• februari 6, 2017
  • 164 views
Praktijkcursus energieneutraal bouwen en renoveren binnenkort van start

Op 11 april start in Ede de driedaagse praktijkcursus Energieneutraal bouwen en renoveren van stichting KERN. Wie slaagt ontvangt het internationaal erkende certificaat Passiefhuis Vakman. De cursus is bestemd voor degene die energieneutraal bouwt of renoveert in de bouwuitvoering als vakman, aannemer of installateur. Energieneutraal bouwen en renoveren komen uiteenlopende energetische maatregelen aan de orde, voor nieuwbouw en voor renovatie.

Wetenschappelijke kennis en de bouwpraktijk gaan in deze cursus hand in hand. Begrijpen om te leren toe te passen en alert worden op de details en de samenhang van de disciplines die bij een passiefhuis een integraal geheel vormen.

De docenten zijn experts op het gebied van energieneutraal bouwen en renoveren, met verschillende specialismen: Clarence Rose op het gebied van passiefhuistechnologie, Henk Wegkamp is thuis in haalbaarheidsanalyses en Carl-peter Goossen weet alles van integraal bouwen.

Kennismaken met de internationaal gerenommeerde energiebalansberekening voor zeer energiezuinige gebouwen nZEB-tool maakt ook deel uit van de cursus.

De cursusdagen zijn 11 en 12 april en 9 of 10 mei. Op dag 1 staat de interdisciplinaire basis centraal van comfortabel en betaalbaar energieneutraal bouwen met passiefhuistechnologie. Op dag 2 kiest de cursist voor de specialisatie installatie met bijvoorbeeld verdieping in balansventilatie en verwarmen via ventilatielucht. Of hij kiest de bouwkundige kant met verdieping in isolatietechniek en de daarbij behorende bouwfysica. In de middag worden twee energieneutrale projecten bezocht. Op dag 3 (9 mei bouwkunde of 10 mei installatietechniek) wordt de gekozen specialisatie verbreed en zijn er demonstraties van materialen en technieken.

De opleiding van het Passiefhuis Instituut is voor de Nederlandse markt vertaald en aangepast en wordt gegeven door stichting KERN. Wie slaagt ontvangt het internationaal erkende certificaat Passiefhuis Vakman. Het examen vindt vrijdag 19 mei plaats, voorafgegaan door de examentraining op 17 mei. De opleiding kost € 690,- en deelname aan het examen € 250,-, cursuslocatie is Ede.

Hier meer informatie over de cursus.

 

  • november 23, 2016
  • 135 views
Bronzen olifant voor voormalig OTIB directeur

verburg“De koudetechnische arbeidsmarkt biedt een goede plaats aan talenten die hoofd, hart en handen in harmonie weten te gebruiken”, zegt Elly Verburg tijdens haar afscheid op de NVKL regiobijeenkomst in Eemnes. NVKL eerde haar met een bronzen olifant, omdat zij zich in haar functie als directeur van de OTIB altijd sterk heeft gemaakt voor de koeltechnische sector. Voor 2005 beschikte de klimaat- en koudetechniek over een eigen opleidings- en ontwikkelingsfonds, SKO. Verburg was daarvan directeur. Doordat de sector relatief klein is waren de mogelijkheden van dit fonds navenant klein. Mede door de inzet en daadkracht van Verburg is het in 2005 uiteindelijk gekomen tot één O&O fonds voor de hele installatiesector.

Voor de koeltechniek betekende dit meer mogelijkheden op het gebied van ontwikkeling van lesmateriaal maar ook een aanzet tot meer samenwerking tussen NVKL (als vertegenwoordiger van het koeltechnische deel van de installatiesector) en Uneto-VNI als vertegenwoordiger van de overige onderdelen van installatiesector.

De samenwerking tussen NVKL en OTIB geeft een mooi resultaat voor de benutting van collectief bijeengebrachte middelen. Deze zijn vooral bedoeld voor activiteiten waar individuele bedrijven en medewerkers niet zo snel toe komen.

Het stokje van Verburg is inmiddels overgenomen door Bea Berndsen.

[related_post themes=”text”]

  • oktober 27, 2016
  • 119 views
Nominaties topcoaches technische installatiebranche 2016 bekend

otib-sterk-in-je-werk-sliderOTIB heeft de topcoaches van de technische installatiebranche 2016 uit de verschillende regio’s bekendgemaakt. Deze coaches maken kans op de nationale titel Topcoach van het Jaar. Op de landelijke Praktijkbegeleidersbijeenkomst op 8 november wordt dit bekend gemaakt. Met deze prijs wil het Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf het belang van praktijkbegeleiders nadrukkelijk in beeld brengen.

Begin 2016 hebben ruim 1.600 jonge werknemers en werkgevers in de branche ruim 400 kandidaten voor de Topcoach van het Jaar genomineerd tijdens de TopStarters- en TopVakmanschapsdagen. Op basis van telefonische interviews met de kandidaten hebben verdiepende interviews plaatsgevonden en zijn bedrijfsbezoeken afgelegd. Dit alles heeft ertoe geresulteerd dat uit de honderden kandidaten 11 praktijkbegeleiders als regionale genomineerden naar voren zijn gekomen.

De 11 regionale topcoaches dingen mee naar de titels nationale topcoach voor het MKB en nationale topcoach voor het grootbedrijf. Een jury van professionals beoordeelt de vak- en beroepsdeskundigheid van de genomineerden. De jury bestaat uit Dennis van der Geest, ambassadeur TopStarters; Gerard Kemkers, schaats- en voetbalcoach; Loek Nieuwenhuis, lector Beroepspedagogiek; Elly Verburg, oud-directeur OTIB, Titia Siertsema, voorzitter Uneto-VNI en Maris Marissen, branche-overkoepelend praktijkbegeleider van Nederland 2015.

Naast de bekendmaking van de Topcoaches van het Jaar typeren ondernemerschap, technische innovatie en bijzondere ontmoetingen het dagprogramma. In grote en kleine sessies zullen diverse sprekers de aanwezigen boeien met hun (ondernemers)verhalen. Thema’s die aan bod komen zijn onder meer ondernemen anno 2020, wat verwacht de klant?, werknemers in je bedrijf, en van opleiden naar coachen.

De topcoaches uit de regio’s en genomineerden voor Topcoach van het Jaar 2016 zijn: 

Regio Noord-Holland InstallatieWerk Noord-Holland (G) Sander van Biljouw
    Wilms BV (MKB) Kees Kraak
Regio Noord Nederland Goflex (G)
Opleidingsbedrijf TSH (MKB)
Gert Bouwman
Willem Wever
Regio Midden Nederland Installatiewerk Midden (G) Izudin Skopic
Regio Gelderland/

Overijssel

InstallatieWerk Oost & Flevoland (G)

Vos Techniek (MKB)

Erwin ter Hofte
Suzanne Reep en Henk Scherrenburg
Regio Zuid-Holland Heijmans (G) Harrie van Lierop

 

Regio Zuid Nederland Parree Installatietechniek (G) Jan Baaijens
    Van Doveren Elektrotechniek (MKB) Remco van Doveren

[related_post themes=”text”]

  • oktober 27, 2016
  • 130 views
‘Minister Asscher moet de  opleidingsfondsen in de techniek intact laten’

install3Bovag, FME, Koninklijke Metaalunie en Uneto-VNI dat minister Asscher de  opleidingsfondsen in de techniek intact moet laten en niet moet vervangen door een nationaal opleidingsfonds, zoals een aantal fracties in de Tweede Kamer heeft voorgesteld. Vandaag debatteert de Tweede Kamer met de minister over het arbeidsmarktbeleid en de opleidingsfondsen. Sectoropleidingsfondsen zijn onmisbaar voor de instroom van technische vakmensen in de vier grote techniekbranches in ons land, zo vinden deze belangenorganisaties. Zeker nu de markt aantrekt en het tekort aan vakbekwaam personeel fors toeneemt.

De voorzitters van Bovag, FME, Metaalunie en Uneto-VNI vragen in een brief aan de Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid steun voor de sectoropleidingsfondsen in de technische branches. Die zijn volgens de werkgeversvoorzitters essentieel voor de economische ontwikkeling van hun branches.

Uit recent onderzoek van Panteia blijkt dat bij bedrijven die zijn aangesloten bij een scholingsfonds de kans groter is dat zij investeren in opleidingen dan bij niet-aangesloten ondernemingen. Algemeen voorzitter Bertho Eckhardt van Bovag: “Opleidingsfondsen organiseren collectief wat individuele bedrijven niet zelf kunnen regelen en waarin het regulier onderwijs niet voorziet. Dat is hun grote kracht.”

Volgens de vier grote werkgeversorganisaties in de techniek spelen de opleidingsfondsen volop in op de arbeidsmarktveranderingen. Voorzitter Titia Siertsema van Uneto-VNI: “Banen voor het leven bestaan niet meer, werknemers moeten zich blijvend kunnen ontwikkelen. Sectoropleidingsfondsen in de techniek werken daarbij nauw samen zodat vakmensen makkelijker van de ene naar de andere techniekbranche kunnen overstappen. Zo blijven onze werknemers langer inzetbaar.”

Voorzitter Fried Kaanen van Koninklijke Metaalunie vindt dat de uitgebreide branchekennis de grote kracht is van  sectoropleidingsfondsen. “Ze weten exact wat er speelt in een branche en beschikken over een hecht regionaal netwerk, waarin vraag en aanbod optimaal op elkaar worden afgestemd. Dat is van levensbelang voor de continuïteit van onze bedrijfstakken.”

In de brief aan de Tweede Kamercommissie wijzen de vier werkgeversorganisaties erop dat de opleidingsfondsen vol inzetten op innovatie. Voorzitter Ineke Dezentjé Hamming van FME: “De technische sectoren kenmerken zich door razendsnelle innovatieve en technologische ontwikkelingen. Opleidingsfondsen laten daarom toekomstscenario’s uitwerken en vertalen veranderingen in de beroepspraktijk direct naar nieuwe programma’s en activiteiten. Op die manier kunnen onze technische branches concurrerend blijven.”

In de vier technische branches -mobiliteit, industrie, metaalbewerking en installatietechniek- werken een miljoen werknemers. Daarvan zijn er 600.000 via hun 37.000 werkgevers aangesloten bij één van de technische O&O-organisaties.

[related_post themes=”text”]

  • oktober 11, 2016
  • 122 views
Gezamenlijk onderzoek naar leren op de werkplek

8-18-steps-to-learning-to-be-a-plumber-in-torranceDe opleidingsfondsen A+O, OOM, OTIB, OOMT, OOC en OVP starten met een gezamenlijk project ‘Werkplek-leren’. Een werknemer blijkt namelijk veruit het meeste informeel te leren op de werkplek zelf. Zo ook in technische branches maar dit wordt niet bewust of onvoldoende ingezet, terwijl deze branches door de snelheid van technologische ontwikkelingen vaak juist geconfronteerd worden met de noodzaak tot leren. Dit initiatief van de zes opleidingsfondsen is bedoeld om beschikbare onderzoeken en literatuur over werkplek-leren toegankelijk maken. Uiteindelijk moet dit leiden tot concrete leersituaties en mogelijkheden op de werkplek.

De zes O&O organisaties trekken al langer met elkaar op om gezamenlijke vraagstukken op het terrein van scholing en ontwikkeling verder vorm te geven. Dit initiatief, waarvoor ESF-financiering wordt aangevraagd, is hierin een volgende stap. “We gaan gezamenlijk inzichten delen en gericht inzetten. Maar nog belangrijker is het dat de basis wordt gelegd om de implementatie van dit onderzoek breed in de techniek weg te zetten. En dat past binnen deze tijd van intersectorale samenwerking”, aldus Erik Yperlaan directeur OOM.

[related_post themes=”text”]

  • juli 22, 2016
  • 139 views
Werkgever zet nauwelijks opleiding in als motivator

ROVC_TechBarometer opleidenSlechts acht procent van de Nederlandse technische bedrijven zet opleiden van technici in om de aantrekkelijkheid als werkgever te vergroten. Ook het motiveren van personeel (7%) blijft achter als beweegreden om personeel op te leiden. Dit constateert ROVC, partner in trainingen en opleidingen voor technisch Nederland, in de ROVC TechBarometer, een onderzoek uitgevoerd onder 1.231 medewerkers in de industrie en utiliteitsbouw.

De krapte op de arbeidsmarkt en de vraag naar technici is groter dan ooit. Het werven van technisch personeel staat dan ook in de top vier van de belangrijkste personele uitdagingen. Juist daarom is het belangrijk dat werkgevers zich onderscheiden van concurrentie om personeel aan te trekken. Technici geven aan dat opleidingsmogelijkheden een belangrijke motivator is in hun werk. Ondanks het belang van aantrekkelijk werkgeverschap, is het verbeteren van de kwaliteit van werk (58%) de belangrijkste reden binnen de techniek om personeel op te leiden. Voor meer informatie: www.rovc.nl/techbarometer.

[related_post themes=”text”]

  • juli 14, 2016
  • 148 views
Docenten willen meer aandacht voor techniek

data.620xC5184x2912+0+188.620x348Deze week heeft een aantal vmbo-docenten techniek de publicatie “Meer bèta en technologie op vmbo-tl” overhandigd aan Michaël van Straalen, voorzitter van MKB-Nederland. Met de overhandiging willen de docenten meer aandacht vragen voor de vele technische talenten op het vmbo-tl, die onvoldoende kansen krijgen om op een praktische en interessante manier in aanraking te komen met technologie. Dit komt doordat scholen die alleen havo, vwo en mavo aanbieden, de ruimte, middelen, aansluiting met het bedrijfsleven en faciliteiten missen voor het aanbieden van praktijkgericht technologisch beroepsonderwijs. Dit terwijl de op twee na grootste groep van alle leerlingen op het vmbo-tl zit.

De afgelopen twee jaar hebben 105 scholen hard gebouwd aan manieren om vmbo-tl-leerlingen op een interessante en praktische manier in aanraking te laten komen met technologie. De bottom-up approach waarin docenten zelf – met draagvlak vanuit de schoolleiding- verantwoordelijkheid droegen voor het realiseren van ambities heeft tot resultaten geleid, zoals op een van de M-Tech-scholen, het Alfrink College, waar ze leerlingen een voor een aan het bedrijfsleven koppelen. Hierdoor is de profielkeuze  van leerlingen verschoven van zorg en economie naar economie en techniek. Dit is een van de resultaten die zijn vastgelegd in de publicatie “Meer bèta en technologie op vmbo-tl”. MKB-Nederland, VNO-NCW, Platform -TL en de scholen en docenten van het M-Tech programma roepen het onderwijs en het bedrijfsleven op om regionaal meer samen te werken bij het ontplooien van technische talenten van leerlingen. Meer jongeren worden zo beter voorbereid op de regionale arbeidsmarkt.

“Het bedrijfsleven kan daaraan zijn bijdrage leveren”, zegt voorzitter Michaël van Straalen van MKB-Nederland. ‘Het is goed om jongeren vroegtijdig te laten kennismaken met je bedrijf, branche of beroepsgroep.” Van Straalen benadrukt het belang van betere beroepsoriëntatie op het algemeen vormend voortgezet onderwijs; op het vmbo-tl, maar ook op havo en vwo. “Dat kan eraan bijdragen dat jongeren beter weten waarvoor ze kiezen. Nu zien we dat talloze jongens en meisjes met een beta-pakket na het voortgezet onderwijs een keuze maken voor toch net niet de passende beroepsopleiding.”

Technici zijn onmisbaar voor de Nederlandse toekomst. Het bedrijfsleven en de branches vragen expliciet om een hogere instroom op niveau mavo/niveau mbo 4. Uit de recente monitor van het Techniekpact blijkt dat het aandeel gediplomeerden op het vmbo-tl met een vakkenpakket natuur- en scheikunde (NaSk-profiel) is gestegen naar 40% in 2014-2015 (was 36% in 2012-2013). Ondanks deze stijging stroomt slechts de helft van de afgestudeerde vmbo-tl-leerlingen met een NaSk-profiel door naar een technische vervolgopleiding op het mbo. Het is daarom belangrijk dat vmbo-tl-leerlingen een bewuste keuze maken op basis van een duidelijk beeld van exact en techniek/technologie en met de ervaring van interessant en aantrekkelijk onderwijs dat aansluit bij hun leefwereld en de praktijk.

Vanuit het Techniekpact hebben het kabinet, de scholen in het vmbo en het bedrijfsleven de handen ineengeslagen om het technisch onderwijs in het vmbo aantrekkelijker te maken. Met de impuls vanuit het M-Tech-programma hebben 105 scholen en docenten zich ingezet om aantrekkelijk exact onderwijs aan te bieden met aandacht voor het versterken van de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) richting een technische vervolgopleiding en de technische sectoren.

Net als bij het Techniekpact, wordt het programma regionaal en van onderop ingericht. De leerling, in de klas en op de school, staat hierin centraal. Binnen regionale netwerken hebben scholen op basis van hun eigen ambities en te behalen doelen een ontwikkelagenda geformuleerd. Vanuit die agenda hebben scholen nieuw onderwijs ontwikkeld, projecten opgezet, loopbaanoriëntatie en -begeleiding versterkt én meer samengewerkt met het basisonderwijs, het mbo en met het bedrijfsleven.

  • juli 12, 2016
  • 155 views
Kennisniveau Hogere Elektrotechniek in installatiebranche onder druk

BuildAutomationHet afgelopen decennium is het kennisniveau in de installatiebranche op het gebied van Elektrotechniek behoorlijk onder druk komen te staan. Met het verdwijnen van de avond HTS-elektrotechniek, het ontbreken van installatietechniek in het reguliere dagonderwijs, de trend in het aanbieden van onderwijs op meer generiek niveau en minder mogelijkheden tot bijscholing door druk op financiële marges in de installatiebranche, is het opdoen van vakinhoudelijke kennis er de laatste jaren fors bij ingeschoten.

Nieuwe ontwikkelingen en innovaties op het gebied van elektrotechniek volgen elkaar echter in ras tempo op. In gebouwen zijn steeds meer technische installaties nodig voor veiligheid, optimaal energiegebruik en comfort. Bovendien worden gebouwen vaker verbonden met hun omgeving om slim energie uit te wisselen.

Elektriciteit is de meest universeel bruikbare vorm van energie om uit te wisselen. En met zon, zee en wind is deze feitelijk onbeperkt beschikbaar. De toekomst is “All-Electric”. Het opslaan van elektriciteit is echter beperkt mogelijk. Dit is op te lossen met slimme netwerken die vraag en aanbod op elkaar afstemmen. Hier komen harde elektrotechniek èn slimme ICT-besturingstechnieken samen, waarbij de harde elektrotechniek de kern van het vakgebied is en blijft. Tel daarbij op de wijzigingen op het gebied van regel- en wetgeving, en het belang van kwalitatief hoogwaardige bijscholing buiten de dagscholen is duidelijk. Een installateur die up-to-date is, dient een direct belang van de opdrachtgever en voegt zo veel waarde toe.

TVVL ontwikkelde in samenwerking met Stichting KIEN en OTIB de cursus Hogere Elektrotechniek. Een cursus op post-hbo-niveau die in 16 dagen opleidt naar Elektrotechnisch specialist voor gebouw- en bedrijfsinstallaties.

De cursus Hogere Elektrotechniek start 21 september en vindt plaats in het Intechnium gebouw, Korenmolenlaan 4 te Woerden. Voor inschrijven en meer informatie kunt u terecht bij het TVVL-cursussecretariaat, e-mail: cursus@tvvl.nl.

[related_post themes=”text”]

  • juli 12, 2016
  • 127 views
Opleiders bundelen krachten

Persbericht Samenwerking ROVC & InstallatiewerkGoed gekwalificeerde vakmensen in de elektro- en installatie- techniek zijn nodig om de kwaliteit in de technische sector te garanderen. ROVC, partner in trainingen en opleidingen voor technisch Nederland, sluit daarom een samenwerkings- overeenkomst met InstallatieWerk Nederland (Contract-Onderwijs). Gezamenlijk bieden zij een breder aanbod van diverse opleidingen en cursussen, van basistrainingen in elektro- en installatietechniek tot specifieke trainingen in onder andere klimaattechniek en gebouwautomatisering. Door de handen ineen te slaan zijn ROVC en InstallatieWerk Contract-Onderwijs in staat om in te spelen op de behoefte aan specifieke opleidingsvraagstukken vanuit de installatiebranche.

De samenwerking is halverwege juni van start gegaan, maar de aanvragen lopen nu al storm bij InstallatieWerk Contract-Onderwijs. Stefan Adriaansen, Landelijk manager Contract-Onderwijs bij InstallatieWerk Nederland: “Als opleidingsbedrijven vissen we met zijn allen in de dezelfde vijver. Maar in plaats van in elkaars vaarwater te zitten bundelen wij onze krachten. Daardoor kunnen we gezamenlijk beter en uitgebreider invulling geven aan de kennisvraag van klanten en vergroten we de dienstverlening. Zo hoeven we niet opnieuw specifieke opleidingen samen te stellen, maar kunnen we met een totaalpakket het bedrijfsleven ontzorgen en Leven Lang Leren stimuleren.”

Roel Greutink, manager Business Development bij ROVC: “Het is mooi om te zien dat de samenwerking nu al haar vruchten afwerpt, terwijl we nog maar net aan de gang zijn. Dit bevestigt de grote behoefte vanuit de sector voor meer scholing en ontwikkeling op het gebied van service en onderhoud. Het maakt niet uit of de technicus zijn kennis wil verbreden of juist wil verdiepen. Met dit partnership bieden we een compleet portfolio, voor ieder wat wils. Samen tillen we de vakkennis van technici naar een hoger niveau en bieden we toegevoegde waarde, daar waar het hard nodig is.”

Op de foto: Stefan Adriaansen (links) en Roel Greutink

[related_post themes=”text”]

  • juni 28, 2016
  • 117 views
Imago bouwsector verbetert licht

imago bouwBijna vier op de vijf Nederlanders kijkt neutraal tot positief aan tegen werken in de bouwsector. Slechts 5% is uitgesproken negatief. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van 2014. Ook het advies aan kinderen om te kiezen voor een opleiding in de bouwsector is iets positiever geworden. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy onder 512 huishoudens.

Waar in 2014 nog 13% van de Nederlandse bevolking aangaf de bouw als werkgever uit de weg te gaan, is nu slechts 5% negatief over werken in de bouwsector. Dit heeft met name te maken met het feit dat men vindt dat de bouw aantrekt en het feit dat de bouw mooi vakwerk levert. Het zijn vooral de mensen van middelbare leeftijd (35 – 55 jaar) die positiever tegen werken in de bouwsector zijn gaan kijken. De jongeren (< 35 jaar) zijn met name minder negatief tegen de bouwsector aan gaan kijken.

De ondervraagden is tevens gevraagd wat de houding is ten opzichte van een aantal specifieke beroepen uit de bouwsector (UTA personeel, uitvoerend personeel ruwbouw, uitvoerend personeel afbouw, uitvoerend personeel installatie en uitvoerend personeel infra/GWW). Hieruit blijkt dat er geen grote verschillen zijn in het imago van de verschillende beroepsgroepen. Wel ligt het percentage (zeer) positief bij elke individuele beroepsgroep iets hoger dan voor de totale bouwsector, met uitzondering voor het UTA personeel. Blijkbaar heeft men iets meer waardering voor het bouwpersoneel dan voor het Uitvoerend Technisch Administratief personeel.

[related_post themes=”text”]