• november 23, 2018
  • 125 views
Installatiebranche groeit als kool

Het aandeel van installatietechniek in woningbouw, utiliteitsbouw, infratechniek en industrie wordt steeds groter. De installatiebranche is nu een van de snelst groeiende sectoren van de Nederlandse economie en het einde van de groei is voorlopig nog niet in zicht. Dit meldt het rapport Economische vooruitzichten installatiebranche 2019 en verder. Doekle Terpstra, voorzitter van Uneto-VNI, leverde deze week het eerste exemplaar van het rapport af bij staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat.

Staatssecretaris Mona Keijzer noemde de toekomst van de installatiebranche in Nederland veelbelovend: “Het vakgebied wordt breder, digitaler en veelzijdiger. Of het nu gaat om de zorg of om onze energievoorziening, we moeten grote stappen gaan zetten. De installatiebranche is daarbij onmisbaar en neemt in toenemende mate het voortouw.”

Installatiequote boven 50%
Het aantrekken van de bouwproductie is gunstig voor de hoeveelheid installatiewerk, maar tegelijkertijd wordt het belang van de branche zelf steeds groter. Installatietechniek heeft een groeiend aandeel in woningbouw, utiliteitsbouw, infratechniek en industrie. Deze ‘installatiequote’ neemt al jaren toe en ligt inmiddels in veel gevallen boven de 50%.

Meer banen
Installatiebedrijven in de utiliteitsbouw kunnen volgend jaar een volumestijging van 4% tegemoetzien en in de infrastructuur groeit het installatievolume zelfs met 6%. Technisch dienstverleners in de woningbouw zien hun marktvolume komend jaar met 3% toenemen. Ook de werkgelegenheid ontwikkelt zich gunstig; tot en met 2023 groeit het aantal banen in de sector jaarlijks met 1,5%. Doekle Terpstra: “Dat zijn mooie cijfers, maar het betekent ook een enorme uitdaging. Ons werknemersbestand vergrijst in rap tempo terwijl we er in de sector veel banen bij krijgen. We hebben steeds meer technici nodig met digitale vaardigheden én kennis van duurzame technieken voor de energietransitie. Op vmbo- en mbo-niveau, maar in toenemende mate ook op hbo- en wo-niveau.”

Energietransitie stuwt groei
De installatiebranche is nu een van de snelst groeiende sectoren van de Nederlandse economie en het einde van de groei is voorlopig nog niet in zicht. Dit jaar komt het installatievolume op 20,2 miljard euro, volgend jaar groeit de markt naar ruim 21 miljard euro en in 2023 overschrijdt de omzet de 23 miljard euro. Terpstra: “De energietransitie is de grootste naoorlogse verbouwing van ons land en brengt veel werk voor installateurs met zich mee. Ook voor de ontwikkeling naar smart buildings, de versterking van onze digitale infrastructuur en innovatieve oplossingen voor de zorg zijn onze leden onmisbaar.”

  • november 14, 2018
  • 128 views
“We willen CO-vergiftiging door cv-ketels uitbannen”

In de afgelopen zes weken zijn in totaal 40 mensen in het ziekenhuis opgenomen vanwege koolmonoxidevergiftiging, meldde Installatienet gisteren. Meestal zijn slecht werkende geisers, cv-installaties of kachels, verstopte rookkanalen of onvoldoende ventilatie de oorzaak van zulke ongelukken. Uneto-VNI-voorzitter Doekle Terpstra reageert vandaag als volgt: “Koolmonoxidevergiftiging als gevolg van cv-ketels willen we uitbannen. Bedrijven moeten straks gecertificeerd zijn en monteurs die aan een cv-ketel werken, moeten aantoonbaar vakbekwaam zijn. Zo’n bedrijf wordt herkenbaar aan een keurmerk én is te vinden in een online-register.”

Uneto-VNI werkt samen met de overheid aan een wettelijke certificeringsregeling voor verwarmingsinstallateurs. Daarmee moeten met name cv-installaties veiliger worden, zodat het aantal ongelukken afneemt. De Tweede Kamer bespreekt binnenkort het wetsvoorstel voor de wettelijke certificering. Als de volksvertegenwoordiging akkoord gaat, kan de nieuwe regeling al in 2019 in werking treden.

Terpstra waarschuwt wél voor een complexe regeling met te hoge kosten. “We hebben draagvlak nodig bij álle installateurs, als we de wettelijke certificering tot een succes willen maken. De regeling moet haalbaar en betaalbaar zijn voor de hele branche; 80% van de installateurs zijn kleine bedrijven of zzp’ers. Ik neem aan dat ook de overheid het belang hiervan inziet. We moeten alles op alles zetten om ongevallen met koolmonoxide terug te dringen.”

Onderzoeksraad voor Veiligheid
In november 2015 constateerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het rapport Koolmonoxide – Onderschat en onbegrepen gevaar dat de bestaande kwaliteitslabels, zoals keurmerken, erkenningen en certificeringen, te weinig garantie boden voor daadwerkelijk professionele aanleg en veilig onderhoud. De Onderzoeksraad adviseerde daarom een wettelijk verplichte erkenning voor cv-installateurs in te stellen. Uneto-VNI ondersteunt dat advies. Op basis van de regeling die nu in de maak is mogen alléén gecertificeerde bedrijven en verwarmingsmonteurs nog een cv-ketel plaatsen en onderhouden.

Tips voor consumenten
Toen de Onderzoeksraad voor Veiligheid in 2015 het rapport presenteerde, heeft Uneto-VNI haar leden herinnerd aan de gevaren van koolmonoxide. Dat is onder meer gebeurd met een 10-puntenlijst voor veilige gastechnische installaties. Maar ook consumenten kunnen volgens de installatiekoepel iets doen aan hun eigen veiligheid. Zo adviseert ze om de cv-ketel in het najaar te (laten) controleren vóór het echt koud wordt. ‘Een erkende installateur controleert in zo’n geval onder meer de rookgasafvoer. Die kan losraken, bijvoorbeeld doordat iemand ertegenaan stoot, en dat levert gevaarlijke situaties op. Verder is ventileren van levensbelang. Juist als het kouder wordt, moet in de ruimte van de cv-ketel dag en nacht een raam op een kiertje staan of een open ventilatierooster zijn.’ Uneto-VNI wijst er verder op dat in de ruimte waar de cv-ketel hangt of staat, een koolmonoxidemelder moet zijn.

  • november 13, 2018
  • 134 views
Subsidieregeling voor praktijkleren verlengd tot 2023

De subsidieregeling voor praktijkleren blijft bestaan tot in elk geval 2023. Dat bleek tijdens de begrotingsbehandeling van Onderwijs afgelopen week in de Tweede Kamer. Eerder dreigde de subsidieregeling voor de beroepsbegeleidende leerweg te worden geschrapt. Een Industriecoalitie bestaande uit Uneto-VNI, FME, Bouwend Nederland en Metaalunie pleitte voor de verlenging van de subsidieregeling ná 2019.

Voorzitter Doekle Terpstra van Uneto-VNI is blij met de brede steun in de Tweede Kamer: “Praktijkleren, de zogenoemde beroepsbegeleidende leerweg, is hét succesverhaal van ons technische onderwijs. Daarop bezuinigen zou de broodnodige instroom van technici in gevaar brengen. Gelukkig heeft onze lobby tijdig effect gehad. Dat is belangrijk voor onze leden die zelf al veel investeren in het opleiden van technici.”

Intern opleiden
De Kamerleden Zohair El Yassini (VVD) en Mahir Alkaya (SP) hebben zich extra ingezet voor handhaving van de subsidieregeling praktijkleren: El Yassini: “Bedrijven die leerlingen intern opleiden zijn ontzettend belangrijk. Leren doe je immers het snelste en beste op de werkvloer zelf. Omdat werkgevers hier een enorme investering in doen, in geld en tijd, vindt de VVD het belangrijk om bedrijven hierin tegemoet te komen.”

Mahir Alkaya: “Ik heb veel bewondering voor kleine bedrijven met weinig personeel, die toch hun schaarse tijd en geld steken in de opleiding van toekomstige vakmensen. De subsidie die zij hiervoor krijgen, dekt niet eens de kosten die zij maken, maar het kabinet wilde ook dit afschaffen. Onbegrijpelijk. Ik ben blij dat het kabinet hier onder druk van de Tweede Kamer vanaf ziet.”

BBL enorm belangrijk
Voor de installatiebranche is het traject van het opleiden van leerlingen via de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) enorm belangrijk. Leerlingen gaan één dag per week naar school en de overige vier dagen zijn ze aan het werk bij een bedrijf waar zij onder begeleiding in de praktijk het vak leren. Leerlingen gaan één dag per week naar school en de overige vier dagen zijn ze aan het werk bij een bedrijf waar zij onder begeleiding in de praktijk het vak leren.

  • november 12, 2018
  • 130 views
Er komt een vakpaspoort voor installatietechnici

Uneto-VNI en OTIB werken momenteel aan een vakpaspoort, waarmee installatietechnici hun vakmanschap zichtbaar kunnen maken, Het gaat om een app waarin alle certificeringen staan van het betreffende installatiebedrijf, betreffende bijvoorbeeld VCA, F-gassen, koolmonoxide en EPA. Maar ook aanwijzingen voor de werkgever, zoals NEN3140, zullen in de app worden opgenomen. Deze informatie komt rechtstreeks van de gecertificeerde instanties, en is dus gevalideerd. Een proefversie zal de komende tijd getest worden. Uneto-VNI en OTIB denken de app in de loop van 2019 te kunnen presenteren.

  • november 6, 2018
  • 123 views
“Warmtepompen hebben langere terugverdientijd”

Uneto-VNI heeft in een brief aan minister Wiebes van Economische zaken en Klimaat gereageerd op energiebesparingsverplichtingen waaraan bedrijven moeten voldoen volgens de Wet milieubeheer. De minister heeft de lijsten met erkende maatregelen die bedrijven moeten nemen in het kader van deze wet aangepast. Uneto-VNI vindt onder meer dat er weinig samenhang is in de nieuw gepresenteerde lijst. Daarnaast zet de installatiekoepel vraagtekens bij de opname op de lijst van lucht/waterwarmtepompen.

In de brief wijst voorzitter Doekle Terpstra van Uneto-VNI erop dat het belangrijk is om de maatregelenlijsten te actualiseren, maar tegelijkertijd constateert hij dat dit ten koste gaat van de overzichtelijkheid. Terpstra: “We roepen de minister op om de lijsten compact te houden. Dat betekent het maken van duidelijke keuzes; het energiezuiniger maken van grotere gebouwinstallaties en van bedrijfsprocessen is relevanter dan het verduurzamen van elektrische zitkussens in kantoortuinen.”

Warmtepompen
Uneto-VNI vindt plaatsing van lucht/waterwarmtepompen op de erkende maatregelenlijst vreemd. Terpstra: “De verwachting dat deze warmtepompen een terugverdientijd hebben van vijf jaar, herkennen wij niet. Daarnaast is de toepassing van deze techniek lang niet altijd mogelijk.” Volgens de brancheorganisatie is het vaak nodig om een gebouw bouwfysisch en technisch aan te passen om toepassing van lucht/waterwarmtepompen mogelijk te maken. Deze kosten worden niet verdisconteerd maar leiden wél tot een langere terugverdientijd.

Gefaseerde energietransitie
In plaats van de verplichte inzet van warmtepompen stelt Uneto-VNI voor om bij vervanging van de stookinstallatie een minimumpercentage duurzaam opgewekt vermogen voor te schrijven. Dit voorkomt de keuze voor één techniek en over-dimensionering en draagt bij aan een gefaseerde, versnelde overgang naar duurzame warmte.

Gemeentelijke warmtevisie
In het Klimaatakkoord op hoofdlijnen is afgesproken om alle bestaande gebouwen in Nederland te verduurzamen. Gemeenten zullen wijk voor wijk kijken wat daarbij de effectiefste maatregel is. Terpstra: “Die keuze kan óók van grote invloed zijn op de energievoorziening van het lokale bedrijfsleven. Bedrijven die nu geen rekening houden met de toekomstige warmteplannen van de gemeenten kunnen in een latere fase dus met extra kosten worden geconfronteerd.”

Wet milieubeheer
De Wet milieubeheer verplicht onder andere bedrijven om energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd tot vijf jaar door te voeren. De maatregelen die daaronder vallen staan per bedrijfstak op Erkende Maatregelenlijsten. Gemeenten moeten controleren of bedrijven binnen de gemeentegrens zich daadwerkelijk aan de afspraken houden. Bedrijven zijn verplicht om te melden welke maatregelen ze doorvoeren, gemeenten laten -vaak via omgevingsdiensten- controles uitvoeren. Omdat de sector voor duurzame en energiebesparende middelen in ontwikkeling is, is de lijst aan een update toe.

  • oktober 11, 2018
  • 127 views
Hoffman Elektro wint Uneto-VNI Innovatie Award 2018

Met Ben Oude NijHuis, een verpleeghuis in Rotterdam dat begin deze maand openging, heeft Hoffman Elektro gisteren de Uneto-VNI Innovatie Award 2018 gewonnen. Het elektrotechnisch installatiebedrijf ontving de Award uit handen van voorzitter Doekle Terpstra van de installatiekoepel. Hoffman Elektro kreeg van de aanwezige branchegenoten de meeste stemmen tijdens de bijeenkomst die plaatsvond tijdens de Vakbeurs Energie in Den Bosch. De andere projecten in de finale waren de renovatie van de Maastunnel in Rotterdam en de renovatie en bouw van Naturalis Biodiversity Center in Leiden.

Ben Oude NijHuis is een voormalig nonnenklooster dat is omgetoverd tot een verpleeghuis voor senioren met een lichte zorgvraag of dementie. Het initiatief voor deze kleinschalige woonvorm is afkomstig van Jan Slagter, directeur van Omroep Max. In Ben Oude Nijhuis zijn 57 appartementen gerealiseerd. Hoffman Elektro heeft het verpleeghuis onder meer voorzien van een zorgsysteem met valdetectie en dwaalpreventie; daarnaast zijn video-intercoms en een brandmeldinstallatie geplaatst. Het dak is voorzien van zonnepanelen die dertig procent van de benodigde stroom opwekken.

Cheque en bedrijfsbezoek

Bij de Uneto-VNI Innovatie Award hoort een cheque ter waarde van 1.500 euro die Hoffman Elektro kan besteden aan ontwikkeling en innovatie. De winnaar mag bovendien een bezoek brengen aan een internationaal hightechbedrijf. Maurice Hoffman, directeur van Hoffman Elektro: “In dit project laten we zien hoe we als installateur een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan moderne, betaalbare en innovatieve zorg. De rol van de techniek wordt steeds belangijker. Oók in de zorg!”

Meeste stemmen
In de aanloop naar de finale stemden meer dan 1.500 mensen online op één van de tien projecten die de hoofdredactie van vakblad EW-Installatietechniek had genomineerd. In Den Bosch bepaalden de ruim tweehonderd aanwezigen de uiteindelijke winnaar. Ben Oude Nijhuis behaalde uiteindelijk de meeste stemmen. Hoffman Elektro versloeg daarmee Croonwolter&dros dat verantwoordelijk is voor de renovatie van de Maastunnel in Rotterdam en de combinatie Kuijpers Installaties en ULC, dat tekende voor de bouw en renovatie van Naturalis Biodiversity Center in Leiden.

Techniek is spelbepaler
Voorzitter Doekle Terpstra: “Techniek is meer dan ooit bepalend voor het succes van projecten. De tien inzendingen voor de Uneto-VNI Innovatie Award waren van een uitzonderlijk hoog niveau. Het zijn prachtige staaltjes van vakmanschap, innovatie, ondernemerschap en ketensamenwerking. Ze laten zien hoe de bedrijven in onze branche, van groot tot klein, oplossingen bieden voor maatschappelijke vraagstukken, zoals energiebesparing en verduurzaming, mobiliteit en zorg.”

  • september 11, 2018
  • 135 views
Uneto-VNI kiest Techniek Nederland als nieuwe naam

Uneto-VNI gaat verder onder de naam Techniek Nederland. Het bestuur van de vereniging heeft dat op 6 september in een speciale vergadering besloten. De vereniging voor ondernemers in de installatiebranche en de technische detailhandel voert de nieuwe naam in op 15 januari 2019.

Doekle Terpstra, voorzitter van Uneto-VNI: “Het begint bij techniek. Techniek maakt ons land schoner, veiliger en sterker. Onze sector is onmisbaar is voor de energietransitie die we in het Klimaatakkoord hebben afgesproken. Maar óók voor het oplossen van andere grote maatschappelijke vraagstukken, zoals mobiliteit, langer zelfstandig thuis wonen, verstedelijking en toenemende complexiteit van onze infrastructuur. De maatschappelijke relevantie zal de komende jaren dus alleen maar groeien. Zo’n sector verdient een glasheldere naam met een herkenbare klank. Daarom heten we voortaan Techniek Nederland.’

“Duidelijker profiel”
Techniek Nederland wil de belangen van de leden en van de sector als geheel sterker dan ooit gaan behartigen, zowel op regionaal als op nationaal niveau. Terpstra: “Ons profiel wordt duidelijker, zowel naar politiek en overheid als naar de organisaties waarmee we samenwerken. Techniek Nederland is vanaf januari 2019 hét aanspreekpunt voor de techniek. Zo krijgen we meer voor elkaar in het belang van onze leden.”

“Nadruk op kwaliteit”
Techniek Nederland wordt vanaf 15 januari ook de merknaam die installatiebedrijven gaan gebruiken richting consumenten en zakelijke opdrachtgevers. Terpstra: “Voor technische uitdagingen moet je bij onze leden zijn. Dat onderstrepen we met deze nieuwe naam. Tegelijkertijd leggen we nóg meer nadruk op de kwaliteit van het geleverde werk. Daarmee onderscheiden de leden van Techniek Nederland zich van de rest van de markt. Onze leden zijn technische experts en ontwikkelen zich tot dienstverleners op een breed terrein. Ze plaatsen niet alleen technische systemen, maar voeren ook de regie over complexe technische projecten, van ontwerp en plaatsing tot beheer en onderhoud. Techniek Nederland zal die rol de komende jaren benadrukken en versterken.”

Nieuw logo en nieuwe huisstijl
De komende maanden voert Uneto-VNI nog de huidige naam, met Techniek Nederland als toevoeging. In januari 2019 wordt de naam Techniek Nederland en presenteert de vereniging een nieuw logo en een nieuwe huisstijl.

  • augustus 30, 2018
  • 134 views
Norm voor APK-keuring installaties vernieuwd

NEN heeft in samenwerking met Uneto-VNI en TVVL de norm voor de veiligheid van technische installaties in woningen vernieuwd. Met NEN 8025 kunnen installateurs eenduidig een algemene periodieke keuring (APK) voor installaties in woningen uitvoeren. Proeven met zo’n woning-APK in Amsterdam en Utrecht lieten zien dat meer dan de helft van de installaties in de gecontroleerde woningen niet veilig waren. Installatiekoepel Uneto-VNI vindt dat woningcorporaties en woningeigenaren de installaties in huis regelmaat moeten laten controleren.

Voorzitter Doekle Terpstra van Uneto-VNI: “Installaties worden complexer, tussentijds aangepast of niet goed onderhouden. Dat kan gevaarlijke situaties opleveren en woningbrand, waterschade, elektrocutie of koolmonoxidevergiftiging veroorzaken. Met de woning-APK kunnen we veel ongelukken voorkomen. Met NEN 8025 hebben we daar nu een eigentijdse norm voor, gebaseerd op de actuele stand van de techniek. Een controle volgens de NEN 8025 is overigens niet verplicht, maar wel aan te bevelen.”

Gas, water en elektra
De NEN 8025 beoordeelt uitsluitend de veiligheid van bestaande technische installaties en technische voorzieningen in woningen. Het gaat hierbij om de vakgebieden gas, water en elektra. Bouwkundige voorzieningen vallen niet onder de norm, aangezien die al in andere normen zijn vastgelegd.

Advies voor veiligheid
Installateurs kunnen met behulp van NEN 8025 inspecteren of de technische voorzieningen in de woning voldoen aan de vereiste veiligheid. Op basis van de inspectie geeft de installateur een advies en kan hij ervoor zorgen dat de installaties weer veilig functioneren. De vernieuwde norm geeft ook een handvat voor het bepalen van de termijn waarop een volgende inspectie moet plaatsvinden.

Groot draagvlak
NEN, Uneto-VNI en TVVL hebben samen met inspectiebedrijven, brandweer, opleiders, leveranciers en woningbouwcorporaties anderhalf jaar gewerkt aan de aanpassing van NEN 8025. Doekle Terpstra: “We zijn blij met het grote draagvlak voor de norm. Ik verwacht dat zowel installateurs als woningeigenaren en woningcorporaties er veel gebruik van gaan maken.”

 

  • augustus 15, 2018
  • 131 views
“Brand bioketels niet zomaar af”

Claudia Reiner klinkt heel stellig aan de telefoon. De vicevoorzitter van Uneto-VNI was nauw betrokken bij de onderhandelingen over het klimaatakkoord. Zo lovend als ze praat over warmtepompen, zo sceptisch klinkt ze als het gaat over bioketels. “Bioketels zijn geen duurzame oplossing voor de lange termijn,” vindt Reiner. Maar is haar opmerking wel terecht?

Woningeigenaren kunnen nog steeds een beroep doen op subsidiepotjes voor duurzame energie als ze een pelletketel of -kachel willen aanschaffen. Maar waar in de jaren ’70 houtstook nog volop gepresenteerd werd als een duurzame verwarmingsoplossing, lijkt het klimaat langzaam maar zeker om te slaan. De uitspraak van Reiner staat dus niet op zichzelf. Zowel de Stichting Houtrook als GGD Amsterdam zijn bijzonder stellig in hun mening. Jos Merks, woordvoerder Stichting Houtrook: “Er bestaat niet zoiets als schone verbranding”. En, “geen enkele manier van hout stoken sluit overlast volledig uit. Er zal altijd rook ontstaan die hinder kan opleveren”, zegt de GGD Amsterdam.

Behalve de overlast van houtstook, ziet een aantal deskundigen nog andere obstakels: houtpellets worden dikwijls elders betrokken, bijvoorbeeld uit de VS, wat weer energie kost. Het voortdurend aanplanten van dezelfde boomsoorten voor de verwerking tot onder andere houtpellets zou leiden tot monotone bossen en minder biodiversiteit. En alleen resthout verstoken, wat wellicht verstandiger is, zou niet werken omdat het aanbod dan achterblijft bij de vraag.

Zowel Paul Bijvoet, eigenaar van Bijvoet Energie en lid van de branchevereniging biomassaketel leveranciers (NBKL) als Theo de Groot van bioketelleverancier Atechpro zijn het op vele punten oneens met Merks, de GGD en de visie van Uneto-VNI op bioketels. Bijvoet: “De stelling dat verbranding niet schoon is, is pertinent onjuist. Probos (bosbeheer Nederland) spreekt dit ook tegen. Wat mij bevreemdt, is dat Uneto-VNI een kans voor de installateur afbrandt, zonder zich te baseren op feiten. De overheid, RVO en NVDE zien juist een grote rol weggelegd voor biomassa in het transitieproces naar een energieneutrale samenleving.”

En Theo de Groot zegt: “De rook van een open houtvuur is absoluut niet te vergelijken met de uitstoot van hedendaagse bioketels, Deze hebben een volledig computergestuurd verbrandingsproces, dat zorg draagt voor de reiniging van de rookgassen, zodat deze ver onder de zeer strenge emissiegrenzen blijven die op Europees niveau zijn vastgelegd. Dat kan leiden tot een 3000 maal lagere uitstoot dan een houtkachel of open haard. De bioketels van nu zijn hoogwaardige verbrandingstoestellen met een ongeëvenaard hoog rendement van 97 tot 98% en zelfs condenserend naar een rendement van 105%. Daarnaast worden er nu filters ontwikkeld die zelfs het marginale kleine beetje fijnstof wat dan nog vrijkomt weg weten te filteren.”

Tot slot: ““Een bekend misverstand is dat verbrandingshout geïmporteerd zou moeten worden. Het is heel goed mogelijk om te stoken met afvalhout uit de regio. De gebruikte brandstof is C02-neutraal als er garanties zijn dat de gebruikte brandstof weer opnieuw terug groeit. Bijvoorbeeld met pellets van zuiver resthout uit de timmer- en houtindustrie. Daar worden geen bomen voor gekweekt, laat staan gekapt en dus ook niet uit verre landen gehaald. Maar je zou ook kunnen denken aan de teelt van snelgroeiend ‘energiehout’ op braakliggende grond in de naaste omgeving; daarmee is in Duitsland al goede ervaring opgedaan. De as die vrijkomt bij het verwarmen kan weer terug in de natuur worden gebracht. Hiermee ontstaat een circulaire hernieuwbare energievoorziening die nooit opraakt.”

  • juli 11, 2018
  • 130 views
“Klimaatakkoord zal grote gevolgen hebben voor de installateur”

De installatiebranche gaat een sleutelrol spelen bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Dat blijkt uit het Klimaatakkoord op hoofdlijnen dat Ed Nijpels gisteren presenteerde. Claudia Reiner was als vice-voorzitter van Uneto-VNI betrokken bij de onderhandelingen over het Klimaatakkoord. Zij adviseert installateurs om zich nu al voor te gaan bereiden op de grote veranderingen die de branche te wachten staan.

In het Klimaatakkoord, waarvan de daadwerkelijke uitvoering in 2019 van start moet gaan, wordt gerept van diverse maatregelen om de overstap op duurzame alternatieven aantrekkelijk te maken. Zo gaat de energiebelasting (EB) op gas omhoog, terwijl de belasting op elektriciteit omlaag gaat.

Wijziging energiebelasting
Claudia Reiner was als vice-voorzitter van Uneto-VNI betrokken bij de onderhandelingen over het Klimaatakkoord. “De wijziging van de EB uit het regeerakkoord in 2019 (+ 3 ct/m3 op gas en -0,7 ct/kWh op elektriciteit) wordt direct gevolgd door een wijziging in 2020 in de eerste schijf. Met +5,5 ct/m3 op gas en -2,7 ct/kWh op elektriciteit is de EB in balans, gelet op de CO2-uitstoot door gas en elektriciteit op dat moment. Omgerekend is dat voor beide €196/ton CO2.  Verdere stappen zijn wenselijk en nodig. Daarvoor zijn diverse varianten mogelijk. Berekeningen laten zien dat 20 ct/m3 voor aardgas erbij en 7,34 ct/kWh minder voor elektriciteit ervoor zorgt dat isolatie en duurzame verwarmingsopties veel aantrekkelijker worden. Wanneer deze verschuiving wordt gecombineerd met een verhoging van de energiebelastingvermindering van 81 euro, wordt voor alle inkomensgroepen, inclusief de lage inkomens, een neutraal tot positief koopkrachteffect bereikt. Dit voorstel wordt de komende tijd verder uitgewerkt op basis van gedetailleerdere berekeningen over koopkracht, lastenverschuiving tussen burgers en bedrijven in de gebouwde omgeving (een eerste en tweede schijf EB) en rendement op verduurzamingsmaatregelen, inclusief zon-PV.”

Energierekening blijft hetzelfde
De consument die recentelijk nog een gasketel heeft aangeschaft, merkt hier niets van. Volgens Reiner gaat de totale energierekening niet omhoog.  Zij was betrokken bij de onderhandelingen over het Klimaatakkoord. “De belasting op gas gaat stapsgewijs omhoog, maar dat wordt gecompenseerd door een daling van de belasting op elektriciteit. Het is een stimuleringsmaatregel om de overstap op duurzame alternatieven aantrekkelijk te maken.”

Stimulering overstap
Het Klimaatakkoord rept van verschillende duurzame alternatieven voor de cv-ketel, zoals warmtepompen, warmtenetten, geo- en aquathermie en bioketels. Via aantrekkelijke leningsvoorwaarden, subsidies en dalende kostprijzen zal de overstap worden vergemakkelijkt. Nu blijkt het totale kostenplaatje vaak nog een belemmering te vormen om een woning te verduurzamen. Voor de aanschaf van duurzame warmteopwekkers en -afgiftesystemen en isolatiemaatregelen moet al snel een bedrag van tienduizenden euro’s worden uitgetrokken. Reiner: “Wij streven uiteindelijk naar een kostenreductie van 30 – 50% in 2030. Technische innovatie, optimale ketensamenwerking en een gefaseerde aanpak moeten dit mogelijk maken.”

Norm warmtevraag
Om de toepassing van onder meer de hybride warmtepomp te stimuleren, komt er dankzij de inzet van Uneto-VNI een norm voor de maximale warmtevraag voor woningen. De norm wordt geïntroduceerd bij aankoop van de woning en bij een vergunningsaanvraag voor een verbouwing en zal gelden voor zowel koop- als huurwoningen. De norm is niet verplicht. Als de regeling niet voldoende oplevert, komt er mogelijk in 2030 een verplichting. Reiner: “We willen bewust nog geen verplichte norm. We gaan de komende jaren eerst kijken in verschillende proefprojecten hoe deze vrijwillige variant uitpakt.”

Eigen ambities
Volgens het norm-concept dat er nu ligt, mag de consument zelf gaan bepalen hoe hoog zijn ambities zijn. En, “hij zal zich geen zorgen hoeven te maken dat hij straks plotseling niet meer mag verwarmen of warm water uit zijn kraan krijgt omdat hij een grenswaarde heeft bereikt. Dat is geenszins de insteek van de norm.”

Warmtepomp
Het Klimaatakkoord noemt verschillende duurzame alternatieven voor de cv-ketel, waarbij er veel aandacht is voor de warmtepomp. Reiner: “We hebben geen voorkeur, er zijn diverse duurzame varianten mogelijk. We weten wel uit ervaring dat de warmtepomp relatief eenvoudig inzetbaar is in nieuwbouw- en renovatietrajecten. Bovendien is het een techniek die al zijn waarde heeft bewezen. Tot slot merken we dat consumenten sneller moeite hebben met collectieve oplossingen, zoals warmtenetten. Bij de aanschaf op een warmtepomp houdt hij zelf de regie.”

Verduurzaming bron
Overigens is het hoe dan ook zaak om ook de bron te verduurzamen. “Gebruik maken van restwarmte die de industrie opwekt voor een warmtenet is prima, maar de industrie zelf zal ook moeten verduurzamen. Ook daar zullen stappen worden gezet.” Sommige bronnen in de woningbouw zullen afvallen. “Zo is de houtpelletketel niet een duurzame oplossing voor de toekomst.”

Aanschaf cv-ketel
Wat betreft de gasgestookte cv-ketel; deze verdwijnt dus niet plotseling van het toneel. “De vraag van de consument blijft leidend. Als hij pertinent een cv-ketel wil, dan kan het nog altijd. Maar ik druk installateurs wel op het hart om tijdens het verkoopgesprek informatie te geven over duurzame alternatieven en aan de hand van berekeningen te laten zien hoe het kostenplaatje er in verschillende gevallen gaat uitzien gedurende de levensfase van de verwarmingsinstallatie.”

Personeelstekort
Hoge ambities dus, maar zijn ze haalbaar? Vanuit de sector wordt er met een zorgelijke blik gekeken naar het gigantische personeelstekort. “We hebben nu 15.000 extra krachten nodig in de branche”, vertelt Reiner. Waar moeten die vandaan komen? “We pleiten in ieder geval voor een gefaseerde aanpak, om grote pieken te vermijden en de klus te kunnen klaren. Daarnaast zullen we van alle kanten mensen moeten aantrekken; vanuit het technisch onderwijs, zij-instromers, maar ook uit het buitenland.”

Voorbereiden
Reiner adviseert de kleine en middelgrote installateur om zich nu al voor te gaan bereiden op de grote veranderingen. “Ik denk dan aan kennisverwerving over duurzame oplossingen, maar ook leren om beter de klant te adviseren en samen te werken met ketenpartners.” Daarnaast zullen werkprocessen veranderen. “Bimmen, beheer en monitoring van installaties en dergelijke gaan allemaal hun stempel drukken op het dagelijks werk van de installateur. Zorg dat je goed op de hoogte bent van alle ontwikkelingen en blijf je hele werkzame leven lang doorleren.”