17, 2023
- 202 views
Beste Praktijkopleider werkt bij Hoppenbrouwers Techniek
Martin Kant van Koninklijke Hoppenbrouwers Techniek is uitgeroepen tot ‘Beste Praktijkopleider’. Dit gebeurde tijdens het jaarlijkse ‘Dit is mbo Ambassadeursgala’. De jury was onder de indruk van zijn visie op het vak en zijn betrokkenheid bij studenten. Hij weet studenten te boeien met uitdagende leeropdrachten en vergeet nooit erkenning en waardering te geven. Binnen de praktijkschool van de technisch dienstverlener in Breda staat hij bekend om zijn humor en enthousiasme. De verkiezing werd georganiseerd door het ministerie van OCW en Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB).
Al jaren is opleiden en ontwikkelen een belangrijke pijler binnen Hoppenbrouwers Techniek. De technisch dienstverlener zet in op interne opleiding en stimuleert doorstroom van onderaf, zodat mensen vanaf een zo jong mogelijke leeftijd met het bedrijf kunnen meegroeien. De technisch dienstverlener wil meer jongeren enthousiasmeren voor een baan in de techniek en daarom wordt er ook veel geïnvesteerd in snuffelstages en het contact met andere scholen. Inmiddels heeft bijna elke vestiging een eigen praktijkschool waar BBL-leerlingen één avond per week onder begeleiding van ervaren collega’s hun kennis leren toepassen in de praktijk. Hoppenbrouwers Techniek wil in de komende jaren groeien naar minimaal 40 vestigingen en 5.000 medewerkers, waardoor er voor medewerkers een aantrekkelijke loopbaan met veel ontwikkelmogelijkheden binnen de organisatie in het verschiet ligt.
De volgende generatie technici
Zonder goede, praktisch opgeleide medewerkers zou Hoppenbrouwers Techniek niet kunnen bestaan, vindt Ellen Vermeer, HR-directeur bij het installatiebedrijf. “Daarom investeren we continu in ons opleidings- en ontwikkelingsprogramma en breiden we dat steeds verder uit. Onze praktijkbegeleiders hebben daarin een hele belangrijke rol door hun kennis op studenten over te brengen en hen te inspireren. Bovendien vervullen ze vaak een dubbelfunctie, want naast docent zijn ze gewoon de collega die in het technische vak werkzaam zijn. En zijn ook een belangrijk aanspreekpunt voor ouders en scholen.” Ellen is blij met deze erkenning voor Martin en zijn kersverse eretitel ‘Beste Praktijkopleider van het jaar’. Ze vertelt: “Martin is een voorbeeld voor alle praktijkopleiders binnen en buiten onze sector. Door zijn passie voor het vak, Brabantse gezelligheid en toegankelijke houding stappen onze studenten makkelijk op hem af voor vragen of overleg. Dat zorgt ervoor dat de studenten elke week weer graag komen.” Martin kan zelf nauwelijks geloven de eretitel dit jaar te mogen dragen. “Ik kreeg er een brok van in mijn keel. Het motiveert me enorm en ik wil graag een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de volgende generatie technici. Ik begeleid de studenten van begin tot eind en ben blij hen in de tussentijd te zien groeien naar volwassen, vakkundige mensen.”
Technisch dienstverlener
Hoppenbrouwers Techniek is de technische dienstverlener die meer dan 100 jaar geleden als éénmanszaak begon in Udenhout. Nu ontwerpt, installeert en onderhoudt Hoppenbrouwers vanuit 21 vestigingen in Nederland elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties voor bedrijfsleven, industrie, zorginstellingen, scholen en particulieren. In 2022 behaalde het bedrijf een omzet van 313 miljoen euro.
[pt_view id="949dc98xgo"]
- april 18, 2023
- 198 views
Technische sector nog steeds niet vrouwvriendelijk
De technische sector kampt nog steeds met een ondervertegenwoordiging van vrouwen. Zowel technici (64%) als HR-beslissers (72%) uit de branche onderschrijven dit. Zes op de tien (59%) technici bestempelen de branche momenteel zelfs als onaantrekkelijk voor vrouwen. Om hier verandering in te brengen, zien technici vooral (57%) dat bedrijven een cultuurverandering moeten ondergaan. Dat betekent: meer diversiteit toepassen in leeftijd, geslacht en achtergrond. Dit blijkt uit de achtste editie van de TechBarometer van technisch opleider ROVC onder ruim 1.000 HR-beslissers, 2.700 technici en 1.000 potentiële zij-instromers.
Ondanks dat 66 procent van de HR-beslissers een divers personeelsbestand zegt na te streven, blijft actie grotendeels uit. Zo investeren bijvoorbeeld slechts vier op de tien (39%) HR-beslissers in het actief werven van vrouwen. Het aantal technische bedrijven dat diversiteit heeft opgenomen in de organisatiedoelstellingen voor de komende jaren is nog lager: vier procent.
Mannenwereld
John Huizing, directeur bij ROVC: “De techniek is van oudsher een mannenwereld. Hoewel uit diverse onderzoeken blijkt dat hier langzaam verandering komt, zijn vrouwen nog steeds sterk ondervertegenwoordigd. Daarnaast is sprake van een discrepantie tussen de in- en uitstroom van vrouwen die voor een technische functie kiezen. Dat vind ik, zeker gezien de huidige tijd, erg opmerkelijk. Als branche moeten we de hand in eigen boezem steken: dit moet én kan beter. Gezamenlijk moeten we aan de slag om vrouwen te enthousiasmeren voor de techniek en te zorgen dat ze dat ook blijven. Dit vraagt om aandacht en investeringen. Focus op het aantrekken en behouden van een divers personeelsbestand is enorm belangrijk voor de sector. Het personeelstekort waar de branche mee kampt is een aanhoudend probleem. Dit tekort loopt bovendien de komende jaren alleen maar verder op, onder andere door de energietransitie die om duizenden, zo niet tienduizenden extra vakmensen vraagt.”
Niet aantrekkelijk
Zeven op de tien (71%) HR-beslissers vinden dat de branche even geschikt is voor vrouwen als mannen. Wel ziet een meerderheid (56%) van de HR-beslissers in dat de branche momenteel niet aantrekkelijk is voor vrouwen. En dat beeld klopt, kijkend naar de uitkomst van potentiële vrouwelijke zij-instromers. Van hen zou slechts vijftien procent graag in de techniek werken.
Weg met de voltijdcultuur
De vraag dringt zich op waarom de technische branche onaantrekkelijk wordt gevonden voor en door vrouwen. Het antwoord hierop ligt in het feit dat de branche onvoldoende flexibel lijkt. Veel HR-beslissers vinden bijvoorbeeld dat zowel de gehele branche (44%), als de eigen organisatie (34%) onvoldoende openstaat voor deeltijdwerken. Daarnaast kampt de technische sector nog steeds met een imagoprobleem. Zij-instromers bestempelen het vakgebied vaak onterecht als moeilijk (19%), voor mannen (15%) en iets om vieze handen van te krijgen (10%). Ook technici zelf beamen dat imagoverandering noodzakelijk is voor meer diversiteit: 49 procent vindt het nodig om het imago van de technische sector te veranderen om zo meer vrouwen aan te trekken.
Huizing vervolgt: “Naast het veranderen van het imago van de techniek moet er ook anders gekeken worden naar dienstverband om het vak aantrekkelijk te maken. Goed werkgeverschap draait anno 2023 niet meer om enkel een goed salaris of een vast contract. Zaken als een gezonde werk-privébalans en autonomie worden steeds belangrijker. Ook – en misschien wel juist – in de technische branche, waar over het algemeen nog weinig aandacht is voor deze zaken. De schijnbaar dwingende voltijdcultuur maakt de sector minder aantrekkelijk voor vrouwen en jongeren, twee groepen die enorm belangrijk zijn om de personele uitdagingen in de techniek het hoofd te bieden. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat veel mensen die na een korte technische carrière weer uitstromen, deeltijd gaan werken in een sector waar dit meer gemeengoed is. Als branche laten we hier enorme kansen liggen. Willen we een bredere groep enthousiast maken én houden voor het technische vak, dan moet er meer ruimte komen voor diversiteit en flexibiliteit in dienstverband, werktijden en roosters. Ook moeten werkgevers aandacht schenken én tijd vrijmaken voor het ondersteunen van persoonlijke ambities en ontwikkelmogelijkheden.”
[pt_view id="c16fe5aixv"]
- maart 30, 2023
- 153 views
KSB geeft jonge technici kans en uitdaging
Welk bedrijf in de industrie kampt er niet mee? Het bestaande personeelsbestand is aan het vergrijzen maar het aantrekken van (jonge) instroom blijkt problematisch. Landelijk, regionaal en lokaal worden verschillende initiatieven ontplooid om nieuwe, vooral jonge werknemers te vinden én aan het bedrijf te binden. KSB zet daarbij in op nauwe samenwerking met regionale opleidingscentra. Een gesprek met enkele jonge servicemedewerkers bij deze fabrikant van onder andere pompen en afsluiters leert echter dat het om meer gaat dan alleen samenwerken.
Neem Mike Huisman. Hij volgde de mbo-opleiding Werktuigbouwkunde toen hij in 2017 een stageplek zocht. Die vond hij bij KSB. “KSB voelde als een thuis waar ik serieus werk vond, leuke opdrachten kreeg en gemotiveerd werd om door te studeren. Inmiddels zit ik in mijn derde jaar van de hbo-opleiding Werktuigbouwkunde. Wat begon met een stage is inmiddels een prachtjob die mij ook kennis laat maken met het buitenland. Ik heb al tien weken bij KSB in Duitsland op de onderzoeksafdeling mogen werken, waar ik heb geleerd hoe onderzoeksontwikkelingen worden vertaald naar de praktijk. En inmiddels ben ik alweer met KSB aan het vooruitkijken naar de volgende vijf jaar.”
Afwisselende werkzaamheden
Steven Ohm werkt met Mike samen in de KSB-werkplaats in Zwanenburg. Ook hij leerde KSB kennen tijdens zijn mbo-stage. “Al snel merkte ik dat KSB afwisselend werk biedt: revisie, onderhoud, lassen – ik krijg eigenlijk met alles te maken. Tegelijkertijd motiveert KSB me wel om door te gaan met mijn studie. Mijn afstudeerproject was een vlaktafel waar ik nu bij KSB dagelijks aan sta te werken. Voorlopig wil ik hier nu eerst ervaring opdoen. En dat lukt uitstekend in een omgeving waarin veel jonge collega’s om je heen lopen die ondersteund worden door enkele ‘oude rotten’ in het vak.” Collega Dennis Loogman is dezelfde mening toegedaan: “Ik was van oorsprong automonteur maar zocht een nieuwe uitdaging; een baan met meer mechanica en minder elektronica. Die vond ik bij KSB, waar ik het overgrote deel van de tijd in de werkplaats actief ben maar af en toe ook meega naar onderhoudsopdrachten bij klanten.”
Hard nodig
Mike Breure is momenteel bezig met revisies. Als HBO-er Werktuigbouwkunde werkt hij inmiddels één jaar bij KSB en heeft in dat jaar naar eigen zeggen veel geleerd. “KSB biedt ook veel gelegenheid om te leren. Het heeft me het eerste jaar wel verbaasd dat er zoveel kon; ik ben zelfs ook al twee keer in Duitsland op cursus geweest. Voor mij is het een mooi bewijs dat KSB investeert in de eigen medewerkers. En dat merk ik ook als ik over mijn eigen ontwikkeling op het werk praat; ik ben aangenomen voor de service-buitendienst maar heb ook al aangegeven dat ik te zijner tijd graag op de engineeringafdeling zou werken. Ik ervaar dat KSB je helpt om naar zo’n positie door te groeien. Dat doet je niet alleen beseffen dat industriële bedrijven als KSB hard nodig zijn, maar ook dat wij als jonge werknemers onmisbaar zijn.”
Volop uitdagingen
Tim de Boer werkt al vier jaar bij KSB als buitendienstmonteur. Wat hem aanspreekt zijn de openheid en de sfeer. “Iedereen kan het goed met elkaar vinden omdat je geaccepteerd wordt zoals je bent. Ik heb de eerste drie maanden in de werkplaats gewerkt en ben daarna als buitendienstmonteur aan de slag gegaan. Het is zeer divers werk bij uiteenlopende klanten waarvoor je veel vrijheid krijgt maar ook goed moet kunnen improviseren. KSB investeert veel tijd in ons en dat geeft een goede binding met het bedrijf; het voelt een beetje als een familie.”
Boven mbo-niveau
Naast Tim werkt Rick Huisman. Met 20 jaar is hij de jongste. Momenteel doet hij de mbo-opleiding Werktuigbouwkunde en het werk bij KSB sluit daar op aan. “De techniek waar ik hier mee te maken krijg, ligt boven het mbo-niveau. Dat maakt het zo interessant en uitdagend om hier te werken. Momenteel loop ik stage waarbij ik als opdracht een Sewatec afvalwaterpomp zelf moet repareren. Samen met collega’s heb ik de pomp mogen uitbouwen. Momenteel haal ik de pomp uit elkaar waarna die gestraald wordt en onderdelen worden vervangen. Tenslotte mag ik de pomp weer volledig gereviseerd inbouwen in een ziekenhuis.”
Jonge collega’s
Desley Kisoor is de laatste KSB-jongeling. Hij kwam als constructiewerker in dienst bij de KSB-werkplaats waar hij pompen reviseert en onderhoudt en laswerkzaamheden verricht. “Ik ben via een kennis met KSB in contact gekomen en had al snel in de gaten dat het een bijzondere werkomgeving biedt met veel jonge collega’s en uitdagend werk. Al tijdens mijn stage kreeg ik het aanbod om aanvullende opleidingen te gaan doen. Dat gaf direct een goed gevoel en dat is eigenlijk altijd zo gebleven. Eén van die opleidingen was in Duitsland, waar je dan ook merkt hoe groot ons bedrijf is.”
- maart 27, 2023
- 258 views
Nederlands kampioen sanitair en verwarming
Sam Strijbis uit Dirkshorn is Nederlands kampioen geworden in zijn vakgebied ‘sanitair- en verwarmingstechnicus'. De tweede plaats ging naar Jasper Klein uit Hoofddorp. Ariën Koolmees uit Overijssel werd derde. De in totaal acht finalisten hebben afgelopen donderdag 23 maart en vrijdag 24 maart in de RAI gestreden om het kampioenschap. Zeven van de acht finalisten in deze categorie komen uit de stallen van IW-opleidingsbedrijven.
De wedstrijdopdrachten die de finalisten krijgen, zijn elk jaar anders. Deelnemers in de competitie ‘sanitaire-en verwarmingstechnicus’ moeten bijvoorbeeld een koud- en warmwaterleiding aanleggen en een cv- of rioolinstallatie volgens tekening maken. Naast veilig en netjes werken moeten de deelnemers vaardig zijn in het buigen en bewerken van alle soorten installatietechnisch leidingwerk, het maken van verbindingen en kennis hebben van afsluiters, kleppen, ventielen en de wijze waarop die gemonteerd moeten worden.
Trends en ontwikkelingen
De wedstrijdopdrachten representeren enerzijds nieuwe trends en ontwikkelingen in het vakgebied, zoals gebruik van moderne gereedschappen en nieuwe producten die op de markt komen. Ook doen de opdrachten een beroep op zowel de vakkennis als de vakvaardigheden van de finalisten. Daarnaast worden deelnemers beoordeeld op vakoverstijgende vaardigheden als creatief en probleemoplossend denken.
Leerwerktraject
De jaarlijkse Skills competities zijn vakwedstrijden voor mbo- en vmbo-studenten. De meeste deelnemers volgen een leerwerktraject. Ze werken bij een leerbedrijf en gaan daarnaast naar school. Elk jaar worden er wedstrijden georganiseerd in ongeveer 50 vakrichtingen, van verpleegkundigen en automonteurs tot ICT-beheerders en schoonheidsspecialisten. Via voorrondes op school en kwalificatiewedstrijden kunnen deelnemende studenten in de nationale finales komen. Daar strijden ze om de titel beste vakman of -vrouw van Nederland. Afgelopen week hebben in totaal ruim 700 finalisten van Skills Talents (vmbo) en Skills Heroes (mbo) in de Amsterdamse RAI gestreden om Nederlands kampioen te worden in hun vakgebied.
[pt_view id="1acadd3oaf"]
- november 3, 2022
- 229 views
Eerste deelcertificaten voor warmtepompmonteurs
Minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft vandaag de eerste deelcertificaten ‘Installeren en in bedrijf stellen van hybride warmtepompen’ uitgereikt. Het is de eerste mijlpaal in een omvangrijke operatie: de komende jaren worden duizenden monteurs klaargestoomd om in de Nederlandse woningen warmtepompen te installeren. De uitreiking van de certificaten vond plaats bij opleidingsbedrijf Installatiewerk in Hoofddorp. Minister De Jonge: “2026 is het moment waarop we bij vervanging van de cv-ketel op zijn minst gaan kiezen voor de hybride warmtepomp. Daar houden we aan vast. Dat geeft duidelijkheid aan de installatiebedrijven, die weten dat ze hun monteurs richting 2026 moeten opleiden om die warmtepompen te kunnen ophangen.”
Het deelcertificaat is één van de manieren waarop de technieksector eraan werkt zo snel mogelijk voldoende monteurs op te leiden en bij te scholen voor het installeren van hybride warmtepompen. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “Dankzij het deelcertificaat kunnen we veel sneller opleiden. Zo kunnen zij-instromers, maar óók jongeren al binnen korte tijd in de praktijk aan de slag. Dat is hard nodig want de vraag naar hybride warmtepompen neemt explosief toe.”
400.000 warmtepompen per jaar
Steeds meer consumenten kiezen voor een warmtepomp. Vier jaar geleden plaatsten installateurs 25.000 toestellen, dit jaar gaat het al om 100.000 warmtepompen. Terpstra: ‘Vanaf 2026 is de hybride warmtepomp de norm bij vervanging van de cv-ketel. Vanaf dat moment gaan we zo’n 400.000 warmtepompen per jaar plaatsen.’
Deelcertificaat in zes maanden
Opleidingsbedrijf Installatiewerk (IW) leidt jongeren en zij-instromers op om hybride warmtepompen te installeren. De vestiging van IW in Hoofddorp is de eerste locatie waar de opleiding plaatsvindt. Binnen zes maanden (420 uur) kunnen deelnemers hier het mbo-certificaat ‘Installeren en in bedrijf stellen van hybride warmtepompen’ behalen.
Warmtepomp vanaf 2026 de norm
Tijdens de VSK-beurs in mei van dit jaar heeft minister De Jonge aangekondigd dat de hybride warmtepomp vanaf 2026 de norm wordt voor het verwarmen van woningen. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat er in 2030 ten minste 1,3 miljoen warmtepompen moeten zijn geïnstalleerd.
Vakbekwame monteurs
Om de technologische transitie naar hybride warmtepompen mogelijk te maken moeten veel vakbekwame monteurs worden opgeleid, weet de minister ook. Het kabinet wil daarom met onderwijsinstellingen, overheden en sociale partners samenwerken om meer vakmensen op te leiden. Ook om- en bijscholing moet voor nieuwe instromers zorgen in de installatiebranche.
Probleem is dat in de techniekbranche een grote vraag is naar vakmensen. Het is volgens Terpstra één van de grote uitdagingen van de energietransitie om voldoende jonge mensen te interesseren voor een loopbaan in de techniek.
Adequaat opleiden
Opleidingsbedrijf IW Nederland zegt, bij monde van voorzitter Ronald Olij, klaar te zijn voor de uitdaging die voorligt om de energietransitie mogelijk te maken. “Wij kunnen mensen snel en adequaat opleiden. Onze grootste uitdaging is het om te werken aan onze zichtbaarheid zodat we bij mensen die voor een loopbaankeuze staan in beeld komen. We hebben een sterk verhaal over baanzekerheid, loopbaanperspectieven, goede arbeidsvoorwaarden en persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden. Daar zal het niet aan liggen.”
Opleidingsplekken
IW Noord-Holland, waar de minister gisteren op werkbezoek is geweest, werkt in het scholingsproject voor de installatie van warmtepompen onder andere samen met MBO opleiders als het Amsterdamse ROCvA en een aantal Noord-Hollandse installatiebedrijven. Deelnemende bedrijven, waaronder Feenstra, Breman, Eneco en Bonarius, bieden studenten opleidingsplekken aan waar ze hun kennis van de warmtepomptechnologie in de praktijk kunnen brengen.
Regionale bedrijven
IW richt zich op opleidingen voor elektro- en installatietechniek. Het opleidingsbedrijf bestaat uit zeven regionale bedrijven met in totaal 42 locaties door het hele land. Sinds 2016 werken de zeven bedrijven samen onder de vlag van Stichting IW Nederland.
In bouwbesluit
De kabinetsbesluiten over de hybride warmtepomp als nieuwe norm voor woningverwarming zijn inmiddels vastgelegd in het bouwbesluit. Dat betekent dat vanaf 2026 alle nieuwe woningen en bestaande woningen die hun cv-installatie vervangen, moeten overstappen op een warmtepomp. Het kabinet trekt tot aan 2030 900 miljoen euro uit voor het promoten van de hybride warmtepomp. Daarnaast heeft de staatssecretaris besloten om het subsidiepercentage op de aanschafprijs te verhogen van 20 procent naar 30 procent.
[pt_view id="4705112jy9"]
- februari 10, 2022
- 126 views
Online-training Comfort installateur van start
Installateurs kunnen voortaan via e-learning de training Comfortinstallateur volgen. In 40 tot 48 uur tijd leren installateurs online hoe ze klanten en prospects adviseren over levensloopbestendige woningen, zorg op afstand en huisautomatisering. De training kost € 295.
Deelnemers kunnen ‘Comfortinstallateur’ in hun eigen tempo en op ieder moment volgen. De training bestaat uit drie onderdelen: kennismaken met de verschillende doelgroepen, verschillende communicatietechnieken en uitbrengen van een goed advies en uitvoering. De training wordt afgerond met een praktijkopdracht.
Centraal Register Techniek
Cursisten die de training succesvol afronden krijgen een vermelding in het online Centraal Register Techniek. Ze ontvangen bovendien een bewijs van vakmanschap in hun Vakpaspoort. De training Comfortinstallateur is een initiatief van Techniek Nederland, Wij Techniek en een aantal andere samenwerkende partijen.
Technische trainingen
Installateurs die de training Comfortinstallateur succesvol afronden, kunnen daarna deelnemen aan de technische trainingen W voor E óf E voor W. Deze trainingen helpen om een goede inventarisatie te maken van de elektrotechnische en de verwarmingsinstallatie in woningen. Ook de aanpassingen die nodig zijn om woningen levensloopbestendig te maken komen aan de orde. Na het afsluiten van deze training kunnen deelnemers de Erkenning Langer Zelfstandig Thuis Wonen aanvragen. Installateurs die voldoen aan alle criteria komen in een register waarmee consumenten snel en makkelijk een deskundige Comfortinstallateur kunnen vinden.
Steeds meer ouderen
Het aantal 65-plussers in ons land neemt de komende twintig jaar toe tot bijna vijf miljoen. Door de vergrijzing zal de behoefte aan levensloopbestendige woningen sterk groeien. De meeste ouderen willen zo lang mogelijk veilig en comfortabel in hun eigen woning blijven wonen. Om dat mogelijk te maken, zijn technische aanpassingen nodig. De online-training Comfortinstallateur en de Erkenningsregeling Langer Zelfstandig Thuis Wonen spelen hierop in.
[pt_view id="8b2ed3ds5i"]
- februari 4, 2022
- 125 views
Stimuleren vaktalenten speerpunt voor Remeha
Remeha heeft zich als partner verbonden aan WorldSkills Netherlands, de Nederlandse organisator van vakwedstrijden voor het beroepsonderwijs. Op 2 februari tekenden Mark Vellinga, directeur Sales Unit Nederland en Erik van der Zwan, algemeen directeur WorldSkills Netherlands, hiervoor een sponsorcontract. Remeha geeft hiermee invulling aan de wens om nauwer betrokken te zijn bij het onderwijs en vaktalenten van de toekomst. Mark Vellinga: “Het opleiden van de installateur van morgen is cruciaal in het daadwerkelijk laten slagen van de energietransitie. We zijn blij dat we door de samenwerking met WorldSkills Netherlands kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van jong vaktalent.”
Binnen het project Skills Heroes organiseert WorldSkills Netherlands vakwedstrijden voor mbo-studenten. In voorronden, kwalificatiewedstrijden en een nationale finale strijden vaktalenten om het Nederlands Kampioenschap binnen hun vakgebied. Bijna alle mbo-instellingen doen aan de wedstrijden mee. Remeha is als partner hoofdsponsor van de wedstrijd sanitaire- en verwarmingstechnicus. Het bedrijf levert onder andere de installaties die studenten nodig hebben voor het uitvoeren van hun opdracht. Het gaat om de nieuwste duurzame installaties, waarmee studenten de mogelijkheid hebben om met de meest innovatieve duurzame producten te werken.
Vellinga: “Het is belangrijk dat de jonge vaktalenten zich ontwikkelen in de volledige breedte van het vak. Dus naast de traditionele cv-ketel ook bekend raken met duurzame producten, zoals de (hybride) warmtepomp.“
Jongeren uitdagen
Ook Erik van der Zwan juicht de samenwerking toe. Van der Zwan: “In een markt waarin krapte ontstaat en innovatie snel gaat, is het steeds lastiger om goed geschoold personeel te vinden. Daarom is samenwerken met vooraanstaande partijen uit het bedrijfsleven alsmaar belangrijker. Het partnerschap met Remeha biedt onze deelnemers een unieke kans om kennis op te doen van innovatieve technieken en te werken met hoogstaande materialen. Hiermee zijn wij in staat om de kwaliteit van vakwedstrijden naar een nog hoger niveau te brengen en jongeren te blijven stimuleren en uitdagen.”
De finale van de wedstrijd Sanitaire- en verwarmingstechnicus vindt plaats tijdens Skills The Finals. Dit is het grootste beroepenevenement van Nederland, dit jaar op 31 maart en 1 april in Jaarbeurs Utrecht. Kijk voor meer informatie op skillsthefinals.nl.
- februari 3, 2022
- 132 views
Zij-instromers na twee weken inzetbaar als monteur luchtkanalen
Technisch opleider ROVC lanceert samen met LPD Techniek, Maintec en IW Nederland een opleiding waarmee deelnemers na twee weken praktisch inzetbaar zijn als monteur luchtkanalen. De opleiding is speciaal opgezet voor zij-instromers in de techniek of technici die een andere uitdaging zoeken. Snelle functionele inzetbaarheid is hierbij het uitgangspunt. De eerste groep van tien zij-instromers start in februari. De totstandkoming van de opleiding, die in een half jaar is afgerond, is mede mogelijk gemaakt door een SLIM-subsidie uitgegeven door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De opleiding wordt erkend door het Vakcentrum Binnenklimaattechniek van branchevereniging Binnenklimaat Nederland. Leden daarvan hebben meegedacht over de opzet en inhoud van de leerlijn. Deze is zo ingericht dat deelnemers direct aan het werk kunnen na het volgen van de tweeweekse training. In de eerste week van de training krijgen deelnemers een introductie in luchtbehandeling- en distributie, gevolgd door een VCA veiligheidstraining. Ook oefenen ze met werken op hoogte. Vervolgens ontwikkelen ze in vijf dagen de basisvaardigheden van het werken met gereedschap en materialen. De cursus wordt afgesloten met het herkennen en ervaren van luchtdistributiesystemen.
Erkend diploma
Na twee weken gaat de deelnemer direct aan de slag bij een van de aangesloten bedrijven. In de tien maanden daarna komt de deelnemer twaalf keer terug voor een extra praktijkdag. Na elke praktijkdag krijgt de deelnemer een aantal werkplekopdrachten mee. Na afloop van de twaalfde praktijkdag vindt een eindbeoordeling plaats op basis van tussentijdse beoordelingen. Bij een voldoende ontvangt de deelnemer het diploma Monteur Luchtkanalen, erkend door het Vakcentrum Binnenklimaattechniek.
Vraag naar monteurs neemt toe
John Huizing, directeur bij ROVC: “Werken in luchtkanalen en luchtdistributie is nog steeds behoorlijk onbekend. Dat is zonde, want luchtkanalen zijn essentieel voor het toevoeren van verse buitenlucht en het afvoeren van vervuilde binnenlucht. Door de coronapandemie ziet men het belang hiervan steeds meer in, waardoor de vraag naar monteurs toeneemt. Ook moet het vak vanwege de energietransitie de komende jaren een groot aantal nieuwe mensen verwelkomen én opleiden. Daar spelen we met deze opleiding op in. Met de snelle inzetbaarheid van de deelnemers helpen we werkgevers die staan te springen om nieuwe mensen. Het snel aan de slag gaan is ook goed voor de deelnemers, want in de praktijk leer je een vak natuurlijk het best. Op deze manier ontdekken mensen tevens hoe veelzijdig het vak is en welke diverse ontwikkelingsmogelijkheden werken in de klimaattechniek brengt.”
Eerste groep van start
Begin februari start de eerste groep met de opleiding. Dankzij de inspanningen van detacheerders van LPD Techniek en Maintec zijn de volgende twee groepen ook al gevuld. Op korte termijn volgen nog meer nieuwe groepen. Het succes van de aanmeldingen schrijven de partijen toe aan de relatief snel te leren techniek. Hierdoor hoeven deelnemers weinig in de schoolbanken te zitten en kunnen ze direct in de praktijk aan het werk.
[pt_view id="bb82390z4e"]
- januari 17, 2022
- 133 views
Gift van drie ton voor elektro- en installatieonderwijs
Het elektro- en installatieonderwijs van het ROC van Amsterdam en ROC van Flevoland ontvangt vanuit Stichting Aandelen Remeha een bedrag van €300.000,-. Stichting Aandelen Remeha is de aandeelhouder van BDR Thermea Group waarvan Remeha, producent van onder andere cv-ketels en warmtepompen, onderdeel uitmaakt. Met het geld wordt de komende vier jaar flink geïnvesteerd in up-to-date onderwijsmateriaal voor mbo-studenten, een online educatieplatform voor scholieren, bijscholing voor mbo-docenten en speciale lesmethoden voor statushouders die instromen in de elektro- en installatiebranche.
Het personeelstekort in de technische sector is groot. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, waarschuwde onlangs dat over vier jaar 20.000 technische vacatures niet kunnen worden ingevuld. Deze enorme uitdaging vraagt om nieuwe en duurzame samenwerkingen tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven. De samenwerking tussen het ROCvA/F en Stichting Aandelen Remeha is zo’n vernieuwende samenwerking waarbij het mes aan twee kanten snijdt. “Wij vinden onderwijs heel belangrijk, met name onderwijs op het gebied van techniek. We zijn daarom ontzettend blij dat we kunnen bijdragen aan de praktische opleiding van de installateurs van de toekomst. Zij zijn hard nodig om de energietransitie daadwerkelijk te kunnen realiseren”, aldus Mariëtte Doornekamp van Stichting Aandelen Remeha. Martin de Haan, programmadirecteur Vakschool Technische Installaties Amsterdam: “Het is geweldig dat we de aantrekkelijkheid van het onderwijs en de aansluiting daarvan op de arbeidsmarkt echt kunnen gaan verbeteren dankzij de ondersteuning van Stichting Aandelen Remeha!”
Investeren in up-to-date onderwijsfaciliteiten en kennis
Voor zowel mbo als vmbo-scholen is het lastig om bij te blijven met de nieuwste ontwikkelingen uit het werkveld. Dit komt vooral door de snelheid waarmee nieuwe technologieën en toepassingen zich aandienen en de beperkte mogelijkheid om hierin te investeren met publieke middelen. Zo beschikt het ROCvA/F momenteel niet over een warmtepomp, waarmee studenten kunnen leren hoe deze aan te sluiten en te repareren. Met de toegewezen gelden gaat hier verandering in komen en dat brengt voor beide partijen een grote meerwaarde met zich mee. Studenten en docenten van het ROC worden door te leren met up-to-date materiaal goed voorbereid om te snel veranderende arbeidsmarkt. Voor Remeha geldt dat hierdoor jongeren, werkenden in de branche en zij-instromers in aanraking komen met hun producten en op de juiste manier geschoold worden tot complete installateurs die klaar zijn voor de energietransitie.
Inzetten op voorlichting bij scholieren
Binnen de samenwerking wordt er ook geïnvesteerd om het bewustzijn van installatietechniek te vergroten, zeker met de oog op de klimaatambities en de energietransitie die volop gaande is. Het boek Wonderwel huis van de toekomst wordt gedigitaliseerd en omgebouwd tot een game dat gratis ter beschikking wordt gesteld aan kinderen, ouders en scholen in Nederland. Vervolgens wordt de digitale omgeving van het boek gekoppeld aan het platform Hoewerktmijnstad.nl. Hoewerktmijnstad is de visualisatie van de stad als klaslokaal vanuit het idee dat je het mooie van techniek niet vanuit een boek of achter de computer kunt lezen. Je moet het zien, voelen en ervaren. Leraren en docenten kunnen hier direct informatie vinden over bedrijven die werkzaam zijn in de elektro- en installatiebranche en een bezoek of gastles boeken.
Nieuwe mbo-opleiding ‘Urban Technician’
Verduurzaming van de gebouwde omgeving, de complexe regio Amsterdam en hoge klimaatambities vragen om andere onderwijsconcepten en snellere aanpassing aan bestaande curricula. Met de verkregen gelden wordt op dit moment onderzocht of de nieuwe opleiding ‘Urban Technician’ ontwikkeld kan worden. In deze opleiding verloopt de carrière van een student of werknemer niet meer langs de as van de beroepskolom (bijv. monteur of werkvoorbereider), maar langs de as van de realisatie van de klimaatambities. Ook wordt het bestaande onderwijs onder de loep genomen.
Statushouders een toekomst bieden
Een deel van het geld is bestemd voor een specifieke en kwetsbare groep, namelijk de statushouders van de Entree-opleiding. Deze groep studenten zijn zeer gemotiveerd en loyaal maar ondervinden studievertraging door een taalbarrière of het niet kunnen aanschaffen van een laptop. Een goede kennis van de Nederlandse taal is een belangrijke voorwaarde om succesvol te zijn op de arbeidsmarkt en in vervolgopleidingen. Om statushouders succesvol te laten doorstromen naar een opleiding Elektro- of Installatietechniek niveau 2, is het nodig om aandacht te blijven geven aan het ontwikkelen van het taalniveau. Met de gelden worden video’s ontwikkeld die ingesproken worden door tolken om de lesstof begrijpelijk te maken. Daarnaast worden laptops aangekocht voor de studenten die niet over de financiële middelen beschikken om deze zelf aan te schaffen.
[pt_view id="4b57ede1m4"]
